Archief van
Maand: september 2019

Ode aan Helsinki

Ode aan Helsinki

Brussel-Lissabon-Brussel-Helsinki-Limassol-Brussel in tien dagen.  Een “uitdaging” heet dat dan.  Al was ik niet alleen, want een Portugese collega deed op dezelfde tijd de variant “Lissabon-Brussel-Lissabon-Helsinki-Limassol-Brussel”.  En de Portugese en Cypriotische zomerdagen die ik erbij kreeg maken natuurlijk ook iets goed.

Toch wil ik het hier even over het Finse deel van de uitstap hebben.  Ik was niet voor de eerste keer in Helsinki.  Ooit was het zelfs een soort toevallige traditie om de dagen na verkiezingen naar de Finse hoofdstad te trekken.  Die electorale link was er deze keer niet, maar Finland heeft wel het zesmaandelijkse voorzitterschap van de EU overgenomen van de Roemenen.  Een overgangsvoorzitterschap, in de nadagen van de Europese Commissie van Jean-Claude Juncker, en voor de opstart van de ploeg van zijn opvolgster Ursula Von Der Leyen.  Een ploeg trouwens met vier voormalige ministers uit de raad van werk en sociale zaken, waaronder Von Der Leyen zelf.  Toch wel opmerkelijk.

Naast het vergaderprogramma stond ook een bezoek aan een nieuwe architecturale parel aan de Finse kroon op het programma : Oodi – Fins voor “ode”.  In de vergadering noemde ik het ’s anderendaags een investering in het sociale weefsel, verpakt als bibliotheek.  Je kan er namelijk boeken ontlenen.  Of lezen.  Maar je kan er ook op een pc gaan werken.  Of gaan gamen.  Met een 3D-printer werken.  Of posters afdrukken – bijvoorbeeld om daarmee aan het net tegenover Oodi gelegen parlement te gaan protesteren.  Er staan naaimachines.  Je kan er een vergaderzaaltje reserveren (gratis).  Je kan er gaan studeren, voorlezen, een koffie gaan drinken.  Of gewoon gaan zitten.  Rondhangen zonder reden wordt er officieel aangemoedigd.Het gebouw werd gezet ter gelegenheid van de 100e verjaardag van de Finse onafhankelijkheid (van Rusland).  De ramen suggereren een soort eeuwige sneeuw in Helsinki, al maakt ook het grootste buitenterras van Helsinki er deel van uit.

We zagen veel jonge mensen, tieners en twintigers, vooral in de plekken zonder boeken – en zo zijn er veel in de bib.  Maar eigenlijk zagen we mensen van alle leeftijden.  Iedereen is er welkom, ook pakweg bedelaars die even de warmte willen opzoeken of een dutje willen komen doen.  Velen lopen er op kousenvoeten rond, want de bib is ook een beetje thuis.  Tolerantie is het kernwoord. Alleen storend gedrag wordt niet getolereerd, maar het ligt ook niet meteen in de Finse volksaard.  De architecten wilden er één van de meest vrije plaatsen in Noord-Europa van maken, en zo voelt het ook.

Met heel wat anderen vroegen we ons af of het ook in “onze” landen zou kunnen.  In ons geval vreesden we dat zoveel vrijheid tot misbruik zou leiden.  Dat er kritiek zou komen omdat de bib de mens en niet het boek centraal stelt, ook.  Dat de sociale cohesie gewoon niet groot genoeg is.  En dat net daarom zo’n bib fantastisch zou zijn.

De rode draad

De rode draad

De Essense socialistische partij bestaat 100 jaar. Daarmee is ze de oudste partij van Essen. Ook de burgemeester bleek het er immers mee eens dat de CVP niet zomaar een voortzetting van de vooroorlogse Katholieke Partij is, en dus van na de Tweede Wereldoorlog dateert. Anderzijds, wat vandaag de sp.a is heette een eeuw geleden de Belgische Werkliedenpartij, en er zijn twee naamsveranderingen overheen gegaan. Desalniettemin is de continuïteit onmiskenbaar – wie bij elke naamsverandering opnieuw begint te tellen, zal trouwens tot de wellicht verbazende conclusie komen dat PLE de oudste partij van Essen is…

100 jaar, dat vier je niet elke dag. Dus was het zaterdag tijd voor een socialistisch feestje, met een receptie in het gemeentehuis. Waarbij de burgemeester de lof mocht zingen van zijn gezworen coalitiepartner. Een terechte lofzang, want 100 jaar engagement in de lokale en bovenlokale politiek verdient waardering. En de socialisten hebben onmiskenbaar Essen mee vorm gegeven, in de eerste plaats als tegenmacht. Voor de oorlog vooral door op te komen voor wie het niet breed had. Ik vind het altijd wat vreemd dat sommige sp.a-ers hun hedendaagse relevantie willen baseren op sociale verworvenheden uit de vorige eeuw, maar het valt natuurlijk niet te ontkennen dat die vooral aan de socialisten te danken waren en voor de mensen van toen zéér relevant waren. Na de oorlog fungeerden de socialisten in Essen ook als thuis, referentiepunt, als vluchtheuvel soms voor wie “anders” dachte en/of zich niet wilde schikken naar de burgerlijke katholieke moraal. Of dat wel deed, maar vond dat het niet verplicht moest zijn. Dat was ongetwijfeld een belangrijke rol in een Vlaams plattelandsdorp in de jaren ’50 tot ’70.

