Archief van
Categorie: Buitenland algemeen

In de schaduw van de Mont Blanc

In de schaduw van de Mont Blanc

Het verhaal staat nog elders op deze site : exact 10 jaar geleden stuurde mijn werkgever me voor het eerst naar de Internationale Arbeidsconferentie, waar jaarlijkse duizenden (dit jaar 5.238 heb ik begrepen) mensen samenkomen om over „werk” te discussiëren, internationale normen uit te werken en de toepassing ervan te controleren, en de strategische lijnen uit te zetten voor de acties van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Ik nam in 2008 deel aan één van de commissies, en was er terecht trots op dat ik in de plenaire vergadering van die commissie na twee dagen en een half het woord had mogen voeren namens een dertigtal landen. Ik vond het toen een zeer leerzame ervaring, al maakte ik één foutje, in de marge van een vergadering, waarvan ik toen nooit kon vermoeden dat het mij wellicht -en terecht- voor de rest van mijn leven zal achtervolgen.

Ik had toen verwacht dat het niet zo lang zou duren vooraleer ik opnieuw naar het VN-gebouw in Genève zou komen voor voor een „ILC”. Maar de conferentie valt altijd in een periode die ook voor wie met het Europees werkgelegenheidsbeleid bezig is erg druk is. En dus raakte ik nooit meer in de stad aan het Lac Leman. Maar een klein jaar geleden liet ik het voorzitterschap van het Europees Werkgelegenheidscomité achter me, en nam ik de verantwoordelijkheid voor alle internationale relaties in de FOD over. En dus zag het ernaar uit dat ik toch minstens even een kijkje zou gaan nemen op de Conferentie.

Dat kijkje werd uiteindelijk een stevige kijk. We werden gevraagd of we geen commissievoorzitter konden leveren. Dat kon. Zodat ik in een soortgelijke commissievergadering waar ik elf jaar geleden blij was dat ik überhaupt iets had gezegd nu de voorzittershamer mocht hanteren. Voor de „recurrente discussie over sociale dialoog en tripartisme”. Met alles erop en eraan : plenaire vergaderingen met de sociale partners en vertegenwoordigers van 98 landen (daar zijn foto’s van) en een tripartite redactiecomité met twee zittingen tot na middernacht (daar zijn geen foto’s van, en dat is wellicht maar beter ook)… Gelukkig zaten er aan alle kanten van de tafel enkele landgenoten, wat het gemakkelijker maakte om de informele lijnen open te houden. Als we als werktaal de meest vertegenwoordigde moedertaal hadden gekozen, dan zouden we niet het Engels maar het Nederlands hebben gebruikt. Tot schrik van de anderen, ongetwijfeld.

Gisteren mocht ik dan het rapport en de conclusies voorstellen, om vervolgens te zien hoe ze door de unanieme Conferentie goedgekeurd werden. In de grote zaal van het VN-gebouw, op het spreekgestoelte waar eerder die dag de presidenten van Ierland en de Centraal-Afrikaanse Republiek hadden gestaan. Al bij al een boeiende en zeer efficiënte manier om opnieuw kennis te maken met de Conferentie !

I stood by your Atlantic sea and sang a song for Ireland

I stood by your Atlantic sea and sang a song for Ireland

Nee, gezongen heb ik niet. Maar de Cliffs of Moher deden me wel aan dit lied denken. Het was de eerste keer dat ik in Ierland verder raakte dan Dublin. Al bleef mijn uitstap beperkt tot een (lange) dagtrip, met de bus vanuit de hoofdstad naar Galway en zo verder naar de Cliffs of Moher. Die zijn op zich de moeite van het bezoeken waard, maar ik heb nog het meest genoten van het prachtige Ierse landschap onderweg. Van de groene weiden, netjes ommuurd, met schapen en koeien. Van de rotsformaties die de laatste IJstijd over het eiland uitstrooide. En van de pittoreske dorpjes met meer pubs dan huizen. Van de clichés dus.

Het bevestigde me in wat ik hieronder over het Essense structuurplan schreef : zelfs wie veel open ruimte heeft, moet daar zorgvuldig en zuinig mee omgaan. Zoals de Ieren. En dat geldt dus zeker voor wie er minder heeft.

