Archief van
Categorie: Buitenland algemeen

It bêste lân fan d’ierde

It bêste lân fan d’ierde

Ik was één keer eerder in Fryslân, zoals Friesland (uiteraard terecht) officieel heet.  In Heerenveen, in januari 2013.  Ik wilde er al lang graag terug naartoe.  We hadden een weekend weg in gedachten, maar om een vliegtuig te boeken waren we te laat – ik zou natuurlijk ook klimaatredenen kunnen aanhalen, maar eerlijkheid duurt het langst.  Dus bood de trein naar Leeuwarden een uitweg.  Het weer zat ontzettend mee – het gebeurt wellicht niet zo vaak dat je vanuit Leeuwarden naar Athene foto’s kunt sturen met als doel om ze in Griekenland jaloers te maken op de zon ! Een dagje Leeuwarden (Ljouwert in het Fries, dat je er zo goed als niet hoort), daarna een dagje Sneek (Snits in het Fries, en daar hoor je het al meer) en een dagje Vlieland (waar eigenlijk nooit Fries gesproken werd).

Leeuwarden bleek een levendige stad, tot je je enkele meters buiten het centrum waagt of ’s morgens een beetje vroeger opstaat : op Paaszaterdag rond half acht loopt er in het midden van de stad geen ziel rond.  De Oldehovetoren kende ik niet, maar hij heeft een interessant verhaal dat binnenin ook erg mooi in beeld wordt gebracht.  En hij biedt een mooi uitzicht, bijvoorbeeld op de kanalen en parken in de stad.  De toren staat scheef (10°), wegens op de verkeerde ondergrond gebouwd.  Hij raakte nooit afgewerkt : de toren moest groter worden dan die van Groningen, maar dat bleek te hoog gegrepen (scheef bouwen zal ook wel niet geholpen hebben).  En bij de toren hoorde een kerk, maar die stortte in.  Het zou in de 16e eeuw prettig oppositie voeren zijn geweest in de Leeuwardse gemeenteraad : élke maand een vraagje over de toren…

De treinreis naar Sneek gaf ons de kans om het prachtige vlakke Friese landschap met de talloze kanalen en grazende koeien te bewonderen.  Het stadje zelf is klein, gezellig, erg geschikt om tussen de winkels te flaneren en om de mooie Waterpoort te bewonderen.  Vlieland tenslotte is een schitterend eiland om langs de kust te wandelen, te fietsen, de vogels en de natuur te beworden en om aan het stand te verpozen.  Ik postte hier enige tijd geleden een foto van een Gallowayrund, maar ik moet toegeven dat een mannelijk exemplaar dat niet achter een draadafsluiting zit je toch enigszins sneller doet fietsen – om dan nadien de zoomfunctie van de camera aan te wenden om alsnog de obligate foto’s te maken.  Ook aan de Waddenzee was ik niet eerder, en die zee die er op veel plaatsen helemaal geen is en waar mensen dan zomaar uit de boot kunnen stappen vond ik ook de moeite waard.  Al bij al een ideale trip om net voor Pasen uit te waaien en energie op te doen.  Ik verlang alvast naar meer Fryslân !

Culinair werd overigens mijn indruk uit 2013 wel bevestigd : ze hebben het niet.

Paleisje

Paleisje

Toen ik hier in 2017 schreef dat ik met mijn bezoek aan dat land het lijstje van de 28 EU-Lidstaten volmaakte, schreef ik erbij dat ik eigenlijk nog eens opnieuw naar Roemenië zou moeten, omdat ik dat land had bezocht vóór het tot de EU toetrad.  Dat was in 2001.  Nu is Roemenië EU-voorzitter, en dus ben ik er de voorbije twee weken ook twee keer naartoe gereisd.  Eén keer vanuit Parijs, de tweede keer gewoon vanuit Brussel.  Met telkens een aankomst in het hotel om 2u ’s nachts, anderhalve dag vergadering en dan terug naar huis.  Niet meteen een erg ontspannende manier van reizen.  Ik heb ook niet de gelegenheid gekregen om veel te zien, moet ik zeggen.  Even door de straten wandelen zat er niet in.  Het presidentieel paleis, of eigenlijk het stuk ervan dat de voormalige residentie is van de Roemeense koningen, hebben we bezocht.  En het officiële diner eergisteren was in de troonzaal van het voormalige koninklijke paleis.  Twee mooie gebouwen, alleszins.

