Archief van
Categorie: Campagne 2009

Banzai

Banzai

Eerst en vooral : een welgemeend dankuwel aan al wie op de SLP en op mij in het bijzonder heeft gestemd. En ik bedank natuurlijk óók degenen die mijn goede raad om niet op mij te stemmen hebben opgevolgd – ze waren met heel veel…

It’s better to try and fail than to have never tried at all. We moesten met SLP proberen om ons eigen sociaal-liberale verhaal aan Vlaanderen te verkopen. We wisten dat het een heel moeilijke opdracht zou zijn. Het partij-apparaat kreeg zware klappen in de laatste maanden van 2008. Een half jaar later klaarstaan om de kiesdrempel te overwinnen was geen evidente opgave. We maakten goede lijsten, maar ze waren niet sterk genoeg om het verschil te maken. De campagne zat bijzonder goed in elkaar, maar ook dat volstond blijkbaar niet. In elk geval heeft het geen zin om de klok te willen terugdraaien, het verleden te willen veranderen. Er hebben heel veel mensen keihard aan gewerkt de voorbije weken, en die verdienen alleen maar waardering, zowel degenen die voor de schermen stonden als zij die in de coulissen het beste van zichzelf hebben gegeven.

De uitslagen zijn er nog niet helemaal. Het zal wel degelijk zijn belang hebben waar we stranden. Maar goed zal het niet worden. Maar ik had mezelf voorgenomen dat ik maar één keer als kamikazepiloot wilde dienen, en er dan ook voor zou gaan. Soms moet je in de politiek namelijk zeer helder voor je eigen idee gaan, maar keer op keer te pletter slaan is ook geen optie. Wat dit voornemen naar mijn toekomstige engagement in de nationale politiek toe betekent, is niet zo duidelijk. Het is altijd gezond om wat afstand te nemen, en dat ga ik dan ook doen – zelfs letterlijk, de komende dagen. Daarnaast zal de discussie in de partij over de toekomst ongetwijfeld (nog maar eens) gevoerd worden, en die zal ik alleszins geboeid volgen. Het sociaal-liberalisme in Vlaanderen is niet dood, maar de manier waarop het verder zal leven zal nog moeten blijken.

Het doet me ondertussen veel plezier dat de collega’s van N-VA héél goed scoren vandaag, en daar feliciteer ik hen heel graag mee. Het is de historische verdienste van Bart De Wever, nu al, om de Leeuwenvlag terug uit de handen van Dewinter en consoorten te hebben gerukt (en hen te hebben achtergelaten met het rafelige extreem-rechtse franje). Knap werk !

Daarnaast heeft de Vlaming vooral gekozen voor de zekerheid van CD&V. Niet mijn keuze, uiteraard, maar wel een eerbare optie die we moeten respecteren. Kris Peeters heeft Yves Leterme gewoon doen vergeten, en dat is geen geringe prestatie.

Niet alleen de SLP, ook Open Vld, sp.a en Groen! blijven ondertussen achter met zeer veel vragen. Alle drie hebben ze nood aan een modernisering. Met een herrijzenis van Steve Stevaert ? En wat is de rol van Guy Verhofstadt in de Vlaamse politiek ?

En ik nu ? Ik had en heb geen grote politieke ambities op bovengemeentelijk niveau – en vandaag zal daar uiteraard niet onmiddelijk veel aan veranderen. Ik ben de voorbije weken vooral gemeenteraadslid voor N-VA/PLE gebleven, en dat was ook altijd de bedoeling. Het is heel duidelijk dat ik dat morgen meer dan ooit voluit zal zijn. Hoe de uitslag vandaag ook zou geweest zijn, er zou daaraan niets zijn veranderd. Ik heb gisteren ondermeer collegestukken ingekeken en een voorstel uitgewerkt, en dat is het soort werk dat mij het meest blijft boeien. Ik blijf de Essense kiezers namelijk bijzonder dankbaar dat ik in 2006 het voorrecht gekregen heb hen te dienen, en dat vertrouwen wil ik in geen geval beschamen.

