Zevenklapper
Zeven talen in zeven dagen. Dat is de titel van het nieuwe boek van de Nederlandse taaljournalist Gaston Dorren. Het belooft dat je -als Nederlandstalige met een basiskennis van het Engels, het Duits en het Frans- in zeven dagen zeven talen kan leren lezen : Fries, Deens/Noors/Zweeds en Italiaans/Spaans/Portugees. Ik heb het boek gekocht omdat ik enkele andere boeken van Dorren gelezen heb, over taal, en die vond ik goed geschreven en interessant. En ook wel omdat ik het uitgangspunt geloof en tegelijk toch nog intrigerend vond : ik wist natuurlijk wel dat je vaak van een Deense of Spaanse tekst wel iets kan maken als je je bestaande taalkennis toepast. Maar het leek me interessant om dat basisconcept echt uitgewerkt te zien, en ik vroeg me ook af hoe gemakkelijk of moeilijk het precies zou zijn.
Ik heb het boek uitgelezen, maar niet zoals dat zou moeten. Ik heb niet echt gestudeerd, en ook niet geoefend. Ik heb er daardoor niet de “vereiste” 56 uur (7 dagen van 8 uur) ingestoken. Daardoor heb ik nu wel een idee, maar beoordelen of het echt goed werkt, weet ik niet. Ik heb wel veel interessante dingen gelezen over de zeven betrokken talen, en uiteraard een aantal zaken opgestoken die me gaan helpen wanneer ik de volgende keer probeer om een Italiaanse of Zweedse tekst te doorgronden. Of om te begrijpen waar een Spaanse of Italiaanse spreker het over heeft, want bij duidelijk en “officieel” taalgebruik (op een conferentie of zo) werkt het wat mij betreft in die talen ook voor de gesproken taal redelijk goed. In het Portugees of Deens moet je daar dan weer niet aan denken.
Het boek probeert echt zo veel mogelijk te puren uit de taalkennis die veel Nederlandstaligen al hebben, en focust daarbij op patronen waarmee verbanden tussen talen kunnen worden gelegd. Dat doet het taalonderwijs naar mijn aanvoelen veel te weinig : kapitaliseren op wat degene die de taal leert al weet. Zo ben ik nog steeds de leraar Frans dankbaar die in één van zijn eerste lessen tussendoor uitlegde dat een accent circonflexe vaak staat op een plek waar in andere talen een s stond. Wie weet wat een “venster” is, zal zo toch eenvoudiger begrijpen wat “fenêtre” betekent. Dat helpt. En dat een Nederlandse v vaak overeenkomt met een Engelse f is informatie die mensen die één van beide talen leren en de andere kennen kan helpen, maar die ik voor wat het Engels betreft, en mijn vraag voor het Nederlands, nooit in de les te horen kregen.
Het is met dat soort informatie, met een zo vereenvoudigd mogelijke grammatica en met allerlei wetenschappelijk verantwoorde of net uiterst praktische tips en tricks dat Dorren probeert om de lezer in één ruk zeven talen aan te leren. Zoals hij zelf stelt had hij er ook nog het Afrikaans en het Catalaans bij kunnen nemen, maar veel andere talen kwamen niet meer in aanmerking – tenminste als je de grens tussen taal en dialect trekt waar dat meestal gebeurt. Buiten de Germaanse en Romaanse talen zijn er sowieso geen die in aanmerking komen, en binnen die groep zijn Roemeens of IJslands wellicht te hoog gegrepen. Maar zeven is al een mooi getal, uiteraard. Wie het wil proberen, of gewoon een interessant boek over taal wil lezen, kan dus hier terecht.