Een glazen huis met een groen dak ?
Gisteren stond de laatste gemeenteraad voor de verkiezingen op het programma. Gelukkig toonde die andermaal aan dat er in Essen hard, maar op een degelijk niveau kan worden gediscussieerd. Waarbij de bal en niet de vrouw/man wordt gespeeld. Dat alleen Frans Schrauwen het daar soms moeilijk mee heeft is ook geen groot nieuws.
De goedkeuring van het wegtracé die een nieuwe verkaveling in de Heikantlaan mogelijk moet maken was het belangrijkste agendapunt. Dat het uiteindelijk werd goedgekeurd met een wisselmeerderheid van 10 CD&V + 2 sp.a + 1 Belang, waarbij de andere helft van de sp.a-fractie tegenstemde, toont aan dat het geen evidente beslissing was. Zowel de voor- als tegenstanders hadden wellicht ook niet allemaal dezelfde motivatie. Ik denk niet dat iemand dit het best mogelijke project voor dit stukje Essen vond. Sommigen lieten zich overtuigen om vóór te stemmen omdat het dossier al ontiegelijk lang aansleept – al kan dat onmogelijk in de schoenen van de gemeenteraad worden geschoven. Anderen vreesden mogelijk dat een niet-goedkeuring uiteindelijk tot een ook niet wenselijke oplossing zou leiden. Dat gaat er wel vanuit dat het schepencollege of het provinciebestuur zo’n slechter plan -zonder nieuwe weg- wel zou goedkeuren. Sommigen werden misschien overtuigd door het argument dat “op bouwgrond gebouwd moet kunnen worden”. Een begrijpelijke en typisch Vlaamse redenering, maar wel één die al veel heeft bijgedragen tot het betonneren van Vlaanderen.
Ook bij de tegenstanders waren er ongetwijfeld verschillende meningen. Dat Essen al veel te snel wordt volgebouwd en dat 26 nieuwe kavels op dit stuk open ruimte te veel is, zal zeker niet alleen bij mij hebben meegespeeld. Dat er niet is overlegd met de omwonenden ook. Dat de impact van het project op de mobiliteit niet werd bestudeerd, is nog een reden om dit project af te wijzen. En dat er geen garanties zijn dat er voorrang zal worden gegeven aan Essenaren bij het aanbieden van de grond zal wellicht anderen overtuigd hebben om “neen” te stemmen. En onvermijdelijk proberen partijen “hun” raadsleden op één lijn te krijgen, waardoor individuele meningen soms niet altijd helemaal tot uiting komen. Ik ben in elk geval blij dat wij tegen deze verkaveling hebben gestemd. Ik had gehoopt dat we ze, net als vorig jaar, ook zouden kunnen tegenhouden. Maar dat lukte dus niet. Jammer. Dat ook milieuschepen Helmut Jaspers (sp.a) vóór stemde, is toch wel veelzeggend. Ik weet dat schepenen in dit soort dossiers wat gewrongen zitten, maar dat het voorstel niet het best mogelijk is voor een “groen” Essen, lijkt me zonneklaar.
Daarnaast vroeg ik nog eens naar de stand van zaken van de procedure bij de Raad van State die het gemeentebestuur heeft ingespannen (of moet ik zeggen “naar eigen zeggen zou hebben ingespannen” ?) om het inzagerecht van gemeenteraadsleden te beperken. In de eerste plaats dat van mij, want daarmee is het begonnen. En bij uitbreiding dat van alle raadsleden. In Essen ? Nee, nee, in heel Vlaanderen ! Omdat ons schepencollege, dat in 2014 daarvoor de steun kreeg van de raadsleden van CD&V en sp.a, vindt dat het recht op privacy voorgaat op het recht van een raadslid om alle dossiers te kunnen opvragen. Ondanks het beroepsgeheim waaraan een raadslid gebonden is. Het Essense schepencollege vindt dus dat het hen toekomt om te bepalen welke informatie over personeelsbenoemingen, bouwvergunningen, sociale steundossiers… een raadslid wel en niet mag opvragen. Wat het inzagerecht helemaal uitholt. Er werd gisteren wat lacherig gedaan over mijn vraag : het dossier ligt wellicht ergens in de onderste schuif. Maar ik vind het aanspannen van die procedure met voorsprong het meest ongehoorde besluit van deze legislatuur; ik probeer altijd voorzichtig te formuleren, maar hiervoor vind ik zelfs het woord “ondemocratisch” gepast. Niets om zomaar lichtjes overheen te stappen.
Minstens tot 14 oktober verhuist de Essense politiek nu van het gemeentehuis naar “de straat”. Hopelijk blijven we het ook daar over de inhoud hebben !