Autoriteit
Verordening 2019/1149 van het Europees Parlement en de Raad richt de Europese Arbeidsautoriteit op, beter bekend -zo gaat dat- onder de Engelse naam European Labour Authority, of -zo gaat dat- onder de afkorting ELA. ELA Is het resultaat van naar Europese normen supersnelle besluitvorming : Jean-Claude Juncker stelde de oprichting ervan voor in zijn “State of the Union” speech op 13 september 2017. Zelfs voor veel ingewijden kwam het voorstel toen als een verrassing; het is dus niet zo dat het idee al lang ergens lag te “rijpen”. Dat maakt het nog opmerkelijker dat er zo snel overeenstemming over kon worden gevonden. Zodat Juncker zelf het lint bij de openingszitting van de Raad van Bestuur nog kon doorknippen.
ELA komt er om eerlijke arbeidsmobiliteit in de interne markt van de EU te bevorderen. Dat betekent dat ELA mee moet zorgen voor duidelijke, toegankelijke en transparante informatie voor alle werkgevers en (potentiële) werknemers die grensoverschrijdend willen werken. Daarnaast moet ELA helpen om regels voor dat grensoverschrijdend werken effectief te handhaven, vooral door de samenwerking tussen de inspectiediensten en de uitwisseling van informatie te vergemakkelijken. Dat is een korte omschrijving, maar er schuilt uiteraard een pak werk achter : als een bedrijf uit Estland mensen tewerk wil stellen in Duitsland, dan moet het (delen van de) de Duitse regelgeving naleven. Dus moet het die kunnen terugvinden, en ook de betrokken werknemers moeten kunnen vinden waarop ze recht hebben. En in geval van twijfel moet de Duitse inspectiedienst informatie kunnen inwinnen in Estland. Eventueel moet er zelfs een gecoördineerde of gezamenlijke inspectie kunnen plaatsvinden.
In een gemeente als Essen kunnen we er ons iets bij voorstellen : we kennen hier al jaren veel grensarbeid, en de juiste regels daarrond zijn niet altijd even gemakkelijk. In de grote Europese eenheidsmarkt is het uiteraard allemaal nog ingewikkelder, en is ook de kans dat het misloopt groter. Ook dat zien we soms bij ons, natuurlijk : de werknemers van elders die hier soms moeten leven in slechte omstandigheden, en waarbij oneerlijke concurrentie wordt gecreëerd. Anderzijds : probeer als eerlijk bedrijf vanuit een ander land maar eens exact te weten aan welke regels bij ons en in Nederland moet worden voldaan, als je in de grensstreek wil werken.
Om de oprichting van ELA voor te bereiden werd ook een adviesraad opgezet. Ik mocht daar deel van uitmaken. Dat was niet altijd eenvoudig, omdat we ons werk moesten doen terwijl nog volop werd gediscussieerd over wat en hoe ELA zou moeten doen. Zelfs de naam was voorwerp van discussie. En de vestigingsplaats, natuurlijk, waarbij de keuze uiteindelijk op Bratislava viel. Dat maakte onze discussies soms een beetje abstract, terwijl de discussies over de verordening zelf, zoals dat altijd gaat, tot in de details gingen. Daarbij werd ook beslist hoe ELA er in de praktijk zal uitzien : eens de Autoriteit volledig operationeel is, zullen er 144 mensen werken, met een budget van 50 miljoen EUR. Ter vergelijking : dat budget is ongeveer het dubbele van het Essense gemeentebestuur, het personeelsbestand is niet iets kleiner dan het Essense.
Met de oprichting en dus ook het einde van de adviesraad had mijn ELA-activiteit er kunnen opzitten, maar dat bleek niet het geval. Ik kreeg het voorrecht ook het Belgische zitje in de raad van bestuur op te nemen. En op de tweede vergadering daarvan, vorige dinsdag in Bratislava, ben ik ook tot de eerste voorzitter van die raad van bestuur verkozen. Ik doe dat graag, proberen consensus te creëren en diverse achtergronden en inzichten op één lijn te krijgen. En ik vind het bijzonder boeiend om te zien hoe een structuur van nauwelijks enkele mensen (formeel zijn er nu drie in dienst) die nu nog in andermans kantoren zit binnen enkele jaren moet uitgroeien tot een slagkrachtige Autoriteit, die naam waardig.