Archief van
Auteur: Admin

Mijn auto, mijn vrijheid ?

Mijn auto, mijn vrijheid ?

Een gemeenteraad krijgen we deze maand niet : het college heeft niet voldoende beleidsideeën om met de raad over te discussiëren.  Er stond wel een commissie omgeving op het programma, over het energie- en klimaatplan.  Daarvoor gold het principe van de hoge bomen en de wind : er lag een zeer degelijk plan voor, op maat gemaakt voor Essen.  Zodat het de moeite was om dat kritisch te bekijken en daar ook degelijk op in te gaan.

Maar daar wilde ik het eigenlijk niet over hebben.  In de marge van de discussie ging het even over de auto.  Niet vér in de marge, want over klimaat discussiëren zonder het over auto’s te hebben gaat niet natuurlijk.  Maar toch : op een bepaald ogenblik zei Dirk dat hij past voor een maatschappij waarin alleen de rijken zich een eigen auto kunnen permitteren.  Ik ben het daarmee eens.  Maar ik denk dat we naar een maatschappij gaan waarin ook de rijken geen eigen auto meer zullen hebben.  Of dat helemaal verboden wordt, dat weet ik niet.  Maar het zou best kunnen, en het gaat dan niet veel minder deining veroorzaken dan het wel lijkt.

Ben ik plots in communistische of naïef-ecologistische utopieën gaan geloven ? Zie ik mezelf, als nooit-autobezitter, plots als maat van alle dingen ? Toch niet.  Ik zie het aantal autokilometers zelfs omhoog gaan, ten koste van bus en trein.  Al gaat dat natuurlijk wel op zo’n manier zijn dat de milieu-impact minimaal blijft.

Mijn redenering begint bij de zelfrijdende auto (eigenlijk een tautologie, automobiel betekent zoveel als “zelfrijdend”…).  Die komt er, al gaat het langzamer dan ik voor enkele jaren dacht.  Het is ook niet zo evident : vooral de interactie tussen zelfrijdende en bestuurde auto’s is niet zo gemakkelijk om te programmeren.  Hoe meer auto’s zelf rijden, hoe minder dat evenwel nodig gaat zijn : die kunnen alle informatie over hun rijgedrag automatisch en meteen aan elkaar doorgeven, zodat ze perfect weten wanneer de auto voor hen gaat afslaan.  Maar ook de auto dáárvoor, en zeven auto’s verder.  Ik ben geen ingenieur, maar dat lijkt mij veel veiliger, ook bij een hogere snelheid.  Tenzij er in dat rijtje natuurlijk nog een auto met een bestuurder zit.  Op de autosnelweg wordt het helemaal interessant : daar kunnen alle auto’s die van de Antwerpse naar de Brusselse ring rijden automatisch een treintje vormen en aan maximale snelheid bumper aan bumper (misschien zelfs fysiek gekoppeld) doordenderen.  Je moet er niet aan denken dat je daar zelf met je wagentje zou tussen moeten laveren.  Of zo’n treintje naast je zou hebben terwijl je van rijstrook moet veranderen.  Je eigen auto besturen wordt véél te gevaarlijk – in vergelijking met de zelfrijdende auto.  Dat gaat verboden worden, met hier of daar een kleine uitzondering voor “oldtimers” die af en toe de weg op zullen mogen.

Dat is natuurlijk nog geen reden om géén auto meer te kopen.  Integendeel, die gaat net veiliger en sneller zijn.  Maar waarom zou je ? Als je ‘s avonds tegen je auto zegt : “rijd nu maar naar de garage, ik zie je morgevroeg” dan gaat die vragen waarom hij ‘s nachts geen passagiers of pakjes mag vervoeren om zo de kost te verdienen.  Wie gaat daar neen op zeggen ? Die garage kan meteen ook weg : als hij toch moet stilstaan, dat de auto zijn plan dan maar trekt.

Maar waarom moet mijn auto dan ’s morgens terug voor mij voorrijden ? Ik vraag gewoon zo snel mogelijk een auto voor mijn deur, die me brengt naar waar ik moet zijn.  Wie daar de eigenaar van is, is niet echt belangrijk, als de auto proper is op zichzelf… Zo vermijd ik ook dat ik geen auto heb als die van mij in panne staat, want dat ga je wel hebben met al die technologie, natuurlijk.  Of als hij geüpgraded wordt.

