Archief van
Maand: juni 2020

Bekaaid

Bekaaid

In het tijdperk voor de iPad las ik ’s morgen op de trein de papieren krant.  De Morgen, normaal gesproken.  Op dinsdag wisselde ik die af met Humo.  En op woensdag meestal met Knack.  Maar met dat blad had ik een moeilijke verhouding.  Met de bijlagen erbij was het een stuk dikker dan Humo, en ook duurder.  Maar ik las er minder in.  Over de Belgische politiek stond er niet vaak iets in dat ik al niet elders had gevonden, en ik had al snel door dat goede artikels over het buitenland vaak afkomstig waren uit The Economist, zodat het geen slecht idee leek om gewoon dat blad te lezen.  En toch.

Soms stonden er wel erg goede artikels in Knack, natuurlijk.  Bovendien, als ik die had gelezen bleef er altijd nog een laatste bladzijde over.  Met “Kwaad Bloed”, de column van Koen Meulenaere.  Later werd het “Bladspiegel”.  Het blad was iets te duur om het alleen daarvoor te kopen, maar in bibliotheken deed ik het soms wel : oude Knacks open doen om alleen de laatste bladzijde te lezen.  Dat had wel een belangrijk nadeel tegenover het doorbladeren van het hele blad om zo bij de laatste bladzijde uit te komen.  Af en toe kroop Meulenaere namelijk in de huid van sportjournalist.  Dan begon ik half wakker en ongeïnteresseerd iets te lezen over paardensport, of over golf.  In de verwachting om na twee zinnen opnieuw af te haken.  Maar dat gebeurde dus niet.  Ik bleef lezen en raakte geboeid.  Op het einde had ik nog altijd niets met paardensport, of golf.  Maar ik had wel een schitterend artikel gelezen.

In 2012 stapte Meulenaere, samen met Rik Van Cauwelaert, over naar De Tijd.  Om dagelijks “Kaaiman” te schrijven.  Ik heb Knack daarna misschien nog twee keer gekocht.  Maar De Tijd bood dan weer iets te weinig krant om de lange treinritten naar Brussel te vullen, en de iPad zorgde al voor een alternatief.  Toch greep ik elke gelegenheid aan om Kaaiman te lezen, als ik de krant te pakken kreeg.  De dagelijkse rubriek was gemiddeld net iets minder snedig dan de wekelijkse schrijfsels in Knack, met name in de tijd van “Kwaad Bloed”, maar de uitschieters waren nog steeds literaire pareltjes.  Kaaiman, een schitterend gekozen pseudoniem overigens, was op zijn best als hij Wahrheit en Dichtung naadloos op elkaar liet aansluiten.  Enkele feiten of feitjes, vaak niet echt gekend door of zedig verzwegen in andere media, werden verweven met hallucinante scenario’s, die de echte feiten dan beter beschreven dan de waarheid zelve.  Op echte leugens liet Meulenaere zich bovendien nooit betrappen; blijkbaar werd er één keer een proces tegen hem gestart, dat door de vermeende benadeelde alras werd opgegeven.  Maar fundamenteel oneerlijk was het wel : politici werden tot karikaturen herleid, en die karikaturen werden vervolgens door het slijk gehaald.  Nooit geheel onverdiend, maar wel strikt onrechtvaardig, want elke column over den Baard ging niet over de Kale, die even goed boter op zijn hoofd had.

De laatste jaren las ik Kaaiman omdat De Tijd ’s morgens een link naar alle “opinie-artikels” publiceerde op Twitter, waarna je die ook als niet-abonnee kon lezen.  Ik legde mezelf op om alleen uit de titel af te leiden welke de Kaaiman-“opinie” was, en miste zelden doel.

In het diepst van mijn gedachten zou ik soms Kaaiman willen zijn.  In plaats van te participeren, hoe bescheiden ook, zou ik dan in het ondiepe water stilliggen, om dan om de zoveel tijd de pen te scherpen en plots keihard uit te halen.  Soms mis, soms raak, maar dikwijls genoeg raak om voldoende proteïnen tussen de scherpe tanden te krijgen.  Onthechtheid noch voldoende literair talent vielen mij evenwel ten deel, zodat de Essense gemeenteraad wel tot een maandelijkse Nieuwsflits en maar zelden tot een column met krokodilachtige ambitie aanleiding geeft – ik weet niet waar de bewoners van de biotoop het meest (on)gelukkig mee zouden zijn, maar dat is een andere vraag.

