Archief van
Maand: augustus 2020

Brandgevaar

Brandgevaar

De brandweer komt aan.

  • “Mijnheer, wij zien geen brand.”
  • “Toen ik belde deed mijn brandblusapparaat het niet, maar ik heb het uiteindelijk toch aan de praat gekregen.”
  • “Wij zien geen brand.”
  • “Die heb ik geblust,, maar toen ik belde zag het er niet goed uit.”
  • “Wij zien geen brand.  U mag ons niet bellen als het niet brandt.”
  • “Kijk, het vuur smeult nog na.”
  • “Voor zo’n smeulend vuurtje moet u ons niet bellen.  U gaat een boete krijgen.”
  • “…”

Ik heb deze allegorie ontleend aan Maarten Boudry, die onder meer op Twitter al enige tijd storm loopt tegen degenen die beweren dat de maatregelen tegen corona niet nodig waren, omdat er al bij al niet zoveel coronagevallen zijn.  Dat is de zogenaamde “preventieparadox”, en ook ik kan me daar geweldig aan ergeren.  Het is namelijk net omdat er allerlei beperkende maatregelen genomen zijn dat er niet zo dramatisch veel gevallen zijn.  Het zijn er wat mij betreft nog veel te veel, en ik ben daarom voorstander van het aanhouden van de strenge maatregelen.  Dat neemt niet weg dat er daar discussie over mogelijk is.  Er zijn inderdaad ook andere factoren dan de impact van het virus waar rekening mee moet worden gehouden.  Sommige maatregelen lijken eerder bedoeld om de controle te vergemakkelijken dan om het virus tegen te houden (maar controle is ook belangrijk, want de “burgerzin” waarop soms beroep wordt gedaan lijkt bij ons toch beperkingen te hebben).  Maatregelen veranderen veel te snel, en zijn soms onduidelijk, en de communicatie is ook niet altijd volmaakt.  Dat is een debat waarin ik graag luister naar wie het niet met mij eens is.  Maar voor wie zoals mijn brandweercommandant negeert dat het huis wel degelijk dreigde af te branden en daarbij de impact van het blusapparaat negeert heb ik niet echt veel geduld.

Nog minder geduld heb ik voor wie besloten heeft mee te gaan in allerlei complottheorieën.  Die gaan van relatief onschuldig en niet geheel onmogelijk (het virus ontsnapte uit een Chinees lab) tot doldwaas (het virus is geproduceerd door Bill Gates om ons via het vaccin een 5G-chip in te planten) en leiden vaak tot het besluit dat de overheid mee schuld heeft aan het virus, of het virus verzonnen heeft om een ander doel te bereiken.  Dat “de overheid dan de meest diverse overheden op deze planeet omvat, dat er allerlei hypercomplexe veronderstellingen nodig zijn om het “complot” te verklaren (waarom wacht Gates bijvoorbeeld zo lang om ons te vaccineren – aan een dode klant heeft hij toch ook niets – en hoe slagen de honderden labo’s die aan een vaccin werken er allemaal in om in hetzelfde toneelstuk mee te spelen ?) en dat er ook feiten en logische verklaringen bestaan, hindert de complotdenkers niet.  Internet en de sociale media maken het gemakkelijk om hun theorieën te verspreiden, en omdat de media soms ook over het bestaan van de theorieën berichten krijgen ze voor sommige geloofwaardigheid.  En typisch voor complotdenken is dat alles wat op het complot wijst een bewijs is dat de theorie juist zit, en alles wat op het tegendeel wijst juist onderdeel is van het complot…

Ik begrijp wel dat mensen het virus beu zijn en perspectief nodig hebben, maar zou het toch verstandig vinden als er wat sterker zou worden ingegaan op dat complotdenken en op de oorzaken ervan.  En reken erop dat al wie verantwoordelijkheid heeft aan de verleiding weerstaat om op de golven die het veroorzaakt mee te surfen om zo het (legitieme) debat over sommige coronamaatregelen te vergiftigen, en beseft dat we ook na deze crisis als één samenleving verder moeten.