Route 66

Route 66

D66 haalt 3 zetels in het Europees Parlement binnen, 2 meer dan bij de vorige verkiezingen. Omgezet naar zetels in de Tweede Kamers zouden dat er 17 zijn (+14 !). De Nederlandse sociaal-liberalen zijn de vijfde partij van Nederland (na CDA, PVV, PvdA en met een klein verschil ook de rechts-liberale VVD, vóór GroenLinks en SP). In Amsterdam werd D66 de grootste.

Natuurlijk zegt dat allemaal niet zoveel over de SLP. Vlaanderen is Nederland niet. Dat neemt niet weg dat het een heel mooi én hoopgevend resultaat is. Ja, het kan.

Coq au vin

Coq au vin

Als we met zijn allen willen dat er niets verandert, dan verandert er na zondag niets. Voor velen, ervaren gids Dehaene op kop, wellicht een geruststellende gedachten. Alleen is het omgekeerde ook waar : als we allemaal willen dat het na 7 juni anders wordt, dan kunnen we daar gewoon voor zorgen. “We”, want zolang de stemhokjes zondag open zijn, zijn er geen kandidaten. Er zijn alleen kiezers, en die mogen gewoon echt helemaal zelf bepalen wat ze willen. We hebben allemaal één stem, en die kunnen we ook écht gebruiken !

Zondag kunnen we bijvoorbeeld kiezen voor een sterk Vlaams Parlement, dat een duidelijke richting geeft aan het Vlaamse beleid en niet aan de touwtjes hangt van de federale regering, van de hoofdkwartieren van zuilinstellingen of andere belangengroepen of van het principe dat alles goed is zoals het altijd is geweest. Zondag kunnen we ook voor krachtige Vlaamse Europarlementariiërs kiezen, die dat parlement niet zomaar zien als een vorm van brugpensioen.

Zondag kunnen we kiezen voor een efficiënte aanpak van de kritisch, voorbij een ideologische vooringenomenheid die nergens toe leidt. De overheid doet het niet altijd goed, de vrije markt ook niet : soms is privatiseren dus beter, soms houdt de staat beter de teugels in handen. Op een aantal domeinen is het beter dat Vlaanderen de eigen boontjes dopt, op andere terreinen is samenwerken veel verstandiger. En de strijd tegen de klimaatverandering moet krachtig worden aangepakt, maar dat kan best samengaan met een sterke economische groei – op voorwaarde dat we kiezen voor innovatie.

Zondag kunnen we alles bij het oude laten. Een zeteltje meer of minder voor CD&V, Open Vld en/of sp.a zal daarbij niets uitmaken. Of we kunnen ervoor zorgen dat Vlaanderen een sterke parlementaire democratie wordt waar het debat over de inhoud het haalt boven het spel van de postjes. Daarvoor moeten wij kiezers maar één ding doen : onze stem ook laten bepalen door de inhoud. Kiezen voor de partij waar we achter staan, en binnen die partij voor de kandidaten die het kunnen waarmaken. Alleen als we allemaal ons gedacht volgen, zal er ook met ons gedacht rekening gehouden worden. Zo eenvoudig is het.

Korting of solden ?

Korting of solden ?

De inzet van de verkiezingscampagne lijkt de laatste dagen wel de jobkorting te zijn. Open Vld wil die verdubbelen, de andere partijen zien dat vooralsnog niet zitten, en sommigen zijn helemaal tegen (Groen!). De jobkorting is bedoeld om werken aan te moedigen, en dat is bijzonder hard nodig in dit land. De kritiek van Groen!, die vinden dat het belastingvoordeel niet alleen naar de werkenden zou mogen gaan, deel ik dus niet. Ik volg Mieke Vogels ook niet als zij zegt dat het geld best ergens anders naartoe had mogen gaan – de te hoge belastingdruk op arbeid in dit land is ook een prioriteit, net zoals -uiteraard- bijkomende investeringen in de zorgsector en het wegwerken van de wachtlijsten. Tenzij Vogels bedoeld dat het geld van de jobkorting niet efficiënt gebruikt is. Dan volg ik wel.

