Archief van
Categorie: Essen algemeen

Geld, gild en gegolden

Geld, gild en gegolden

Ik betrad het podium. Het stuk ? Iets met Robin Hood. De dierenversie. Veel meer herinner ik me niet meer. Ik moet een jaar of zeven acht zijn geweest. Van achter de coulissen betrad ik het toneel. Ik weet niet meer of het stuk gesproken werd, of alleen voorgelezen. Wellicht dat laatste. We waren kleine kinderen, Leeuwkes van KSA. En het was ouderavond. Dus moesten we het podium op. Welke rol ik speelde ? Ook al geen idee. Maar het theater, dat herinner ik me nog wel. De spanning achter de coulissen voor het moment dat we het trapje op mochten lopen en dan tussen de bruine doeken door voor het voetlicht zouden treden. Zodat het hele Gildenhuis ons zou kunnen zien.

Het Gildenhuis, cultuurtempel avant la lettre. Avant héél veel lettres. Toneel van toneel, maar ook van feesten allerhande, van vergaderingen en lezingen, van repetities. Ik herinner me van de tijd van de ouderavonden al dat we soms plaats moesten maken voor Hoger Streven, of voorzichtig tussen de accordeons moesten laveren. Hoe lang zouden die er hun thuisbasis al hebben ?

Het Gildenhuis gaat dicht. Ik had het vóór de verkiezingen voorspeld, maar dat het zo snel zou gaan had ik ook niet verwacht. Het is nochtans een bouwwerk voor de eeuwigheid, zoals dat in die tijd werd gezet, maar zeker van binnen versleten. De verenigingen vinden de weg nog, maar het grote geld stroomt er niet meer binnen (deed het dat destijds eigenlijk wel ?), en met parochiefeesten of de omhaling in een ook al leeglopende kerk wordt de put niet meer gedicht. Het wordt verkocht. Begrijpelijk, als je de penningmeester van de parochie bent. Maar eigenlijk is het niet verkoopbaar. Het is, hoe je het ook draait of keert, gezet met gemeenschapsgeld. Van toen de parochie nog de gemeenschap was. We hebben er allemaal aan meebetaald, we hebben het allemaal mee draaiend gehouden. Eigenlijk is het gemeenschapsbezit. En het heeft ook een gemeenschapsfunctie. Minder dan vroeger. Maar toch, Hoger Streven zit er dus nog steeds.

En ja, dat is dus een gemeenschapstaak, voor ruimte voor verenigingen zorgen. Het beste bewijs is dat ze al jaren in lokalen van die gemeenschap zitten. We hebben daar terecht met een persbericht aan herinnerd. En nogmaals het gebouw dat vandaag met gemeenschapsgeld wordt gerestaureerd, de goederenloods aan Hemelrijk, ook voor de gemeenschap geclaimd. En neen, zeggen dat we binnen enkele jaren wel een ander gebouw zullen neerzetten, dat is géén acceptabel antwoord. Zeker niet als we daarvoor eerst een ander gemeenschapsgebouw zouden moeten kopen van een andere parochie. Godbetert !

Maar dat is politiek. En na de politieke discussie blijft alleen de nostalgie. Naar bakker Arnold op de hoek, waar de schooldag eigenlijk begon. Of de repetitie voor de ouderavond. Naar de Broedersschool. En binnenkort naar het Gildenhuis.

Het doek gaat open. Tergend langzaam, het zal toch niet vastzitten. Maar neen, geduld. Boven draait iemand aan de volgspot. De voetlichten worden rood, geel of blauw. Of allemaal tegelijk. Moest die tafel eigenlijk niet ginder staan ? En dat kindje dáár ? Te laat. Het publiek houdt de adem al in. Dachten we. En we speelden alsof het Gildenhuis de Singel was. Met een souffleursbak dan, waar altijd wel iemand in moest vallen. Wie weet wie wordt er bij de afbraak nog teruggevonden…