Gaat daarmee het onderscheid tussen arm en rijk verdwijnen ? Jammer genoeg niet : als ik wil betalen voor een auto met ontbijt, waarin ik alleen zit en een videoconferentie kan houden, of een uiltje kan knappen, dan ga ik wat meer betalen dan voor eentje die vijf willekeurige medepassagiers oppikt, Q-Music door de boxen knalt en hooguit slechte automaatkoffie serveert.  Utopia klinkt altijd beter dan de realiteit…

De individuele belangen (veiliger, sneller en goedkoper van A naar B) vallen samen met een groot maatschappelijk belang : ondanks de hogere capaciteit zal er minder nood zijn aan wegen, wegens veel efficiënter gebruik.  Minder aan spoorwegen, tenzij we onze autotreintjes op één of andere manier met de echte trein kunnen combineren.  De parkeerplaats of -garage wordt grotendeels een anachronisme.  En elk verkeersongeval wordt voorpaginanieuws, vóór de moordzaken.

Weet ik dat zeker ? Natuurlijk niet.  Zowel de technologische evolutie als het gedrag van mensen zijn niet zomaar te voorspellen.  En als economist zou ik iets moeten afweten van het tweede, maar niet zo veel van dat eerste aspect.  Maar het klinkt plausibel genoeg om er als beleidsmaker toch rekening mee te houden, niet ?

Eentje is Geen(s)tje

Eentje is Geen(s)tje

Het mag dus weer, recepties houden.  En dus zijn er naar oude gewoonte ook veel te veel in januari.  De collega’s van Vooruit hielden die van hen traditiegetrouw op zondagmorgen in het Volkshuis, CD&V koos voor een vrijdagavond in Zaal Rex.  Schepen Arno Aerden sprak in de mooi vernieuwde zaal van het Volkshuis, burgemeester Van Tichelt kreeg het eerste woord in de gemeentelijke fuifzaal.  Beiden zetten de verwezenlijkingen van het zittende schepencollege in de verf, al bleek de keuze van die verwezenlijkingen nogal uiteen te lopen.  De coalitiepartners vonden elkaar vooral in de vernieuwing van de buurtspeelpleintjes.  Waarvan ik het belang geenszins wil onderschatten.

Daarnaast hadden beide partijen ook een parlementslid uitgenodigd.  Aankomend talent Hannes Anaf bij Vooruit, oud-minister Koen Geens bij CD&V.  Anaf bracht vlotjes een herkenbaar en daardoor ook voorspelbaar Vooruitverhaal.  Hij wierp bloemen naar de Essense CD&V en smeet de pot naar Wouter Beke en het welzijsbeleid van dezelfde partij.  Hoewel hij ook uithaalde naar N-VA (via het “spookbeeld” van een mogelijke meerderheid van die partij met het VB) maakte ik me de bedenking dat onder meer op het vlak van welzijn, maar ook in het milieubeleid, N-VA en Vooruit elkaar alvast in een Vlaamse regering mooi zouden kunnen aanvullen en versterken, met de wil om jaren van CD&V-immobilisme en vergoelijking recht te trekken.  We horen nog van Anaf.

Of we ook van Geens nog veel gaan horen is een andere vraag, want diens carrière loopt wellicht ten einde.  Maar de voormalige minister van justitie bleek wel een uitstekend spreker, met een vorm van humor die ik wel kan waarderen.  Zijn poging om een ideologische onderbouwing aan de christen-democratie te geven heb ik geapprecieerd, maar ze is -minstens wat mij betreft- altijd tot mislukken gedoemd : uiteindelijk komt het erop neer dat christen-democraten betere bestuurders zijn, en als je hen vertrouwt en het roer in handen geeft dan komt alles altijd goed.  En zélfs als het niet goed komt moeten ze blijven meeregeren, want zonder hen zou het nóg erger zijn.

