Verrezen
“Christus is uit de doden opgestaan” oftewel “Χριστὸς ἀνέστη ἐκ νεκρῶν” – de woorden van het troparion waarmee al pakweg 1.500 jaar het Paasfeest wordt aangekondigd weerklonken vandaag vanop het Sint-Pietersplein in Rome, bij de begrafenis van paus Franciscus. Waarna hij werd bijgezet in de Sante Maria Maggiorebasiliek, dicht bij zijn geliefde “Salus Populi Romani”-icoon – gemaakt in Kreta en ongeveer van dezelfde periode als het troparion. Paus Franciscus was een bescheiden mens die zijn taak als hoofd van de Kerk uitstekend heeft vervuld. Hij heeft de naam die hij als eerste paus koos helemaal waargemaakt, en laat heel grote schoenen achter om in te stappen. Was het allemaal volmaakt ? Neen, maar hij zeer mild voor anderen en verdient dus dat we aanvaarden dat ook in Rome tussen droom en daad af en toe tradities en bezwaren in de weg staan. Franciscus werkte alleszins hard om de katholieke en orthodoxe kerken dichter bij elkaar te brengen, en hopelijk worden die inspanningen door zijn opvolger verder gezet.
Een week eerder, op zaterdagavond, stipt om middernacht, zong ik hetzelfde troparion mee – gelukkig met velen zodat mijn zangtalent niet opviel. Dat gebeurde aan de Sint-Nicolaaskerk in Salamina, vlak bij de zee – van de patroonheilige van de zeevarenden kan moeilijk anders worden verwacht. Zoals gebruikelijk werd het evangelie op de trappen van de kerk voorgelezen, waarna stipt om twaalf uur de verrijzenis werd aangekondigd en dus het eeuwenoude troparion werd ingezet. Waarna we ons niet bij de kleine minderheid aansloten die vervolgens binnen in de kerk de rest van de Paasliturgie volgt, maar zoals de meerderheid met het licht van de Paaskaars huiswaarts trokken, om rode eieren te klutsen en iets te eten en te drinken, nu de vastentijd erop zat.
“We”, dat waren deze keer ook mijn broer en nog zes vrienden van hier. Ik speelde, met de deskundige bijstand van mijn echtgenote die vooral telefonisch nogal wat geregeld krijgt in haar thuisland, een kleine week voor reisleider op een trip die ons in Athene, Hydra, Nafplio, Mycene, Epidaurus en dus Salamina bracht. Met de voorbereidingen voor Pasen als rode draad doorheen de eerste dagen. Het weer zat mee, en het was erg leuk om te doen. De trip heeft me ook voor het eerst naar Mycene gebracht, het belangrijkste centrum van de oudste Griekstalige beschaving, waar rond 1.350 voor Christus 35.000 mensen zouden hebben gewoond – die overigens moesten oppassen voor de leeuwen die er toen nog in het wild voorkwamen, en waarvan de beeltenis het oudste Europese reliëf siert, dat in de stad te vinden is.
Daarmee heb ik natuurlijk wel de Essense Paasmarkt gemist, die weliswaar enkele eeuwen minder oud is, maar toch ook een traditie mag worden genoemd, net als de bijhorende voorstelling van De Spycker. Gelukkig kan ik die wel lezen, want mijlpalen in de geschiedenis zijn er nu eenmaal in verschillende soorten !