Waar gaat het over ? De jobkorting is de 250 EUR die we in februari allemaal extra bij ons nettoloon hebben gevonden. Hoera, mooi cadeau. Maar de vraag die we moeten stellen is of er één Vlaming extra aan de slag zal gaan dankzij die korting. Daarvoor moeten we in de eerste plaats kijken of die 250 EUR de werkloosheidsval vermindert. Die val is het verschil tussen een uitkering (en alle extra voordelen die die meebrengt, zoals het recht op bepaalde goedkopere tarieven) en een loon (en de nadelen die werk meebrengt, zoals bijvoorbeeld het moeten betalen van vervoer en kinderopvang). Hoe pakt de werklustige Vlaming die vergelijking aan ? Zij/hij kijkt naar het nettoloon dat elke maand op de rekening komt. Daarbij houdt niemand echt rekening met wat er nog eenmalig bijkomt. Die 250 EUR gaat dus veel minder efficiënt zijn dan elke maand 20 EUR toekennen. Liefst via de sociale zekerheid. Maar dat kan Vlaanderen niet – tenzij de federale overheid en/of de sociale partners eraan zouden meewerken. Dus moet daarvoor een oplossing worden gezocht, maar de jobkorting zoals ze nu is lijkt me niet erg efficiënt.

Er is natuurlijk een omweg : de korting creëert ook jobs omdat we ze gaan uitgeven, en er zo bedrijven geld ontvangen dat ze ook kunnen gebruiken om lonen te betalen. Maar ook daarvoor is de korting niet zo geschikt : mensen hebben de neiging om hun courante uitgaven te baseren op hun courante inkomsten (wél zo verstandig) en eenmalige inkomsten belanden gemakkelijker bij de bank. Dus ook op die manier bekeken is de jobkorting niet het best mogelijke gebruik van het Vlaamse budget.

Tenslotte is er de vraag naar wie de korting moet gaan, als ze er dan toch is. Naar de lage lonen, of naar iedereen ? Het grootste effect op de werkgelegenheid krijgen we in elk geval met een korting voor de lage lonen. Maar de belastingdruk is voor iedereen te hoog, en bovendien moeten we opletten voor een lage loonval (mensen die de opslag die ze zouden kunnen krijgen helemaal aan de fiscus moeten afgeven, zouden hun extra inzet voor een eventuele promotie wel eens achterwege kunnen laten…). Een middenweg is dus aangewezen.

Mijn voorstel voor de jobkorting : we behouden het huidige bedrag voor iedereen, we verdubbelen ze voor de laagste lonen en laten die extra korting dan geleidelijk nul worden bij het gemiddelde loon. Bovendien, en dat is cruciaal, zorgen we voor een maandelijkse verrekening via de sociale zekerheid én maken we met de sociale partners de afspraak dat ze de minimumlonen een aantal jaren bevriezen (en in de sectoren met een eigen hoog minimum toelaten dat mensen aan het algemeen minimumloon worden aangeworven). Mijn aanpak is véél moeilijker te realiseren dan wat Open Vld wil én dan wat de Vlaamse regering nu heeft gedaan. Maar het geld wordt zo wel effectief omgezet in meer jobs in Vlaanderen. En daar gaat het toch om ?

Tenslotte moet ik er nog voor alle zekerheid nog bij zeggen dat de jobkorting een beetje kan bijdragen tot het aanpakken van de crisis, maar niet fundamenteel het verschil zal maken. Er is op veel vlakken een andere aanpak nodig, en het zou behoorlijke onzin zijn om dat debat te willen herleiden tot één beperkte maatregel.

Actie – Reactie

Actie – Reactie

Kris Peeters is alvast begonnen aan de selectie van de partijen die wel en niet in de Vlaamse meerderheid mogen. Het criterium is daarbij dat alleen de partijen welkom zijn die het toekomstplan aanvaarden dat de regering-Peeters op het einde van deze legislatuur heeft uitgetekend. Het ligt ongetwijfeld alweer aan mij, maar de logica ontgaat me een beetje. Wie is Peeters om vóór de uitspraak van de kiezer te bepalen wie er wel en niet in de regering kan ? Hij mag natuurlijk zeggen dat zijn partij niet in een regering zal stappen als “Vlaanderen in Actie” niet wordt uitgevoerd. Maar als er een meerderheid kan gevonden worden die dat plan wil afvoeren, dan moet dat toch kunnen ?

