Archief van
Categorie: Geen categorie

Uitgekookt

Uitgekookt

Tijdens de kerst- en nieuwjaarsperiode ruil ik de pc en de vergadertafel traditioneel minstens gedeeltelijk in voor het fornuis en het aanrecht. Ik kook graag, maar vaak vind ik er niet de tijd voor. Ik ben zeker technisch geen goede kok : een mes in mijn handen blijft een zeker gevaar inhouden (gelukkig vooral voor mezelf) en ik kan bijvoorbeeld niet zomaar de klassieke bereidingen uit mijn hoofd bereiden – vraag me niet om een beurre blanc of beurre manié op tafel te zetten, om maar iets te zeggen. Maar ik durf veel en heb een goede neus voor smaakcombinaties, ook als die niet meteen aan de klassieke verwachtingen beantwoorden. Zo hoeft het niet altijd vanille-ijs te zijn, maar smaakt een bolletje geraniumijs, mosterdijs of chicorei-ijs ook lekker – uiteraard afhankelijk van waar het bij wordt geserveerd. En een espuma of een sous-videbereiding durf ik ook wel aan – waarbij mijn slaagkansen bij die laatste techniek stukken groter zijn dan bij de eerste.

Inspiratie zoek ik in kookboeken, maar uiteraard ook op het internet, want zo gaat dat tegenwoordig. Wat talenkennis helpt dan om je niet te hoeven beperken tot het Nederlands, al zijn er ook in onze taal uitstekende sites ter beschikking. Zelf wend ik me vaak tot Hap & Tap, en uiteraard is ook de site van kookzender Njam een bron van goede ideeën.

Voor de Griekse keuken is Akis Petretzikis – de lokale Jeroen Meus of Piet Huysentruyt – een onmisbare partner. Ik heb het al meegemaakt dat zijn aanpak door mijn Griekse familie werd tegengesproken (dat moet zó niet), maar dat het resultaat dan toch minstens even goed blijkt dan de gehuldigde klassieke aanpak… De blog My Little Expat Kitchen wordt jammer genoeg niet meer bijgewerkt, maar ook deze lijst met Griekse recepten en af en toe een uitweiding naar de Nederlandse of nóg exotischer keukens is de moeite waard.

Voor de Midden-Oosterse keuken is Yotam Ottolenghi onmisbaar, ook al zijn niet al zijn recepten op het internet te vinden. Bovendien vereist hij al eens dat je de motivatie vindt om exotische ingrediënten op te sporen. Vaak goed haalbaar als je er op tijd aan begint (hij verkoopt ze ook zelf…) maar niet altijd : zo ondervond ik vorige week dat je hier te lande almaar eenvoudiger rode bieten vindt, maar dat gele bieten (neen, géén boterraapjes) niet zomaar in de rekken liggen.

Als het wat ingewikkelder mag, dan kan je bij ChefSteps terecht, voor espuma- of sous-videideeën ook bij de respectievelijke producenten van de ISI en Anovatoestellen. In het Engelse taalgebied heeft SeriousEats ook een stevige positie verworven – al is de site soms wel zeer Amerikaans en heb je wat „vertaalwerk” nodig, en niet alleen omwille van ounces en cups.

Tenslotte… ik post dit nu, maar uiteraard is januari bij uitstek een geschikte maand om te proberen wat minder te eten. Ook dat blijft de moeite waard in 2020.

Veldslag

Veldslag

Ik ben gisteren naar het veldrijden gaan kijken.  Dat zou geen nieuws mogen zijn, maar het was toch al jaren geleden.  En toen was ik er als helper, niet als toeschouwer.  Nu dus wel.  Met grote dank aan Robin, die voor een VIP-ticket zorgde.  En met grote dank aan alle organisatoren die ervoor zorgden dat er dit jaar een veldrit was in Essen.  Dat was geen evidentie, zoals we allemaal ook in de pers hebben kunnen lezen.  Om allerlei redenen groeide de organisatie de Molenheidevrienden boven het hoofd.  Gelukkig stonden enkele ondernemers klaar om op korte termijn hun schouders mee onder de organisatie te zetten.  Gelukkig konden ze ook rekenen op de vrijwilligers van de Molenheidevrienden en van een reeks andere Essense verenigingen – die zo opnieuw het aangename aan het nuttige (voor hun verenigingskas) konden paren.