De juiste plek

De juiste plek

Gisteren werd een boeiende dag voor zowel N-VA als voor PLE.  De N-VA-dag werd uitgebreid in het nieuws gebracht.  Neen, niet het Essense nieuws, het “grote” nieuws.  N-VA duidde een kandidaat aan voor de post van minister-president, voor die van eerste minister en een Europese lijsttrekker.  Ik vroeg me af of ik dezelfde keuze zou hebben gemaakt.  Het antwoord is ja.  Of tenminste, ik zou hebben gewild dat ik ze had gemaakt, want je moet soms van hard politiek hout gesneden zijn om tot een evidente conclusie te komen.  Want uiteraard is Jan Jambon een geloofwaardig kandidaat-premier (ik blijf er wel bij dat hij nog geloofwaardiger zou zijn als zijn partij niet uit de regering zou zijn gestapt).  Maar voor N-VA is het nogal een stap om onomwonden een kandidaat voor de Wetstraat 16 naar voor te schuiven.  Wantrouwen tegenover een federale regeringsdeelname zit in het DNA van de partij, in de statuten.  Maar het bestuurdersdividend dat de voorbije jaren zorgvuldig werd opgebouwd ten volle verzilveren vergt deze stap.  En natuurlijk is Bart De Wever een geloofwaardig minister-president.  Natuurlijk kan alleen De Wevers kandidatuur aangeven dat de N-VA het Vlaamse niveau hoger inschat dan het federale – niemand anders komt boven Jambon uit.  En Geert Bourgeois is een geloofwaardig Europees kandidaat én een sterke lijsttrekker.  Ook die dubbelslag ligt niet voor de hand – op Verhofstadt na (ten laatste male dan wellicht) denk ik niet dat een andere partij echt in de combinatie zal slagen.  En ja, de keuze maakt brokken.  In Antwerpen, in de eerste plaats.  Maar ze komt de coalitiepartners aldaar alvast niet slecht uit, en de oppositie rijdt zich onvermijdelijk vast in de dubbele eis dat De Wever moet blijven én dat De Wever weg moet.  Ik vermoed ook dat De Wever titelvoerend burgemeester zal blijven.  En in de realiteit of de beeldvorming toch ook “schoonmoeder” van het stadsbestuur.  Voor de Antwerpenaar verandert er wellicht in de praktijk niet zo veel, maar voor de verkiezingscampagne is het een wereld van verschil…

Alleszins maken de beslissingen duidelijk dat N-VA alles op alles zet voor de verkiezingen én blijft mikken op een breed kiezersveld.  Het zal zorgvuldig navigeren worden in de komende maanden.  Het worden ook voor de Essense N-VA-collega’s alvast boeiende maanden.

PLE blijven dergelijke keuzes bespaard.  Toch hebben we gisteren op de Algemene Ledenvergadering óók belangrijke keuzes gemaakt.  We hebben Geert als voorzitter bevestigd en voor het eerst sinds 2007 ook een ondervoorzitter aangeduid in de persoon van Tom Hufkens.  Bovendien heb ik de ledenadministratie overgedragen; eigenlijk vooral omdat die wat te veel werk begon te worden – en ja, dat zegt iets over ons ledenaantal.  Verder wisselden we uitgebreid van gedachten over verschillende beleidsdomeinen in onze gemeente.  Die discussies gaan we nu vertalen naar de N-VA/PLE-fractie en van daaruit naar initiatieven in de gemeenteraad.  Ook boeiend – en het maakt me als “stichter-voorzitter” ook trots op mijn partij.

Tenslotte vergaderde gisteren voor het eerst het “Bijzonder Comité van de Sociale Dienst” in zijn nieuwe samenstelling en volgens de principes van het nieuwe decreet “Lokaal Bestuur”, dus “ingekanteld” in de gemeente.  De feedback die ik kreeg maakt me een beetje ongerust : het is echt wel van belang dat er aan elk individueel dossier voldoende tijd en aandacht wordt gegeven, en dat er ruimte is om over de beslissingen te discussiëren.  Ik hoop dat ook de andere partijen hun leden van het comité hebben gekozen op basis van hun bereidheid om precies dát te doen.  Daarin zit namelijk de meerwaarde van het BCSD.  Of hoe de juiste casting in de politiek op alle niveaus een belangrijke vraag is…

Tien jaar Essen in Beeld !

Tien jaar Essen in Beeld !