Een debat trouwens dat politieke families doorkruist en de links-recht-as verstoort.  Dat blijkt nog het meest uit het feit dat uiterst rechts in sommige landen (of zelfs op bepaalde momenten) strenge maatregelen eist en elders (of enkele weken nadien) protesteert dat het allemaal veel te ver gaat.  Maar ook bij ons zie je politici die anders de individuele vrijheid verdedigen nu sterk de nadruk leggen op de verplichte maatregelen, en anderen die anders als eersten voor een gespierd overheidsoptreden staan nu vinden dat de staat zich niet met onze gezichtsbedekking moet bemoeien.  Blijkbaar waren zowel die vrijheid als die sterke staat er vooral voor de anderen.  Ik zou een opiniepeiling die partijvoorkeur en inschatting van de coronamaatregelen combineert wel interessant vinden.

Ondertussen hoop ik toch dat we zoveel mogelijk de consensus kunnen bewaren en de legitiem besliste maatregelen naleven, ook als we het daar niet helemaal mee eens zijn.  Ook wie vindt dat we beter aan de linkse kant van de weg zouden rijden, rijdt toch rechts, en zo hoort het in een functionerende samenleving; in een democratie komt daar dan wel terecht bij dat linksrijders mogen protesteren en mogen proberen om de wet te veranderen, natuurlijk.  Ik stel bij mezelf vast dat corona de law-and-orderreflex heeft aangewakkerd, en dat ik ook een stuk geloof in het “gezond verstand” van iedereen verloren ben – ook al begrijp ik dat corona soms een erg abstract gevaar kan lijken, en besef ik dat ik wellicht niet vrij genoeg van zonden ben om veel stenen te werpen.  Maar zolang de mondmaskerplicht duurt ga ik me toch blijven ergeren aan wie de neus niet binnen houdt, het masker als kinbedekking gebruikt of niet beseft dat niet alleen ademen maar ook telefoneren gewoon dóór dat masker kan.  Ook al is dat niet zo comfortabel en verbaast het mij dat er al niet lang veel gesofisticeerder maskers op de markt zijn gekomen.  Maar dat is voer voor een ander stukje.

O tempora, o mores

O tempora, o mores

Het Vlaams Belang diende voor de gemeenteraad van dinsdag een voorstel in over het gebruik van de “Nedelandse taal in Essen info”.  De Nederlandse taal is mij genegen, en mijn eerste gedachte toen ik het voorstel las, was uiteraard “With friends like these, who needs enemies ?”, ofwel “Timeo Danaos et dona ferentes” voor wie het idioom van de Antwerpse burgemeester verkiest.  Vervolgens ben ik in de kapel aan de naar hem genoemde laan een kaars gaan branden voor de zielerust van Guido Gezelle, die de bekende regels “De Vlaamsche tale is wonder zoet, voor die heur geen geweld en doet” uit de mouw van zijn habijt schudde, opdat de arme man zich niet al te zeer in zijn graf zou rondwentelen.  Mogelijk zal ook collega-priester-dichter Cyriel Verschaeve zich postuum over zijn hedendaagse geestesgenoten hebben verbaasd, maar gelet op wat er met ’s mans graf gebeurde is zich omdraaien in zijn geval wellicht geen optie meer.  Al goed, want ook anderszins is hij niet het type waar ik kaarsen voor zou branden.

Maar zoals in de gemeenteraad ook Jokke Hennekam opmerkte is de bekommernis van het voorstel terecht : het gebruik van onnodige Engelstalige termen moet worden vermeden, en het “Health Passenger Locator Form” is inderdaad een onding.  Het is belangrijk dat niet alleen de gemeentelijk bestuursdocumenten, van voorstel tot besluit, in correct Nederlands worden gesteld, maar in het bijzonder ook de teksten die voor de burger zijn bestemd en die daaruit voortvloeien.  Εκ λόγου άλλος εκβαίνει λόγος.  Een woordje Engels of een andere taal kan daarbij hoogstens een hulpmiddel zijn.  Veel Essenaren begrijpen Engels, natuurlijk, maar het blijft belangrijk dat we de inwoners als bestuur in onze eigen taal aanspreken.  Nelson Mandela, die zich dezer dagen wellicht óók zeer vaak in zijn graf moet omdraaien, heeft over de Afrikaners in zijn land eens gezegd : “When you speak English many people understand you, including Afrikaners, but when you speak Afrikaans, you know you go straight to their hearts.”  De taal is gansch het volk.  Het Nederlands is bovendien niet alleen de taal van ons Essense hart, het is ook de taal die ons met onze buren verbindt en die we ook daarom als grensgemeente altijd hoog in het vaandel hebben gedragen.