Bovendien is het wel erg ongeloofwaardig om net voor het aflopen van de eigen termijn als regering een toekomstplan uit te tekenen. Het lijkt me iets logischer om dat in het begin van de legislatuur te doen, zodat je niet alleen wordt afgerekend op de mooie woorden die erin staat, maar ook op de concrete realisaties. Natuurlijk mag zo’n plan verder kijken dan één legislatuur, graag zelfs. Maar op het einde van de rit het parcours uittekenen en dan zeggen dat je het liefst zelf zou uitrijden, vind ik wat doorzichtig. Tenzij we “Vlaanderen in Actie” moeten zien als een soort gezamenlijk verkiezingsprogramma van het kartel CD&V/Open Vld/sp.a…

Ik vind het wel zeer arrogant dat de uittredende minister-president één week voor de verkiezingen én het regeerprogramma vastlegt én bepaalt onder welke voorwaarden een partij mag meeregeren. Dat hij eerst eens kijkt hoe de kiezer hem beoordeelt. Volgens de pers wilde hij vooral een signaal geven aan Groen! Wat voor signaal ? Dat de groenen best al beginnen om hun partijprogramma in te slikken als ze graag willen meeregeren ?

Snipperdag

Snipperdag

De onzin over de zogenaamde “versnippering” van het Vlaamse politieke landschap en het feit dat die een slechte zaak is, hangt me stilaan de keel uit. Sommige partijen, academici en media lijken vooral erg terug te verlangen naar een partijlandschap met liberalen, socialisten en christen-democraten. Omwille van de bestuurbaarheid, zogezegd. Ja ?

Vaststelling 1 : Na 7 juni zitten er in het Vlaams Parlement zo goed als zeker minder partijen dan in de Nederlandse Tweede Kamer, zelfs als SLP en PVDA+ de kiesdrempel halen. Minder ook dan in het Deens parlement. Is Nederland onbestuurbaar ? Denemarken ? Moet ik nog wat voorbeelden zoeken ?

Vaststelling 2 : Dit land blijkt de voorbije jaren inderdaad niet zo goed bestuurbaar. Maar de federale regering, waar er duidelijk een probleem is, bestaat nu net uit de klassieke partijen, de “niet-versnipperde”. Het zijn zij die dit land onbestuurbaar maken !

Vaststelling 3 : Dit land heeft nu eenmaal één breuklijn meer dan heel wat andere landen, zijnde een communautaire. Je kan dat betreuren, maar de enige manier om dat definitief op te lossen is wellicht dat België oplost. Wie dat niet wil, of niet helemaal wil, moet bereid zijn er een prijs voor te betalen.

Vaststelling 4 : Mensen hebben heel verschillende meningen. In een democratie komen die onvermijdelijk tot uiting, gelukkig maar. In sommige stelsels leidt dat tot een grote diversiteit binnen enkele grote partijen, zoals in Groot-Brittanië of de V.S.. Daar aanvaardt iedereen dan ook dat die partijen niet op alle punten homogeen zijn, en wordt er in de media of in het politieke veld geen moord en brand geschreeuwd als er al eens iemand het niet eens is met de eigen partijleiding. De prijs die grote partijen betalen voor een niet-versnipperd landschap, is interne dissidentie. Bovendien moeten er ook dan compromissen worden gesloten, weliswaar binnen partijen – zoals dat in de CVP bijvoorbeeld altijd het geval was. Of dat leidt tot een doortastend beleid, is nog maar de vraag. Maar het is alleszins minder doorzichtig dan de compromisvorming tussen partijen zoals die bij ons gebeurt.