Op 1 januari 2009 ging de fotosite Essen in Beeld van start.  Dat wil zeggen : voor bijna iedereen.  Voor mij startte de site in de zomer van 2008 al.  Maar ik was toen nog de enige bezoeker en de enige gebruiker.  Later kwamen daar Rudi en Steven bij.  Maar op 1 januari ging de site dus “open” voor iedereen.  In het kader van 850 jaar Essen verzamelden we foto’s die in het feestjaar in onze gemeente werden gemaakt, om daarmee een tijdsbeeld vast te leggen.  En we verzamelden oude foto’s.  Na 2009 twijfelden we even, maar uiteindelijk lieten we de site bestaan, al ging die vanzelf op een wat lager pitje draaien.  Nu, wat heet…  Op 31 december 2018 telde Essen In Beeld bijna 93.000 foto’s: 64.353 foto’s van na 1 januari 2009 en liefst 28.614 foto’s van vóór 1 januari 2009.  Als we zo verder gaan, halen we dit jaar de 100.000.  Dat is een gigantische collectie aan fotomateriaal uit en over onze gemeente, wellicht uniek in Vlaanderen. Over al die foto’s zit er info in onze databank, en ze staan ook allemaal netjes opgeslagen.  Ze zijn ook allemaal, één voor één, via e-mail bij mij binnengekomen !

Sinds enkele jaren zit “Essen in Beeld” ook op Facebook.  We hebben daar 2.161 “vrienden”, waarvan er velen niet eens meer lijken te beseffen dat er eigenlijk een website achter schuilgaat… Facebook biedt ons wel een ideaal forum om reacties te verzamelen, en zo meer te leren over de foto’s die we opladen.  En ze blijken vaak ook een bron voor nostalgie : als er foto’s van een vereniging opduiken, dan zien we ons vriendenbestand vaak met mensen vanuit die vereniging uitbreiden.  Of hoe een oude foto mensen (virtueel) kan samenbrengen.

Na tien jaar is de site technisch niet echt zo up-to-date meer, en mocht iemand hem grondig willen vernieuwen (maar zonder aan de essentiële kenmerken te raken, met name het behoud van de originele grootte van de foto !), dan zou ik de fakkel best willen overdragen.  Indien niet, dan doen we vooralsnog zo verder.  Zolang Rudi de foto’s blijft opladen en ik er vooral af en toe één moet “rechtzetten” die verkeerd werd opgeladen, blijft dat voor mij haalbaar.  En het blijft motiverend om zoals de voorbije weken prachtige foto’s uit Wereldoorlog II te zien voorbijkomen, of tijdsdocumenten zoals de beelden van antirakettenbetoging in 1983, om maar een héél kleine greep uit het aanbod te maken.

Wat er ook van zij : happy birthday to us !

(Foto Ludo Kerstens, 1 januari 2009)

Allemansland

Allemansland

Ik ben naar Niemandsland geweest. Dat heb ik gemeen met een kwart van de Essenaren, zo lijkt het wel. Een ander kwart gaat nog, nog een kwart is op zoek naar tickets. Het laatste kwart… dat speelt mee, of helpt achter de schermen. Ik herinner me nog de vragen op de Algemene Vergadering van de vzw Kobie vorig jaar : zullen er wel genoeg vrijwilligers zijn ? Mij leek het toen alsof de vraagstellers van een andere planeet kwamen. In Essen ? Natuurlijk zullen er genoeg vrijwilligers zijn. Ik ben blij dat ik in die vergadering toen het project voluit heb gesteund. Maar nu zeggen dat ik toen kon voorzien hóe goed het ging worden, dat zou ik niet durven.

Ik was gisteren immers niet alleen onder de indruk van de massa mensen die meewerkte, van hun enthousiasme en toewijding. Niemandsland was ook gewoon bijzonder goed. Belichting, geluid, decor, organisatie… Het zag er zeer professioneel uit, het klonk heel mooi. De vluchtelingen die in het schemerlicht tussen de bomen opduiken zorgden ook zonder woorden voor een kippenvelmoment. Het stuk bood genoeg verhaallijnen die ook echt iets vertelden, wat bij een musical altijd een uitdaging is. De zang- en choreografiestukken zagen er heel goed uit, en het spelplezier droop (samen met de gietende regen) van de spelers af.  Ik vond ook het gebruik van verschillende talen -Essens, Nederlands, Duits, Frans, Engels- erg goed in het stuk ingepast.