Ik zou nog meer kunnen opsommen, uiteraard. Heel concreet voor de gemeentepolitiek heeft het bestaan van de sp.a ook betekent dat Essen altijd een relevante, actieve en kritische oppositie had. Ze hebben die rol gelost, maar ik kan niet ontkennen dat wij tot vandaag daar de vruchten van plukken.

Ik wens hen nog honderd jaar erbij toe – al mogen er dat opnieuw 87 in de oppositie zijn, natuurlijk… Ik heb me hier al wel eens afgevraagd of ons politiek landschap zonder de sociaal-democratie kan en wie haar plaats dan kan overnemen. Gemakkelijk is het niet altijd, de verantwoordelijke stem op links zijn in een politiek landschap waar rechts rechtser wordt en links linkser, en waar verantwoordelijkheidszin op zijn zachtst gezegd niet altijd de eerste prioriteit is. Ook de sociaal-democraten worden er wel eens toe verleid, maar flirten met een populistische agenda is uiteindelijk niets hen. Zoals Jeremy Corbyn bewijst leidt dat enkel tot contradicties (en die maken hem onvermijdelijk mee verantwoordelijk – zij het in geringere mate dan pakweg een jaar geleden – voor de Brexitchaos in zijn land). Maar je kan jezelf ook weg regeren bij gebrek aan herkenbaar geluid, zoals Hollande in Frankrijk bewees.  Een moeilijk dilemma, met veel dimensies.  Eén daarvan is de vraag hoe ver je kan samenwerken met centrum-, centrum-rechtse of rechtse partijen – zie de Antwerpse, Vlaamse en federale coalitievorming, maar ook het Essense eeuwigdurende verbond met CD&V. En het is geen makkie voor alle niet-populisten, maar het vraagstuk van migratie en integratie is een wel zeer taaie kluif voor de sociaal-democratie. De Deense partijgenoten in Europa van Crombez zitten héél ver van pakweg het discours van de Brusselse PS daarover vandaan.

Ondanks dat dansen op een slappe koord stel ik vast dat de kleine helft van de nieuwe Europese Commissie uit leden van de Europese sociaal-democratie, de S&D-groep zal bestaan. Zo slecht ziet het er dus op dit ogenblik ook weer niet uit, dus. Ik vind dat toch enigszins geruststellend in politiek soms verwarde en verwarrende tijden, ook voor wie zoals ik geen rode rozen draagt (toch niet op politieke bijeenkomsten !).

Misschien komt er een tijd dat de Europese politiek zonder sociaal-democratie kan, maar voorlopig zie ik die tijd niet in het vooruitzicht. Dat ze dus maar aan hun tweede eeuw beginnen, ook in Essen. Waar er voor geëngageerde mensen met een hart voor de lokale gemeenschap, die geloven dat beleid een verschil kan maken, sowieso altijd plaats zal zijn.  Wellicht gaan we het nog vaak oneens zijn, maar dat is nodig in een democratie.

Zeppos

Zeppos

Soms ontdek je ergens een onverwacht verband.  Dat overkwam me deze week.  Ik lees af en toe iets op deze blog (in het Engels) over Griekse muziek.    Ik stootte met name op dit artikel, over drie oude rebetikoliederen.  Laat ik het er maar meteen bij vermelden : de (oudere) rebetiko, de “Griekse blues”, is niet altijd de meest toegankelijke muziekstijl.  Ik las snel over de twee eerste stukjes van het artikel, en dan viel mijn blik op het stukje over een rebetikolied uit 1946, van de hand van de mij geheel onbekende Giannis Papaioanou (Γιάννης Παπαϊωάννου).  Een lied over ene “Kapitein Zeppos”, zowaar.  En hoewel ook die van vóór mijn tijd is was de link met de Vlaamse jeugdserie uit de jaren 1960 snel gelegd.

Toeval bestaat natuurlijk, maar dit leek me meteen iets te onwaarschijnlijk.  Ik zocht wat verder op het (onvolprezen wonder van) Wikipedia, en vond dat schrijver Louis De Groof blijkbaar deze uitleg gaf voor de naam “Zeppos” : Verbastering van Jan Stephorst. Maar in Griekenland, waar deze Jan Stephorst woonde, kon men dit niet uitspreken. Hierdoor werd de naam”Kapitein Zeppos”.  De link met Griekenland bleek dus wel degelijk “echt”.  Al klopt de rest niet.  De man in het lied heet Andreas en niet Jan, en van Vlaamse of Nederlandse roots is geen sprake.  En bovendien : op de “h”-klank na zie ik niet in waarom “Stephorst” niet uitspreekbaar zou zijn voor Grieken.  Die verbastering is dus niet geloofwaardig.

Meer informatie vond ik niet.  Desalniettemin… het kan bijna niet anders of die De Groof, waarvan ik verder niets weet, moet het lied gekend hebben.  Of hoe een (redelijk obscuur) rebetikolied wellicht mee aan de basis licht van één van Vlaanderens meest succesvolle jeugdseries.  Tenslotte : in het lied zit een verwijzing naar “Koulouri”, en dat is een andere naam voor Salamina, het eiland waar mijn vrouw van afkomstig is.  Zes mensen van het eiland werkten op de boot van Zeppos, samen met zes “vluchtelingen” uit Klein-Azië.  Wie weet zat er bij die vissers dus nog verre schoonfamilie…