Ik was in Ierland voor een conferentie. Die ging over werkgelegenheid (dat is nu eenmaal mijn vakgebied) maar de twee Ierse sprekers (een minister en een voormalige premier) hadden het in hun speeches vooral over Brexit. En dan in de eerste plaats over de impact op het Goede Vrijdagakkoord dat de vrede in Noord-Ierland heeft gebracht. Ze wezen erop dat het Britse plan om uit de Europese Eenheidsmarkt te stappen én de belofte om geen grenscontroles in te voeren op het Ierse eiland niet met elkaar te verzoenen lijken. Ze gaven aan dat het probleem door de Britten is gecreëerd. En dat die dat dan maar moeten oplossen. Een positie die duidelijk door de hele EU werd ondersteund.

De voorbije dagen gaven de Ieren aan dat ze daar ook hun veto voor willen gebruiken. Terecht. Maar het zal niet nodig zijn. De EU-grens ligt aan de Cliffs of Moher, en de hoop van sommige Britten dat de Ieren mee zouden stappen in hun dwaasheid is een illusie. Gelukkig maar. Als dat op termijn tot een herenigd Iers eiland leidt, dan is dat de prijs die Londen maar moet betalen.

Zoals steeds in Ierland smaakten de Guinness en de Bushmills me uitstekend – de ene uit het zuiden, de andere uit het noorden. Niemand op het eiland zou begrijpen dat het vrij transport van die producten plots “smokkel” zou worden…

28/28

28/28

Er zijn 28 EU-Lidstaten. Daarvan had ik er tot nog toe 27 bezocht. De voorbije dagen bracht ik door in Bulgarije. En daarmee heb ik het lijstje dus volgemaakt. Al moet ik erbij zeggen dat ik één van de 27 overige landen bezocht heb vóór het land EU-lid werd : Roemenië. Niet toevallig één van de andere landen die het meest recent tot de Unie toetraden. Daar moet ik dus wellicht nog eens opnieuw naartoe. Voor de zekerheid was ik wel al in Schotland. En in Catalonië…

Maar nu dus Bulgarije. Sofia en Plovdiv met name. Als toerist. Voor het werk zal een bezoek pas voor volgend jaar zijn wellicht, als het land het EU-Voorzitterschap overneemt. Heel wat landen hebben de naam een “kruispunt van culturen” te zijn, maar Bulgarije moet voor de andere pretendenten van die titel zeker niet onderdoen. De Thraciërs, de Kelten, de Grieken, Romeinen/Byzantijnen, Ottomanen… lieten er allemaal hun sporen. Tussendoor was Bulgarije zélf een stevig rijk, dat zich tot aan de Kaspische Zee uitstrekte. Sofia en Plovdiv waren beide Romeinse steden, en de overblijfselen daarvan zijn ook op beide plekken mooi bewaard en de voorbije jaren ook op een geslaagde manier in de twee steden geïntegreerd. De Romeinse keizer Constantijn zou zelfs een voorkeur gehad hebben voor Sofia (Serdica) als nieuwe hoofdstad, maar de strategische ligging van Byzantium/Constantinopel/Istanboel gaf uiteindelijk de doorslag. Op archeologisch vlak achtten de Bulgaren zich dan ook de nummer drie in Europa, na Griekenland en Italië. Het zal wel kloppen.

Het kruispuntschap maakt ook dat de eigen identiteit wat ontbreekt. Bulgarije is onmiskenbaar een Balkanland. Het lijkt wellicht het meest op de landen van het voormalige Joegoslavië, maar met wat meer Griekse en Russische invloeden (en niet van de rijke Russen van vandaag, maar van de Tsaren). Plus een meer orthodox communisme dan dat van Tito.

Sofia ligt er mooi aan de voet van de Vitoshaberg en herbergt de monumentale gebouwen van de 19e en 20e eeuw. Plovdiv heeft een oud Ottomaans centrum. Een bezoek zeker waard. Maar wat nu “typisch Bulgaars” is, blijft ook daarna moeilijk te definiëren.

