Ons Heer moet zijn getal hebben
Als in dit land in een parlement de meerderheid niet “in aantal” is, zal dat er vaak toe leiden dat de oppositie de zaal verlaat. Dat houdt dan in dat er niet genoeg leden meer zijn om te vergaderen. De vergadering gaat dan niet door, en dat verhindert uiteraard ook dat er wetten, decreten, ordonnanties of andere besluiten worden gestemd. Er zijn gemeenten waar de politieke cultuur hetzelfde voorschrijft : als er onvoldoende meerderheidsraadsleden zijn, dan wordt er niet vergaderd. Ik moest er dinsdag aan denken : er waren maar twaalf meerderheidsraadsleden, en dat is er één te weinig. Eigenlijk mag er geen enkel raadslid van CD&V of Vooruit ontbreken om geldig te vergaderen. Tenzij we als N-VA/PLE-fractie en/of de enige overgebleven VB-er gewoon blijven zitten. En dat doen we eigenlijk altijd. Uit respect voor onszelf, want we maken tijd vrij voor de raad, uit respect voor de administratie die de vergadering voorbereidt en ook wel uit respect voor de collega’s van de meerderheid die er wel zijn. Eén keer hebben we het niet gedaan, toen midden in de zomer een raad werd bijeengeroepen met als enige agendapunt de vervanging van een mandataris bij de meerderheid. Dat was te veel van het goede. Maar anders blijven we gewoon zitten. Als we dat niet hadden gedaan, dan zou Essen nu geen aangepast meerjarenplan hebben, en dat zou voor het college -maar misschien nog wel meer voor de administratie- lastig zijn geweest. En de gemeente zou een ernstig probleem hebben met Fluvius Antwerpen en Iveka, die allebei vol verwachting zaten te hopen dat we de weigering van vorige maand om de overgang van de ene naar de andere goed te keuren ongedaan zouden maken…
Wat we ook niet doen, is anders stemmen omdat er geen meerderheid is. Dat was dinsdag geen optie -we waren zelf ook niet voltallig, en sinds de halvering van de VB-fractie ligt de drempel ook hoger- maar ook als het dat wel is kiezen we er in principe niet voor om van onze mening af te wijken. Niet om extra stokken in de wielen te steken, maar ook niet om de besluitvorming te vergemakkelijken : het blijft natuurlijk een bewuste keuze van CD&V en Vooruit om met de kleinst mogelijke meerderheid te besturen.
Ik heb niet altijd het gevoel dat we heel veel terugkrijgen voor die constructieve houding, al denkt de meerderheid daar mogelijk anders over. Maar eigenlijk moet ik mild zijn, want zelfs na 16 jaar blijkt de gemeenteraad me nog te kunnen verrassen. Ik had er vooraf rekening mee gehouden dat ik me kwaad zou maken, en had zelfs replieken met harde zinnen uitgeschreven, met grote woorden als “respect” en “democratie”. Die heb ik niet gebruikt, en dat lag aan de burgemeester. Of hoe een vredig gevoel dezer dagen niet enkel uit de kerstkribbe kan komen… Dat verhinderde uiteraard niet dat er een stevige discussie werd gevoerd over het aangepaste meerjarenplan. Die leek soms te gaan over de vraag of het glas half vol of half leeg is, en dan dreigt snel een welles-nietes. Pas achteraf -zo gaat dat- besefte ik dat ik had moeten zeggen dat er vooral veel te traag wordt bijgeschonken. Er zijn altijd wel redenen waarom iets te lang duurt, maar het gebrek aan “sense of urgency” is bij dit college soms toch hemeltergend. Het heeft voor hen natuurlijk een voordeel : tegen 2024 gaat het verkiezingsprogramma van 2018 een minuutje in de microgolfoven, en dezelfde beloftes kunnen er weer zes jaar tegen. Hopelijk zorgt de kiezer ervoor dat CD&V en Vooruit deze keer niet “in aantal” zullen zijn. Niet voor één keertje, maar definitief !