OK, de zangteksten waren hier en daar  wat flauw, maar dat is ook des musicals.  Heel af en toe was het ook merkbaar dat de muziek een beetje gerecycleerd was uit andere projecten, en niet helemaal op het verhaal afgestemd. En als we dan toch met detailkritiek bezig zijn : in 1914 was de Duitse vlag niet de schwarz-rot-gold van vandaag, die in het stuk aan “onze” grens werd gehesen, maar de zwart-wit-rode Reichsflagge. En de soldaat die zijn lief mee wilde nemen naar Pruisen, meer bepaald naar Beieren, had de aardrijkskundelessen duidelijk gebrost. Om mijn reputatie van „kommaneuker” nog wat verder in de verf te zetten, twijfel ik hier en daar nog over historische details – al weet ik natuurlijk dat een goed verhaal soms moet voorgaan op de geschiedkundige accuraatheid.

En of het een goed verhaal was.  Maar vooral het geheel bleek zonder meer indrukwekkend.  Studio 100 niveau, en dat bedoel ik echt wel positief. Sinds de historische stoet van 2009 ben ik niet meer zo trots geweest op Essen. Hierover praten we binnen tien jaar nog, met recht en reden. De felicitaties voor iedereen die meewerkt zijn meer dan terecht. Ik ben een beetje jaloers op hen. Neen, niet omwille van het applaus, maar omwille van het ongelooflijk goede gevoel dat de groepsgeest moet meebrengen, het besef dat je samen aan iets werkt dat ook echt heel, heel goed is. Met zoveel mensen van verschillende leeftijden, uit zoveel verschillende hoeken van de gemeente. Ik gun het hen van harte.

En dan nu de politieke boodschap, in het licht van de gemeenteraadsverkiezingen ? Neen, dat ga ik dus niet doen.  Bedankt aan al wie ik gisteren zag meewerken.  Bedankt Steff, Jokke, Eddy, Sally -mis ik er nog ?- en Kevin die zijn carnavalservaring met de decormannen deelde.  Wie Niemandsland gebruikt om politieke verschillen te gaan zoeken of een “draad” te trekken tussen “wij” en “zij” heeft namelijk niet goed opgelet…

Culture club

Culture club

Het is een wat vreemd ritueel.  Elk jaar, zo rond deze tijd, valt de brochure van Tatteljee in de brievenbus.  Ik doorblader die altijd helemaal, en zie steevast enkele cursussen die ik graag zou willen volgen : iets met koken, iets met geschiedenis, iets met taal…  Ik kijk vervolgens naar de bijhorende kalender en realiseer me dat het niet realistisch is om er die tijd voor vrij te maken.  Dat gaat zo al meer dan twintig jaar, denk ik.  Een beroepsleven en gemeentepolitiek combineren is geen evidentie.  En dus heb ik me nog nooit ingeschreven.  Toch groeide ook dankzij die jaarlijkse brochure bij mij de wens om ooit nog eens een taal te leren, wat ik dus ondertussen ook doe.  Niet in Tatteljee, neen.  En toch, ooit komt het er nog van.  Er staat nu een cursus Latijn op hun programma; als daar ooit een cursus oud-Grieks op volgt, wie weet.  En als ik ooit héél veel tijd vindt kan ik misschien zelf les komen geven.  Als…

Gisteren was ik om een andere reden aan het Sint-Antoniusplein.  Samen met de Cultuurraad organiseerde Tatteljee een debat over het cultuurbeleid in onze gemeente.  Uiteraard in de aanloop naar de verkiezingen.  Bij N-VA/PLE viel de keuze op mij.  Ik mocht dus mee vooraan zitten met de burgemeester en de schepen van cultuur, en de specialist digitalisering van het Belang.  Oud-secretaris Ronny Frederickx leidde het debat, en deed dat uitstekend.  Cultuur is niet het meest controversiële thema, zodat er niet echt vonken afvlogen, maar er zitten toch wel verschillen in de programma’s van CD&V, sp.a en N-VA/PLE.  Over de vzw Kobie bijvoorbeeld (wij zouden het Kobieconcept behouden maar in een andere juridische vorm gieten), over de mogelijke invulling van de goederenloods aan Hemelrijk, over de nood van een podiumzaal ook (wij willen die sowieso, sp.a wil één of andere vorm van concertzaal en CD&V sluit niet uit dat er iets kan groeien).