Ook het gemeentebestuur werkte mee, maar zeker financieel had er voor mij wat meer moeten kunnen : dat had wellicht ook de ruimte om de verenigingen nog meer te betrekken en te steunen vergroot.  De voorbije jaren besteedde Essen geld aan allerlei wielerevenementen, maar nu de eigen veldrit (met meer dan 50 jaar traditie) erom vroeg, kon er maar heel weinig.  Terwijl voor een gemeente als Essen, die ligt waar ze ligt, een veldrit toch sowieso een uiterst sterke „kom bijeen”-activiteit is.  Bovendien ook één van de weinige die onze gemeente wat uitstraling geven.  Zo vaak komen we niet rechtstreeks op tv.

Ik heb wel eens meewarig gedaan over het veldrijden.  Het WK was ooit meer het Open Kempens Kampioenschap, en met de echte internationalisering wil het nog altijd niet zo goed lukken – bij de dames beter dan bij de heren, overigens.  Maar net daarom hoort een veldrit natuurlijk wel bij Essen, natuurlijk : New York, Tokio en Nairobi doen nu eenmaal niet mee.

Van de deelnemerslijsten kende ik alleen Marianne Vos bij de dames, en Zdeněk Štybar en Tom Meeusen bij de heren.  Van de beide finale top-3s kende ik dus één naam (wel een topatlete, natuurlijk).  En ik ken er natuurlijk wel genoeg van om vast te stellen dat de race niet meteen spannend was.  De winnaars stonden snel vast, de nummers twee en drie bij de heren ook, en de nummer twee bij de dames liep tegen het einde ook een eind uit op de concurrentie.  Het Essense parkoers is ook niet het mooiste ter wereld, al moet ik toegeven dat er met hard werken best wel een mooi geheel van was gemaakt.  Die zandbak zou ik wel afdekken voor de race of zo, want het natte zand slaagde er niet echt in om mee scherprechter te spelen.  Bovendien werd er vooraf vooral over de afwezigen gesproken.  Misschien kende ik er daar wel meer dan van de aanwezigen, al moeten ze zich toch ook niet te veel illusies maken op dat vlak – en heeft de organisatie dat ook wel mooi gepareerd met hun terechte kritiek op de startgelden.

En toch.  Alles bij elkaar heb ik me erg goed geamuseerd.  Veldrijden blijft een toegankelijke en toeschouwersvriendelijke sport, met een gebalde wedstrijd (een uur) en veel ruimte voor „leven” naast het parkoers.  Een investering in sociaal weefsel.  De organisatie liep ook, voor zover ik het kon zien, mooi op wieltjes, al weet ik niet of die beeldspraak in deze context optimaal is, want in veldritwielen kruipt veel zand en modder.  De organisatoren verdienen dus felicitaties en een hartelijk dankjewel namens de Essense gemeenschap.  En ik heb eigenlijk al zin in de Robotland Cross van 2020.  Misschien moet ik zorgen dat ik tegen dan mijn pronostiek ook zelf kan invullen…

De rode draad

De rode draad

De Essense socialistische partij bestaat 100 jaar. Daarmee is ze de oudste partij van Essen. Ook de burgemeester bleek het er immers mee eens dat de CVP niet zomaar een voortzetting van de vooroorlogse Katholieke Partij is, en dus van na de Tweede Wereldoorlog dateert. Anderzijds, wat vandaag de sp.a is heette een eeuw geleden de Belgische Werkliedenpartij, en er zijn twee naamsveranderingen overheen gegaan. Desalniettemin is de continuïteit onmiskenbaar – wie bij elke naamsverandering opnieuw begint te tellen, zal trouwens tot de wellicht verbazende conclusie komen dat PLE de oudste partij van Essen is…

100 jaar, dat vier je niet elke dag. Dus was het zaterdag tijd voor een socialistisch feestje, met een receptie in het gemeentehuis. Waarbij de burgemeester de lof mocht zingen van zijn gezworen coalitiepartner. Een terechte lofzang, want 100 jaar engagement in de lokale en bovenlokale politiek verdient waardering. En de socialisten hebben onmiskenbaar Essen mee vorm gegeven, in de eerste plaats als tegenmacht. Voor de oorlog vooral door op te komen voor wie het niet breed had. Ik vind het altijd wat vreemd dat sommige sp.a-ers hun hedendaagse relevantie willen baseren op sociale verworvenheden uit de vorige eeuw, maar het valt natuurlijk niet te ontkennen dat die vooral aan de socialisten te danken waren en voor de mensen van toen zéér relevant waren. Na de oorlog fungeerden de socialisten in Essen ook als thuis, referentiepunt, als vluchtheuvel soms voor wie “anders” dachte en/of zich niet wilde schikken naar de burgerlijke katholieke moraal. Of dat wel deed, maar vond dat het niet verplicht moest zijn. Dat was ongetwijfeld een belangrijke rol in een Vlaams plattelandsdorp in de jaren ’50 tot ’70.

