Geo-logica

Geo-logica

Gisteren vergaderde de gemeenteraadscommissie omgeving.  Het was de tweede “hybride commissie”, waarbij dus sommigen in het gemeentehuis en anderen van achter hun computer volgen.  Ik koos voor een fysieke aanwezigheid, en zo was het ook de eerste keer in een half jaar dat ik in  het gemeentehuis kwam.  Maar de commissie was niet alleen daarom bijzonder.  Ik ben nadien naar huis gegaan met het gevoel dat ik echt iets had bijgeleerd.  Dat was te danken aan een voormalig CD&V-raadslid, die nu provinciaal gedeputeerde is.  We hadden inderdaad Ludwig Caluwé te gast, en die bracht een enthousiast verhaal over het Geopark Schelde Delta, waarvoor in 2021 de erkenning als Unesco Geopark zal worden gevraagd, in de hoop om die in 2023 ook te krijgen.  Daarvoor is ook de steun van de betrokken gemeentebesturen nodig.  En die gaan we dus geven.

Essen ligt op de rand van het Geoparkgebied, aan de Brabantse Wal en pal op de waterscheiding tussen de Schelde en de Maas.  Het Grenspark Kalmthoutse Heide, en met name de Nol als goed voorbeeld van het effect van menselijk ingrijpen op de geologie, liggen ook op Essens grondgebied.  En zo horen we er dus ook bij.  Hoewel we ons gevoelsmatig niet meteen bij de “kuststreek” rekenen, ligt Essen bovendien ook gewoon erg dicht bij de Oosterschelde.  De presentatie van Ludwig gaf niet alleen de beheersstructuur en de voorwaarden voor erkenning weer -en de mogelijkheden die deze dan biedt- maar ging ook in op de geologische geschiedenis.  Dat heeft ertoe geleid dat ik nadien verder ben gaan nalezen hoe de Schelde historisch liep.  Ik wist wel dat ze zich enkele keren had verplaatst, maar het hele verhaal kende ik niet.  Zolang er land was tussen Engeland en het Europese vasteland, vloeiden de Rijn, de Maas, de Schelde en de Theems samen om dan in de zee uit te monden.  Toen pakweg 8.000 jaar geleden dat land verdween, ging de Schelde uitmonden ter hoogte van waar nu Zeebrugge is.  Om dan later via veel noorderlijker mondingen, uiteindelijk de Westerschelde te vormen.

Dat hele gebied, en ook de streek die door het hele proces gevormd is (met name de Vlaamse Vallei) zou in het Geopark terechtkomen.  Alleen wordt er blijkbaar nog over gediscussieerd of het Zwin er wel of niet bijhoort.  Daarbij spelen niet alleen geologische argumenten een rol, maar ook administratief/politieke.  Nu, ik ben geen specialist, maar als de monding ooit nét ten zuiden van het Zwin lag, en bovendien de verzanding van het Zwin een stuk geologische geschiedenis is met grote gevolgen voor Vlaanderen en bij uitbreiding voor heel West-Europa, dan heb ik de indruk dat het Zwin er toch best bij zou komen.  Dat zou ik wellicht ook gevonden hebben vóór ik het had bezocht, maar nu ben ik er nog meer van overtuigd.

Een Geopark zijn is een keurmerk.  Het legt geen regels op die bijvoorbeeld de havenactiviteit in Antwerpen zouden hinderen.  De Essense toetreding zou ook niets kosten, behalve een zeker engagement.  Maar Essen zou naast toegangspoort van het Grenspark ook een toegangspoort tot het Geopark kunnen worden.  Het lijflied van het Heidebloempje (nu KSA Heidebloempje Essen) opent met “’t ligt tussen de zee en de heide, mijn land”.  Dat is zo op brede schaal (Essen ligt aan de rand van de “landstreek” met de Kempen, de Peel, Limburg en vlak bij de “kuststreek” met Zeeland en Oost- en West-Vlaanderen), en ook op kleine schaal (Essen ligt tussen Kalmthout en Bergen-Op-Zoom).  Dat we daar tussen liggen, danken we aan de door de Schelde geboetseerde monding, aan veranderingen in klimaat en omgeving en hoe de mens daar mee is omgegaan.  Een boeiend geologisch, historisch, cultureel, ecologisch en economisch verhaal.  Ik wens ons alvast veel succes bij de Unesco !

Foto : mijn vooralsnog laatste bezoek aan een erkend Unesco Geopark leidde naar de Vikoskloof
Reageren is niet mogelijk.