De burgemeester had natuurlijk gelijk dat het HPLF-onding ons vanuit de hogere overheid was opgesolferd en dat de gemeente moeilijk anders kon dan de term gebruiken, maar het was desondanks zinvol dat hierop gewezen werd.

Dat het Nederlands altijd het vertrekpunt moet zijn neemt overigens niet weg dat de boodschap moet overgebracht worden aan al wie in onze gemeente al dan niet tijdelijk verblijft, want we willen ons ook als gastvrije en toeristische gemeente profileren.  Dus soms kan een vertaling wel degelijk wenselijk zijn.  En ook ons eigen dialect moeten we koesteren, zoals dat heel creatief gebeurd is in de coronacommunicatie.  Of hoe zelfs ver van de taalgrens taalpolitiek toch belangrijk blijft…

Stop de Perzen

Stop de Perzen

In het vorige bericht had ik het al over Salamina (of Salamis, met een oudere naam), het Griekse eiland dat het dichtst bij Athene is gelegen, en waarvan mijn vrouw afkomstig is.  Ik plaag haar wel eens door te zeggen dat er daar de laatste 25 eeuwen niet zo veel van belang meer is gebeurd.  Dat is uiteraard ironisch voor iemand van Essen, waar we in 2009 vierden dat de naam “Essen” zelf toen 850 jaar geleden voor het eerst werd opgeschreven.  Voor zover we weten is het belangrijkste dat er hier voordien gebeurde dat er mogelijk enkele Romeinen ooit hun kamp hebben opgeslagen.  Voordien moeten we het wellicht hebben van de spectaculaire mammoetvangst waar nog jaren over werd gesproken (maar nu niet meer, zodat we er ook niets van weten).

Die 25 eeuwen zijn bovendien geen toevallig gekozen aantal.  Het is dit jaar zelfs exact 2.500 jaar geleden dat de zeeslag bij Salamis plaatsvond.  In 480 voor Christus dus.  Bij de slag werd de Perzische vloot, met drie keer meer schepen, verslagen door de Griekse vloot.  In de baai die Salamina van Athene scheidt was de numerieke meerderheid eerder een nadeel, en konden de Grieken gemakkelijker manoeuvreren.  Er zijn argumenten om deze slag als de belangrijkste zeeslag in de wereldgeschiedenis te beschouwen (zie bijvoorbeeld deze top-10).  Dat komt vooral omdat met de slag (en de andere slagen in dezelfde oorlog, met name de bekende slag bij Thermopylae die in hetzelfde jaar plaatsvond) de opmars van de Perzische koning Xerxes in Griekenland werd gestuit.  Als dat niet gebeurt, en Griekenland in Perzische handen valt, dan kan je inderdaad de vraag stellen wat er zou zijn gebeurd met de Grieks-Romeins-christelijke beschaving die Europa heeft gevormd en ook op de rest van de wereld een onuitwisbare impact heeft gehad.  Zelf ben ik daar niet helemaal van overtuigd -de Perzische cultuur was nu ook weer niet zo verschillend van de Griekse- maar het klopt uiteraard dat de symbolische “bakermat” van onze beschaving dan toch wel een eindje verder naar het oosten zou hebben gelegen.

Griekenland viert de 2.500e verjaardag van de slag wat in mineur dit jaar, als gevolg van Corona.  Bovendien is de overheid van Salamina niet zo goed in het zichzelf op de toeristische kaart zetten, ook al haalde het kleine maar inderdaad indrukwekkende archeologische museum van het eiland (in de voormalige lagere school) in juni nog The Economist.  Maar de opvoering van het stuk “De Perzen” van Aeschylus in het theater van Epidaurus maakt wellicht veel goed.  Aeschylus nam zelf deel aan de slag en schreef het stuk 8 jaar later.  Het beschrijft de slag vanuit het standpunt van de Perzen en staat in het teken van “hoogmoed komt voor de val”.  De opvoering kan niet door heel veel mensen worden bijgewoond (corona), maar vorige zaterdag was het via livestream te volgen – enkel buiten Griekenland of voor wie via de 3G van een Belgische provider keek.  Zodat we bij de grote uitzonderingen waren die het stuk konden bekijken met de Acropolis op de achtergrond.  Er is wat discussie over de “modernistische” vormgeving van de tragedie, maar ik vond het alvast een erg geslaagde opvoering.  Hopelijk verschijnt ze nog eens integraal op YouTube, zodat iedereen ze kan zien (en ik hier een link kan plaatsen), maar voorlopig zal u mij gewoon moeten geloven.