Ik heb sterk de nadruk gelegd op samenwerking met de verenigingen en op inspraak in het cultuurbeleid, en denk dat die boodschap ook werd begrepen.  Ik heb er daarnaast op gewezen dat een gemeentebestuur niet alle gebouwen in een gemeente in eigendom kan hebben.  De burgemeester stelde de mogelijke overname van de parochiezalen in het vooruitzicht, de cultuurschepen die van één of meer kerken.  De discussie over elk van die gebouwen moet gevoerd worden, maar we moeten vooral zorgen dat de ruimtes die we hebben zo optimaal mogelijk worden benut.

Essen heeft te vaak gebouwen aangekocht zonder goed te weten wat er mee moet gebeuren, en afstoten blijkt héél moeilijk te verlopen. Dat is niet houdbaar – maar ik weet niet zeker of de collega’s dat inzagen.  Ik zou alleszins uitgaan van de functies die we nodig hebben, de bestaande veiligstellen en de nieuwe behoeften proberen te beantwoorden.  Dat is een lange lijst : polyvalente ruimte, een degelijk podium, een ruimte voor niet-kerkelijke afscheidsplechtigheden…  Ruimte ook voor al die cursussen waar ik niet aan deelneem en die nu vooral onderdak vinden in de voormalige kleuterschool aan het nog veel voormaligere zwembad – maar wat op termijn misschien niet de meest geschikte of zekere locatie is.  Als we al die vragen aanpakken, dan wordt de volgende zes jaar alleszins geen verloren  legislatuur voor het cultuurbeleid, want dat bleek de voorbije periode eigenlijk wel een beetje.  Dixit de burgemeester en de bevoegde schepen…

Ik vond het waardevol initiatief dat alvast voor mij een boeiende gedachtenwisseling opleverde.  Ik hoop dat de aanwezigen dat ook vonden.  En in de marge leerde ik ook Tatteljee wat beter kennen.  Ook nuttig natuurlijk.

Nummer 46

Nummer 46

Vandaag eindigde de 46e Ronde van Essen.  Twee jaar geleden nam ik afscheid als medewerker, met dit stukje.  Nadat ik sinds 1988 meegeholpen had.  Nu zorg ik er alleen nog voor dat het uitslagenprogramma werkt, en dat deed het dit jaar zo goed als foutloos.  Gisteren trokken we met de oud-medewerkers die op de N-VA/PLE-lijst staan naar de Ronde (Joris gaf verstek, wegens dezelfde dag vader geworden, toch wel één van de betere redenen).  Daarmee gaven we ook Eliese een steuntje in de rug, die nu een geel-blauw sjaaltje aantrekt en zelfs fotograaf van dienst is, zoals bekend een essentiële functie bij de Ronde.  En vandaag stond ik ook nog eens lang het parcours parkoers. Of eigenlijk dichter bij de toog dan bij de rekken, zoals dat een oud-medewerker betaamt.

Vanop dat afstandje leek de Ronde goed te lopen, met ook wat meer medewerkers dan de voorbije twee jaar.  Al verdient de organisatie het om nog meer kinderen aan te trekken.  Ze haken vooral steeds jonger af.  Alsof tien of elf jaar te oud is om een rondje te komen lopen.  Mijn beperkte inbreng achter de schermen gaf me ook net genoeg inkijk om te zien dat het ook organisatorisch op rolletjes liep.  Met, zo werd me verteld, een quasi-vlekkeloze steun van het gemeentebestuur (op een akkefietje met de boeking van de Oude Pastorij na).  Als het goed is, mag het ook gezegd worden.

