200 jaar later
Εάν αποσυνθέσεις την Ελλάδα, στο τέλος θα δεις να σου απομένουν μια ελιά, ένα αμπέλι κι ένα καράβι. Που σημαίνει: με άλλα τόσα την ξαναφτιάχνεις.
Οδυσσέας Ελύτης
Vandaag viert Griekenland de 200e verjaardag van zijn onafhankelijkheid. Of eigenlijk van het begin van de opstand tegen het Ottomaanse Rijk. Een symbolisch begin dan nog, want de Grieken kenden en lange traditie van opstand tegen de Ottomanen, die rond de jaren 1920 verhevigden en uiteindelijk succesvol zouden worden. De dag van Maria Boodschap in 1821 werd vooral gekozen om zo de religieuze betekenis (de aankondiging van de geboorte van Christus) te doen samenvallen met de nationale betekenis van de opstanden voor de Grieken. Ze leidde dankzij steun van Frankrijk, Groot-Brittanië en Rusland eind jaren 1820 tot de vorming van een eigen Griekse staat – voor het eerst sinds de val van Constantinopel in 1453. Een staat die in 1828 door de Ottomanen werd erkend, en in 1832 ook formeel door het Congres van Londen. In de geest van de tijd werd een koning gezocht, en nadat ene Leopold van Saksen-Coburg had geweigerd (hij vond een andere baan in Brussel) bedankte ook Frederik der Nederlanden voor de eer. Zodat er toch nog een Duitser met de kroon ging lopen, met name Otto van Beieren. Puur dynastiek bekeken een goede zet van Leopold, want het Belgische koningshuis bleek alleszins stabieler dan het Griekse, waar de koningen kwamen en gingen op het ritme van een bewogen geschiedenis waarbij het land uitbreidde en (na de “Klein-Aziatische Catastrofe” van 1921-1922 ook weer inkrimpte – toen de pas verworven gebieden in Klein-Azië verloren gingen en anderhalf miljoen Grieks-Orthodoxen Turkije moesten verlaten (en een half miljoen Turkse moslims uit Griekenland moesten vertrekken). Het huidige grondgebied kwam pas definitief vast te liggen in 1947, toen Italië de eilanden van de Dodekanesos (met Rhodos als grootste eiland) aan Griekenland afstond. Voor wie graag meer leest over de opstand, en over Griekenland in het algemeen, kan ik over de “Parakalo”-blog aanraden.
Vandaag wordt dus de 200e verjaardag gevierd. Met een militaire parade, zoals altijd op 25 maart, maar die vandaag natuurlijk wat extra aandacht kreeg, ook al hield Corona de toeschouwers weg en bleek het meest constante attribuut in de verschillende kleurrijke militaire uniformen het mondmasker. Met een galadiner waarbij Prins Charles (die Griekse grootouders heeft) en vertegenwoordigers van Frankrijk en Rusland aanzaten. En met de heropening van de Nationale Pinacotheek, een gebouw waar ik de voorbije jaren vaak voorbij ben gekomen – het ligt tussen de plek waar de bus stopt vanuit de luchthaven en het huis van mijn vrouw in Athene. Ik heb het de voorbije jaren alleen verstopt achter panelen gezien – het museum was dan ook zeven jaar gesloten, nadat er een schilderij van Picasso uit ontvreemd werd. Ik zal moeten opletten bij een volgend bezoek, want de panelen waren een herkenningspunt. Maar ik kijk wel uit naar een bezoek aan het museum, ook al omdat de collectie enkele Vlaamse meesters bevat.
De 200e verjaardag komt er op een ogenblik dat de spanningen met Turkije opnieuw oplopen. Het is ook de relatie met die buur (nochtans mede-NAVO-lid) die -in combinatie met de zeer maritieme ligging- verklaart waarom Griekenland er in verhouding een erg groot leger op nahoudt. Naar mijn gevoel kijkt Europa te veel weg van de Turkse provocaties en verdienen Griekenland en Cyprus een wat krachtiger houding, waar vooralsnog eigenlijk alleen de Franse president Macron toe bereid blijkt. De Griekse en Cypriotische grenzen zijn de EU-grenzen, onze grenzen dus, ook als ze tussen Kastellorizo en Kas liggen (een half uurtje varen met een klein bootje). Al moet ik erbij zeggen dat hetzelfde wat mij betreft geldt voor Rusland, waar de Baltische staten en Polen terecht óók een wat strakkere lijn zouden willen trekken, en waar de historische banden de Grieken dan weer wat tegen houden om hen daarin te volgen.
Ook economisch komt de 200e verjaardag op een moeilijk moment, want net nadat de heropleving na de diepe financiële crisis (waarbij op een bepaald moment de Griekse uittrede uit de euro dreigde) werd ingezet sloeg Corona toe, waarbij uiteraard de belangrijke toeristische sector zwaar werd getroffen. En een heel reeks structurele problemen dreigen ook de komende jaren de heropleving niet te vergemakkelijken.
Toch straalt de 200-jaarviering zelfverzekerdheid en vertrouwen in de toekomst uit. Terecht, want Griekenland moet het echt niet alleen van een zeer rijk verleden hebben. Maar wat zou ik anders durven zeggen over het land waar ik nu eenmaal mijn hart verloor, en waar ik heimwee naar krijg als ik er enkele maanden niet ben geweest (zoals nu dus) ? Vooralsnog vieren we dan maar van hieruit mee, met de traditionele kabeljauw met lookpuree op het menu. Gelukkige verjaardag dus – Χρόνια Πολλά !