Portugal, warm aanbevolen
De zomervakantie bracht me dit jaar naar Portugal. Niet de eerste keer dat ik in het land was, maar het was wel al bijna tien jaar geleden, en mijn bezoekjes bleven altijd beperkt tot de hoofdstad, en waren beroepshalve. Nu trokken we van de Algarve in het zuiden via Lissabon naar Porto, met enkele uitstapjes onderweg. Het was de eerste keer dat ik ook echt wat meer tijd kon uittrekken om Lissabon te zien, maar ik heb toch vooral het noorden en het zuiden van het land wat beter leren kennen. De Algarve, waar we in Faro en Lagos verbleven, heeft een prachtige kust. Die het dankt aan de Atlantische Oceaan, waar ik niet zo lang geleden zo ongeveer even westelijk aan de Ierse Cliffs of Mohair stond. De rotskusten doen aan elkaar denken – al moest ik dan wel abstractie maken van het weer. De Oceaan zorgde ook voor een reeks grotten rond Benagil, die we vanuit Lagos met een speedboat bezochten. De moeite waard. Voor de vogelliefhebbers is Faro dan weer het paradijs, met de lagune voor de kust. Als Geert Vandekeybus nog eens geen school bestuurt of een verkiezingslijst duwt, dan moet hij er zeker eens naartoe trekken. ’s Avonds koelde het er bovendien heerlijk af, wellicht ook onder invloed van het ijskoude oceaanwater. Echt zwemmen zat er daardoor niet in.
Lissabon kende ik dus al, maar daar waren we bijna deelgenoot aan een nieuw Europees record : dat van de warmste Europese hoofdstad. We haalden het niet, Athene 1977 blijft de kroon spannen. Desondanks was het er zeer warm, wat tot net iets minder activiteit aanzette. Wie na deze zomer de klimaatverandering nog probeert te ontkennen, moet wellicht verdacht worden van een zonneslag… Maar ik dwaal af : Lissabon blijft een prachtige, bruisende stad. Er stond ook een etentje met fado op ons programma. Dat leverde natuurlijk een wat hoger prijskaartje op dan de gewone maaltijd in Portugal, waar de vers gegrilde vis voor geen geld op tafel komt, zeer gesmaakt met een glaasje witte of “groene” wijn (Vinho Verde) erbij. Vanuit Lissabon trokken we ook naar Evora, en naar Sintra. Dat laatste vooral voor het niet te missen kasteel. Even kunstmatig dan het Zuid-Duitse Neuschwanstein dat eerder dit jaar op mijn programma stond, en toch ook weer helemaal anders. Als Neuschwanstein het model is voor het typische Disneykasteel, dan is Sintra dat voor de Disneybouwer die nóg een kasteel wil, maar dan anders.
De grootste ontdekking voor mij was Porto. Even levendig als Lissabon, maar compacter, met een eigen karakter dat niet alleen op de gelijknamige wijn drijft. En ook gewoon heel mooi, met de Douro-oevers en de bruggen die deze dan overspannen. Een bezoek absoluut waard – wat ook Dirk Smout vond, zodat we elkaar voor één keer eens niet op een Essense vergadering maar in een Portugees restaurant troffen. Soms is de wereld klein. Net omdat die zo klein is, is die klimaatverandering trouwens zo belangrijk, en moeten we daar ook in Essen werk van blijven maken. We kunnen niet anders.
De laatste dag haalde het kwik in Porto 24°C. Neen, dat was de maximumtemperatuur, niet het minimum. Zoals de zomers vroeger hier waren, dus. Het kan verkeren…