De Ronde nam gisteren afscheid van twee medewerkers die gedurende vele jaren de organisatie mee rechthielden, als omroeper en startmeester.  Ik kende in al die jaren dat ik meehielp welgeteld drie omroepers (waarvan één alleen het eerste jaar dat ik hielp achter de micro stond) en even veel startmeesters.  Wie de Vlaamse geschiedenis ooit bestudeerde (maar waar wordt die nog aangeleerd) zou de gebroeders Van Raemdonck kunnen kennen, maar in de Ronde van Essen waren de gebroeders Van Spaendonck een begrip.  Ik heb bijzonder graag met Bart en Pieter samengewerkt, en vind het jammer voor de Ronde dat ze vertrekken.  Ik weet ook niet zeker of ze wel écht vervangbaar zijn – niet toevallig vulden ze de twee meest onderschatte taken op de Ronde in.  Wellicht maak ik me zorgen om niets, de Stuurgroep staat er wel.  Maar toch, de schoenen van startmeester Bart en omroeper Pieter zijn groot om er zomaar in te stappen.  Mijn dank aan hen voor de jarenlange inzet, en mijn dank aan alle medewerkers.  En aan alle lopers, die alweer kunnen beginnen oefenen voor de 47e Ronde.

De 50e Ronde komt daarmee ook in zicht.  Ik voel nu al dat ik het niet ga kunnen laten om aan dat feestje mee te werken…

En langs het tuinpad van mijn vader…

En langs het tuinpad van mijn vader…

Op “Essen in Beeld” verscheen deze foto.  Ik verzorg de technische kant van die website, maar foto’s opladen doe ik erg zelden – veel te zelden eigenlijk.  Ook deze komt dus niet van mij.  Ze staat gedateerd op 1987, niet eens zo heel lang geleden.  Dertig jaar, vijf gemeentelijke legislaturen.  Wat bij mij de foto in het oog deed springen, is natuurlijk het feit dat het huis waar ik toen woonde erop staat.  Mijn ouderlijk huis.  Ondertussen woon ik daar nog steeds, maar mijn ouders niet meer…  Het huis met de eerste voordeur in de Molenstraat, achter het huis waar toen de weduwe De Goey woonde, met daarboven de kantoorruimte waar mijn vader lang zijn accountantskantoor had.  Maar in 1987 was hij al verhuisd naar het pand in de Molenstraat recht tegenover ons huis, denk ik.  Mevrouw De Goey -die door mijn moeder vaak als dé reden werd aangehaald waarom we stil moesten zijn in huis- is er jammer genoeg al lang niet meer, en haar woning onderging allerlei lotgevallen.  Het pand staat nu overigens te koop, maar dat terzijde.

Heel veel is er eigenlijk niet veranderd in die dertig jaar.  De televisie-antennes zijn weg, de straatlantaarn aan het huis werd vervangen door één op een paal, het voetpad werd wat anders aangelegd en kreeg een parkeerstrook.  Daar schuilt natuurlijk ook achter wat er uitdrukkelijk wél veranderde : de auto’s ! De stijl, maar nog veel meer het aantal.  Op de foto tel ik er vier.  Het lijkt me een moeilijke opgave om vandaag dezelfde foto te maken met minder dan tien auto’s erop, rijdend en geparkeerd.  Hoe dat komt ? Meer auto’s per gezin ? Wellicht wel, al heb ik hier net aan een afname bijgedragen in mijn straat.  Maar zoveel meer ? Ik denk dat het vooral komt omdat er in de omliggende straten veel woningen zijn bijgekomen.  Die allemaal auto’s meebrachten, zodat die niet meer allemaal in garages terecht konden – garages die (zoals die van mijn ouders toen) ondertussen ook plaatsmaakten voor appartementsgebouwen.

Al dat autoverkeer, en die geparkeerde wagens, zorgen ook voor veel meer drukte.  Er werd in mijn straat altijd heel veel gefietst, met zoveel scholen in de buurt.  Dat is nu nog zo, maar de fietsers moeten wel doorheen de auto’s laveren – waardoor sommige ouders het fietsen niet meer veilig vinden -dat begrijp ik- en dus hun kinderen met de wagen naar school brengen.  Dat begrijp ik ook, maar je hoeft geen genie zijn om de vicieuze cirkel te ontdekken.