Het Eiland

Het Eiland

Rhodos. Dat was dit jaar mijn vakantiebestemming. Ideaal eigenlijk om dat eiland enkele maanden na Malta te bezoeken : de Orde van Malta die het uitzicht van dat eiland bepaalde heet voluit de “Soevereine Militaire Hospitaal Orde van Sint Jan van Jeruzalem, van Rhodos en van Malta”. De Orde werd opgericht ten tijde van de kruisvaarten om de gezondheidszorg in Jeruzalem te verzorgen, en later ook om de zorgbehoevenden “te vuur en te zwaard” te beschermen. Nadat de kruisvaarders uit het Heilig Land verdreven werden en na een kort intermezzo in Cyprus namen ze in 1310 hun intrek in Rhodos (en enkele kleine naburige eilanden) waar ze hun vloot uitbouwden en enkele imposante kastelen neerzetten. Om in 1523 door de Ottomanen te worden verdreven om vervolgens naar Malta te trekken.

Aan de Orde hield Rhodos enkele imposante kastelen over, die er wel zeer West-Europees uitzien. De Ottomanen hielden die overeind (ze konden ook wel wat verdediging gebruiken) en de latere Italiaanse (fascistische) meesters zorgden voor een grondige restauratie. In combinatie met het Helleense en Ottomaanse erfgoed dat Rhodos deelt met veel andere Griekse eilanden een unieke combinatie, die het eiland het bezoeken meer dan waard maakte. Naast de gelijknamige stad Rhodos, met een zeer mooie oude stad met 13e eeuwse kerken, met moskeeën en een synagoge is met name het stadje Lindos een bezoek meer dan waard.

Daarnaast biedt Rhodos uiteraard ook een reeks mooie stranden. En een uitgebreid daaraan gekoppeld uitgaansleven, al heb ik dat vooral (en in beperkte mate) verwonderd geobserveerd. Rhodos loopt in de zomer vol van toeristen, maar lang niet allemaal pikken ze ook de culturele hoogtepunten mee (tenzij je Feestcafé Twee Gezusters zo zou omschrijven, natuurlijk). De economie van het eiland kan er maar wel bij varen.

En de Kolossos ? Die is al in 225 voor Christus gevallen, dus een bezoekje daaraan zat er niet meer in…

Ite missa est

Ite missa est

Het roterende EU-Voorzitterschap leidde me deze keer naar Estland. In de hoofdstad Tallinn vond de informele EPSCO-ministerraad plaats, en de deelname daaraan was de laatste opdracht die ik als voorzitter van EMCO te vervullen had. Op 1 augustus loopt mijn mandaat af, en meteen de professionele ervaring die me de grootste uitdaging en de meeste voldoening heeft geboden. Misschien moet ik daar hier toch ooit nog eens iets meer over vertellen. Vergaderingen met 200 deelnemers of met enkel ministers voorzitten, achter de vergadertafel naast Merkel, Van Rompuy en Barrosso terechtkomen… Been there, done that. Maar het was van bij het begin een bewuste keuze om daar op deze site niet te veel over te zeggen : mijn werk als ambtenaar staat nu eenmaal los van het lokale politieke engagement dat aan de basis lag van deze site. Al ben ik ook niet helemaal schizofreen.

Wat ik wilde zeggen… Ik was ooit al in Tallinn geweest, en genoot toen van de prachtige stad aan de Baltische Zee. Wie terugbladert, zal wel vinden wat ik toen geschreven heb. Tallinn is De Efteling, maar dan met echte mensen erin. De vergadering vond plaats in het Kultuurikatel. Een voormalige industriële locatie die virtuoos werd omgevormd in een cultureel centrum / congrescentrum. Mensen die met erfgoed bezig zijn, zoals de ploeg van Kempens Landschap die de goederenloods in Hemelrijk samen met het gemeentebestuur tracht te herbestemmen, moeten daar eigenlijk eens een kijkje gaan nemen. Voor het diner trokken we dan weer naar een soort kasteel dat ik bij mijn vorige bezoek, als toerist, ook had aangedaan. Wellicht was ik één van de weinigen die wist dat de pastelkleuren achter de verlichte platen van mat glas fresco’s van Lenin en zijn medestanders verborgen.

Trumpadviseur Newt Gingrich mag dan Estland wel eens een voorstad van Sint-Petersburg hebben genoemd, de Sovjetunie heeft wel degelijk plaats moeten ruimen voor de Europese Unie – en de NAVO. Twee organisaties die vrijheid en democratie vooropstellen, en waar je kan uitstappen (al is dat niet verstandig, zoals de Britten elke dag meer en meer beseffen) – en waar Estland wél vrijwillig voor gekozen heeft. Het is goed dat we daar het Kremlin regelmatig aan herinneren, ook met patrouilles van Belgische straaljagers.