Maar ze zinken toch een beetje weg bij het megalomane gebouw, nu het Parlementspaleis genoemd, dat dictator Ceaucescu liet bouwen.  Vandaag huizen er de twee kamers van het Roemeense parlement in, naast enkele musea.  Verder wordt het voor congressen gebruikt.  En voor trouwfeesten.  En dan is er nog plaats over.  Van de 1.100 ruimtes zouden er 400 afgewerkt zijn, dus er kan nog wel één en ander extra voorzien worden.  In elk geval, achter elke massieve deur die open ging zat er weer een andere galerij of zaal, met indrukwekkende lusters, minutieus houtwerk en veel marmer.  Neoklassieke kitsch zoals het communisme dat vereiste, maar dan van een hoge kwaliteit.  Het gigantische complex maakt dat de Roemenen hun hele voorzitterschap in één gebouw kunnen laten doorgaan, zonder dat verschillende conferenties elkaar tegenkomen.  Al had ik toen ik naar het toilet ging vorige week (een dikke vijf minuten wandelen vanuit de vergaderzaal) toch door dat we niet alleen waren, toen commissaris Dombrovskis en Eurogroepvoorzitter Centeno blijkbaar ook aan een sanitaire stop toe waren.  Achteraf bleek dat ze die verdiend hadden omdat ze een miljard euro steun voor Griekenland hadden gedeblokkeerd…

Het paleis is het op twee na grootste administratieve gebouw ter wereld.  Op één staat het Pentagon, op twee het gemeentehuis (!) van het Chinese Jinan.  De vloeroppervlakte is bijna 14 keer groter dan die van het Brusselse Justitiepaleis,  het volume is groter dan die van de grootste pyramide…  Uiteraard hebben de Roemenen een haat-liefdeverhouding met het gebouw.  Het is gezet door wellicht de meest onmenselijke dictator die Oost-Europa in de communistische periode heeft gekend.  Op min-6 is er een nucleaire bunker, naar verluidt.  Er werden hele stadswijken voor vernietigd.  Duizenden Roemenen moesten een ander vak leren (houtbewerker, bijvoorbeeld), waar ze nadien niets mee aan konden.  Het hele gebouw werd gezet met Roemeens bouwmateriaal, op twee deuren na die door Mobutu werden geschonken.  Naar schatting 3.000 mensen kwamen om bij de bouw.  In die zin is het ook een monument voor het Roemeense volk, natuurlijk.  Een indrukwekkende vergaderplaats is het in elk geval.

En zeer geschikt voor een EU-voorzitterschap ook.  De kalender deelde Roemenië een moeilijk voorzitterschap toe : in de aanloop naar de Europese verkiezingen moeten alle lopende wetgevende dossiers afgerond worden.  Heel veel eigen accenten kunnen de Roemenen daarbij niet meer leggen, maar ze moeten wel hard werken om de boeken op tijd te kunnen sluiten.  Een geschikte ruimte hebben ze alvast niet moeten zoeken…

Tegenvoeters

Tegenvoeters

Christchurch.  What’s in a name ? Net daar verloren bijna 50 mensen het leven omdat ze hun godsdienst wilden beleven.  Bij een vreselijke aanslag op twee moskeeën.  Waarschijnlijk mee mogelijk gemaakt omdat niemand hem voor mogelijk hield.  Natuurlijk is alleen de dader verantwoordelijk.  Dat hoeft zelfs geen betoog.  Maar ik vind sommige waarschuwingen over een klimaat dat soms rond de islam als godsdienst of moslims als medeburgers wordt gecreëerd wel terecht.  En ja, die waarschuwingen worden dan ook soms op hun beurt misbruikt om de islam tegen terechte kritiek af te schermen, of moslim-medeburger vrij te pleiten van alle fouten.  Net zoals de waarschuwingen tegen antisemitisme soms worden aangewend om kritiek op het beleid van Israël te delegitimeren.  Dat hoort niet, maar het verantwoordt ook niet alles.  Wie een sfeer schept waarin de kritiek op sommige aspecten van de islam, of sommige interpretaties ervan, of op het gedrag van een aantal mensen dat die godsdienst aanhangt, wordt veralgemeend tot een karikatuur, waarvan elke uiting moet worden uitvergroot en vervolgens bestreden, wie alleen nog in termen van “strijd” of “verzet” over de islam kan spreken, die moet zich ervan bewust zijn dat die woorden door sommigen al te letterlijk kunnen worden genomen.