Om die cirkel terug te draaien, is het wellicht te laat.  Ik word een beetje weemoedig als ik onze verkiezingsfolders uit 2000 zie, waarop “Essen mag geen voorstad van Antwerpen of Roosendaal worden” staat.  Te lang als slogan, misschien, maar wel nog altijd de belangrijkste drijfveer van mijn lokaal politiek engagement.  De weemoed komt niet alleen omdat de mensen in de folders 18 jaar ouder zijn geworden, of ons ondertussen hebben verlaten, maar ook omdat er natuurlijk reuzenstappen in de richting van die voorstad gezet zijn.  Zeker in Essen-Centrum.  De cirkel stoppen kan nog wel.  Essen als geheel is gelukkig nog geen voorstad, nog geen betondorp met hier en daar een park.

Dat drukke verkeer in mijn straat, dat gaat voorlopig niet meer weg.  Maar er zijn gelukkig nog heel veel straten waar het nog niet te laat voor is.  “Laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is”, zong Louis Neefs.  Ook te lang als slogan, en niet volledig genoeg, want het gaat niet alleen om de natuur, maar ook en vooral om de leefbaarheid.  De veiligheid, de sociale samenhang, de draagkracht van de voorzieningen.  En het verkeer dus.  Ik vrees de dag dat Essen 20.000 inwoners zal tellen.  Niet omdat ik niet niet om die mensen geef, in al hun verscheidenheid, met al hun dromen en idealen.  Net omdat ik wél bekommerd ben om die duizenden Essenaren en om hun gemeente.

Met de Saromapaplepel

Met de Saromapaplepel

Binnen 8 dagen, op 31 juli, zal het juist twintig jaar geleden zijn dat ik mijn laatste KSJ-kamp afsloot.  Tien jaar geleden heb ik hier verteld hoe dat toen voelde, en nog eens tien jaar later kijk ik er eigenlijk nog steeds op dezelfde manier op terug.  Maar gisteren was ik voor het eerst sinds die dag nog eens op het kampterrein van (het nu dus terug de oude naam dragende) KSA Essen.  Omdat mijn broer er net als vorig jaar in de kookpotten roert, vond ik een bezoekje wel kunnen.  Ik heb zelfs een klein steentje (of eigenlijk een grote pot rijst) bijgedragen.  Een kampkeuken binnenwandelen voelde heel vertrouwd aan, ook al omdat ik de hele kookploeg als leider, lid of mede-leid(st)er heb gekend.  Het hele kamp bleek ook heel herkenbaar, met inbegrip van de loomheid die bij die soort hoge temperaturen de namiddagen kenmerkt, en van enkele kleine aanvullingen bij lang tradities die ik ooit zelf nog heb aangebracht.

Het deed me veel plezier om een KSA-kamp nog eens even te zien leven.  Ook omdat ik weet dat jeugdbewegingen het niet altijd gemakkelijk hebben, en dat geldt nu nog meer dan tien of twintig jaar geleden.  Langdurige vrijwillige engagementen (ik was 26 toen ik in 1998 stopte, na 8 jaar leider te zijn geweest) worden niet altijd aangemoedigd door de samenleving.  Er zijn (veel terechte, daar niet van) regels en vereisten bijgekomen, en ook financieel is het niet altijd evident om een vereniging draaiende te houden.  Ik vind het daarom belangrijk dat een gemeentebestuur -zeker in een gemeente als Essen, die gelukkig heel veel jeugdbewegingen heeft- inspanningen doet om het jeugdwerk te ondersteunen.  Met N-VA/PLE willen we de komende zes jaar garanderen dat de dienstverlening voor verenigingen niet duurder wordt.  We willen extra polyvalente ruimte voorzien, waar jeugd- en andere verenigingen zelf iets kunnen organiseren, én we willen de hoog oplopende kosten voor de beveiliging van fuiven e.d. (“security”) mee opvangen.  Jeugdbewegingen moeten in de eerste plaats hun tijd en energie kunnen steken in “jeugdwerk maken”, niet in geldzorgen of allerlei andere beslommeringen.

