Archief van
Jaar: 2019

Ost mor veurt !

Ost mor veurt !

55 jaar carnaval.  En ik heb daar nog niet over geschreven.  Een normaal excuus zou natuurlijk zijn dat ik gewoon nog niet van de viering bekomen ben.  Van de emoties, de vreugde om het 5 keer 11 jubileum en de beschouwingen over heden en verleden die daar mee gepaard gaan.  Of van het bier, dat gebeurt ook, naar verluidt.  Maar zo goed is mijn excuus niet.  Ik ben gewoon niet de meest fanatieke carnavalvierder.  Niet dat ik geen verdiensten heb in carnavalsmiddens.  Ik heb meegewerkt aan de geschiedschrijving van de beginjaren, in het boek over Heidebrand.  Ik maak de publicatie van talloze carnavalsfoto’s op Essen in Beeld mee mogelijk – die zelfs de vorm van een heuse overzichtstentoonstelling hebben aangenomen.  Ooit heb ik ook echt in de stoet meegelopen.  En ik heb hoogstpersoonlijk een Griekse DJ de toestemming gegeven om de wereldhit van André Van Duin te draaien.

Desalniettemin, ‘k os ni ert mej.  Dat doet evenwel geen afbreuk aan mijn waardering voor het carnavalsgebeuren.  Het Essense carnaval mag dan wel geen werelderfgoed zijn (en wordt dus ook wat minder op de vingers gekeken dan de Aalsterse variant), belangrijk Essens erfgoed is het wel.  Immaterieel erfgoed – want de wagens worden dan wel gedeeltelijk gerecycleerd, ze worden niet voor het nageslacht geconserveerd.  Sociaal weefsel.  Wie heel even verder kijkt op deze site, weet dat ik vind dat dit bewaard moet blijven, en dat het gemeentebestuur daar zijn verantwoordelijkheid voor moet nemen.  Bijvoorbeeld door voor bouwplaatsen voor carnavalswagens te zorgen.  Dáár wil ik gerust nog eens heel hard voor aan de kar (c.q. de carnavalswagen) trekken.  Het lijkt mij nuttiger dan vijf dagen meehossen en dan weer 360 dagen wegkijken.

Nog veel jaren, Essense carnavalisten.  Ost mor veurt !

#Kijken

#Kijken

Ik kijk weinig televisie.  Als het er dan toch van komt, dan moeten de Vlaamse zenders ook nog eens concurreren met andere.  Zo betekent een tv-avond bij ons al eens The Voice of Masterchef op… Skai TV.  Toch ga ik het even hebben over een Vlaams tv-programma.  Met Janine Bischops.  Op, jawel, Ketnet.  Het programma heet #Like me, maar wie zich meteen al over de verengelsing opwindt, kan beter eerst even kijken.  Het lijkt me namelijk een godsgeschenk voor het Nederlands in het algemeen, en de Nederlandse muziek in het bijzonder.  Wie zijn eerste aflevering opent met een 45 jaar oud nummer van Gerard Cox, en daar niet alleen mee wegkomt, maar het lied doet schitteren, die verdient wel wat lof.  Het heropvissen van Take That nemen we er dan maar bij, want de reeks werkt net omdat de diversiteit van het Nederlandstalige muziekaanbod ten volle wordt benut.  En met enige choreografie ziet het er eigenlijk best flitsend uit.

De vzw Kobie haalt de cast begin juli naar Essen.  Ik kijk er al naar uit.

Vereenigt u

Vereenigt u

Op een gemeenteraad komen zelden ideologische kwesties aan bod.  Dat vinden sommige mede-raadsleden jammer, en ze zullen dan ook elke gelegenheid te baat grijpen om de vragen die op een hoger niveau wel spelen naar Essen te halen.  Ook als de band met de gemeentelijke bevoegdheden flinterdun is.  Toch spelen er op de achtergrond soms diepgewortelde visies, al laten die zich niet noodzakelijk altijd zo gemakkelijk vertalen naar de klassieke (partij)politieke breuklijnen.  Eén daarvan, die gisteren opdook en die de komende jaren nog wel eens een belangrijke rol zou kunnen spelen, is de visie op de rol van een gemeentebestuur t.a.v. het verenigingsleven in een gemeente als Essen.

