Toch niet de laatste !
Ik kreeg gisteren De Voorbode in mijn brievenbus. Ik vreesde even dat het de laatste uitgave zou zijn, want dat had het vorige nummer laten uitschijnen. Dat bleek niet het geval : het sp.a-partijblad wordt een maandelijkse in plaats van een tweewekelijkse uitgave. Ooit was het een weekblad ! Hoe men dat destijds volhield is vandaag helemaal niet meer te begrijpen. Naar aanleiding van de “existentiële twijfels” bij de collega’s schreef ik hen een mail, om de waardering voor hun werk uit te drukken. Al wie de lokale democratie en politiek levend houdt, verdient immers af en toe een schouderklopje – en zeker als het om een titanenwerk als een bijna zestig jaar oud partijblad gaat. Bij deze mijn mail, en de beste wensen voor een succesvolle “doorstart” zoals dat dan heet !
Beste Voorbode,
Hoe lang zou ik al abonnee zijn ? Meer dan twintig jaar, wellicht. Elke keer als Willy en nu Cois aan de deur komen, betaal ik nog eens voor een jaartje extra. Nu las ik dat jullie nadenken over het voortbestaan van het blad, dat “lezers kent van allerlei gezindten”. Daar hoor ik dus bij, als duidelijk geval van “allerlei”-gezinde… En jullie nodigen die lezers uit om te reageren. Ik weet niet of die uitnodiging echt voor mij bestemd is, maar ik ga het toch doen, dat reageren. Ik kan dat namelijk moeilijk laten.
Toen ik de Essense politiek begon te volgen, was de regel eenvoudig : wie wilde weten hoe de vork van een dossier juist in de steel zat, kon terecht in De Voorbode. Die informatie vanuit en over het gemeentehuis werd dan aangevuld met interviews, en lokaal nieuws uit het socialistische verenigingsleven. Stond er vroeger ook geen kruiswoordraadsel in ? Van bij het begin bewonderde ik het blad, en vroeg me af hoe jullie het in vredesnaam volhielden.
Toegegeven, in de loop der jaren verloor De Voorbode wat van zijn pluimen. Goed over lokale politiek schrijven is niet gemakkelijk als je er niet zelf middenin zit, en mandatarissen hebben vaak ook andere zaken aan hun hoofd. En schrijftalent is ook in politieke partijen niet iedereen gegeven, zeker niet vanuit het perspectief van degenen die dénken dat ze wel kunnen schrijven (ik kan het weten, ik ben er zo één). Soms werd jullie blad gevuld met persberichten van aan de Grasmarkt, die ik elders ook wel kon lezen – het is niet eens een verwijt, ik zou het zelf ook zo gedaan hebben. Maar vaak verschenen er toch stukken die het lezen waard waren – als een Roger in de pen kroop, bijvoorbeeld. Roger Goosen is er jammer genoeg niet meer, Roger Van Ginderen gelukkig nog wel. De laatste tijd zelfs terug actiever. Alleen daarvoor al zou ik de (zeer luttele) tien euro zonder twijfel weer aan Cois hebben gegeven. Maar misschien komt hij ze dus niet halen dit jaar…
Ik begrijp de twijfel. Dat Jeroen er na 15 jaar een punt achter wil zetten, is natuurlijk heel begrijpelijk. Ik zou het ook niet kunnen, een tweewekelijks blad uitgeven. Eerlijk gezegd, N-VA/PLE zou het ook niet kunnen. Wellicht ook niet willen. Toch ben ik zeker dat het een meerwaarde heeft om af en toe iets op papier te zetten. Dat doen we als partijen allemaal en dat zullen jullie ook wel blijven doen. Maar De Voorbode is ook iets anders. Een partijblad dat de partij ook overstijgt. Een beetje zoals Broer destijds, dat ook gekleurd was, maar ook een echt stuk “Essen”. Geen “glossy”, maar gewoon nog echt zwart op wit. Zodat de tekst centraal staat. Mijn vader vindt als hij bij mij thuis komt niet altijd veel interessant leesvoer, het moet gezegd. En dus gaat hij altijd op zoek naar De Voorbode. Veel van wat daar instaat zou hij ook op het internet kunnen vinden. Maar hij gaat het daar niet zoeken. Ik ga het lokale sp.a-nieuws natuurlijk wel op het net zoeken, maar de andere dingen eigenlijk ook niet. Voetbal en biljart, hoe vaak ga ik daar dan nog over lezen ?
Ik weet het, de tijden zijn veranderd. Sterft, gij oude vormen en gedachten, en zo. Ik kan jullie bovendien niet helpen, en ik ga er ook vanuit dat jullie mijn hulp ook beleefd zouden weigeren. Toch hoop ik dat jullie een manier vinden om te blijven schrijven over en voor Essen. In het zwart-wit mag best, want uiteindelijk blijft de kleur toch rood. En hopelijk niet alleen maar digitaal. Want al ben ik dan een fervent digitaal schrijver, een échte tekst, die hoort ook op papier.
Wat er ook van zij, bedankt voor de jaren leesvreugde (ook namens mijn vader, dus) en als er toch nog iets uit de bus (en dus eigenlijk ín de bus) komt, dan hoor ik het graag.
Vriendelijke groeten,
Tom Bevers