Volgens plan
Tijdens de gemeenteraad van maart werd het publiek vervoegd door enkele middelbare scholieren, wellicht in het kader van de klassieke schoolopdracht om eens een gemeenteraad te volgen. Ik weet niet of ze het beseft hebben, maar deze keer zagen ze geen raad waarvan de uitkomst bij voorbaat vaststond. Bij minstens drie punten verliep de besluitvorming anders dan de verschillende fracties vooraf voorzien hadden – wij weken twee keer af van wat in het verslag van onze fractievergadering stond, de meerderheidspartijen hielden zich minstens één keer niet aan het plan. Waardoor de besluitvorming uiteindelijk voor elk punt unaniem gebeurde. Ondanks heel wat irritatie en hier en daar wat harde woorden. Het was moeilijk om er als deelnemer een goed gevoel aan over te houden, maar eigenlijk was de raad een mooi voorbeeld van democratische besluitvorming, waarbij discussie tot besluiten leidt.
Met ruime voorsprong het belangrijkste agenda-item was de „voorlopige vaststelling” van het beleidsplan ruimte. Ik hoop dat Cois Veraart die naast de scholieren zat er de -veel te late- erfenis van zijn zoon in herkende, die nu door Arno Aerden wordt gerealiseerd. Aerden gebruikte hetzelfde trucje dat zijn partijgenoot Helmut Jaspers een maand eerder had aangewend : proberen eenparigheid te krijgen door te wijzen op het belang van het draagvlak. Maar zo’n draagvlak komt niet vanzelf, daar moet hard aan gewerkt worden. Dat gebeurde de voorbije maanden eigenlijk onvoldoende : wie een plan wil dat door de hele raad gedragen wordt zou gerust wat mogen investeren in overleg met de grootste fractie. Maar het resultaat is desalniettemin goed genoeg. Vooral dankzij een sterk studiebureau, maar goede ondersteuning kiezen is natuurlijk óók essentieel voor bestuurders.
Het beleidsplan tekent niet mijn ideale Essen uit. Ik zou met name de nabijheid van de Kalmthoutse Heide nog sterker hebben laten doorwegen, en nog meer op de natuur- en landschapswaarde hebben ingezet. En uiteraard zou ik het geheel met een mobiliteitsplan hebben geïntegreerd dat de auto niet als vertrekpunt maar als sluitpost gebruikt. Voorbij de inhoudelijke oriëntaties zou ik een stuk meer richting hebben gegeven aan de nog op te maken ruimtelijke uitvoeringsplannen, om te vermijden dat die de gemaakte keuzes nog al te veel onderuit halen.
Misschien kunnen enkele gebreken nog worden weggewerkt, ook de meer concrete die we in de raad aanbrachten, zoals de keuze om Heikant te veel met het Centrum te verbinden en daardoor onvoldoende duidelijkheid te creëren over de (on)wenselijkheid van verdere verdichting. Maar belangrijker nog is dat de bezwaarprocedure die nu in gang gezet wordt niet (zoals op Vlaams niveau in het stikstofdossier) als excuus wordt gebruikt om in de naam van het compromis de gemaakte keuzes terug in vraag te stellen.