Overbelasting
Vorig jaar werden in Essen de belastingen op tweede verblijven verhoogd. Essen is Knokke niet, dus om de gemeentekas te spijzen was dat niet meteen nodig. Maar de verhoging hing samen met een verhoging van de belasting op leegstand. De bedoeling was om te vermijden dat leegstaande woningen als “tweede verblijf” zouden worden geherkwalificeerd, en dan aan de belasting zouden ontsnappen. We keurde die verhoging mee goed, maar zagen iets over het hoofd, en bij een nieuwe bespreking bracht ik aan dat de échte tweede verblijven op die manier onterecht een hogere belasting kregen opgelegd. Dus werd er op mijn voorstel besloten om in de weekendzone, de “zone voor verblijfsrecreatie”, een minder hoge belastingverhoging toe te passen – nog steeds een belastingverhoging, overigens. Die zone is immers net bedoeld voor tweede verblijven !
Maar ik had niet ver genoeg nagedacht : de “zone voor verblijfsrecreatie” is alleen het deel dat nog steeds weekendzone is, niet het deel dat tot “Woonbos” werd omgevormd – het “woongebied met bosrijk karakter”. Ook daar zijn er tweede verblijven, natuurlijk. Van mensen die nooit de bedoeling hadden om daar permanent te gaan wonen. Mensen die zich aan de regels hielden, en dus geen vragende partij waren voor de regularisatie tot “Woonbos”, maar die wel met de gevolgen opgescheept zitten. Zoals de planbaten, de meerwaardebelasting die ze moeten betalen. En nu dus met de verhoogde belasting op tweede verblijven. Onrechtvaardig, want het gaat even goed om legitieme “tweede verblijvers” dan in de weekendzone. Ik bracht het probleem een paar keer aan in de commissie, en kreeg te horen dat het “toezicht”, de Afdeling Binnenlands Bestuur van de Vlaamse Overheid, een nieuwe uitzondering alleen zou aanvaarden als die goed gemotiveerd zou zijn. Er werd nooit gezegd dat een nieuwe uitzondering uitgesloten zou zijn, er werd nooit tegengesproken dat de nieuwe situatie niet rechtvaardig is. Wel kreeg ik te horen dat er maar een beperkt aantal klachten waren. Niet zo verwonderlijk, want de verhoging gebeurt trapsgewijs; volgende jaar komen er meer klachten, en het jaar daarna nog meer. Wedden ?
Hoewel er dus volgens mij voldoende redenen waren om het reglement aan te passen, gebeurde er niets. Dus besloot ik om zelf het reglement te herschrijven en als voorstel in te dienen voor de gemeenteraad van gisteren. Financieschepen Dirk Konings (CD&V) antwoordde met dezelfde verwrongen logica als in de commissie : er waren geen klachten, en het toezicht zou de wijziging niet aanvaarden zonder grondige argumentatie. Mijn voorstel bevatte een grondige argumentatie, lijkt me. Er was alvast niemand in de raad die ze heeft proberen die te weerleggen. Toen ik dan maar vroeg om het goed te keuren en te wachten tot het toezicht zou reageren, bleek dat ook niet goed. Het voorstel mocht niet doorgaan. Waarom is me nog altijd niet duidelijk. Maar het werd weggestemd, wellicht ook zonder dat de meeste raadsleden van de meerderheid wisten waarover het ging. Dat geldt alleszins voor de voorzitter, die eerst de unanieme goedkeuring afkondigde om dan op zijn vingers te worden getikt door zijn fractievoorzitter, om vervolgens vrolijk tegen te stemmen.
Overigens weet ik exact hoeveel kiezers ik met mijn voorstel heb “bediend” : geen enkele, want wie in Essen een tweede verblijf heeft, die woont hier niet. Daar moest ik het dus niet voor doen. Toch ben ik blij dat ik het geprobeerd heb : onrechtvaardig is onrechtvaardig, en dat principe was me het werk wel waard.