Tenslotte kiest Estland er ook bewust voor om zoveel mogelijk e-stonia te zijn, het land waar alle transacties ook elektronisch kunnen (behalve trouwen, scheiden en je huis verkopen, maar dat laatste gaat nog wel volgen vermoed ik). Ook vanuit dat oogpunt is de reis naar het noorden van het Balticum dus de moeite waard. En de taal ? Wel, net als van het Fins is er niets van te verstaan. Tenzij jaa, apelsin, kast, köök, korv, tass, traat, torn en zo nog een hele reeks woorden !

Orde van Malta

Orde van Malta

Het Voorzitterschap van de Europese Unie bepaalt in grote mate mijn (professionele) reisbestemmingen, en dus bracht ik de voorbije week enkele dagen in Malta door. Ik ga er nog wel enkele keren opnieuw naartoe reizen. Dat komt goed uit, want het kleinste EU-land is een bijzonder charmant eiland (eigenlijk een kleine eilandengroep), met een geschiedenis die een mix van Italiaanse, Britse, Franse en Arabische invloeden opleverde. De steenrijke Orde van Malta die het eiland lang bestuurde zorgde bovendien niet alleen voor stevige fortificaties, maar ook voor rijke paleizen en schitterende kerken. Aangevuld met unieke archeologische locaties : de oudste vrijstaande gebouwen uit de geschiedenis bevinden zich op het mediterrane eiland.

Maar voor zes maanden staat Malta dus vooral in de schijnwerper als EU-voorzitter. Dat is altijd een uitdaging, zeker voor een klein land. Maar de Brexit en de noodzaak om vanuit het vertrek van het Verenigd Koninkrijk de EU opnieuw te consolideren geven een stevige extra dimensie aan het Voorzitterschap. Dat Malta als voormalige Britse kolonie, met Engels als één van de twee officiële talen, auto’s die links rijden en rode telefooncellen, een extra affiniteit heeft met de vertrekkers, is daarbij ongetwijfeld een voordeel. Bovendien is Malta zelf ook een uitstekend voorbeeld van hoe op oude tradities een moderne, open, zelfbewuste maar bescheiden samenleving kan worden gebouwd. Net wat Europa nodig heeft, lijkt het wel. Een boeiend Voorzitterschap dus. En één met veel zon, dat is ook meegenomen !

2017

2017

2016 was voor mij persoonlijk zeker geen slecht jaar. Maar voor Europa en de wereld was het natuurlijk een onvervalst “annus horribilis”. Veel redenen voor optimisme zijn er niet. En toch, het moet. Laat 2017 een mooi jaar worden :

– Een jaar van geluk voor de mensen van goede wil. En ook voor die van slechte wil, maar dan zó dat die van goede wil er geen last van hebben.
– Een jaar waarin de oorlog in Syrië eindelijk de aandacht krijgt die hij verdient, ook en vooral in het Westen, zodat werk kan worden gemaakt van een duurzame vrede en een staat die leefbaar is voor alle Syriërs.
– Een jaar waarin degenen die de voorbije jaren een oorlog ontvluchtten een nieuwe thuis vinden, en waar oorlog en geweld niemand meer wegjaagt (maar waar er opvang is als dat wel gebeurt).
– Een jaar waarin politici in het Westen de liberale democratie en de rechtstaat vóór hun eigen ideologie laten komen, en waar ze hun rol in die liberale, democratische rechtsstaat zo goed mogelijk invullen, met respect voor wie er een andere rol in heeft, en met meer oog voor wat er moet gebeuren dan voor het winnen van de volgende verkiezingen.
– Een jaar waarin de tegenstrijdige beloftes en al te eenvoudige antwoorden van de populisten worden doorbroken, en de kiezers de waarde van nuance en het tastend zoeken naar antwoorden op complexe vragen erkennen.
– Een jaar waarin het Westen zal inzien dat Putin een enorm gevaar is, en daaruit de consequenties trekt.
– Een jaar waarin het Amerikaanse volk zijn hoop en zelfvertrouwen, zijn redelijkheid en openheid terugvindt, en dus een manier vindt om het Trumpisme te neutraliseren.
– Een jaar waarin de Schotten, de Noord-Ieren, en hopelijk ook de Engelsen en de Welshmen de sleutel vinden om via een democratisch proces toch bij de EU te blijven.
– Een jaar waarin in Essen het RUP “appartementsbouw” eindelijk goedgekeurd raakt, en waarbij de bevolking van onze gemeente afneemt omdat het volbouwen gekeerd werd.
– Een jaar waarin ik iets regelmatiger de tijd vind om hier iets te schrijven.