Dat hij daartoe ook een verhaal vertelde over de milieuproblematiek die 70 jaar te laat wordt aangepakt klonk behoorlijk ongerijmd, maar wel tekenend voor hoe het vaak echt gaat.  Het “rentmeesterschap” dat hij zo roemde blijkt in de regel korte termijndenken (“de winkel open houden”) zoals we dat in Essen zien, en als de christen-democratie écht sterke bestuurders levert -zoals ik hier eerder al eens uitlegde gebeurt dat- dan gaat het vaak over middellange termijndenkers, stijl Dehaene en Merkel.

Geens’ vaststelling dat mensen niet kunnen omgaan met te veel vrijheid deed me er dan weer aan herinneren hoe je tegelijk jezelf in het politieke centrum kan situeren (wat Geens en mij verbindt) en toch volstrekt een ander uitgangspunt kunt hebben.  Interessant, goed gebracht en prikkelend – eigenlijk kregen we dus meer dan je van een gemiddelde nieuwjaarsspeech moet verwachten.  Maar voor mij leidde het alvast tot de bevestiging van de conclusie dat CD&V de overbodige partij is in ons politieke landschap.  Waarmee ik overigens geen afbreuk wil doen aan het engagement van al wie zich voor die partij inzet – en daarmee hoe dan ook aan onze democratie meebouwt.

De burgemeester noemde als ik goed heb geluisterd twee namen : Dirk Konings en Zuhal Demir.  Ik noemde op onze receptie één naam : die van Demir.  Ook Geens vermeldde Demir.  Anaf niet, al had hij het wel over de stikstofproblematiek en kan ik er veilig vanuit gaan dat hij Demir alleen niet bij naam noemde omdat het hem niet uitkwam om een N-VA-politica expliciet te ondersteunen.  Bij CD&V zat er wel wat spanning tussen Van Tichelt die dreigde met het einde van de landbouw zodat we voor ons voedsel afhankelijk worden van het buitenland -het doembeeld dat we onze rijst maar ook onze sinaasappelen, bananen, mango’s… zullen moeten importeren is natuurlijk angstwekkend- en Geens die eraan herinnerde dat de boeren bij het invoeren van het Europees landbouwbeleid ook al het einde van de Vlaamse aardappel hadden voorspeld.  Maar de “steun voor de boeren”, zonder uit te leggen hoe die er dan wel moet uitzien, blijft toch een CD&V-dogma dat door beiden werd bevestigd.  De vaststelling blijft daarbij dat het feit dat die boeren niet worden “bedreigd” door een groenlinkse maar door een rechtse politica voor zeer veel ongemak zorgt bij CD&V.  Ook wel bij Vooruit, maar voor CD&V gaat het om een veel meer existentiële bedreiging.  Hoe zeer Geens ongetwijfeld ook beseft dat de “rentmeester” ook in dit verhaal de eieren lang geleden in de verkeerde mand heeft gelegd, en ze daar zou moeten maar niet meer durft uithalen.  En daarmee zijn eigen contradictie en overbodigheid andermaal bewijst.

IJsenpakket

IJsenpakket

Het kan dit jaar weer, een nieuwjaarsreceptie houden.  Dus trokken we ook met N-VA/PLE de kurk van de fles.  We trokken daarvoor naar de mooie feesttent van “Essen on Ice”.  Ik mocht de “feestrede” uitspreken, en koos voor een politieke boodschap – we zijn tenslotte een politieke partij :

Na twee jaar onderbreking kan het gelukkig terug, samen het glas heffen op het nieuwe jaar. En dat doen we vandaag op een unieke locatie.

Wat een mooi initiatief is dit, niet ? De Heuvelparking is zowaar een winters dorpsplein geworden. Ik heb het nagevraagd : er heeft niemand bij de gemeente geklaagd dat er hier nu al weken niet kan worden geparkeerd. Zo krijgen we 15 jaar na onze plannen voor het Heuvelplein toch nog gelijk. Zoals we gelijk gaan krijgen dat er in 2012 dringend aan een nieuw mobiliteitsplan moest worden begonnen. Dat er minstens vijf jaar geleden een nieuwe cultuurzaal kon worden gerealiseerd, in de loods aan Hemelrijk. Dat er al lang een nieuw beleidsplan ruimte had moeten zijn zodat er geen nieuwe volbouwprojecten meer kunnen starten. Maar in de Heikantlaan staat de bulldozer alweer klaar. Nog even, en dit plein staat weer vol auto’s, die zich vervolgens opnieuw in de Nieuwstraat en Stationsstraat kunnen vastrijden.