Wie een “wij”/”zij”-verhaal brengt, loopt trouwens altijd het risico dat “wij” uiteindelijk gaan denken dat “zij” niet dezelfde basisrechten hebben als wij.  Of die “zij” nu “de moslims” zijn, “de rijken”, “de elite”, “de vreemdelingen”, of al wie toevallig niet denkt zoals “wij”… doet daarbij ten gronde niet ter zake.  Mensen tot één aspect van hun zijn reduceren, dat dan uitvergroten en hen vervolgens daarop afrekenen is moreel niet aanvaardbaar.  Een liberale democratische samenleving kan daarom niet anders dan te proberen dat “wij”/”zij” denken tegen te gaan – en de strijd tussen meningen te organiseren, niet die tussen mensen.  Maar soms lijkt het de verkeerde richting uit te gaan.

De Islamitische Staat mag dan wel (vooralsnog) verslagen zijn, het blijkt gemakkelijker haar soldaten te bestrijden dan haar wereldbeeld.  En dat lijken we haar nog te gunnen ook.

Van de gracht in de sloot

Van de gracht in de sloot

We waren dit weekend in Amsterdam. Ik kan er niet rondlopen zonder aan het lied van Kris De Bruyne te denken, dat ik er ooit ook in een speech heb verwerkt. We zijn dus langs de grachten gelopen, onze haren los in de wind (en de regen). Naar Van Gogh zijn we niet gaan kijken, want dat hadden we al gedaan. En in het Concertgebouw zijn we ook niet geweest. Wel in de Melkweg. Neen, niet voor De Bruyne, maar voor een concert van Elftheria Arvanitaki. Hier te lande wat minder bekend, al sloot ze in 2004 de Olympische Spelen af met het prachtige „Dynata Dynata“.  De dag voordien waren we overigens in Bozart in Brussel, voor het openingsconcert van het Roemeense EU-Voorzitterschap.  Met een heel ander repertoire, maar met enkele Balkanklanken als rode draad voor onze muzikale tweedaagse…

Naast Amsterdam stond ook Vinkeveen op ons programma. Om nostalgische redenen voor mijn vrouw, maar uitwaaien langs de waterkant en enkele van de wellicht duurste huizen van Nederland -in een uitzonderlijk geval van watergebonden lintbebouwing- stond me ook wel aan. Behalve enkele erg moedige duikers, een reiger, veel ganzen en een zeiler hier en daar zijn we weinig levende zielen tegengekomen. Een mooi stuk natuur op enkele kilometers van Amsterdam. Of hoe je voor goede ruimtelijke ordening beter zit bij onze noorderburen…

De kerstboom in

De kerstboom in

We waren het voorbije weekend op “huwelijksreis”.  Anderhalve dag naar de kerstmarkt in Straatsburg.  De Caraïben  ? Ach, die zijn overschat.  En gluhwein of mojito, dat is uiteindelijk ook niet zo verschillend.  Bovendien maken we het later nog wel eens goed met een wat langere trip.

Straatsburg is ook gewoon de moeite, en met de TGV ben je er op een paar uur.  Ik was er ooit al eens geweest voor mijn werk, maar ben toen niet lang gebleven en heb niet veel van de stad gezien.  En heel lang geleden was ik er met de familie.  Ik herinner me van toen dat het een mooie stad was, maar de reis zélf is nu eenmaal niet mijn mooiste herinnering.  Tijd voor een update dus.  En de kerstperiode gaf natuurlijk een extra cachet aan de hoofdstad van de Elzas, die zichzelf “La capitale de Noël” noemt.  Wat zich uitte in een typisch Duitse kerstmarkt op Franse bodem.  Met “vin chaud”.  En natuurlijk met choucroute – gelukkig weet ik die specialiteit uit de Elzaskeuken wel te smaken.

De nasmaak… die volgde gisterenavond.  De kerstmarkt werd het toneel van een aanslag.  Op de plaats waar die gebeurde zijn we wellicht een keer of vier voorbijgekomen tijdens het weekend (oriëntatie is niet mijn sterkste kant).  Er liepen militairen en agenten rond, en bij alle ingangen van de binnenstad werden tassen gecontroleerd – misschien iets te vluchtig, maar dat vonden we zaterdag en zondag niet zo erg.