Enerzijds kan je als principieel uitgangspunt hanteren dat verenigingen voor zichzelf moeten instaan.  Ze kunnen gebruik maken van de gemeentelijke dienstverlening, zoals elke burger, maar daar houdt het dan op.  Dit vertrekpunt komt in verschillende varianten voor, maar historisch de belangrijkste in onze contreien is de visie dat de verenigingen weliswaar belangrijk zijn en niet aan hun lot mogen worden overgelaten, maar dat de steun die ze nodig hebben vanuit “de zuil” moet komen*.  In de praktijk dus vooral de parochies, maar in Essen heeft er altijd ook een socialistische tegenhanger bestaan.  Voor wat er niet gebeurt, zijn er in deze visie drie mogelijke uitwegen.  Sommigen zullen vinden dat er uit het feit dat iets niet spontaan wordt georganiseerd, ook blijkt dat het niet nodig is.  Anderen gaan ervan uit dat het gemeentebestuur dan zelf het gat moet invullen, al dan niet door zelf vrijwilligers te zoeken, en onder eigen vlag (of pseudovlag) voor een socio-cultureel aanbod moet zorgen.  Een derde aanpak is om meer te “faciliteren”, bijvoorbeeld door ruimte te voorzien, materiaal ter beschikking te stellen…  en de verenigingen een kader te bieden, waarbinnen ze dan evenwel nog steeds hun eigen boontjes moeten doppen.

Anderzijds kan je principieel vinden dat het gemeentebestuur verenigingen zelf zo veel mogelijk moet ondersteunen.  Financieel, met ruime subsidies.  Praktisch, met een aanbod aan degelijke ruimte en goed materiaal dat flexibel kan wordt uitgeleend – of in sommige gevallen zelfs gewoon verkregen.  Inhoudelijk, door administratieve maar als het moet ook organisatorische beslommeringen over te nemen.  Ook deze visie bestaat in varianten, vooral omdat ze zonder nuances moeilijk haalbaar is : voor een vereniging die de eigen leefbaarheid niet heeft bewezen, die ook niet meteen een grote meerwaarde lijkt te hebben… is het moeilijk om het onderste uit de kast te halen.  Bovendien dreigt zou in dit soort aanpak soms de vrijheid, en daarmee de essentie van het vereniging-zijn, wel eens in gevaar kunnen komen.  En soms is een stukje “eigen verantwoordelijkheid” opnemen ook gewoon deel van het eigenlijke pedagogische project van de vereniging.

De eerste visie, de “handen in de zakken”-visie op de rol van het gemeentebestuur, beschouwt uiteindelijk de vereniging verantwoordelijk voor de eigen inkomsten.  Het is de visie van de tombola’s en de pannenkoekenslagen, of van een “voor wat hoort wat”-beleid dat tot papierophalingen of het wassen van verkeersborden heeft geleid.  De tweede visie, de “handen uit de mouwen”-visie gaat ervan uit dat de vereniging eigenlijk alleen moet doen waarvoor ze is opgericht.  Een voetbalvereniging moet voetballers trainen en wedstrijden spelen, een jeugdvereniging moet activiteiten en kampen organiseren voor kinderen en jongeren.  Een mosselfeest, waarbij trainers en jeugdleiders een dagje kok of ober moeten spelen, is in die visie het bewijs dat de steun onvoldoende is.  De eerste visie zal ook sterker de nadruk leggen op de gelijke behandeling van alle verenigingen (want dat kan nog uitgelegd worden als “een kader scheppen”) de tweede meer op maatwerk, aangepast aan de vereniging – daarbij het risico op enige jaloezie, die ook terecht kan zijn, op de koop toe nemend.

Beide visies komen niet zoveel in hun zuivere vorm voor, zoals ik ook al suggereerde.  Sommigen hanteren bovendien een verschillende visie op verschillende types verenigingen, wellicht samenhangend met de inschatting van hun relatieve maatschappelijk belang.  Maar het verschil in visie bestaat wel en hoewel ze ongetwijfeld ook door de politieke partijen heen loopt, is ze in de huidige Essense raad wellicht niet partijpolitiek neutraal, al was het maar omdat enkelen vrij duidelijk naar de ene of de andere positie lijken te hellen.  En dan is er natuurlijk de “ontzuiling”, vooral dus het terugtrekken van de parochies uit (dit deel van) het publieke domein die natuurlijk een kader schept, die ertoe leidt dat de aanhangers van de visie dat de gemeente hoogstens een kader moest creëren dat het vrij initiatief dan maar vooral via die zuilen moest aanvullen, onvermijdelijk hun visie aan de realiteit moeten toetsen.  Door ze op te schuiven in de richting van de tweede visie, of door consequent vast te stellen dat het vrij initiatief zich terugtrekt en dat te betreuren, maar verder te laten voor wat het is, of door er eigen gemeentelijk initiatief voor in de plaats te stellen.