We zouden er moedeloos van kunnen worden. Ik verwelkom graag de collega’s van CD&V en Vooruit, maar ze weten dat wij hen vooral goed vinden in het zoeken van excuses voor tijdverlies. Het ligt aan de notaris, aan het studiebureau, aan de ministers – meestal die van N-VA, aan de diensten, aan corona, aan de provincie, soms zelfs aan de oppositie dat er niet meer wordt geïnvesteerd en gerealiseerd. Lange tijd leed vooral de lange termijnplanning onder hun mentaliteit van “het zal allemaal onze tijd wel duren”, maar de laatste jaren komt ook de gewone dagelijkse werking in gevaar, door een zeer kortzichtig personeelsbeleid dat met steun van het schepencollege de ene na de andere goede kracht wegjaagt. Zo worden kansen gemist en fouten gemaakt. Die na 2024 allemaal recht moeten worden gezet om te bewijzen dat Essen ook in de toekomst als zelfstandige gemeente kan blijven bestaan – want dat is de inzet. Je moet er maar zin in hebben.

Jawel, wij hébben er zin in. We gaan Essen overnemen en het beter doen, samen met alle Essenaren. Dat zal niet gemakkelijk zijn. We gaan een sterke N-VA/PLE-ploeg moeten vormen om de Essenaren te overtuigen dat er maar één keuze is om de coalitie van de eeuwige lopende zaken, de wandelende zaken eigenlijk, te vervangen door een bestuur met visie en daadkracht.

Daarbij gaan we duidelijk moeten maken dat niet gaan stemmen (want dat mag nu) of stemmen voor extreme, onbekwame, nieuwe of heropgeviste partijen alleen de huidige meerderheid zal helpen om te blijven doorgaan zoals ze bezig zijn. We hebben nog anderhalf jaar, en zoals elke partij vertrekken we van nul stemmen. En we hebben er duizenden nodig, want we moeten deze keer niet alleen de grootste blijven, maar ook onmisbaar worden om een meerderheid te vormen.

Ook op Vlaams, federaal en Europees niveau zijn er in 2024 verkiezingen. Ook daar moet een positief verhaal het halen. Een positief verhaal dat de keuze van minister Demir voor een krachtig natuurbeleid verderzet, dat kiest voor kwaliteit in het onderwijs en de zorg, dat onze economie op gang houdt en de energiebevoorrading verzekert en dat de financiën terug op orde trekt, om maar een paar dingen te noemen. Een positief verhaal ook dat Vlaanderen zélf de kans geeft om mee te bouwen aan de Europese Unie van morgen – die meer dan ooit de enige garantie is op vrijheid, welvaart en democratie, zoals we in Oekraïne zien. De Europese vlag wappert daar opnieuw in Kherson, en ze zal dit jaar van elk gemeentehuis in het hele land wapperen, kost wat kost, hoe graag ook hier sommige partijen daar eigenlijk liever die van Rusland zouden zien hangen – dat mag ook wel eens gezegd worden.

We klinken vandaag op 2023, maar met het oog al op 2024. Dat het dus niet één maar twee jaren met een goede gezondheid en nieuwe hoop op een betere toekomst mogen worden. Namens de hele N-VA/PLE-ploeg de beste wensen voor iedereen !

Foto : Essen on Ice
Nu de dagen weer langer worden

Nu de dagen weer langer worden

Voor wie in Oekraïne niet zal opgeven tot het hele land terug vrij is
Voor wie in Iran de hoofddoek afgooit voor vrouwen, leven en vrijheid
Voor de vrouwen en meisjes van Afghanistan die naar school willen
Voor de scholieren in de VS die naar school gaan met de vrees om doodgeschoten te worden
Voor de bouwvakkers die de stadions in Qatar rechtzetten
Voor wie wegvlucht uit Syrië of elders waar het leven onmogelijk is geworden
Voor wie daar niet weg kan of niet weg wil
Voor wie ver van huis werkt of werk zoekt, soms in moeilijke omstandigheden
Voor wie al die mensen helpt, hier en elders, tegen wil en dank soms
Voor wie in moeilijke omstandigheden toch opkomt voor een betere wereld
Voor wie het alsmaar moeilijker heeft om de eindjes aan elkaar te knopen
Voor wie geliefden of vrienden moet missen
Voor al voor wie de zon even niet schijnt of achter dikke wolken zit
Voor wie ernstig ziek is