Het had ons kunnen overkomen, dus.  Het kan iedereen overkomen.  Meer veiligheidsmaatregelen mogen wat mij betreft absoluut nog.  Maar laten we ons niet de vreugde van een kerstmarkt (voor wie ervan houdt), het genot van een warme wijn in koude handen, de wandeling door een verlichte en versierde stad laten afnemen.  Want dan winnen de terroristen.

No pasarán.

De taal is gansch het volk – Η γλώσσα είναι ολόκληρος ο λαός

De taal is gansch het volk – Η γλώσσα είναι ολόκληρος ο λαός

Ze moeten onze taal leren ! Wel, daar ben ik het mee eens.  “Ze” verwijst dan meestal naar mensen die hier zijn komen wonen en geen Nederlands spreken.  En dat moeten ze dan maar leren, inderdaad.

We maken het hen nochtans niet altijd gemakkelijk.  We leggen de lat vaak meteen erg hoog, ook als iemand moeite doet om Nederlands te spreken.  We proberen zelf niet altijd om ons dialect wat weg te vlakken als er Nederlands lerenden bij zijn.  En als we vinden dat de betrokken anderstalige er toch vrij Westers uitziet, dan schakelen we vaak spontaan zelf ook maar op het Engels over.

En het ís al niet gemakkelijk, een taal leren.  Zeker als die niet zo dicht bij de eigen moedertaal ligt.  Ik ben enige tijd geleden begonnen om Grieks te leren.  Voor wie geen linguïstische achtergrond heeft : die taal is ongeveer even sterk aan het Nederlands verwant als het Frans of het Russisch, en staat dus verder van ons af dan het Engels of het Duits, maar dichter dan pakweg het Turks, het Arabisch of het Chinees.  Tegenover velen die hier Nederlands leren heb ik het nadeel dat ik niet in een Griekstalige omgeving verblijf, al krijg ik natuurlijk wel kansen om de taal te gebruiken.  Ik heb het voordeel dat ik me flexibele lessen, aangepast aan mijn eigen niveau en kennis kan permitteren.  En ook al drie keer een weekje intensieve taalles in Griekenland zelf heb gevolgd.

In mei legde ik een examen af – Grieks B1 en B2.  Ik weet ondertussen dat ik voor beide geslaagd ben, al dacht ik dat mijn rampzalige spelling me zeker op het hogere niveau de das had omgedaan (wie ooit dezelfde plannen zou hebben als ik – lezen in het Griekse alfabet valt erg goed mee, maar schrijven is een ander paar mouwen omdat dezelfde klank door meerdere letters kan worden weergegeven, wat met name geldt voor de i-klank waarvoor vijf schrijfwijzen bestaan).   Ik heb behoorlijk hard gewerkt voor die examens (en dat is meteen de verklaring waarom het hier in mei erg stil was – maar ook waarom voordien deze blog er af en toe is overgeschoten, en ik ook met het lijstje van “te lezen boeken” zeer ver achterop ben geraakt), en het geluk gehad om enkele weken redelijk intensief te kunnen oefenen.  Ik heb eruit geleerd dat het gemakkelijker gezegd is dan gedaan, die opdracht om “onze taal te leren”.  Voor kinderen niet, die hebben het een stuk gemakkelijker.  Maar voor wie hier als volwassene aankomt vraagt het ongetwijfeld veel tijd en doorzettingsvermogen.  En veel begrip van “onze” kant, het aanbieden van oefenkansen (“Babbelpunt” doet schitterend werk) en ook realistische verwachtingen.

Mijn Hongaarse poetsvrouw die haar werk uitstekend doet maar last heeft met de woordvolgorde in onze taal… Wel, dat zou wellicht iedereen van ons die elders beland is hebben kunnen overkomen.  Wie dat niet gelooft mag anders alvast zelfs eens de juiste volgorde van de werkwoorden in de vorige zin aan iemand proberen uit te leggen…

Liefde is een verre reis

Liefde is een verre reis

Ik heb er hier nooit echt over geschreven, alleen héél goed verborgen tussen de regels af en toe een beetje.  Daar waren goede redenen voor.  Maar nu dus wel, want het staat ook op Facebook – dat is tegenwoordig zoiets als het Staatblad én het Parochieblad in één.  Ik heb me verloofd met de liefde van mijn leven.  Die ben ik wat verder gaan zoeken, in Griekenland met name.  Of eigenlijk is Ioanna me hier komen zoeken, want we hebben elkaar toch vooral in Brussel leren kennen, in de marge van Europese vergaderingen.  Ik heb er wat langer op/mee gewacht, maar geluk komt dus al eens onverwacht.  Wat het wellicht alleen intenser maakt.