Ik ben geen politicoloog, gelukkig maar, maar ik ben ervan overtuigd dat dit de discussie over Kobie, oud papier, de beveiliging bij fuiven, het Gildenhuis, de gemeenschapscentra, de turnhal… kan helpen begrijpen.  En voor wie eraan twijfelt : ik ben een overtuigd “handen uit de mouwen”-verdediger.  Al heel wat jaren.  Met nuances, want dat kan niet anders.  Maar toch.  Ik herinner me een discussie in 1994 met de toenmalige voorzitter van de CVP, zelf een groot “vereniger” trouwens, die eigenlijk hiertoe terug te brengen was – en ook toen al liep de breuklijn niet helemaal gelijk met de partijlijnen.

*Heel vaak was (en is misschien nog steeds) dit ook de visie van mensen die zich, al dan niet vanuit hun “zuil”, ontzettend hard voor hun vereniging(en) inzetten.  Ook al daarom wil ik hier in geen geval een waardeoordeel uitspreken.  

Dubbelslag

Dubbelslag

Dat stukje na de eerste volwaardige gemeenteraad is er niet meer van gekomen.  Gisteren stond alweer de tweede op het programma.  Net zoals bij de eerste stelde de formele agenda niet zo heel veel voor, al moesten we gisteren wel alle afgevaardigden in de intercommunales aanduiden.  Over dat kluwen van vreemde structuren heb ik het hier al gehad, smeekbede incluis.  Mijn gebeden werden echter vooralsnog niet gehoord.  Dus deden we onze plicht.  En blijf ik kaarsen branden voor Liesbeth Homans en haar eventuele opvolger(s).

Daarnaast waren de boeiendste discussies in de januari- en februariraden die bij de toegevoegde agendapunten en de rondvraag, zoals dat wel vaker het geval is.  Uit de vragen bleek alvast dat de raad niet van plan is om gedwee het schepencollege zijn gang te laten gaan, bij de extra voorstellen bleek dan weer dat het college het hele gamma van reacties beheerst.  Zo bleken ook de sterktes en de zwaktes van het schepencollege en de verschillende fracties, al is het natuurlijk nog kort dag.  De voorspelling dat ze aan onze fractie van tien geen gemakkelijke klus gaan hebben leek me daarbij alvast uit te komen.  We kunnen uiteraard op heel wat slakken zout leggen, met tien mensen met ook elk verschillende competenties en invalshoeken, als we dat willen.  En de eerste stemming eindigde 13-12, wat natuurlijk op zich ook een boodschap inhoudt.

En verder… hoewel het college zelf natuurlijk grotendeels op de opgebouwde routine verder kan draaien, is het me nog niet duidelijk of er ook meer cement is dan alleen “verder doen”.  Op een onbewaakt moment werd er gisteren naar het bestuursakoord verwezen, een document dat de Essenaar vooralsnog niet te zien kreeg.  En bij de bespreking van mijn eigen eerste voorstel van deze legislatuur kreeg ik even het vermoeden dat ik een breuklijn had ontwaard, al heb ik er dan vervolgens niet naar gehandeld.  Proberen een “bodem” te leggen voor een betere meerjarenplanning, en vooral voor meer inspraak daarin, was veel belangrijker.  Maar het vermoeden blijft.

To be continued…

Gequizt

Gequizt

De negende.  Neen, niet die van Beethoven.  Gisteren stond de negende quiz van N-VA/PLE op het programma.  Met Robin en mijzelf als opstellers en co-presentatoren.  En met vragen in alle mogelijke genres.  Hoe redelijk is het eigenlijk van ons om te verwachten dat mensen én deze Sin With Sebastian zouden kennen, en de Slag bij Bloedrivier ? Misschien was het hier of daar een tikje te moeilijk (kende er eigenlijk iemand de Glover Trophy ?), maar toch denken we dat we de aanwezigen een aangename quizavond hebben bezorgd – ook wel geholpen door onze chocoladeronde.  Met nauwelijks opmerkingen over de vraagstelling, de puntentelling of het verbeterwerk.  Al blijft het moeilijk om consequent te zijn : één letter ernaast zitten, bijvoorbeeld, levert je soms wel en soms geen punten op.  In een land met zoveel quizzen zouden daar toch duidelijke normen voor moeten bestaan, zou je denken.