Voor hen steken we lichtjes aan in de Kerstboom
Voor hen herdenken we de geboorte van een kind op de vlucht in het Midden-Oosten
En wensen we elkaar vrede op Aarde toe

Voor hen gaan we er alles aan doen om van 2023 een beter jaar te maken

Καὶ τοῦτο ὑμῖν τὸ σημεῖον·
εὑρήσετε βρέφος ἐσπαργανωμένον, κείμενον ἐν τῇ φάτνῃ

En dit zal u het teken zijn:
Gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe

(Lukas 2:12)

Ons Heer moet zijn getal hebben

Ons Heer moet zijn getal hebben

Als in dit land in een parlement de meerderheid niet “in aantal” is, zal dat er vaak toe leiden dat de oppositie de zaal verlaat.  Dat houdt dan in dat er niet genoeg leden meer zijn om te vergaderen.  De vergadering gaat dan niet door, en dat verhindert uiteraard ook dat er wetten, decreten, ordonnanties of andere besluiten worden gestemd.  Er zijn gemeenten waar de politieke cultuur hetzelfde voorschrijft : als er onvoldoende meerderheidsraadsleden zijn, dan wordt er niet vergaderd.  Ik moest er dinsdag aan denken : er waren maar twaalf meerderheidsraadsleden, en dat is er één te weinig.  Eigenlijk mag er geen enkel raadslid van CD&V of Vooruit ontbreken om geldig te vergaderen.  Tenzij we als N-VA/PLE-fractie en/of de enige overgebleven VB-er gewoon blijven zitten.  En dat doen we eigenlijk altijd.  Uit respect voor onszelf, want we maken tijd vrij voor de raad, uit respect voor de administratie die de vergadering voorbereidt en ook wel uit respect voor de collega’s van de meerderheid die er wel zijn.  Eén keer hebben we het niet gedaan, toen midden in de zomer een raad werd bijeengeroepen met als enige agendapunt de vervanging van een mandataris bij de meerderheid.  Dat was te veel van het goede.  Maar anders blijven we gewoon zitten.  Als we dat niet hadden gedaan, dan zou Essen nu geen aangepast meerjarenplan hebben, en dat zou voor het college -maar misschien nog wel meer voor de administratie- lastig zijn geweest.  En de gemeente zou een ernstig probleem hebben met Fluvius Antwerpen en Iveka, die allebei vol verwachting zaten te hopen dat we de weigering van vorige maand om de overgang van de ene naar de andere goed te keuren ongedaan zouden maken…

Wat we ook niet doen, is anders stemmen omdat er geen meerderheid is.  Dat was dinsdag geen optie -we waren zelf ook niet voltallig, en sinds de halvering van de VB-fractie ligt de drempel ook hoger- maar ook als het dat wel is kiezen we er in principe niet voor om van onze mening af te wijken.  Niet om extra stokken in de wielen te steken, maar ook niet om de besluitvorming te vergemakkelijken : het blijft natuurlijk een bewuste keuze van CD&V en Vooruit om met de kleinst mogelijke meerderheid te besturen.