Dankzij haar heb ik ook Griekenland, de taal (daarover later meer) en de cultuur leren kennen.  Ook daarvan heb ik nog geen ogenblik spijt gehad.  De combinatie van de vele herinneringen aan rijke beschavingen met een prachtige natuur en ook gewoon een heel mooie architectuur op veel plaatsen is redelijk uniek.  Met een “autochtoon” rondreizen heeft bovendien als voordeel dat er in het zo al gastvrije land nog meer deuren opengaan.  Met als keerzijde dat je soms regelrechte prijsdiscriminatie ontdekt – menu’s in het Engels met hogere prijzen dan in het Grieks bijvoorbeeld (niet dat het dan duur wordt, dus laat u niet afschrikken).  Desalniettemin : de kerk die de hele dag gesloten is, maar de eigenaar van de krantenkiosk kent het telefoonnummer van de pastoor… het volstaat al eens om de kerk alsnog te bezichtigen.

Reistips ? De eilanden, natuurlijk.  Santorini is absoluut uniek.  Kreta heeft alles : de natuur (van bergen tot een stukje regenwoud), de archeologie, de stranden (Hawaii), het eten, de cultuur…  Hydra is vlak bij Athene en erg charmant.  Ook Angistri, waar we de voorbije dagen even passeerden, is mooi.  Kastelorizo is ver weg, maar wie een paar dagen tot rust wil komen kan wellicht nergens beter terecht.  Rhodos (en met name Lindos) mag ook bij op het lijstje.  In de Peloponnessos bezochten we onder meer Nafplio en Monemvasia : een eigentijdse stad en een vooral Ottomaanse versterking. De antiek-Griekse stad Delphi waar het bekende orakel zetelde.  Ook Galaxidi vond ik een aanrader.  Maar ik heb nog lang niet het hele land gezien !

Onze relatie heeft me ook hier ten lande (en een beetje verder) naar enkele concerten geleid.  Van Nana Mouskouri, tot twee keer toe (dat had ik zelf een aantal jaren geleden ook niet zien aankomen; een grote dame trouwens), en ook van de hier niet meteen bekende Yannis Kotsiras in Brussel en Maria Farantouri in de Roma in Antwerpen – waar ik voordien nooit was binnengeweest, tot mijn schade en schande.  Ioanna zal het me als grote Mouskourifan een beetje kwalijk nemen, maar de stem en muziek van Farantouri is ook op 70-jarige leeftijd uniek, en ook haar repertoire blijft erg aanspreken.  Ook al omdat ze veel muziek vertolkt van Mikis Theodorakis, die tekende voor een heel groot deel van het naoorlogse Griekse muzikale erfgoed.  Met die naam kom ik ook bij het concert dat we vorig jaar in Eeklo (of all places) bijwoonden van het Vlaamse Theodorakisensemble, met één Nederlands-Griekse (en uitstekende) bouzoukispeler, en verder alleen Vlamingen.  Een zeer indrukwekkend optreden, waar we beiden ongelooflijk van genoten hebben.

“With love come strange currencies…” is een songregel van REM waar ik vaak aan heb gedacht.  Al blijft de “currency” dezelfde voor wie van hier naar Athene reist (en gelukkig maar, gezien de recente Griekse geschiedenis), de liefde is wel met een land gekomen dat ik heel erg ben gaan waarderen.

Wie Griekenland uit elkaar haalt, zal op het einde zien dat er een olijfboom, een wijngaard en een boot overblijven… wat betekent dat je het met dat alles ook kan reconstrueren. (Odysseas Elytis).