Ik zou nog meer kunnen opsommen, uiteraard. Heel concreet voor de gemeentepolitiek heeft het bestaan van de sp.a ook betekent dat Essen altijd een relevante, actieve en kritische oppositie had. Ze hebben die rol gelost, maar ik kan niet ontkennen dat wij tot vandaag daar de vruchten van plukken.

Ik wens hen nog honderd jaar erbij toe – al mogen er dat opnieuw 87 in de oppositie zijn, natuurlijk… Ik heb me hier al wel eens afgevraagd of ons politiek landschap zonder de sociaal-democratie kan en wie haar plaats dan kan overnemen. Gemakkelijk is het niet altijd, de verantwoordelijke stem op links zijn in een politiek landschap waar rechts rechtser wordt en links linkser, en waar verantwoordelijkheidszin op zijn zachtst gezegd niet altijd de eerste prioriteit is. Ook de sociaal-democraten worden er wel eens toe verleid, maar flirten met een populistische agenda is uiteindelijk niets hen. Zoals Jeremy Corbyn bewijst leidt dat enkel tot contradicties (en die maken hem onvermijdelijk mee verantwoordelijk – zij het in geringere mate dan pakweg een jaar geleden – voor de Brexitchaos in zijn land). Maar je kan jezelf ook weg regeren bij gebrek aan herkenbaar geluid, zoals Hollande in Frankrijk bewees.  Een moeilijk dilemma, met veel dimensies.  Eén daarvan is de vraag hoe ver je kan samenwerken met centrum-, centrum-rechtse of rechtse partijen – zie de Antwerpse, Vlaamse en federale coalitievorming, maar ook het Essense eeuwigdurende verbond met CD&V. En het is geen makkie voor alle niet-populisten, maar het vraagstuk van migratie en integratie is een wel zeer taaie kluif voor de sociaal-democratie. De Deense partijgenoten in Europa van Crombez zitten héél ver van pakweg het discours van de Brusselse PS daarover vandaan.

Ondanks dat dansen op een slappe koord stel ik vast dat de kleine helft van de nieuwe Europese Commissie uit leden van de Europese sociaal-democratie, de S&D-groep zal bestaan. Zo slecht ziet het er dus op dit ogenblik ook weer niet uit, dus. Ik vind dat toch enigszins geruststellend in politiek soms verwarde en verwarrende tijden, ook voor wie zoals ik geen rode rozen draagt (toch niet op politieke bijeenkomsten !).

Misschien komt er een tijd dat de Europese politiek zonder sociaal-democratie kan, maar voorlopig zie ik die tijd niet in het vooruitzicht. Dat ze dus maar aan hun tweede eeuw beginnen, ook in Essen. Waar er voor geëngageerde mensen met een hart voor de lokale gemeenschap, die geloven dat beleid een verschil kan maken, sowieso altijd plaats zal zijn.  Wellicht gaan we het nog vaak oneens zijn, maar dat is nodig in een democratie.

Uitverkoop

Uitverkoop

Mijn ouders gaan wat kleiner wonen, binnenkort.  Een belangrijk gevolg daarvan is dat heel wat van de in de voorbije jaren opgestapelde bezittingen niet zomaar mee kunnen.  Ook mijn broer en ikzelf hebben overigens nog wel wat spullen die eigenlijk meer in de weg staan of liggen dan dat ze nut bijbrengen.  Wat mijn moeder ertoe bracht om het idee van een garageverkoop te opperen.  Een kleine privé-rommelmarkt, dus.  Zo gezegd, zo gedaan, en vorige zaterdag verkochten we dus allerlei spullen.  Daar kroop nogal wat voorbereiding in, en ik ben mijn broer bijzonder dankbaar dat hij daarvan een groot deel op zich nam, terwijl ik in Griekenland zat.  Vooral zijn ambitieuze plan om de hele Playmobilcollectie verkoopsklaar te maken getuigde van moed – en overmoed.  Eigenlijk had mijn moeder zo’n 35 jaar geleden moeten zeggen “en nu ruim je dat allemaal netjes op en stop je elk onderdeeltje opnieuw waar het hoort”.  Maar dat deed ze niet.  Ons vertellen dat we daar 35 jaar later spijt van zouden hebben als we er een week in zouden steken om het allemaal wat toonbaar te maken… dat zou wellicht ook geen indruk hebben gemaakt.