Ik heb niet altijd het gevoel dat we heel veel terugkrijgen voor die constructieve houding, al denkt de meerderheid daar mogelijk anders over.  Maar eigenlijk moet ik mild zijn, want zelfs na 16 jaar blijkt de gemeenteraad me nog te kunnen verrassen.  Ik had er vooraf rekening mee gehouden dat ik me kwaad zou maken, en had zelfs replieken met harde zinnen uitgeschreven, met grote woorden als “respect” en “democratie”.  Die heb ik niet gebruikt, en dat lag aan de burgemeester.  Of hoe een vredig gevoel dezer dagen niet enkel uit de kerstkribbe kan komen… Dat verhinderde uiteraard niet dat er een stevige discussie werd gevoerd over het aangepaste meerjarenplan.  Die leek soms te gaan over de vraag of het glas half vol of half leeg is, en dan dreigt snel een welles-nietes.  Pas achteraf -zo gaat dat- besefte ik dat ik had moeten zeggen dat er vooral veel te traag wordt bijgeschonken.  Er zijn altijd wel redenen waarom iets te lang duurt, maar het gebrek aan “sense of urgency” is bij dit college soms toch hemeltergend.  Het heeft voor hen natuurlijk een voordeel : tegen 2024 gaat het verkiezingsprogramma van 2018 een minuutje in de microgolfoven, en dezelfde beloftes kunnen er weer zes jaar tegen.  Hopelijk zorgt de kiezer ervoor dat CD&V en Vooruit deze keer niet “in aantal” zullen zijn. Niet voor één keertje, maar definitief !

Un château, des châteaux

Un château, des châteaux

Versailles.  Ooit was ik er wel geweest, in de Spiegelzaal waar geschiedenis geschreven is, en de tuinen waar koninginnen en prinsessen van intrige naar partijtje wandelden.  Maar dat was van de middelbare school geleden.  Voor een plek die zo dichtbij is, zou dat niet mogen, natuurlijk.  Mijn vrouw was er zelfs nooit geweest – voor wie opgroeide in Attica is dat al wat vergeeflijker.  Dus trokken we op een koude winterdag naar het kasteel van Lodewijk XIV en zijn familieleden.  Het bleek nog altijd even indrukwekkend, maar ook nog altijd even zielloos.  Als er ooit enige huiselijkheid in de kamers van het kasteel heeft gehangen, dan is die wellicht met de meubelroof van de Franse Revolutie mee verdwenen.  Wat overleef aan marmer, bladgoud, spiegels, schilderijen en wandtapijten schittert en maakt indruk, maar doet nauwelijks denken aan de mensen die er ooit moeten hebben rondgelopen.

Ondanks de koude vonden we ook de weg naar de twee “Trianons”, de “buitenverblijven” die op het domein werden gerealiseerd, en daar was ik écht nog nooit geweest.  Vooral le Petit Trianon had wel iets van de gezelligheid die het kasteel moet ontberen, misschien omdat je ook de keuken en andere soortgelijke vertrekken te zien krijgt.  En omdat het ook gewoon kleiner is, natuurlijk.  Le Grand Trianon is daarvoor zelf iets te veel kasteel; het werd door Napoleon als verblijf aangewend, en ook Charles De Gaulle overwoog om er in te trekken.

Toch wel een aanrader voor wie Versailles bezoekt, die extra kastelen in de tuin.  We reden er overigens naartoe met een soort golfkarretje, een elektrische wagen die net iets sneller gaat dan een voetganger, maar waar het gemiddelde paard van Lodewijk nummer zoveel ongetwijfeld eens mee gelachen zou hebben.  Ik moest er wel mijn rijbewijs voor kunnen tonen; wie mijn rijgewoontes kent, vraagt zich af hoe de Gendarmerie dat risico heeft kunnen nemen…

Eerste hulp bij grensgevallen

Eerste hulp bij grensgevallen

Vorige week vergaderde de Management Board van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) in Bratislava.  Die werd drie jaar geleden opgericht om het vrij verkeer van werknemers en de arbeidsmobiliteit in de Europese Unie in goede banen te leiden, via onder meer het ondersteunen van samenwerking tussen arbeidsinspecties en het verbeteren van de informatie over rechten en plichten van werknemers en ondernemingen die in andere EU-landen actief zijn.  Ik mocht van bij de opstart de Board voorzitten, en dat gaf me de unieke kans om een agentschap van een beslissing op papier te zien uitgroeien tot een slagvaardige autoriteit met 130 personeelsleden die dag na dag gezamenlijke inspecties, seminaries, gevensuitwisselingen… organiseert.  De Board heeft me nu herkozen voor een nieuwe termijn van drie jaar, en ik kijk ernaar uit om ELA met zijn volledige capaciteit te zien werken.  Dat zal dan met wat minder personeel*, maar een groter budget dan de gemeente Essen zijn.