Uber alles

Uber alles

Een tijdje geleden installeerde ik Uber op mijn smartphone.  In de veronderstelling dat het misschien in Brussel wel eens van pas zou komen – want elders in ons land werkt het niet.  Ik had het nooit gebruikt.  Maar bij aankomst in de Portugese Algarve, in Faro, duurde het wachten op een taxi aan het station wel erg lang.  En dus keek ik even of Uber daar misschien zou werken.  Ja, dus.  De eerste rit verliep vlot, zodat ik daarna nog enkele keren een chauffeur heb opgeroepen, uitgelegd heb waar ik naartoe moest en betaald heb via het appje.  Aan een erg lage prijs, maar ook taxi’s zijn niet duur in Portugal.

Soms gebruik ik ook Deliveroo om eten aan huis te laten leveren, in Brussel dan wel.  Ik ben dus een beetje mee met de “platformeconomie”.  En ja, ook bij Amazon, Bol.com en andere sites die spullen aan huis brengen sta ik op de klantenlijst.  Ik weet ook wel dat er bedenkingen te maken zijn bij sommige aspecten van de werking van die sites.  Professioneel ben ik al enkele keren de woordvoerder geweest van de vragen over het arbeidsrechtstatuut (zijn de chauffeurs en de koeriers zelfstandigen of werknemers, en wie is er dan de werkgever ?) en ook over de arbeidsvoorwaarden van degenen die actief zijn op de platformen (ik geef Deliverookoeriers daarom principieel altijd enkele euro’s extra).  Zelfs de verkeersregels worden soms met voeten getreden.  Als klant besef ik bovendien dat bijvoorbeeld klassieke taxibedrijven maar ook lokale buurtwinkels soms een moeilijke concurrent hebben aan dit soort initiatieven.  Als ik persoonlijk contact, een goede service of een behoorlijke nazorg bij een bestelling wil, dan ga ik natuurlijk niet bij een anoniem digitaal platform aankloppen.

Maar ik vind ook dat je dit soort initiatieven niet mag (proberen) tegenhouden : ze beantwoorden aan een behoefte bij de klant en de medewerker (en zorgen zo voor werk), ze brengen vernieuwing en vooruitgang, ze dagen uit tot nog meer innovatie en ondernemerschap.  Ze versterken de diensten- en kenniseconomie, die onvermijdelijk mee de steunpilaren van onze toekomstige welvaart zijn, iets waar we ook in ons lokaal verkiezingsprogramma op inzetten.  Misschien wordt de volgende platformapp wel in Essen bedacht.  Bovendien zetten ze ook de klassieke sectoren aan het denken : in Athene is er geen Uber, maar wel TaxiBeat.  Dat werkt eigenlijk hetzelfde, maar je wordt vervoerd met een gewone taxi.  Dat is natuurlijk even goed.  Ook Deliveroo verhoogt wellicht de omzet van de horecazaken die er gebruik van maken.  En ook de buurtwinkel van morgen zal zijn plaats blijven vinden tussen de koerierbedrijven, als we maar verstandig nadenken over een ruimtelijk en mobiliteitsbeleid dat mensen uitnodigt om te winkelen, in plaats van ze af te schrikken !

Portugal, warm aanbevolen

Portugal, warm aanbevolen

De zomervakantie bracht me dit jaar naar Portugal.  Niet de eerste keer dat ik in het land was, maar het was wel al bijna tien jaar geleden, en mijn bezoekjes bleven altijd beperkt tot de hoofdstad, en waren beroepshalve.  Nu trokken we van de Algarve in het zuiden via Lissabon naar Porto, met enkele uitstapjes onderweg.  Het was de eerste keer dat ik ook echt wat meer tijd kon uittrekken om Lissabon te zien, maar ik heb toch vooral het noorden en het zuiden van het land wat beter leren kennen.  De Algarve, waar we in Faro en Lagos verbleven, heeft een prachtige kust.  Die het dankt aan de Atlantische Oceaan, waar ik niet zo lang geleden zo ongeveer even westelijk aan de Ierse Cliffs of Mohair stond.  De rotskusten doen aan elkaar denken – al moest ik dan wel abstractie maken van het weer.  De Oceaan zorgde ook voor een reeks grotten rond Benagil, die we vanuit Lagos met een speedboat bezochten.  De moeite waard.  Voor de vogelliefhebbers is Faro dan weer het paradijs, met de lagune voor de kust.  Als Geert Vandekeybus nog eens geen school bestuurt of een verkiezingslijst duwt, dan moet hij er zeker eens naartoe trekken.  ’s Avonds koelde het er bovendien heerlijk af, wellicht ook onder invloed van het ijskoude oceaanwater.  Echt zwemmen zat er daardoor niet in.