En dus besteedde ook ik een aantal uren in het wedersamenstellen van voer- en vaartuigen, woningen en allerlei alaam.  Dat bracht enige nostalgie met zich mee, ook wel omdat ik dus echt wel een zwak voor die Playmobil had destijds, zoals ik hier tien jaar geleden eens beschreef.  En nu nog in de speelgoedwinkel stiekem even kijk hoe mooi het aanbod voor de huidige generatie wel is.  Maar uiteindelijk deed het deugd om te zien dat het werd verkocht aan mensen die het geheel echt een tweede leven willen geven.  Dat de trein waarvan ik vrijdag uittestte of hij nog reed (jawel) mogelijk ook weer echt personen en goederen ter plaatse gaat brengen.  Stipter dan de NMBS, daar twijfel ik uiteraard niet aan.

En eigenlijk is dat het gevoel dat ik aan de hele verkoop overhoud : het is ongetwijfeld leuker -het heeft zelfs iets “therapeutisch”- om te zien dat spullen een nieuwe bestemming krijgen, ook al krijg je er maar enkele euro’s voor, dan om ze gewoon weg te gooien.  We kregen ook best veel volk te zien, wellicht vooral aangetrokken door onze berichten op de sociale media.  Of hoe nieuwe technologieën het gemakkelijker hebben gemaakt om oude spullen te koop aan te bieden…  Overigens niet alleen door de verkoop aan te kondigen, want wat niet werd verkocht gaat uiteraard op enkele tweedehandssites belanden.  En vervolgens toch ook weer op aloude wijze nogmaals te koop worden aangeboden op de Hoekse rommelmarkt op 8 september.

Ik hoop ondertussen alvast dat iedereen die iets heeft gekocht er plezier aan beleefd, of zich toch tenminste niet “bekocht” voelt.

De hakken in het zand

De hakken in het zand

En toen bleek deze site plots… gehackt ! Ik had al enkele dagen door dat er iets mis was.  Maar toen wees Jokke er in de marge van de gemeenteraad op dat zij bij een poging tot een bezoekje werd doorverwezen naar reclame voor ruitvormige blauwe pilletjes.  En dat bleek dus te kloppen.  De zoektocht naar de oorzaak en de oplossing bracht me van de regen in de drop (dat hoort bij deze tijd van het jaar), zodat twee dagen lang zowat alle sites waarvoor ik medeverantwoordelijk ben offline waren of maar gedeeltelijk functioneerden.  Maar ik denk dat ik het nu weer helemaal heb opgelost.  Al moet ik uiteraard wel op zoek naar maatregelen om preventief nieuwe problemen te voorkomen.  Wie houdt zich eigenlijk met dat soort ongein bezig ?

Met de tijd die ik eraan verprutst heb, heb ik ook nog niets over de eerste “echte” gemeenteraad kunnen schrijven.  Ik probeer het nog goed te maken.

Gedichtendag 2019

Gedichtendag 2019

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,

boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.

de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,

en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Hendrik Marsman

Ik zeg: dat ene moment, het enige dat je
Als het komt niet herkent
Barst het Geschrevene
En néémt hij die geeft.
Want zo niet dan zal
Ook de dood gedood moeten worden en de vernietiging

Vernietigd en het kleine
Roze kiezelsteentje dat je eens
In je hand hield ook dat zal dan
Ergens, millennia ver, opnieuw gevormd worden.

Met wijsheid en moed. Picasso en Laurens. Laten we de Psychologie, de Politiek en de Sociologie met voeten treden, zonverbrand in een simpel wit overhemd.