Die gemeente Essen werkt samen met Klina aan de uitbouw van een „Zorgpunt”, gevestigd in de voormalige OCMW-gebouwen (en nog meer voormalige douanegebouwen) aan Kerkeneind.  Daar ging maandag de gemeenteraadscommissie Welzijn door, en meer dan de nostalgie die als voormalig OCMW-raadslid natuurlijk niet te vermijden was, overheerste de bewondering voor wat er werd gerealiseerd en -vooral- voor de heldere visie en praktische mentaliteit van Dr. Baert en zijn collega’s.

Daarbij werd ook gesproken over de samenwerking met Bravis.  Dat andere ziekenhuis in onze buurt, dat niet 22 maar slechts 8 km van Essen vandaan ligt.  In situaties waarin afstand tijd wordt, en tijd een kwestie van leven en dood kan zijn, niet zomaar een triviale vaststelling.  Toch loopt de samenwerking met Bravis moeilijk, omdat de regels aan weerszijden van de grens slecht op elkaar zijn afgestemd.  Er wordt met gouverneur Berx en de Benelux aan afspraken gewerkt, maar ik maakte me toch de bedenking dat we op het domein van de arbeidsmarkt een heel stuk verder staan dan in de gezondheid, ondanks het succes van de EU-vaccinaankoop.  De arbeidsrechtelijke en sociale zekerheidssituatie van de ambulancier die zich over de grens waagt is alleszins een stuk duidelijker, en de mechanismen doorzichtiger, dan die van de patiënt die in de ambulance over de grens zou worden gevoerd.  Heel goed ken ik het domein niet, maar ik ben er redelijk zeker van dat dat niet aan de Europese Commissie ligt, maar aan de lidstaten, die iets te angstvallig aan hun eigen prerogatieven vasthouden.  Misschien kunnen Vlaanderen en Nederland, Essen en Roosendaal, en Klina en Bravis, nog een voorbeeldrol spelen.  Iets wat Europa ongetwijfeld zou toejuichen.

Ook Bratislava is een grensgeval.  Niet zo sterk als Essen, maar het is de EU-hoofdstad die het dichtst bij de (in dit geval Oostenrijkse) grens is gelegen.  Waar vroeger niet alleen douanekantoren, maar heuse wachtposten stonden, wegens IJzeren Gordijn.  Helemaal aan de andere kant van Slovakije begint dan weer Oekraïne.  Daarmee is Bratislava een goede plek om ons te herinneren van waar we komen, maar ook hoeveel weg er nog af te leggen is.  Ook heel concreet voor de gezondheidszorg in ons eigen kleine Essen.

*Hopelijk toch, wat aan het huidige ritme van de leegloop bij de gemeente Essen lijkt dat niet zó zeker…
Fox populi

Fox populi

Na de (goede) vergadering van de vzw Kobie besloot ik om alvast naar Brussel te gaan, waar ik ’s anderendaags ’s morgens op tijd moest zijn.  Ondanks pogingen van de NMBS om verwarring te zaaien in het station van Essen raakte ik daar ook.  Rond half twaalf liep ik dan ook door Sint-Joost-ten-Node, overigens zoals de kleinste (qua oppervlakte) als de armste (qua belastbaar inkomen) gemeente van België.  Waar een dier mijn pad kruiste.  Mijn biologisch niet erg getraind brein dacht even aan een grote kat, en vervolgens aan een kleine hond.  Maar de staart bracht me na een halve seconde alsnog op het goede spoor : het bleek om een vos te gaan.  Wat mij toch enigszins verbaasde.  Ik associeerde dat dier immers met bossen en desnoods het platteland, alwaar al eens een kip wordt geroofd.  Al denk ik eigenlijk niet dat ik er ooit echt één heb waargenomen.  Alleszins niet van zo dichtbij.  Maar Google leerde me al snel dat de vossen ook de weg naar onze steden hebben gevonden.  Blijkbaar is dat mede het gevolg van de vergroening van de steden, al denk ik niet dat de vos Sint-Joost verkiest op grond van de aanwezige groene ruimte (de Kruidtuin niet te na gesproken).  En wellicht loopt het dier hier al langer rond, zoals het Vossenplein in de Marollen lijkt te suggereren.