Naast de historische waarde van de slag en de artistieke waarde van het stuk bleek het geheel overigens onvermijdelijk ook een zekere actualiteitswaarde te hebben, nu de spanningen tussen Griekenland en de huidige oosterburen -niet langer de Perzen, maar de Turken- hoog oplopen.  Of hoe een zeeslag van 2.500 jaar geleden op verschillende manier de gemoederen kan beroeren…

Vakantie in coronatijden

Vakantie in coronatijden

Drie weken geleden vertrokken we naar Griekenland.  We hadden de reis niet zolang vooraf geboekt, maar dat we zouden gaan stond wel redelijk vast : de familie niet zien na respectievelijk 5 en 7 maanden was voor mijn vrouw en mij geen optie.  Maar we wisten wel dat het geen vakantie zoals de andere jaren zou worden : daar stak Covid-19 een stokje voor.  We hoopten dat de toestand zowel hier als ter plaatse in de zomer vrij goed zou zijn, en dat we misschien nog een lange daguitstap of zo zouden kunnen maken, maar dat bleek niet het geval : zowel hier als in Griekenland (weliswaar minder snel) liep het aantal coronagevallen snel op.  Zodat we zelfs na een herhaaldelijke positieve test besloten om het voorzichtig aan te doen.  Eigenlijk hebben we ons gewoon ook ginder aan de Antwerpse regels gehouden, al zijn we één keer tot na 1u op een terras blijven zitten.  Maar ginder was dat dus toegelaten.

Twee weken hebben we in Athene doorgebracht, één week zijn we naar Salamina getrokken.  Waar we van thuis uit elke dag naar de zee zijn getrokken.  Dat is hoogstens een paar kilometer ver, dus zou ik ons geen dagjestoeristen noemen.  We hadden bovendien op de meeste dagen een privéstrand of toch bijna.  Van rellen bleek dus ook al geen sprake.  Neen, die kregen we ’s avonds gewoon op de Griekse tv mee vanuit Blankenberge.  Wellicht de enige keer deze zomer dat een niet-Grieks strand dat nieuws haalde…

Dat corona er in Griekenland in de lente veel minder zwaar heeft ingehaakt (er zijn bij een gelijke bevolking ongeveer 50 keer minder doden gevallen dan hier !) was af en toe wel te merken.  De maskerplicht werd met name in de horeca en in sommige winkels al eens redelijk vrij geïnterpreteerd.  En hoewel we niet zo veel mensen gesproken hebben zijn er toch vier gepasseerd die beweerden dat het coronavirus eenvoudigweg niet bestaat.  Twee daarvan droegen wel een masker, en met de derde was de afstand zo groot dat het niet nodig was.  De vierde heeft op ons aandringen het masker alsnog opgezet.  Maar toch.  Op één van hen ben ik behoorlijk kwaad geworden en heb ik uitgelegd dat het nogal beledigend is tegenover de slachtoffers van het virus om te beweren dat het niet bestaat.  Dat leek gelukkig wel door te dringen (en ik was vervolgens een beetje trots dat ik in het Grieks kwaad was geworden, want boosheid en taalvaardigheid combineren is niet zo evident).  De Grieken blijken ook in deze tijden vatbaar voor allerlei complottheorieën.  Het moet wel gezegd dat de overheid zich niet laat kennen : de persconferenties van de bevoegde minister en de topviroloog blinken uit in helderheid en de overheidscommunicatie laat zelden of nooit ruimte voor interpretatie.  Maar om de maskers overal af te dwingen is de politiecapaciteit niet toereikend.

Zo werd het geen zomer als de andere, al maakte de zee en het Griekse eten wel één en ander goed.  Maar de eilanden die we hadden willen bezoeken blijven nog een jaar langer op het programma staan.  En zo zal het deze zomer voor velen gegaan zijn, maar laten we daar maar niet te veel over klagen : er zijn genoeg mensen die zelden of nooit de kans krijgen om wat vakantie te nemen of te reizen.  Zelf ben ik vrij optimistisch over de ontwikkeling van een coronavaccin en hoop ik dat we in 2021 een inhaalbeweging zullen kunnen doorvoeren.