Achter de schermen liep alles ook alweer perfect op rolletjes. Drank, soep en bitterballen werden fluks geleverd en geconsumeerd.  Jammer wel dat we geen goed doel vonden om een tombola tijdens de pauze aan uit te besteden; hopelijk kunnen we volgend jaar terug bij die traditie aanpikken.  Bij de lokale quiztoppers ontbrak alleen het team van De Voerman.  Die hadden de strijd mogelijk nog spannender kunnen maken.  Nochtans ging ESAK bij de pauze met vijf punten voorsprong aan de leiding.  Die voorsprong liep echter stelselmatig terug, en mijn teamgenoten (gisteren natuurlijk niet) moesten het uiteindelijk nog afleggen tegen De Galloways, en eindigden vervolgens ex aequo met Robins Noormannen.  Zo werd de overwinning dus uit Essense handen genomen, al is de gemeentelijke communicatieverantwoordelijke wel een fervent Galloway.  Hij hoefde zich dus niet Ideale Wereldwoordvoerdergewijs in bochten te wringen om het onverklaarbare uit te leggen, want een indrukwekkende eindspurt gaf iedereen het nakijken.  Met onze felicitaties.  En met veel dank aan iedereen die er gisteren wij was.

Volgend jaar onze tiende quiz.  Of we er iets bijzonders van maken, valt nog te bezien.  Maar dat we gaan proberen om er alweer een mooie quizavond van te maken, dat staat al vast.

 

Geld, gild en gegolden

Geld, gild en gegolden

Ik betrad het podium. Het stuk ? Iets met Robin Hood. De dierenversie. Veel meer herinner ik me niet meer. Ik moet een jaar of zeven acht zijn geweest. Van achter de coulissen betrad ik het toneel. Ik weet niet meer of het stuk gesproken werd, of alleen voorgelezen. Wellicht dat laatste. We waren kleine kinderen, Leeuwkes van KSA. En het was ouderavond. Dus moesten we het podium op. Welke rol ik speelde ? Ook al geen idee. Maar het theater, dat herinner ik me nog wel. De spanning achter de coulissen voor het moment dat we het trapje op mochten lopen en dan tussen de bruine doeken door voor het voetlicht zouden treden. Zodat het hele Gildenhuis ons zou kunnen zien.

Het Gildenhuis, cultuurtempel avant la lettre. Avant héél veel lettres. Toneel van toneel, maar ook van feesten allerhande, van vergaderingen en lezingen, van repetities. Ik herinner me van de tijd van de ouderavonden al dat we soms plaats moesten maken voor Hoger Streven, of voorzichtig tussen de accordeons moesten laveren. Hoe lang zouden die er hun thuisbasis al hebben ?

Het Gildenhuis gaat dicht. Ik had het vóór de verkiezingen voorspeld, maar dat het zo snel zou gaan had ik ook niet verwacht. Het is nochtans een bouwwerk voor de eeuwigheid, zoals dat in die tijd werd gezet, maar zeker van binnen versleten. De verenigingen vinden de weg nog, maar het grote geld stroomt er niet meer binnen (deed het dat destijds eigenlijk wel ?), en met parochiefeesten of de omhaling in een ook al leeglopende kerk wordt de put niet meer gedicht. Het wordt verkocht. Begrijpelijk, als je de penningmeester van de parochie bent. Maar eigenlijk is het niet verkoopbaar. Het is, hoe je het ook draait of keert, gezet met gemeenschapsgeld. Van toen de parochie nog de gemeenschap was. We hebben er allemaal aan meebetaald, we hebben het allemaal mee draaiend gehouden. Eigenlijk is het gemeenschapsbezit. En het heeft ook een gemeenschapsfunctie. Minder dan vroeger. Maar toch, Hoger Streven zit er dus nog steeds.

En ja, dat is dus een gemeenschapstaak, voor ruimte voor verenigingen zorgen. Het beste bewijs is dat ze al jaren in lokalen van die gemeenschap zitten. We hebben daar terecht met een persbericht aan herinnerd. En nogmaals het gebouw dat vandaag met gemeenschapsgeld wordt gerestaureerd, de goederenloods aan Hemelrijk, ook voor de gemeenschap geclaimd. En neen, zeggen dat we binnen enkele jaren wel een ander gebouw zullen neerzetten, dat is géén acceptabel antwoord. Zeker niet als we daarvoor eerst een ander gemeenschapsgebouw zouden moeten kopen van een andere parochie. Godbetert !