Dat levert me toch een wat dubbel gevoel op : bewondering voor het aanpassingsvermogen van de vossen – die dan toch iets van het opportunistische karakter blijken te hebben dat hen in de sprookjes en legenden wordt toegeschreven.  Maar ook een stukje weemoed over het toch meer gepaste territorium -het bos- dat we hen grotendeels ontnomen hebben.

Le plat pays, μην τη κλαις

Le plat pays, μην τη κλαις

Onze vierde huwelijksverjaardag vierden we het voorbije weekend met een dubbele portie cultuur – en een enkele portie gastronomie.  In het Concertgebouw in Brugge traden op 11 november zowel Filip Jordens als Maria Farantouri op.  Jordens uiteraard met de muziek van Jacques Brel, Farantouri met liederen van Mikis Theodorakis.  We zagen twee uitstekende concerten.

Zoals mijn broer die hem eerder zag het had gezegd is Jordens het dichtst dat je op Aarde bij Brel kan raken.  Hij brengt de liederen zoals ze ook in mijn geheugen gegrift staan.  Ik heb altijd van Brel gehouden – bij mijn tweede bezoek aan Parijs, met de middelbare school, kocht ik een CD van hem – de tekst van Le Plat Pays kende ik toen ook uit het hoofd, wat op een examen Frans wel eens goed uitkwam.  Het viel me wel op dat de emoties op een podium veel sterker overkomen dan alleen de muziek ze kan meegeven.  Dat komt uiteraard ook door de grote theatraliteit van Brel/Jordens.  Maar een lied als „les vieux” dat ik altijd redelijk mild vond klinken werd veel bijtender en cynischer.  Ongetwijfeld zoals le Grand Jacques het had bedoeld.

Toen ik in de Griekse les aanhaalde dat ik naar Farantouri was geweest, was het antwoord „leeft die nog ?”.  Ze is wat op jaren, maar haar stem is nog even indrukwekkend als altijd.  Van een belangrijk deel van het repertoire van Theodorakis is haar uitvoering de standaard, en dat was zeer merkbaar.  Bovendien werd ze omringd door uitstekende muzikanten, waaronder een boezoekispeler die zelf ook enkele liederen bracht.  Dat deed hij uitstekend (met een indrukwekkende Φτωχογειτονιά) en zo gunde hij de zangeres ook een adempauze.  Dat mocht ook wel tijdens een concert dat bijna twee uur duurde.  Farantouri miste de laatste regel van haar tweede bisnummer, en net die misser onderlijnde de perfectie van de rest van haar optreden.

Na ons culinaire intermezzo (waarbij we eveneens voor ervaring kozen) trokken we naar Antwerpen en vonden we de weg naar het vernieuwde KMSKA.  Ik denk niet dat ik daar voordien ooit was geweest, maar ik zou er ook mijn hand niet voor in het vuur durven steken (schoolreizen leidden al eens naar Antwerpen, meer dan naar Parijs alleszins).  Het museum is absoluut de moeite waard.  Soms zelfs iets te veel; in sommige zalen hangen meer werken dan de bezoeker aankan.  Met Rubens, Ensor, Van Der Weyden, Jordaens… is vooral de kunst van eigen bodem zeer sterk vertegenwoordigd, maar dat volstaat uiteraard om toch een museum op wereldniveau uit te bouwen.  Een revelatie bleek voor mij Rik Wouters.  Niet dat ik die niet kende, maar de vele werken in het KMSKA toonden een completer en boeiender kunstenaar dan ik in mijn gedachten had.

We genoten van het weekend.  Een minpunt ? De NMBS uiteraard, die er niet in slaagt om iemand gewoon volgens het boekje van A naar B te brengen – en ook al niet van B(rugge) naar A(ntwerpen). Waardoor we veel tijd en het begin van het optreden van Jordens verloren zagen gaan.  Brel vergat onze spoorwegen te vermelden in zijn Plat Pays (”avec des trains si lents qu’il faut les éviter”) en Farantouri besloot wijselijk om het lied „De trein vertrekt om 8 uur” (Το τρένο φεύγει στις οχτώ) achterwege te laten : een lied met een exact vertrekuur past niet in ons land.  Zelfs op de (ene) Delvaux in het KMSKA stond geen trein.  Spoorloos.