Een gemeenteraad krijgen we deze maand niet : het college heeft niet voldoende beleidsideeën om met de raad over te discussiëren. Er stond wel een commissie omgeving op het programma, over het energie- en klimaatplan. Daarvoor gold het principe van de hoge bomen en de wind : er lag een zeer degelijk plan voor, op maat gemaakt voor Essen. Zodat het de moeite was om dat kritisch te bekijken en daar ook degelijk op in te gaan.
Maar daar wilde ik het eigenlijk niet over hebben. In de marge van de discussie ging het even over de auto. Niet vér in de marge, want over klimaat discussiëren zonder het over auto’s te hebben gaat niet natuurlijk. Maar toch : op een bepaald ogenblik zei Dirk dat hij past voor een maatschappij waarin alleen de rijken zich een eigen auto kunnen permitteren. Ik ben het daarmee eens. Maar ik denk dat we naar een maatschappij gaan waarin ook de rijken geen eigen auto meer zullen hebben. Of dat helemaal verboden wordt, dat weet ik niet. Maar het zou best kunnen, en het gaat dan niet veel minder deining veroorzaken dan het wel lijkt.
Ben ik plots in communistische of naïef-ecologistische utopieën gaan geloven ? Zie ik mezelf, als nooit-autobezitter, plots als maat van alle dingen ? Toch niet. Ik zie het aantal autokilometers zelfs omhoog gaan, ten koste van bus en trein. Al gaat dat natuurlijk wel op zo’n manier zijn dat de milieu-impact minimaal blijft.
Mijn redenering begint bij de zelfrijdende auto (eigenlijk een tautologie, automobiel betekent zoveel als “zelfrijdend”…). Die komt er, al gaat het langzamer dan ik voor enkele jaren dacht. Het is ook niet zo evident : vooral de interactie tussen zelfrijdende en bestuurde auto’s is niet zo gemakkelijk om te programmeren. Hoe meer auto’s zelf rijden, hoe minder dat evenwel nodig gaat zijn : die kunnen alle informatie over hun rijgedrag automatisch en meteen aan elkaar doorgeven, zodat ze perfect weten wanneer de auto voor hen gaat afslaan. Maar ook de auto dáárvoor, en zeven auto’s verder. Ik ben geen ingenieur, maar dat lijkt mij veel veiliger, ook bij een hogere snelheid. Tenzij er in dat rijtje natuurlijk nog een auto met een bestuurder zit. Op de autosnelweg wordt het helemaal interessant : daar kunnen alle auto’s die van de Antwerpse naar de Brusselse ring rijden automatisch een treintje vormen en aan maximale snelheid bumper aan bumper (misschien zelfs fysiek gekoppeld) doordenderen. Je moet er niet aan denken dat je daar zelf met je wagentje zou tussen moeten laveren. Of zo’n treintje naast je zou hebben terwijl je van rijstrook moet veranderen. Je eigen auto besturen wordt véél te gevaarlijk – in vergelijking met de zelfrijdende auto. Dat gaat verboden worden, met hier of daar een kleine uitzondering voor “oldtimers” die af en toe de weg op zullen mogen.
Dat is natuurlijk nog geen reden om géén auto meer te kopen. Integendeel, die gaat net veiliger en sneller zijn. Maar waarom zou je ? Als je ‘s avonds tegen je auto zegt : “rijd nu maar naar de garage, ik zie je morgevroeg” dan gaat die vragen waarom hij ‘s nachts geen passagiers of pakjes mag vervoeren om zo de kost te verdienen. Wie gaat daar neen op zeggen ? Die garage kan meteen ook weg : als hij toch moet stilstaan, dat de auto zijn plan dan maar trekt.
Maar waarom moet mijn auto dan ’s morgens terug voor mij voorrijden ? Ik vraag gewoon zo snel mogelijk een auto voor mijn deur, die me brengt naar waar ik moet zijn. Wie daar de eigenaar van is, is niet echt belangrijk, als de auto proper is op zichzelf… Zo vermijd ik ook dat ik geen auto heb als die van mij in panne staat, want dat ga je wel hebben met al die technologie, natuurlijk. Of als hij geüpgraded wordt.
Gaat daarmee het onderscheid tussen arm en rijk verdwijnen ? Jammer genoeg niet : als ik wil betalen voor een auto met ontbijt, waarin ik alleen zit en een videoconferentie kan houden, of een uiltje kan knappen, dan ga ik wat meer betalen dan voor eentje die vijf willekeurige medepassagiers oppikt, Q-Music door de boxen knalt en hooguit slechte automaatkoffie serveert. Utopia klinkt altijd beter dan de realiteit…
De individuele belangen (veiliger, sneller en goedkoper van A naar B) vallen samen met een groot maatschappelijk belang : ondanks de hogere capaciteit zal er minder nood zijn aan wegen, wegens veel efficiënter gebruik. Minder aan spoorwegen, tenzij we onze autotreintjes op één of andere manier met de echte trein kunnen combineren. De parkeerplaats of -garage wordt grotendeels een anachronisme. En elk verkeersongeval wordt voorpaginanieuws, vóór de moordzaken.
Weet ik dat zeker ? Natuurlijk niet. Zowel de technologische evolutie als het gedrag van mensen zijn niet zomaar te voorspellen. En als economist zou ik iets moeten afweten van het tweede, maar niet zo veel van dat eerste aspect. Maar het klinkt plausibel genoeg om er als beleidsmaker toch rekening mee te houden, niet ?