Maar dat is politiek. En na de politieke discussie blijft alleen de nostalgie. Naar bakker Arnold op de hoek, waar de schooldag eigenlijk begon. Of de repetitie voor de ouderavond. Naar de Broedersschool. En binnenkort naar het Gildenhuis.

Het doek gaat open. Tergend langzaam, het zal toch niet vastzitten. Maar neen, geduld. Boven draait iemand aan de volgspot. De voetlichten worden rood, geel of blauw. Of allemaal tegelijk. Moest die tafel eigenlijk niet ginder staan ? En dat kindje dáár ? Te laat. Het publiek houdt de adem al in. Dachten we. En we speelden alsof het Gildenhuis de Singel was. Met een souffleursbak dan, waar altijd wel iemand in moest vallen. Wie weet wie wordt er bij de afbraak nog teruggevonden…

De hakken in het zand

De hakken in het zand

En toen bleek deze site plots… gehackt ! Ik had al enkele dagen door dat er iets mis was.  Maar toen wees Jokke er in de marge van de gemeenteraad op dat zij bij een poging tot een bezoekje werd doorverwezen naar reclame voor ruitvormige blauwe pilletjes.  En dat bleek dus te kloppen.  De zoektocht naar de oorzaak en de oplossing bracht me van de regen in de drop (dat hoort bij deze tijd van het jaar), zodat twee dagen lang zowat alle sites waarvoor ik medeverantwoordelijk ben offline waren of maar gedeeltelijk functioneerden.  Maar ik denk dat ik het nu weer helemaal heb opgelost.  Al moet ik uiteraard wel op zoek naar maatregelen om preventief nieuwe problemen te voorkomen.  Wie houdt zich eigenlijk met dat soort ongein bezig ?

Met de tijd die ik eraan verprutst heb, heb ik ook nog niets over de eerste “echte” gemeenteraad kunnen schrijven.  Ik probeer het nog goed te maken.

Gedichtendag 2019

Gedichtendag 2019

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,

boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.

de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,

en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Hendrik Marsman

Ik zeg: dat ene moment, het enige dat je
Als het komt niet herkent
Barst het Geschrevene
En néémt hij die geeft.
Want zo niet dan zal
Ook de dood gedood moeten worden en de vernietiging

Vernietigd en het kleine
Roze kiezelsteentje dat je eens
In je hand hield ook dat zal dan
Ergens, millennia ver, opnieuw gevormd worden.

Met wijsheid en moed. Picasso en Laurens. Laten we de Psychologie, de Politiek en de Sociologie met voeten treden, zonverbrand in een simpel wit overhemd.

Λέω: τὴ μιὰ στιγμή, τὴ μόνη ποὺ
Ἐὰν φτάνει δὲ γνωρίζεις
Τὰ Γραμμένα ραγίζονται
Καὶ αὐτὸς ποὺ δίνει, παίρνει. Ἐπειδὴ ἐὰν ὄχι τότε θὰ
Πρέπει καὶ ὁ θάνατος νὰ θανατώνεται καὶ ἡ φθορὰ

Νὰ φθείρεται καὶ τὸ μικρὸ
Τριανταφυλλὶ ποὺ κάποτε
Στὴν παλάμη σου κράτησες, βότσαλο καὶ αὐτὸ
Κάπου, χιλιετηρίδες μακριά, ν᾽ ἀνασυντίθεται.

Μὲ σοφία καἰ θάρρος. Picasso καὶ Laurens. Νὰ πατήσουμε πάνω στὴν Ψυχολογία, στὴν Πολιτική, στὴν Κοινωνιολογία, ἡλιοκαμένοι μ᾽ ἕνα σκέτο ἄσπρο πουκάμισο.

Odysseas Elytis
(Vertaling Courtine Wit)

Villa Natacha
Voorwaarts, mars !

Voorwaarts, mars !

De Brusselse klimaatmarsen zijn stilaan even veel wereldnieuws geworden dan de Franse gilets jaunes. De laatsten startten vanuit protest tegen te hoge dieselprijzen, de eersten onder meer tegen het feit dat we nog altijd op diesel (en soortgelijk spul) rondrijden. Ik probeer het gele hesjesprotest te begrijpen, maar de diffuse eisen, de agressieve technieken en de anti-democratische tendensen… ze zijn me er toch wat te veel aan. De pogingen tot recuperatie door zowel extreem-links en extreem-rechts zijn dan wel doorzichtig, de „beweging” leent zich er ook voor. Ik zie niet zo goed in waartoe het moet leiden.

