Door de woestijn
Ik ben net terug uit Griekenland. Het was er warm de voorbije weken. Het is er eigenlijk al van in juni te warm, ook voor de Grieken die toch wel wat gewoon zijn. Maar de warmte van de mensen compenseert die van de zon, samen met de zee – en ventilatoren en airconditioning, die ook. We brachten veel tijd door in Athene en Salamina, bij de familie van mijn vrouw. Maar we vonden ook de tijd voor een uitstap naar Egina, waar we ook vorig jaar al enkele dagen hadden doorgebracht. En naar Limnos (Λήμνος) – in het Nederlands soms ook “Lemnos” geschreven : de uitspraak van de Griekse letter η veranderde in de loop der tijden van “e” naar “i”, vandaar.
Limnos is een bijzonder eiland. Het ligt ver naar het noorden, in de Egeïsche zee. Vanuit Limnos kan je de berg Athos zien, de “Heilige Berg”, die op het gelijknamige schiereiland ligt dat al van oudsher uitsluitend door kloosterlingen wordt bevolkt. Mannelijke kloosterlingen : het gebied is niet toegankelijk voor al wat vrouwelijk is – enkel voor katten wordt in principe een uitzondering gemaakt, want iemand moet de muizen vangen. Onder meer daardoor heeft de berg ook een bijzonder statuut binnen de Europese Unie, en in de orthodoxe kerkorde waar het rechtstreeks onder de Patriarch van Constantinopel valt. Het staat op het lijstje van de plaatsen waar ik wel eens wil komen, maar dat vergt enige organisatie.
Limnos zelf is gemakkelijker toegankelijk, met de boot of het vliegtuig. Het is een vrij groot eiland, met niet zo heel veel toeristische activiteit, ondanks de prachtige stranden. Het is al lang bewoond, met een vrij goed bewaarde archeologische site waarvan geclaimd wordt dat het de eerste georganiseerde nederzetting in Europa zou zijn geweest, met waterafvoer en openbare gebouwen. Ze ligt net tegenover de plek op het Turkse vasteland waar ooit de stad Troje moet zijn geweest. De Etrusken, de historische buren van de Romeinen in Italië, passeerden mogelijk hier, of ze hadden er alleszins familiebanden.
De hoofdstad Myrina, ook de belangrijkste haven van Limnos, wordt overschaduwd door de indrukwekkende ruïnes van een Venetiaans kasteel, dat herinnert aan de tijden toen die Venetianen met de Ottomanen wedijverden voor de heerschappij in dit stuk van Europa. Echt heel “bezig” is Myrina niet, al komt het ’s avonds tot leven : zelfs de souvenirswinkels sluiten de deuren voor een “midddagpauze” tussen 14u30 en 19u30… Tijd om te gaan zwemmen, of iets te eten. Zoals dat hoort in een haven is de vis er uitstekend – en het eiland staat ook bekend voor zijn lekkere kreeft.
Het eiland gaat er ook prat om dat het “de enige woestijn in Europa” herbergt. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik die toch vooral als een mooi duinengebied zou omschrijven. Zoals er nog wel wat in Europa zijn. Heel ver moet je ze niet gaan zoeken hier in Essen… Wat het eiland nog meer gemeen heeft met Vlaanderen zijn een reeks graven uit de Eerste Wereldoorlog. De slag bij Galipoli werd inderdaad voor een belangrijk deel vanuit Limnos aangestuurd, en de wapenstilstand tussen de Ottomanen en de Geallieerden werd op het eiland ondertekend.
Een interessante geschiedenis, mooie natuur en cultuur, de zon en de zee, lekker eten en een aangename sfeer. Meer moet dat niet zijn tijdens de vakantie. Griekenland dus.