Sommigen willen de kool én de geit : duidelijke, homogene partijen met één onbetwistbare leider. Zodat ze de politiek als een heldere boksmatch kunnen beschouwen, liefst volgens zo klassiek mogelijke rechts-links lijnen. Ze weten dan ook welke partijen mogen blijven en welke hun ideeën moeten inslikken. Zo moet Groen! wat minder groen worden, om bij de socialisten te kunnen horen. N-VA moet minder Vlaams worden en door CD&V worden opgeslokt. LDD moet minder liberaal worden, en de SLP minder sociaal, dan kunnen ze netjes terug in Open Vld worden geïntegreerd. Zodat duidelijke standpunten niet meer worden verdedigd in het parlement, maar in de partijbureaus, achter gesloten deuren.

Wie tegen versnippering is, moet ofwel een heel ander model van politieke partij verdedigen, ofwel er duidelijk voor uitkomen dat het politieke debat moet worden afgeschaft en vervangen door een electorale schoonheidswedstrijd met enkele “ervaren gidsen”. Ik verkies de versnippering ! Het Vlaams Parlement zal véél meer hebben aan enkele SLP’ers dan aan de zoveelste sp.a-partijsoldaat of CD&V-burgemeester, zoals Geert Lambert gisteren terecht heeft gezegd.

Overigens daag ik de media uit om consequent te zijn : ik vind het bijvoorbeeld ook lastig dat ik uit zoveel verschillende kranten moet kiezen. Ik stel voor om er nog twee uit te brengen : “De StandaardTijdMorgen” en “Het Laatste Nieuwsblad van Antwerpen, Limburg en Elders”. Beter voor iedereen, toch ?

Instapklaar

Instapklaar

Opnieuw werd er vandaag gestaakt bij het spoor. Ik heb er deze keer iets meer begrip voor dan anders, en niet alleen omdat ik toevallig een snipperdag heb genomen. Al blijf ik de staking bij het openbaar vervoer in principe geen goed actiemiddel vinden : uiteindelijk wordt het draagvlak voor de trein, tram of bus ermee ondergraven. Vooral de onaangekondigde staking heeft dat effect.

Het incident zondag in Dinant waarbij een treinbegeleider zijn benen verloor is natuurlijk verschrikkelijk. De oproep voor meer burgerzin die Walter Pauli in De Morgen lanceerde is begrijpelijk en grotendeels terecht. Maar de NMBS gaat zelf zeker niet vrijuit : de vertrekprocedure is vreemd, met de openstaande deur waar je niet meer mag instappen. Helemaal tergend wordt het wanneer de trein met de ene open deur minuten lang stilstaat en er toch niemand meer mag opstappen. Wie dan van een vorige trein komt met een grote vertraging, en moet aanzien hoe hij de trein gemakkelijk zou kunnen nemen maar die niet mag nemen, verliest ongetwijfeld de “burgerzin” al eens uit het oog. Laat ik het maar eerlijk bekennen, in die omstandigheden, na een week van hemeltergende problemen, ben ik ooit ook tegen de instructies van de treinbegeleider in op een trein gestapt.

Vragen dat elke reiziger op tijd op het perron zou zijn, klinkt dan ook veel redelijker als de trein daar dan ook niet systematisch te laat is. Vragen om niet op te stappen hoewel de trein nog stilstaat en er nog plaats is, roept ongetwijfeld minder wrevel op wanneer er ook niet van de reiziger gevraagd wordt om zich in een volle trein te wringen. Bij een beter werkende NMBS zou ik een actie naar aanleiding van wat er in Dinant is gebeurd volledig aanvaardbaar vinden, ook als daarmee alle reizigers worden getroffen en daardoor op hun plichten worden gewezen. Maar nu vind ik het toch een beetje eenrichtingsverkeer, hoe sterk ik ook meeleef met de treinbegeleider in Dinant.

Zekering

Zekering

Als er één woord is waarmee zowat alle kandidaten en partijen in deze campagne graag geassocieerd worden, dan is het wel “zeker”. De redenering is vast dat in crisistijden de mensen op zoek zijn naar houvast, en dat je dat als politicus dus moet proberen te bieden. De slogan “Sterk ik moeilijke tijden” van CD&V is trouwens een variant op hetzelfde liedje.