Λέω: τὴ μιὰ στιγμή, τὴ μόνη ποὺ
Ἐὰν φτάνει δὲ γνωρίζεις
Τὰ Γραμμένα ραγίζονται
Καὶ αὐτὸς ποὺ δίνει, παίρνει. Ἐπειδὴ ἐὰν ὄχι τότε θὰ
Πρέπει καὶ ὁ θάνατος νὰ θανατώνεται καὶ ἡ φθορὰ

Νὰ φθείρεται καὶ τὸ μικρὸ
Τριανταφυλλὶ ποὺ κάποτε
Στὴν παλάμη σου κράτησες, βότσαλο καὶ αὐτὸ
Κάπου, χιλιετηρίδες μακριά, ν᾽ ἀνασυντίθεται.

Μὲ σοφία καἰ θάρρος. Picasso καὶ Laurens. Νὰ πατήσουμε πάνω στὴν Ψυχολογία, στὴν Πολιτική, στὴν Κοινωνιολογία, ἡλιοκαμένοι μ᾽ ἕνα σκέτο ἄσπρο πουκάμισο.

Odysseas Elytis
(Vertaling Courtine Wit)

Villa Natacha
Toch niet de laatste !

Toch niet de laatste !

Ik kreeg gisteren De Voorbode in mijn brievenbus.  Ik vreesde even dat het de laatste uitgave zou zijn, want dat had het vorige nummer laten uitschijnen.  Dat bleek niet het geval : het sp.a-partijblad wordt een maandelijkse in plaats van een tweewekelijkse uitgave.  Ooit was het een weekblad ! Hoe men dat destijds volhield is vandaag helemaal niet meer te begrijpen.  Naar aanleiding van de “existentiële twijfels” bij de collega’s schreef ik hen een mail, om de waardering voor hun werk uit te drukken.  Al wie de lokale democratie en politiek levend houdt, verdient immers af en toe een schouderklopje – en zeker als het om een titanenwerk als een bijna zestig jaar oud partijblad gaat.  Bij deze mijn mail, en de beste wensen voor een succesvolle “doorstart” zoals dat dan heet !

Beste Voorbode,

Hoe lang zou ik al abonnee zijn ? Meer dan twintig jaar, wellicht. Elke keer als Willy en nu Cois aan de deur komen, betaal ik nog eens voor een jaartje extra. Nu las ik dat jullie nadenken over het voortbestaan van het blad, dat “lezers kent van allerlei gezindten”. Daar hoor ik dus bij, als duidelijk geval van “allerlei”-gezinde… En jullie nodigen die lezers uit om te reageren. Ik weet niet of die uitnodiging echt voor mij bestemd is, maar ik ga het toch doen, dat reageren. Ik kan dat namelijk moeilijk laten.

Toen ik de Essense politiek begon te volgen, was de regel eenvoudig : wie wilde weten hoe de vork van een dossier juist in de steel zat, kon terecht in De Voorbode. Die informatie vanuit en over het gemeentehuis werd dan aangevuld met interviews, en lokaal nieuws uit het socialistische verenigingsleven. Stond er vroeger ook geen kruiswoordraadsel in ? Van bij het begin bewonderde ik het blad, en vroeg me af hoe jullie het in vredesnaam volhielden.

Toegegeven, in de loop der jaren verloor De Voorbode wat van zijn pluimen. Goed over lokale politiek schrijven is niet gemakkelijk als je er niet zelf middenin zit, en mandatarissen hebben vaak ook andere zaken aan hun hoofd. En schrijftalent is ook in politieke partijen niet iedereen gegeven, zeker niet vanuit het perspectief van degenen die dénken dat ze wel kunnen schrijven (ik kan het weten, ik ben er zo één). Soms werd jullie blad gevuld met persberichten van aan de Grasmarkt, die ik elders ook wel kon lezen – het is niet eens een verwijt, ik zou het zelf ook zo gedaan hebben. Maar vaak verschenen er toch stukken die het lezen waard waren – als een Roger in de pen kroop, bijvoorbeeld. Roger Goosen is er jammer genoeg niet meer, Roger Van Ginderen gelukkig nog wel. De laatste tijd zelfs terug actiever. Alleen daarvoor al zou ik de (zeer luttele) tien euro zonder twijfel weer aan Cois hebben gegeven. Maar misschien komt hij ze dus niet halen dit jaar…

