De taal is gansch het volk – Η γλώσσα είναι ολόκληρος ο λαός
Ze moeten onze taal leren ! Wel, daar ben ik het mee eens. “Ze” verwijst dan meestal naar mensen die hier zijn komen wonen en geen Nederlands spreken. En dat moeten ze dan maar leren, inderdaad.
We maken het hen nochtans niet altijd gemakkelijk. We leggen de lat vaak meteen erg hoog, ook als iemand moeite doet om Nederlands te spreken. We proberen zelf niet altijd om ons dialect wat weg te vlakken als er Nederlands lerenden bij zijn. En als we vinden dat de betrokken anderstalige er toch vrij Westers uitziet, dan schakelen we vaak spontaan zelf ook maar op het Engels over.
En het ís al niet gemakkelijk, een taal leren. Zeker als die niet zo dicht bij de eigen moedertaal ligt. Ik ben enige tijd geleden begonnen om Grieks te leren. Voor wie geen linguïstische achtergrond heeft : die taal is ongeveer even sterk aan het Nederlands verwant als het Frans of het Russisch, en staat dus verder van ons af dan het Engels of het Duits, maar dichter dan pakweg het Turks, het Arabisch of het Chinees. Tegenover velen die hier Nederlands leren heb ik het nadeel dat ik niet in een Griekstalige omgeving verblijf, al krijg ik natuurlijk wel kansen om de taal te gebruiken. Ik heb het voordeel dat ik me flexibele lessen, aangepast aan mijn eigen niveau en kennis kan permitteren. En ook al drie keer een weekje intensieve taalles in Griekenland zelf heb gevolgd.
In mei legde ik een examen af – Grieks B1 en B2. Ik weet ondertussen dat ik voor beide geslaagd ben, al dacht ik dat mijn rampzalige spelling me zeker op het hogere niveau de das had omgedaan (wie ooit dezelfde plannen zou hebben als ik – lezen in het Griekse alfabet valt erg goed mee, maar schrijven is een ander paar mouwen omdat dezelfde klank door meerdere letters kan worden weergegeven, wat met name geldt voor de i-klank waarvoor vijf schrijfwijzen bestaan). Ik heb behoorlijk hard gewerkt voor die examens (en dat is meteen de verklaring waarom het hier in mei erg stil was – maar ook waarom voordien deze blog er af en toe is overgeschoten, en ik ook met het lijstje van “te lezen boeken” zeer ver achterop ben geraakt), en het geluk gehad om enkele weken redelijk intensief te kunnen oefenen. Ik heb eruit geleerd dat het gemakkelijker gezegd is dan gedaan, die opdracht om “onze taal te leren”. Voor kinderen niet, die hebben het een stuk gemakkelijker. Maar voor wie hier als volwassene aankomt vraagt het ongetwijfeld veel tijd en doorzettingsvermogen. En veel begrip van “onze” kant, het aanbieden van oefenkansen (“Babbelpunt” doet schitterend werk) en ook realistische verwachtingen.
Mijn Hongaarse poetsvrouw die haar werk uitstekend doet maar last heeft met de woordvolgorde in onze taal… Wel, dat zou wellicht iedereen van ons die elders beland is hebben kunnen overkomen. Wie dat niet gelooft mag anders alvast zelfs eens de juiste volgorde van de werkwoorden in de vorige zin aan iemand proberen uit te leggen…