Yes we can. Niettegenstaande alles. 2017, here we come !

De klant is koning

De klant is koning

De luchthaven van Bratislava is niet erg groot, en de enige rechtstreekse vluchten naar Brussel worden uitgevoerd door Ryanair. Ik heb geen principiële bezwaren tegen die maatschappij, maar hun uurregeling is niet altijd de meest praktische. Nu ligt Bratislava vlak bij Wenen. De luchthaven Schwechat is minder dan één uur van de Slovaakse hoofdstad verwijderd. Dus zat ik onlangs, na een vergadering in het kader van het EU-Voorzitterschap, op een vlucht van Wenen naar Brussel. Met Austrian Airlines. Ik nam een boek uit mijn handbagage. En bij het uitstappen vergat ik het. Om allerlei redenen ging het voor mij om een belangrijk boek, en is het voor anderen zo goed als onbruikbaar/waardeloos. Ik ging er dus vanuit dat niemand het ging meenemen, zodat ik het wel terug zou krijgen. Maar dat bleek buiten Austrian Airlines gerekend. Die verwezen me meteen door naar de Weense luchthaven. En toen ik voor de derde keer zei dat ik náár Brussel was gevlogen ook naar de verloren voorwerpen in Brussel. Hoe ik die kon bereiken ? “Kijk op het internet, mijnheer !”

De verloren voorwerpen in Brussel wisten me direct te helpen : Austrian, dat is Lufthansa. Lufthansa, dat is Brussels Airlines. Dus moest ik hun bagagedienst hebben. Die ik dan wanhopig ben beginnen bellen. Op twintig keer proberen heb ik hen twee keer aan de lijn gekregen : één keer was het antwoord dat ik later moest terugbellen, de tweede keer dat Austrian van kuisfirma was veranderd en dat de nieuwe mensen de procedures nog niet kenden. En ik kreeg ook één mail : geen boek gevonden. Ook van Wenen kreeg ik diezelfde mail. Ik kreeg de wel zeer sterke indruk dat het boek meteen is weggegooid, en dat het vervolgens vooral vervelend was dat daar dan nog iemand naar vraagt.

Een week nadien nam ik de ICE-trein van Deutsche Bahn naar Aken. Bij het uitstappen in Aken vergat of verloor ik mijn tickets voor de terugreis (ja, ik moet beter op mijn spullen letten, ik weet het !). Aan het loket riep men een vriendelijke treinbediende. Die belde met de treinbegeleider. Die vond mijn ticket en zond een foto ervan door, zodat ik bij de terugreis geen problemen zou hebben. Bij die terugreis wilde ik de foto laten zien. Niet nodig, zei de treinbegeleider. Hij was geïnformeerd. En vervolgens bracht hij mijn ticket (en de ondertussen overbodig geworden plannetjes van Aken die erbij staken). Zo kan het dus ook.

So long, Leonard

So long, Leonard

Onlangs kreeg Bob Dylan de Nobelprijs voor de Literatuur. Een terechte keuze, al begrijp ik de literatoren voor wie het aanvoelt alsof een socioloog de Nobelprijs voor de Economie zou krijgen. Of een jurist, horresco referens. Dylan verdiende die prijs, maar er zijn wellicht nog songschrijvers die hem op hun naam zouden morgen schrijven. Paul Simon bijvoorbeeld. Of Leonard Cohen. Die op 11 november overleed.

Hoop doet de poëzie overleven, ook als de poeet ons verliet.

Uit “Democracy

It’s coming through a hole in the air,
from those nights in Tiananmen Square.
It’s coming from the feel
that it ain’t exactly real,
or it’s real, but it ain’t exactly there.
From the wars against disorder,
from the sirens night and day,
from the fires of the homeless,
from the ashes of the gay:
Democracy is coming to the U.S.A.

(…)

It’s coming from the sorrow in the street,
the holy places where the races meet;
from the homicidal bitchin’
that goes down in every kitchen
to determine who will serve and who will eat.
From the wells of disappointment
where the women kneel to pray
for the grace of God in the desert here
and the desert far away:
Democracy is coming to the U.S.A.