Ik begrijp de twijfel. Dat Jeroen er na 15 jaar een punt achter wil zetten, is natuurlijk heel begrijpelijk. Ik zou het ook niet kunnen, een tweewekelijks blad uitgeven. Eerlijk gezegd, N-VA/PLE zou het ook niet kunnen. Wellicht ook niet willen. Toch ben ik zeker dat het een meerwaarde heeft om af en toe iets op papier te zetten. Dat doen we als partijen allemaal en dat zullen jullie ook wel blijven doen. Maar De Voorbode is ook iets anders. Een partijblad dat de partij ook overstijgt. Een beetje zoals Broer destijds, dat ook gekleurd was, maar ook een echt stuk “Essen”. Geen “glossy”, maar gewoon nog echt zwart op wit. Zodat de tekst centraal staat. Mijn vader vindt als hij bij mij thuis komt niet altijd veel interessant leesvoer, het moet gezegd. En dus gaat hij altijd op zoek naar De Voorbode. Veel van wat daar instaat zou hij ook op het internet kunnen vinden. Maar hij gaat het daar niet zoeken. Ik ga het lokale sp.a-nieuws natuurlijk wel op het net zoeken, maar de andere dingen eigenlijk ook niet. Voetbal en biljart, hoe vaak ga ik daar dan nog over lezen ?

Ik weet het, de tijden zijn veranderd. Sterft, gij oude vormen en gedachten, en zo. Ik kan jullie bovendien niet helpen, en ik ga er ook vanuit dat jullie mijn hulp ook beleefd zouden weigeren. Toch hoop ik dat jullie een manier vinden om te blijven schrijven over en voor Essen. In het zwart-wit mag best, want uiteindelijk blijft de kleur toch rood. En hopelijk niet alleen maar digitaal. Want al ben ik dan een fervent digitaal schrijver, een échte tekst, die hoort ook op papier.

Wat er ook van zij, bedankt voor de jaren leesvreugde (ook namens mijn vader, dus) en als er toch nog iets uit de bus (en dus eigenlijk ín de bus) komt, dan hoor ik het graag.

Vriendelijke groeten,
Tom Bevers

’t Is gebeurd (2)

’t Is gebeurd (2)

Vorige zaterdag zijn we voor de tweede keer getrouwd. Voor de kerk, zoals dat dan heet. In ons geval de Orthodoxe kerk van Agios Dimitrios in Salamina. Wie goed naar onze uitnodiging gekeken heeft, weet dat we eigenlijk naar de Panagia Eleftherotriakerk wilden, maar ‘s morgens (!) beslisten we om te veranderen. Omwille van de uitzonderlijke klimatologische omstandigheden (het regende lichtjes, en het ging misschien ook wat waaien – in Griekenland klinkt dat als „sneeuwstorm” bij ons). Een goede beslissing, want de Agios Dimitrios is een prachtige kerk, met een historische betekenis – vrijheidsstrijder Karaiskakis ligt er begraven.

Pater Anargiros leidde de dienst, en deed dat even goed als Jokke in Essen – lichte uiterlijke en vestimentaire verschillen maakten dat we toch wel zagen dat zij het niet was. Hoewel hij ooit levens redde door te lang te preken (echt – er hangt een icoon in de kerk dat daaraan herinnert) liep het niet uit, maar hij haspelde de dienst ook niet op een drafje af en vond mooie slotwoorden.

Het was het eerste orthodoxe huwelijk dat ik bijwoonde, maar ik vond het een erg mooie en indrukwekkende liturgie, en niet alleen omdat ik in het midden stond. Aan wie een kerkelijk huwelijk alleen maar omwille van de mooie ceremonie en de foto’s wil zou ik zeggen : word orthodox…

Voor ons was dat uiteraard niet zomaar een keuze, dat orthodoxe huwelijk. De dubbele viering kwam ons goed uit, om beide families te betrekken, maar ook zonder die factor zouden we wellicht ook voor een kerkelijk huwelijk hebben gekozen. Dat het de orthodoxe kerk zou worden, stond ook bijna vast. We zijn allebei gehecht aan het lidmaatschap van onze respectievelijke kerken (ook al kan je moeilijk stellen dat ik „geloof” – hoe ik daar juist tegenaan kijk, kan je elders op deze site lezen, maar let op : het is niet in het meest toegankelijke stuk gevat).  De katholieke kerk geeft wel toestemming aan haar leden om orthodox te huwen, andersom niet. Dus heb ik netjes een toelating gevraagd aan het bisdom Antwerpen, en die ook gekregen.