Voor mij zijn dat niet zomaar punten uit een politiek programma, het is een visie die vertrekt vanuit een diep geloof en vertrouwen in de meerwaarde van het jeugdwerk, die ik bijna letterlijk met de paplepel (op kamp zat daar meestal Saromapap in) heb meegekregen.  Op 14 oktober gaat het ook daarover.  Maar eerst is er nog de zomer.  Ik wens de KSA-leden, -leiding en -kookouders een fantastisch kamp.  Alle andere jeugdbewegingen in Essen wens ik nét hetzelfde toe, en iedereen die in Vlaanderen de KSA- of een andere tent rechtzet eveneens.  Dat ze allemaal ervaringen mogen opdoen die hen binnen twintig jaar nog even levendig voor de geest staan dan die van mij !

Heemkundige Kring Essen in Beeld !

Heemkundige Kring Essen in Beeld !

De frequente bezoeker zou het al opgemerkt moeten hebben : sinds “Verloren Maandag” ziet Essen in Beeld er anders uit. Die dag is geen toeval, want traditioneel trakteert de Heemkundige Kring op die dag de eigen medewerkers met worstenbrood of appelbollen. En de site van Essen in Beeld werd samengevoegd met die van de Heemkundige Kring. Zodat we mee aan de feesttafel zaten.

De site was al een tijdje zo goed als klaar, maar we wilden een meerwaarde bieden met de fusie, en dus hebben we even gewacht totdat ook het register van alle artikels die ooit in De Spycker verschenen online raadpleegbaar kon worden gemaakt. Maar de ondertussen 65.000 foto’s van de Essen in Beeldcollectie bieden wie geïnteresseerd is in het verleden -of het heden- van onze gemeente natuurlijk ook bijzonder veel interessant kijk- en leesplezier.

Zo krijgt het unieke project dat we in 2009 starten geen tweede, maar ondertussen een derde adem. En zo ben ik nu ook een beetje de webbeheerder van de Heemkundige Kring geworden. Op het verlanglijstje staat alvast een archeologische kaart van Essen, met de plaatsen waar Thomas Dekkers en zijn ploeg diepgravend onderzoek (al dan niet letterlijk) hebben verricht.

Hopelijk biedt de gemeenschappelijke site een meerwaarde aan iedereen die er de weg naartoe vindt, via het vertrouwde www.esseninbeeld.be of via het gloednieuwe www.heemhuis.be !

Bericht uit de loopgraven

Bericht uit de loopgraven

Ik werk in Brussel, maar in tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden gaat dit stukje daar niet over. Al was het een surreële ervaring om daar rond te lopen deze week. Het gaat wel degelijk over de échte loopgraven. Die van Wereldoorlog I. En die liggen in Kapellenbos.

Klinkt dat nog surreëler ? Voor mij alvast wel. Tot Bart enkele maanden geleden voorstelde om onze N-VA/PLE-herfstwandeling dáár te houden, had ik er geen flauw benul van dat er op enkele kilometers van hier loopgraven lagen. Met bunkers. En áls ik er al een vermoeden van had, dan ging ik er in elk geval vanuit dat het om relicten uit de Tweede Wereldoorlog ging. Niet dus. Op grondgebied Kapellen liggen kilometers loopgraven. Niet allemaal toegankelijk, maar een deel ervan werd enkele jaren geleden helemaal “bezoekersklaar” gemaakt.

Waarom loopgraven in Kapellen ? Wel, het begin werd gemaakt door het Belgisch leger, dat de neutraliteit van het land in alle richtingen wilde verdedigen. Nadien versterkte de Duitse bezetter de linies, om een geallieerde aanval over Nederland te vermijden. De Duitse bunkers werden met de nodige “Gründlichkeit” gebouwd, zodat ze vandaag nog in vrij goede staat zijn. Gevochten werd er nooit – gelukkig maar.

Ondanks het wat mindere weer bleek de gegidste wandeling doorheen dit honderd jaar geleden aangelegde landschap erg boeiend. Maar ook zonder gids is het loopgravenpad zeker de moeite waard : er is voldoende uitleg voorzien. Het moet niet altijd de Westhoek zijn !