Lissabon kende ik dus al, maar daar waren we bijna deelgenoot aan een nieuw Europees record : dat van de warmste Europese hoofdstad.  We haalden het niet, Athene 1977 blijft de kroon spannen.  Desondanks was het er zeer warm, wat tot net iets minder activiteit aanzette.  Wie na deze zomer de klimaatverandering nog probeert te ontkennen, moet wellicht verdacht worden van een zonneslag…  Maar ik dwaal af : Lissabon blijft een prachtige, bruisende stad.  Er stond ook een etentje met fado op ons programma.  Dat leverde natuurlijk een wat hoger prijskaartje op dan de gewone maaltijd in Portugal, waar de vers gegrilde vis voor geen geld op tafel komt, zeer gesmaakt met een glaasje witte of “groene” wijn (Vinho Verde) erbij.  Vanuit Lissabon trokken we ook naar Evora, en naar Sintra.  Dat laatste vooral voor het niet te missen kasteel.  Even kunstmatig dan het Zuid-Duitse Neuschwanstein dat eerder dit jaar op mijn programma stond, en toch ook weer helemaal anders.  Als Neuschwanstein het model is voor het typische Disneykasteel, dan is Sintra dat voor de Disneybouwer die nóg een kasteel wil, maar dan anders.

De grootste ontdekking voor mij was Porto.  Even levendig als Lissabon, maar compacter, met een eigen karakter dat niet alleen op de gelijknamige wijn drijft.  En ook gewoon heel mooi, met de Douro-oevers en de bruggen die deze dan overspannen.  Een bezoek absoluut waard – wat ook Dirk Smout vond, zodat we elkaar voor één keer eens niet op een Essense vergadering maar in een Portugees restaurant troffen.  Soms is de wereld klein.  Net omdat die zo klein is, is die klimaatverandering trouwens zo belangrijk, en moeten we daar ook in Essen werk van blijven maken.  We kunnen niet anders.

De laatste dag haalde het kwik in Porto 24°C.  Neen, dat was de maximumtemperatuur, niet het minimum.  Zoals de zomers vroeger hier waren, dus.  Het kan verkeren…

Wien bleibt Wien

Wien bleibt Wien

Op 1 juli nam Oostenrijk het EU-Voorzitterschap over van Bulgarije. Omdat ik onverwacht moest inspringen op de informele ministerraad voor arbeid en sociale zaken leidde dat ertoe dat ik de voorbije twee dagen in het prachtige Wenen doorbracht. Het is altijd een plezier om in die stad te komen, ook al was er geen tijd voor Wienerschnitzel, Sachertorte, de Hofburg of Schönbrunn.  Nu, ik was er in 2016 nog als tourist, dus dat was niet zo erg.  En de zon, de Apfelstrudel en een portie Mozart en Strauss maakten veel goed. En ook het thema van de raad, de digitalisering, de robotisering en de platformeconomie (Uber, Deliveroo en zo), bleek erg interessant en relevant.

Oostenrijk neemt het Voorzitterschap over op een cruciaal moment. Voor wie vertrouwd is met de interne keuken van de Unie is dat vooral zo omdat de dossiers waarin onder Oostenrijkse sturing geen vooruitgang wordt gemaakt niet meer vóór de Europese verkiezingen kunnen worden afgerond. Maar ook wie die procedureslag, onder meer over het meerjarenbudget voor de EU, niet volgt ziet wellicht dat het vluchtelingendossier en Brexit twee niet geringe uitdagingen vormen voor het Alpenland. Waar net een regering aan de macht kwam met een uitgesproken mening op een aantal domeinen.

Oostenrijk is op zijn best een sterke brug tussen Oost en West. Met enkele Kroaten en Hongaren stelde ik vast dat we ons samen in de architectuur en de geschiedenis van de stad erkennen. Het standbeeld van keizerin Maria-Theresia maakte snel duidelijk waarom. Op zijn slechts is het samen met Boedapest een barrière, een rem op de geschiedenis. Ik hoop van harte op het eerste. En op een spoedig Auf Wiedersehen met de stad.