In de startblokken
Niet alleen het nieuwe jaar, ook de nieuwe legislatuur nadert met rasse schreden. Vanaf 2 januari worden in alle Vlaamse gemeenten nieuwe gemeenteraden geïnstalleerd. In de meeste gevallen moesten daarvoor meerderheidscoalities worden gevormd. Vaak ging dat snel (of te snel, zoals in Essen), maar op sommige plekken had het wat meer voeten in de aarde. De meeste van die moeilijkheden waren op 14 oktober al perfect voorspelbaar, trouwens.
Dat het vormen van een meerderheid in Antwerpen niet zo eenvoudig zou zijn, stond wellicht zelfs al vóór 14 oktober vast. Centrum-rechts verderzetten had gekund, maar N-VA had duidelijk niet echt veel zin meer in een verdere samenwerking met CD&V. Toen dan nog bleek dat de meerderheid maar één zetel overhield, was het lot van de uittredende coalitie al snel beklonken. Dus moest de rechts-linkskloof overbrugd worden. Ik had van bij het begin het gevoel dat de sp.a daar méér zin in had dan Groen, én dat Bart De Wever Jinnih Beels een stuk beter vertrouwde dan haar groene collega’s. Dat ook Open Vld dan nodig was voor de meerderheid was een pluspunt, omdat de partij zo de schakel kon vormen met de voormalige bestuurspartij die nu plots de kans kreeg om terug mee op het Schoon Verdiep te geraken. Uiteraard vergde het grote inspanningen om de meerderheid rond te krijgen, en natuurlijk was het geen evidentie om de sp.a-achterban te overtuigen. Maar uiteindelijk lijkt het me een betere keuze om mee te besturen dan aan de kant te blijven staan : elke trendbreuk zal immers sowieso op het conto van de sp.a komen, die daarnaast altijd zal kunnen uitleggen dat ze ook niet álles konden veranderen. Al zal N-VA zes jaar lang moeten opletten dat ze de eigen wil niet te ver doordrijft en dat ze in Brussel niet stukmaakt wat ze in Antwerpen opbouwt – en dat is wellicht óók een goede zaak voor N-VA zelf. Ik verkies principieel geel-blauw-groene coalities, maar Groen toonde te weinig honger om te besturen en te veel koudwatervrees – het zou volgens mij een Mieke Vogels niet zijn overkomen. Deze geel-rood-blauwe meerderheid ziet er wat mij betreft alvast redelijk veelbelovend uit.
Een andere gemeente waar de puzzelstukken erg laat in elkaar vielen was Ninove, en ook daar werd met veel belangstelling van buiten de gemeente zelf naartoe gekeken. Forza Ninove mag dan wel niet de naam van het Vlaams Belang dragen, dat de partij wordt aangevoerd door een Belang-parlementslid maakt dat ze daar niet mee wegkomen. De patstelling tussen Forza enerzijds, de combinatie Open Vld-Samen anderzijds en de N-VA die na een zwaar verlies en een ongetwijfeld bijzonder moeilijk intern besluitvormingsproces principieel voor de oppositie koos moest op één of andere manier leiden tot een “buigen of barsten”. Uiteindelijk barstte de partij met de meest precaire strategie, wat niet zou mogen verbazen. Toch is er zelden een Vlaamse gemeente zo dicht bij een extreem-rechts bestuur gekomen. Eigenlijk zou in dit soort situaties de “burgemeester van buiten de raad” misschien toch uit de institutionele mottenballen moeten worden gehaald. Ninove lijkt behoefte te hebben aan iemand die een maatje groter is dan de verkozenen…
Zo schieten er alleen Borsbeek en Linkebeek nog over. In twee gevallen gaat het alleen nog over de juiste verdeling van de mandaten, want behalve in de grootsteden is ook dat een constante in Vlaanderen : er wordt zo goed als overal eerst en vooral over mandaten onderhandeld, daarna over inhoud. Zo hebben we in Essen ook nog geen letter van het bestuursakkoord gezien (hoewel het toch zou zijn goedgekeurd door de beide partijen…). Wat juist het probleem in Linkebeek is, ontgaat me een beetje – normaal is élk probleem daar een taalkwestie, maar dat lijkt nu toch niet het geval. In Borsbeek ziet iedereen die met de geplogenheden van de lokale politiek vertrouwd is dat er daar een schepenmandaat gedeeld zou moeten worden. Er zal wel een heel specifieke reden zijn waarom die afspraak vooralsnog niet is gemaakt, maar ik vermoed dat er nog wel een oplossing uit de bus gaat komen.
In elk geval lijkt de kans groot dat de hele procedure in het Gemeentedecreet die tot een bestuur moet leiden in gevallen dat er geen meerderheidscoalitie kan worden gevormd nergens zal worden gebruikt. Gelukkig maar, want ze rammelt nogal, vooral omdat ze niet toelaat om ook een burgemeester te kiezen. Wat niet betekent dat ik een fan ben van de “normale” procedure, die tot een ondoorzichtige en vaak overhaaste coalitievorming leidt. Al is dat evenzeer een gevolg van onze politieke cultuur (of het gebrek daaraan) dan van de procedure zelf.
Hoe dan ook treedt er in de komende dagen een bonte verscheidenheid van gemeenteraadsleden, burgemeester en schepenen aan. En “voorzitters van het Bijzonder Comité”, voor wie een elegantere titel ook had overwogen kunnen worden. Hopelijk hebben ze het allemaal goed voor met hun gemeente en houden ze zich niet alleen aan de eed om de “verplichtingen van (hun) ambt trouw na te komen”, maar doen ze dat ook met inzet en doortastendheid !