Zwitsere klok
Wat hebben 40 staats- en regeringsleiders -waaronder Macron, Merkel, May en koning Filip, VN-secretaris-generaal Guttieres en ikzelf gemeen ? Wel, de voorbije twee weken namen we deel aan de “International Labour Conference” van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO of ILO) in Genève. Vorig jaar was ik daar ook al, en mijn ervaring van toen was hier toen ook te lezen. Deze keer mocht ik niet op het spreekgestoelte (in tegenstelling tot de al genoemde VIPs) maar had ik een andere rol als vertegenwoordiger op de regeringsbanken in het comité dat belast was met het opstellen van de plechtige “Verklaring” ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de IAO. Die verklaring beslaat acht bladzijden. Ik heb daarover ongeveer 108 uren vergaderd (de laatste 5 vergaderuren heb ik gemist, wegens het koninklijk bezoek), met 1 werkdag van 8 tot 21u, 3 van 8 tot 22u (zaterdag inbegrepen), 2 van 8 tot middernacht, en eentje van 8 tot 1 uur ’s morgens. Telkens met anderhalf uur pauze. De andere dagen hadden een wat rustiger ritme.
Het uurschema deed me zowaar terugdenken aan wat we vroeger als leider op kamp deden, al waren de spelletjes en tochten dan vervangen door eindeloze reeksen amendementen en verklaringen. Maar goed, de toekomst van het werk stond dan ook op het spel ! De verklaring had van mij ambitieuzer gemogen, en het taalgebruik wat helderder. De procedure was daar niet helemaal op ingesteld, zodat het bloed, zweet en tranen heeft gekost om tot een overeenstemming te komen. Het is dan ook niet evident om een tekst te schrijven die aanvaard kan worden door de overheden, én door de werkgeversorganisaties en vakbonden van 186 landen. Zelf heb ik vooral bijgedragen als “WhatsAppfluisteraar” van het EU-team (een rol die in internationale onderhandelingen nog niet zo lang bestaat, vermoed ik, maar die inhoudt dat ik onze woordvoerster de inbreng influisterde die de anderen deden via WhatsApp, en die ik probeerde samen te vatten of operationeel te maken) en af en toe als verbindingspersoon naar vertegenwoordigers van landen als daar zijn Mali, Cuba en Brazilië. Daarnaast heb ik vooral geprobeerd om mijn ervaring vanuit andere internationale fora in te brengen. Ik heb zelden zo hard gewerkt, moet ik zeggen – in uren uitgedrukt dan toch. Maar boeiend was het wel. En zo’n eeuwfeest, het heeft wel iets, moet ik zeggen.
Belangrijker dan onze verklaring was overigens de goedkeuring van een formele “conventie” over geweld en intimidatie op het werk. Ik hoop en vrees tegelijk dat die veel meer een écht verschil zal maken dan onze verklaring…