Met de Saromapaplepel
Binnen 8 dagen, op 31 juli, zal het juist twintig jaar geleden zijn dat ik mijn laatste KSJ-kamp afsloot. Tien jaar geleden heb ik hier verteld hoe dat toen voelde, en nog eens tien jaar later kijk ik er eigenlijk nog steeds op dezelfde manier op terug. Maar gisteren was ik voor het eerst sinds die dag nog eens op het kampterrein van (het nu dus terug de oude naam dragende) KSA Essen. Omdat mijn broer er net als vorig jaar in de kookpotten roert, vond ik een bezoekje wel kunnen. Ik heb zelfs een klein steentje (of eigenlijk een grote pot rijst) bijgedragen. Een kampkeuken binnenwandelen voelde heel vertrouwd aan, ook al omdat ik de hele kookploeg als leider, lid of mede-leid(st)er heb gekend. Het hele kamp bleek ook heel herkenbaar, met inbegrip van de loomheid die bij die soort hoge temperaturen de namiddagen kenmerkt, en van enkele kleine aanvullingen bij lang tradities die ik ooit zelf nog heb aangebracht.
Het deed me veel plezier om een KSA-kamp nog eens even te zien leven. Ook omdat ik weet dat jeugdbewegingen het niet altijd gemakkelijk hebben, en dat geldt nu nog meer dan tien of twintig jaar geleden. Langdurige vrijwillige engagementen (ik was 26 toen ik in 1998 stopte, na 8 jaar leider te zijn geweest) worden niet altijd aangemoedigd door de samenleving. Er zijn (veel terechte, daar niet van) regels en vereisten bijgekomen, en ook financieel is het niet altijd evident om een vereniging draaiende te houden. Ik vind het daarom belangrijk dat een gemeentebestuur -zeker in een gemeente als Essen, die gelukkig heel veel jeugdbewegingen heeft- inspanningen doet om het jeugdwerk te ondersteunen. Met N-VA/PLE willen we de komende zes jaar garanderen dat de dienstverlening voor verenigingen niet duurder wordt. We willen extra polyvalente ruimte voorzien, waar jeugd- en andere verenigingen zelf iets kunnen organiseren, én we willen de hoog oplopende kosten voor de beveiliging van fuiven e.d. (“security”) mee opvangen. Jeugdbewegingen moeten in de eerste plaats hun tijd en energie kunnen steken in “jeugdwerk maken”, niet in geldzorgen of allerlei andere beslommeringen.
Voor mij zijn dat niet zomaar punten uit een politiek programma, het is een visie die vertrekt vanuit een diep geloof en vertrouwen in de meerwaarde van het jeugdwerk, die ik bijna letterlijk met de paplepel (op kamp zat daar meestal Saromapap in) heb meegekregen. Op 14 oktober gaat het ook daarover. Maar eerst is er nog de zomer. Ik wens de KSA-leden, -leiding en -kookouders een fantastisch kamp. Alle andere jeugdbewegingen in Essen wens ik nét hetzelfde toe, en iedereen die in Vlaanderen de KSA- of een andere tent rechtzet eveneens. Dat ze allemaal ervaringen mogen opdoen die hen binnen twintig jaar nog even levendig voor de geest staan dan die van mij !