Het toverwoord “zeker” wordt door heel uiteenlopende politieke strekkingen gebruikt, en dus moet je er heel voorzichtig mee zijn. Want wat betekent het eigenlijk ? Is de zekerheid van Dirk Van Mechelen dezelfde dan die van de sp.a ? Dat zullen ze wel geen van beiden vinden. Het lijkt me vooral een oproep aan de kiezers om te stemmen op bestuurders die ze kennen en kunnen vertrouwen, omdat die hen wel veilig door de moeilijkheden zullen loodsen. Het “ervaren gids”-fenomeen. Daarnaast is er een ondertoon die stelt dat het nu niet het moment is om veranderingen door te voeren, maar dat het beter is om de vertrouwde recepten nog eens in te zetten. Zodat de rechts-liberalen de belastingen willen verlagen en de socialisten de uitkeringen willen verhogen, zeker nu.

Ze lijken daarbij allemaal één belangrijke les te vergeten. Crisissen zijn hét moment om net wel veranderingen door te voeren. Om aanpassingen aan onze economie, maar ook aan bijvoorbeeld de zorgsector of ons politiek bestel zelf, te realiseren die vroeg of laat toch moeten gebeuren, maar die er om allerlei redenen niet van zijn gekomen. “Never waste a good crisis” is het motto dat de Obama-administratie daarvoor hanteert. “Crisissen zijn uitdagingen” klinkt wat minder sexy, maar het komt wel op hetzelfde neer. Het is nu eenmaal gemakkelijker om los zand te verplaatsen dan om beton uit te graven. Natuurlijk niet om alles op zijn kop te zetten, maar alles ongemoeid laten is ook geen oplossing. Het is geweten dat generaals de neiging hebben om de vorige oorlog voor te bereiden, en “ervaren gidsen” zijn vaak in hetzelfde bedje ziek.

De zekerheid die ons wordt beloofd is bovendien toch grotendeels een illusie. De politiek kan geen banen garanderen, maar wel er helpen voor te zorgen dat wie er geen heeft meer kansen krijgt om er toch één te vinden. De politiek weet niet heel zeker hoe we de klimaatverandering moeten aanpakken, maar ze kan alleen de kans verhogen dat we er zo weinig mogelijk gevolgen van zullen ondervinden. De politiek kan al lang niet meer garanderen dat kinderen zullen opgroeien in een stabiel gezin, maar het kan met ondersteuningsmaatregelen wel de kans op een degelijke opvoeding vergroten. De politiek weet vooral niet wanneer de crisis voorbij zal zijn en hoe diep die zal gaan, maar ze kan er wel voor zorgen dat ons systeem klaar is zodra het licht aan het eind van de tunnel echt zichtbaar wordt.

Omgaan met die onzekerheid (waarover ondermeer Anthony Giddens erg zinvolle zaken heeft geschreven) is niet eenvoudig, maar het is wel de kerntaak van politiek in de 21e eeuw. De verleiding om de illusie van zekerheid te verkopen is groot, maar is uiteindelijk een vals antwoord op de vraag naar houvast. We moeten een samenleving creëren die ruimte biedt voor onzekerheid, en mensen wapent om daarmee om te gaan.

Ik heb eens gelezen dat in een rampsituatie mensen drie soorten reacties vertonen : panikeren, vervallen in totale passiviteit of lethargie, en actie ondernemen. De laatste groep heeft de grootste overlevingskans. Zo bekeken is de SLP-slogan heel goed gekozen, met een stevige dosis ironie : “Durven veranderen. Nu zeker.

Hulp !

Hulp !

Vandaag stond Essen in het teken van het Internationaal Hulpverleningsevenement. Ik ben deze morgen naar de opening ervan geweest. Om fotootjes te maken. En ook omdat ik het een goed initiatief vind. We vinden het soms al te vanzelfsprekend dat professionele én vrijwillige hulpverleners supersnel klaarstaan bij een klein ongelukje of een grote ramp. Ze verdienen het om af en toe eens uitdrukkelijk in de belangstelling te staan, en het is ook goed dat mensen op een ongedwongen manier met hun werk kennis kunnen maken. Al is het maar omdat de kinderen van vandaag die bewonderend staren naar de glimmende brandweerwagens de vrijwilligers van morgen zijn.

