Guerre froide – Batailles gagnées
De gemeenteraad ging gisterenavond door in de Heuvelhal. Helemaal “coronaproof” zoals dat tegenwoordig heet. Het was leuk om nog eens fysiek te vergaderen, nadat we elkaar enkele maanden alleen in Microsoft Teams waren tegengekomen, maar zo groot was het verschil niet. Ook al omdat wegens de grote onderlinge afstand de lichaamstaal zijn normale rol niet echt kon spelen. De gemeenteraad liet de meeste van mijn fractiegenoten niet met een goed gevoel achter, omdat zinvolle discussies onnodig werden ingekort, en omdat we (weeral) op een aantal punten duidelijk niet de gevraagde of zelfs duidelijk foute informatie kregen. Zelf was ik dan weer niet zo ontevreden. Al goed, want het gebeurt niet elke raad dat er ook een voorstel wordt goedgekeurd waar mijn naam mee onder staat. Laat staan twee !
Op voorstel van Jokke, Steff en mijzelf krijgt Essen een regenboogzebrapad. Het schepencollege mag nog kiezen waar – de uitleg van schepen Brigitte Quick dat we moeten opletten om geen onduidelijke verkeerssituatie te creëren klonk daarbij niet onredelijk. Maar de verf moet droog zijn vóór 17 mei volgend jaar. Aangezien het in principe om zeven kleuren verf gaat, wordt er dus best op tijd aan begonnen. Overigens is mijn verdienste in dit voorstel vooral dat ik het een goed voorstel vind. Het kwam van Jokke, en Steff en ik hebben er gewoon ons wagonnetje aangepikt. Maar wel met volle overtuiging. Essen moet zich op alle vlakken durven uiten (schreef ik toch bijna “outen”) als een diverse gemeente, waar iedereen welkom is, en waar iedereen gelijke rechten en plichten heeft. Dat geldt voor wie zich in het acroniem LGBTIQ erkent, maar ook wie om welke reden dan ook niet altijd en overal vanzelfsprekend zichzelf mag zijn. Een regenboog is daarvoor een mooi symbool.
Het andere voorstel vond ik nog belangrijker, want niet symbolisch. Deze zomer, tijdens mogelijk de zwaarste hittegolf ooit (ik was blij dat ik eraan ontsnapte – en dat vanuit het toch ook niet meteen koel te noemen Athene…), werd in het Lokaal Dienstencentrum (LDC) aan de bewoners gevraagd om buiten te eten. Om zo te ontsnappen aan de hitte binnen. Het proces van de bouw van LDC Gasthuis verdient te worden gemaakt. Het is onbegrijpelijk dat er met belastinggeld een gebouw werd neergezet dat erop gericht lijkt tomaten te kwéken, eerder dan ze in de vorm van soep te verorberen. Dat stond ook in ons voorstel : laten we eens uitzoeken hoe dat kon gebeuren, en proberen de kosten die de gemeente daardoor heeft opgelopen te verhalen op wie ervoor verantwoordelijk is. Dat deel van het voorstel werd niet ongunstig onthaald, maar ook niet zomaar goedgekeurd. Ik kan ermee leven dat het eerst juridisch moet worden afgetoetst. Veel belangrijker is dat het eerste punt uit het voorstel het wél haalde. Tegen de zomer van 2021 zal het LDC een koelsysteem hebben, dat ook afdoend werkt. Airconditioning of iets anders, of een combinatie van beide. Ik denk dat het dat laatste zal worden, maar dat laten we als gemeenteraad aan het college over. Waarbij het resultaat, de koelte, telt, en niet of er nu wel of niet naar een oplossing is gezocht. Want dat gebeurde de voorbije jaren al. Alleen werd ze nooit gevonden, of toch niet uitgevoerd. Maar ook de overige raadsleden en het schepencollege vonden duidelijk dat het nu genoeg is geweest – en (alweer) Brigitte Quick onderschatte het dossier ook niet – dit is inderdaad niet op te lossen met enkele potten gekleurde verf. Blij dat ik die bal terug mee aan het rollen heb gebracht !
Ook de CD&V-collega’s die twee raden geleden om meer vrouwelijke straatnamen vroegen mogen tenslotte tevreden zijn : er komt een Martha Bataillestraat. Een mooie keuze, al blijven Zuster Juliana en Jelena De Belder op mijn lijstje staan voor de volgende keer.