We hadden de tekst van de liturgie ook in het Nederlands gevonden (die staat namelijk hier) en wie die leest ziet natuurlijk snel gelijkenissen met de katholieke liturgie. Hoewel de scheiding tussen beide kerken van 1059 dateert, zijn de theoretische verschillen dan ook erg beperkt. Het grootste dispuut is puur „politiek” en gaat over de positie van de bisschop van Rome, de paus : is die de eerste onder de gelijken of de primaat van de hele Kerk ? Het belangrijkste theologische dispuut ging veel jaren over de „filioque” clausule in de geloofsbelijdenis. Voor wie het zich nog herinnert : in onze geloofsbelijdenis staat „Ik geloof in de Heilige Geest, die Heer is en het leven geeft, die voortkomt uit de Vader en de Zoon, die met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt.” Wel, die eerste „en de Zoon” ontbreekt in de voor het overige identieke orthodoxe geloofsbelijdenis. De Heilige Geest komt dan alleen nog uit de Vader voort. Het lijkt geen halszaak, en beide kerken kwamen ondertussen bovendien overeen dat elkaars versie ook aanvaardbaar is (strikt genomen wordt de katholiek die de geloofsbelijdenis in het Grieks reciteert tegenwoordig geacht de “en de Zoon” weg te laten, in het Latijn moet het stukje tekst blijven staan !).

Maar het uitzicht van de huwelijksliturgie verschilt wel vrij grondig, met een kroning en een rondgang, bijvoorbeeld. Gelukkig stuurde de voorganger me waar nodig even bij…  Nadien trokken we naar een feestzaal, op 10 meter van de Middellandse Zee, want dat hoort op een eiland natuurlijk. De lokale traiteur, begonnen als kleine bakker in de straat waar de ouders van Ioanna woonden maar ondertussen met naam en faam tot in Athene, zorgde voor lekker eten, de DJ voor Griekse, Engelse en ook een streepje Nederlandse muziek. Dat laatste met als ultieme consequentie dat men in Salamina nu ook weet dat er bij buurvrouw Jansen een paard in de gang staat. Gelukkig heeft niemand me gevraagd τι κάνει αυτό το άλογο στο διάδρομο της γειτόνισσας. De vrienden die mee de oversteek gemaakt hadden hebben zich dus ook goed geamuseerd, tot mijn vreugde.

’s Anderendaags hebben we dan bij het ontbijt verder kennis gemaakt met de Cypriotische studievriendinnen van Ioanna en met haar peter die (samen met Ioanna’s zus) onze „κουμπάρος” was – getuige, maar meer „best man” zoals dat in het Engels gezegd wordt.  Vervolgens hebben we ons in de familie over cadeaus en de nogal gigantische overschot van het eten ontfermd, en nog wat bezoek ontvangen (dat was al de avond vóór onze trouw begonnen). Het voelt best goed aan om plots ook echt bij de Griekse kant van de familie te horen – en de taal wat beheersen helpt daar uiteraard bij.

Mijn ouders werden ondertussen verder in Salamina rondgeleid door… de Essense dorpsgids, bijgestaan door haar dochter, en door een Griekse taxichauffeur. Ik had ma en pa de dagen voor onze trouw al meegenomen naar enkele eilanden en naar de Peloponnesos, waar we hectares van sinaasappelbomen vol vruchten zagen. Als de Sint in Spanje zijn gading niet vindt, is er alleszins een alternatief.

Gisteren kwamen we dan terug naar hier, na een tiental hectische maar voor Ioanna en mij fantastische dagen, waar we nog heel veel aan gaan terugdenken. Met heel veel dankbaarheid voor iedereen die eraan heeft bijgedragen.

’t Is gebeurd

’t Is gebeurd

Een trouwkleed en een trouwkostuum.  Daar zijn Ioanna en ik zaterdag ingestapt.  In de raadszaal van het gemeentehuis, waar ik soms ook “neen” zeg, hebben we “ja” tegen elkaar gezegd.  Tegenover een internationaal gezelschap.  Natuurlijk waren mijn vrienden en familie erbij, wat ik heel leuk vond.  Ioanna’s zus en Eleni waren uit Griekenland gekomen, waar we heel blij mee waren.  Maar dat er niet alleen iemand uit Nederland, maar ook iemand uit Litouwen afreisde om ons huwelijk in het gemeentehuis bij te wonen was toch vrij uniek.  Ook vanuit verschillende Permanente Vertegenwoordigingen bij de EU vonden enkele mensen de weg naar het Hoge Noorden.  Natuurlijk waren enkele van Ioanna’s Griekse collega’s erbij, waaronder de Coreper I ambassadeur.  Zelfs de Europese Commissie was op hoog niveau vertegenwoordigd in onze raadszaal.  Als nog eens iemand zegt dat ik daar het niveau naar beneden haal, dan moet ik die vanaf nu toch tegenspreken.