Kaaiman gaat met pensioen.  Ik vind het wel tekenend dat hij dat gewoon doet omdat hij het schrijven beu is en het altijd als broodwinning zag, niet als een dienst aan de maatschappij.  Wellicht maakte ook dat dat hij zich nooit onnodig inhield.  Ik ga hem missen, en heb begrepen dat datzelfde opgaat voor sommige van zijn meer prominente slachtoffers.  Want wie meende iets te betekenen en nooit zijn column haalde, die komt er natuurlijk pas echt bekaaid vanaf.

Black lives matter

Black lives matter

En andere levens ook, maar dat is nu niet het punt.  De politiemoord op George Floyd in Minneapolis bracht het racisme in de Amerikaanse samenleving in het algemeen en bij de politie in het bijzonder nog eens voor het voetlicht.  Het is logisch dat dit net nu leidt tot stevig protest, met een president in het Witte Huis die racisme eerder aanwakkert dan ontmoedigt en die het (gewapende) blanke protest tegen de coronamaatregelen aanmoedigde en plaats van veroordeelde.

Dat er ook in Europa een grote solidariteit is met de protestbeweging in de VS, is een goede zaak.  Dat dit tot al te massale samenkomsten leidt in coronatijden, is dat dan weer niet, natuurlijk.  Er zijn genoeg andere manieren om te protesteren.  Dat de protesten in de VS niet altijd vreedzaam verlopen, valt uiteraard ook niet goed te keuren : met winkels plunderen is nog nooit een probleem opgelost.  Al ligt die sfeer van geweld ook aan het wel erg hardhandig optreden van de ordediensten daar.  En dat lijkt me meteen ook hét grote verschil met Europa.  Ook hier is er uiteraard racisme  in de samenleving, en wellicht ook bij sommige politiediensten.  Terecht zijn er waarnemers die op de balk in ons eigen oog wijzen : het is (te) gemakkelijk om tegen Trump en de VS te roepen zonder naar onszelf te kijken.

Ik vind het moeilijk om na te gaan hoeveel racisme er in de VS relatief gesproken is tegenover de EU-landen – waar ik dat ook onderling moeilijk vind om te vergelijken.  Bovendien is niet alle racisme hetzelfde, wat de vergelijking verder bemoeilijkt.  Onze geschiedenis is ook niet die van de VS : kolonialisme en slavernij, om er twee thema’s uit te pikken, zijn allebei natuurlijk verwerpelijk, maar het zijn wel twee verschillende zaken die een verschillende context uitmaken.  Om al die redenen durf ik niet zeggen dat er hier minder racisme zou zijn,

Wat ik wél weet, is dat onze samenleving hier minder gewelddadig is dan in de VS.  De kans dat een politie-arrestatie, al dan niet racistisch geïnspireerd, hier dodelijk afloopt is gewoon kleiner dan daar (neen, ze is niet nul, dat weet ik ook wel).  De kans dat een protest uit de hand loopt omdat de politie geweld uitlokt is dat ook.  Dat de politie in de VS er uitziet als Robocop en ook reageert alsof elke burger een potentiële moordenaar is, is ook begrijpelijk, overigens : de vrije wapendracht maakt dat de kans dat iemand gewapend is gewoon veel groter is dan hier.  Om al die redenen is de kans dat de vlam in de VS in de pan slaat veel groter dan hier, zonder dat dit meteen een oordeel inhoudt over de omvang van het probleem zelf.  En ook dat is een grote reden voor bezorgdheid, met een heethoofd als Trump in het Witte Huis.

Met Barack Obama hoop ik dat het protest erin slaagt om zo geweldloos mogelijk te blijven en zich te richten op de structurele veranderingen die nodig zijn in de VS-samenleving.  Iets doen aan het wapenbezit en de wapenverkoop hoort absoluut in dat lijstje thuis.