Mens, erger je niet
Politiek is mensenwerk. Sport ook. Twee wielrenners die samen naar de meet rijden en dan in een millimeterspurt uitmaken wie er wint. Misschien voelt de verliezer zich bekocht : waarom deed die andere geen meter kop ? Dat kan dan een boze blik opleveren, misschien wat harde woorden. Maar zo goed als altijd volgt nadien de verzoening : de winnaar deed ook zijn job en reed voor wat hij waard was. Van sporters wordt aanvaard dat ze elkaar als collega’s behandelen, als vrienden, ook als ze tegen elkaar uitkomen. Van politici vinden mensen dat soms raar. Hoe kan je nu tijdens de vergadering zo hard discussiëren, en nadien samen iets gaan drinken ? Hoe kan je proberen elkaars machtspositie te ondermijnen of af te nemen, en daarna toch vriendschappelijk met elkaar blijven omgaan ? Sommigen in de politiek vinden het zelf ook moeilijk om die “klik” te maken. Toch is het niet alleen normaal, het hoort ook zo. Ik ben ervan overtuigd dat je anders op termijn de democratie ondermijnt. Een beetje op zijn Amerikaans, waar als maar meer “tribaal” met elkaar wordt omgegaan, waar opgeroepen wordt om politieke tegenstanders op te sluiten, bijvoorbeeld.
Toegegeven, het is niet altijd gemakkelijk. Politiek kan hard zijn, en soms wordt er niet proper gespeeld. De verleiding om “op de man” te spelen is soms groot, het onderscheid tussen iemands persoon en iemands kwaliteiten is soms diffuus. Ook voetballers zullen wellicht na de match een verschil maken tussen een harde maar zuivere tackle, en een vuile fout. Ik heb me hier ook al wel eens druk gemaakt over een gebrek aan collegialiteit, een gebrek aan respect of een pure pesterij. Ik probeer zelf (maar ben feilbaar) om de grens angstvallig te bewaken, maar als het nodig is schuw ik de harde tackle niet – als die nodig is om mijn punt te maken, om mijn gelijk te bewijzen, om mijn visie te realiseren. En misschien lijkt die dan wel eens persoonlijk bedoeld. Of wordt die ten onrechte zo voorgesteld. Als oppositielid kan je nu eenmaal ook niet verbergen dat je mensen hun functie als persoon misschien wel gunt, maar als politicus liever zou hebben dat ze die de volgende dag kwijt zijn. Dat lijkt soms hard, maar het is ten gronde maar juist even hard dan degene die wel op de stoel zit en geen plaats wil maken voor mij…
Na een faire campagne volgde in Essen een moeilijke verkiezingsuitslag, en een coalitievorming die op de verhouding tussen politieke partijen heeft ingewerkt. Ik weet dat sommigen dat niet zullen begrijpen, maar ik kan in alle eerlijkheid zeggen dat mijn opinie over de mensen in geen van de andere partijen in de voorbije weken veranderd is. Degenen die ik als persoon waardeerde, waardeer ik nog steeds. Ik voel me zwaar getackeld (dat zal hier al wel gebleken zijn), en zal met plezier meedenken over het tactisch plan om de volgende keer met onze ploeg niet alleen als eerste over de streep te komen, maar ook op het podium te staan. Vooraleer de anderen binnenkomen, zelfs. Om zo onze visie op een beter bestuur voor Essen te realiseren. Maar degenen tegen wie we die wedstrijd zullen rijden zijn tegenstanders, geen vijanden. Goede mensen, met verkeerde inzichten.