Nieuwe spelregels
Er worden in dit land op vijf verschillende politieke niveaus verkiezingen gehouden (minstens, in Antwerpen zijn er ook nog de districtsraden). Op al die niveaus moeten vervolgens politieke meerderheden worden gevormd. Dat loopt niet op al die niveaus even vlot. Dat ligt aan de politieke situatie en de hoofdrolspelers, maar ook aan de geldende regels, natuurlijk.
Op minstens één niveau, het federale, staat dit land zelfs wereldwijd bekend voor zijn moeilijkheden om een meerderheid te vormen. Maar ook in Vlaanderen heeft het van de verkiezingen van 25 mei tot 2 oktober geduurd om een regering te vormen.
Die Vlaamse regering heeft nu beslist om aan het Parlement voor te stellen om de spelregels voor de verkiezingen te veranderen. Om de vorming van een Vlaamse, laat staan federale, regering te vergemakkelijken ? Neen, het gaat over de spelregels voor de lokale verkiezingen. Daar schort wel één en ander aan, maar het meest dringende probleem was het wellicht toch ook weer niet.
Het gaat in de eerste plaats om de afschaffing van de opkomstplicht, en daarnaast om het aanpassen van de regels voor de meerderheidsvorming. Ik ben principieel tegen de opkomstplicht. Hoera, hoera dus. Of eigenlijk toch niet. Ik voel er namelijk helemaal niets voor om als proeftuin te dienen vanop het gemeentelijke niveau. Vooral omdat de eerste keer dat stemmen niet verplicht is veel mensen gewoon gaan thuisblijven “omdat het mag”. Er is ook geen richtpunt om te zien welke impact dat op de uitslag heeft, zodat mensen hun gedrag daar aan kunnen aanpassen (als ik denk dat de andere kiezers van “mijn partij” wél zullen opdagen, dan blijf ik misschien thuis – als ik denk dat ze dat niet doen, dan ga ik maar beter stemmen…). De eer om die kaap van de eerste niet-verplichte verkiezingen te moeten nemen mogen de dames en heren ministers en parlementsleden van mij gerust voor zichzelf houden !
Daarnaast veranderen de regels van de meerderheidsvorming. Niet die van de zetelverdeling, dus heel concreet zou in Essen een CD&V-sp.a-meerderheid nog steeds mogelijk zijn geweest na de vorige verkiezingen. Maar N-VA/PLE zou wel veertien dagen lang het exclusief recht hebben gehad om te proberen een meerderheid op de been te brengen. Die periode hadden CD&V en sp.a dan alleszins moeten uitzitten, waarbij wij uiteraard zouden hebben geprobeerd om één van beide partners los te weken. De burgemeesterskaart zou daarbij bovendien uit het spel zijn gehaald, want de persoon met de meeste stemmen in de grootste coalitiepartij wordt “automatisch” burgemeester. Dat zou Gaston Van Tichelt zijn geweest in een coalitie van CD&V en sp.a, zoals nu. In een coalitie van N-VA/PLE en CD&V en in een coalitie van N-VA/PLE en sp.a zou het evenwel Dirk Smout zijn geworden. Geen andere mogelijkheden, wat niet zonder gevolgen zou zijn geweest.
Interessanter wordt het wanneer we die regels zouden toepassen op de verkiezingen van 2012 en zeker die van 2006. Ook in 2012 zou Gaston Van Tichelt burgemeester zijn geworden in een CD&V/sp.a-coalitie, en overigens ook in één met N-VA/PLE. Als N-VA/PLE en sp.a een coalitie-akkoord maken, dan gaat de sjerp automatisch naar Dirk Smout.
Als de regels al in 2006 hadden bestaan, dan leidt dat wellicht tot een andere uitkomst van de coalitiebesprekingen. In een coalitie van CD&V met sp.a wordt de automatische burgemeester namelijk Frans Schrauwen. En wordt Gaston Van Tichelt wellicht schepen, maar op de sjerp moet hij dan nog minstens zes jaar langer wachten. Schrauwen kan dan alleen van de sjerp worden afgehouden door een coalitie met N-VA/PLE, sp.a, Open Vld en Groen, met 13 zetels op 25, en met Dirk Smout als “automatische” burgemeester.
Ik ben voorstander van die nieuwe regel, maar ze maken de lokale verkiezingen wel nog wat meer een burgemeestersverkiezing, en dat is een beetje jammer. En opnieuw stelt zich de vraag waarom er eerst aan de regels voor de lokale meerderheidsvorming moest worden gesleuteld, en niet aan de regels voor de federale of minstens de Vlaamse…