Mij heeft het nooit zo betoverd. Ik kan me niet voorstellen dat ik in de lagere school “brandweerman” zou hebben geantwoord op de vraag wat ik later wilde worden (“Federaal ambtenaar” ook niet natuurlijk…). Maar ik ben wel blij dat heel wat andere mensen wel de roeping van de hulpverlening hebben gehoord en er zich met hart en ziel voor inzetten. De overheid, in de eerste plaats de gemeente, moet hen daarbij ondersteunen, ook door te zorgen voor een degelijke materiële omkadering. Soms bespaart een nieuwe brandweerwagen volgens mij méér op personeelskosten dan de prijs van de wagen : de motivatie van vrijwilligers is onbetaalbaar. Dat moeten we als “gemeentebestuurders” mee in rekening brengen, al mag dit natuurlijk niet gelezen worden als een pleidooi tegen een efficiënt beheer.

Overigens viel er op het Evenement ook een politieke primeur te rapen. Eén van formaat nog wel : minister-president Kris Peeters (CD&V) pleitte duidelijk voor een coalitie met blauw en groen. Hij zei het niet letterlijk, maar het stond op zijn gezicht te lezen ! Peeters wordt de laatste dagen trouwens opvallend veel in Essen gesignaleerd. Hij kondigde zichzelf ter attentie van de Nederlanders ook aan als de “Vlaamse Jan-Peter Balkenende”. Wat zou hij daarmee bedoelen ? Is hij jaloers op het charisma van J-P ? Acht hij zich net als Balkenende in staat om gezwind van coalitiepartner te wisselen ? Of zit er nog iets anders achter ?

Programma gemonsterd

Programma gemonsterd

Het is het monster van Loch Ness in de politiek : net voor de verkiezingen vraagt één of andere kandidaat dat voortaan de partijprogramma’s worden doorgerekend door een objectief economisch instituut. Zoals dat ook in Nederland bijvoorbeeld gebeurt. Net als het monster zal het idee na 7 juni geruisloos verdwijnen, om pas tegen de volgende verkiezingen terug op te duiken. Zo goed als nooit worden er concrete initiatieven genomen om het zinvolle idee ook echt te realiseren – na de verkiezingen wordt er géén wetsvoorstel over ingediend. Daarvoor kunnen maar twee redenen zijn : er kan geen objectief instituut worden gevonden (maar desnoods moet dat dan maar vol met buitenlanders worden gezet) of de politici die met het plan voor de dag komen willen het eigenlijk niet echt realiseren. Omdat de doorrekening af en toe ook wel eens behoorlijk zou kunnen tegenvallen.
En omdat het hen zou dwingen veel vollediger (en per definitie realistischer) plannen te maken dan ze nu doen.

Deze keer is het Frank Vandenbroucke die met het voorstel op de proppen komt. Slim gezien, want als nogal briljant economist geeft hij zo meteen de indruk dat de plannen die hij met de sp.a verdedigt meer solide zijn dan die van de anderen. Hij vergelijkt het socialistische (en progressieve ?) Durfplan met de voorstellen van Open Vld, en stelt dat de investeringen die de sp.a voorstelt meer zullen renderen dan de belastingvermindering van de rechts-liberalen. Vermoedelijk heeft hij gelijk, al hangt het er wellicht wel vanaf welke tijdshorizon gekozen wordt. Misschien is op korte termijn een fiscale maatregel wel efficiënter om de economie terug aan te wakkeren. Maar dat zou allemaal in dat rapport van die onafhankelijke economisten bekeken kunnen worden.

Daarin zou dan ook kunnen staan of zo goed als niet sleutelen aan de sociale zekerheid en geen tweede Generatiepact doorvoeren op lange termijn wel zo financieel houdbaar is. Ik ben niet zeker dat de sp.a die doorrekening ook wil zien. En welke sp.a moet “doorgerekend” worden : die van Vandenbroucke of sp.a-rood dat met een ander programma op dezelfde lijsten staat – mooi kartel van degenen die géén kartel meer wilden ?