Neen, dan den klimaatmarsen. Met als uniek kenmerk dat het eigenlijk een groep scholieren is die het verschil maken. In het algemeen vind ik spijbelen niet zo verstandig en vind ik dat scholen het niet mogen tolereren. Ik heb ook geen zin om inconsequent te zijn en een „spijbelmars” tegen pakweg de pensioenen te veroordelen omdat die tijdens de schooluren plaatsvindt. Maar je kan moeilijk ontkennen dat hij wel wérkt, de techniek van De Wever. Anuna. En inspireert, getuige de sympathieke mini-mars in Essen.

Uiteraard hebben de betogers gelijk : er moet veel meer gebeuren om de klimaatopwarming aan te pakken. Dat kunnen Vlaanderen, België of Europa niet alleen. Het gaat ook niet op om wonderen te verwachten van micro-oplossingen. Maar je moet altijd ergens beginnen, en de EU kan wel een relevante voortrekkersrol spelen. „Te klein” denken gebeurt al vaak genoeg. En er zijn ook echt wel maatregelen die in principe vrij snel en eenvoudig genomen kunnen worden, zoals fiscale maatregelen afschaffen die vervuilend gedrag belonen en hun CO2-afremmende tegenhangers versterken.

Niet dat ik het daarom eens ben met alle oplossingen die worden aangedragen, en dan heb ik het niet over het drukken van geld dat De Wever op een bepaald moment blijkbaar heeft voorgesteld (dat heet in het vakjargon “quantitative easing” en is niet noodzakelijk altijd onzin, al gaat het in de context die ze gebruikte wellicht niet op). Ik heb nogal vertrouwen in technische vooruitgang, en vind in die zin ook veilige(r) kerncentrales aanvaardbaar, in elk geval als overgangsmaatregel voor de komende decennia. Dat neemt niet weg dat ik zeker ook als Essens gemeenteraadslid een schrik heb van de centrale in Doel – die wordt net iets te vaak uitgeschakeld. Maar kolencentrales zijn nog dwazer, en de economie stilleggen houdt oplossingen eerder tegen dan ze te bevorderen. Maar laat dat alles vooral geen pleidooi zijn voor een stilzitbeleid. Integendeel, we moeten nu het verschil maken. Zo efficiënt mogelijk, ook waar dat ideologisch aan de ene of de andere kant wringt. We zijn eigenlijk al te laat. De klimaatmarcheerders hebben dus wel degelijk een essentieel punt, en we mogen niet te snel zeggen dat we „ze gehoord/begrepen/…” hebben.

Op gemeentelijk vlak kunnen we niet zo heel veel doen. Laten we dat onszelf noch anderen wijsmaken. En laten we dan toch doen wat we wél kunnen doen.

Van de gracht in de sloot

Van de gracht in de sloot

We waren dit weekend in Amsterdam. Ik kan er niet rondlopen zonder aan het lied van Kris De Bruyne te denken, dat ik er ooit ook in een speech heb verwerkt. We zijn dus langs de grachten gelopen, onze haren los in de wind (en de regen). Naar Van Gogh zijn we niet gaan kijken, want dat hadden we al gedaan. En in het Concertgebouw zijn we ook niet geweest. Wel in de Melkweg. Neen, niet voor De Bruyne, maar voor een concert van Elftheria Arvanitaki. Hier te lande wat minder bekend, al sloot ze in 2004 de Olympische Spelen af met het prachtige „Dynata Dynata“.  De dag voordien waren we overigens in Bozart in Brussel, voor het openingsconcert van het Roemeense EU-Voorzitterschap.  Met een heel ander repertoire, maar met enkele Balkanklanken als rode draad voor onze muzikale tweedaagse…

Naast Amsterdam stond ook Vinkeveen op ons programma. Om nostalgische redenen voor mijn vrouw, maar uitwaaien langs de waterkant en enkele van de wellicht duurste huizen van Nederland -in een uitzonderlijk geval van watergebonden lintbebouwing- stond me ook wel aan. Behalve enkele erg moedige duikers, een reiger, veel ganzen en een zeiler hier en daar zijn we weinig levende zielen tegengekomen. Een mooi stuk natuur op enkele kilometers van Amsterdam. Of hoe je voor goede ruimtelijke ordening beter zit bij onze noorderburen…