Jokke Hennekam leidde de plechtigheid.  Ze deed dat uitstekend, en daar zijn we haar erg dankbaar voor.  Enkele buitenlandse gasten merkten op dat het voor een burgerlijk huwelijk best een mooi geheel was.  Hoewel ik haar wel moest zeggen dat ze ons eerst een hand moest geven (toch wel de omgekeerde wereld !), kan ik Jokke aan al wie wil trouwen dan ook zeker aanraden.  Hier in Essen zal je snel moeten zijn, want op 31 december loopt haar schepenambt af.  Maar daarna kan ze misschien als ambtenaar van de burgerlijke stand nog een internationale carrière uitbouwen ! Haar rijmende toespraak heb ik hier bewaard – ik ben zelfs zo genadig geweest om de minimale foutjes eruit te halen.

In de namiddag nodigden we dan onze gasten uit in Antwerpen.  In de Zaal AthenA van het Atheneum.  Die had ik uiteraard al gezien, maar ik was bij het binnenkomen toch nog verbluft hoe mooi die zaal er uitziet als ze ook feestelijk wordt ingericht en verlicht.  En het heeft wel iets, zo onder het toeziend oog van een schilderij van Luc Tuymans een feestje vieren.  Met Grieks eten (met dank aan Strofilia) en Griekse muziek (met dank aan Demis en Enrikos), want zo wilden we het.  En dus na een tijdje ook met Griekse dans.  Daar moest ik zelf niet voor zorgen, en ook dat was voor mijzelf een reden voor feestvreugde.  We lieten de organisatie over aan Liesje van Event’L. Dat was zo ongeveer de eerste beslissing die we namen toen we onze trouwplannen vorm begonnen geven, en het heeft gemaakt dat ons alvast organisatorisch héél veel zorgen bespaard zijn gebleven.

Ioanna en ik hebben enorm genoten van het feest.  Het was bijzonder fijn om omringd te zijn door familie, vrienden, collega’s uit letterlijk heel Europa.  De filmpjes die mijn broer en zijn vrienden hadden gemaakt, de presentatie met onwaarschijnlijke statistieken van de FOD-collega’s, de Social Questions Working Party en de Europese Commissie die een mooi cadeau hadden voorbereid, wij vonden het heel leuk.  En de foto’s die Todor maakte (ik plaats hier nog wel eens een selectie) en die van de Photobooth (daar zal de selectie mogelijk strenger moeten gebeuren) zullen ons ongetwijfeld ook heel mooie herinneringen bezorgen.  Net zoals de kaarten en cadeautjes, waarvoor onze grote dank.  Dat we ook enkele kaarten kregen van mensen die we niet hadden uitgenodigd heb ik ook bijzonder gewaardeerd.  Het is heel fijn dat mensen in je vreugde delen.

Dat we op ons feest even de microfoon zouden nemen, hadden een aantal mensen ongetwijfeld voorzien.  Sommigen wisten wellicht ook gedeeltelijk wat we waarover misschien zouden zeggen.  Maar er waren veel eindjes om aan elkaar te knopen, en de kans dat iemand de hele speech verstaan -laat staan voorspeld- had lijkt me redelijk klein.  Ik heb mijn tekst alvast hier geplaatst, die van Ioanna is wellicht ondertussen in Griekenland.

Want daar volgt deel 2 volgende week, als we in Salamina we voor de (Grieks-Orthodoxe) Kerk ten tweeden male in het huwelijksbootje stappen – op een eiland toch een wat gepastere uitdrukking dan aan het Heuvelplein, overigens.  Ik kijk er al naar uit om met de familie en de vrienden van Ioanna, en ook met een select gezelschap van enkele Essenaren, opnieuw feest te vieren.  Sommigen vroegen of we dan friet met stoofvlees gingen serveren, maar laten we zeggen dat een Belgische traiteur in Salamina vinden niet zo evident is.  En de kans om nog eens de Griekse keuken te proeven zomaar laten liggen is ook al geen evidentie.  Ik ben er zeker van dat we er even veel van gaan genieten.