Archief van
Jaar: 2018

In de startblokken

In de startblokken

Niet alleen het nieuwe jaar, ook de nieuwe legislatuur nadert met rasse schreden.  Vanaf 2 januari worden in alle Vlaamse gemeenten nieuwe gemeenteraden geïnstalleerd.  In de meeste gevallen moesten daarvoor meerderheidscoalities worden gevormd.  Vaak ging dat snel (of te snel, zoals in Essen), maar op sommige plekken had het wat meer voeten in de aarde.  De meeste van die moeilijkheden waren op 14 oktober al perfect voorspelbaar, trouwens.

Dat het vormen van een meerderheid in Antwerpen niet zo eenvoudig zou zijn, stond wellicht zelfs al vóór 14 oktober vast.  Centrum-rechts verderzetten had gekund, maar N-VA had duidelijk niet echt veel zin meer in een verdere samenwerking met CD&V.  Toen dan nog bleek dat de meerderheid maar één zetel overhield, was het lot van de uittredende coalitie al snel beklonken.  Dus moest de rechts-linkskloof overbrugd worden.  Ik had van bij het begin het gevoel dat de sp.a daar méér zin in had dan Groen, én dat Bart De Wever Jinnih Beels een stuk beter vertrouwde dan haar groene collega’s.  Dat ook Open Vld dan nodig was voor de meerderheid was een pluspunt, omdat de partij zo de schakel kon vormen met de voormalige bestuurspartij die nu plots de kans kreeg om terug mee op het Schoon Verdiep te geraken.  Uiteraard vergde het grote inspanningen om de meerderheid rond te krijgen, en natuurlijk was het geen evidentie om de sp.a-achterban te overtuigen.  Maar uiteindelijk lijkt het me een betere keuze om mee te besturen dan aan de kant te blijven staan : elke trendbreuk zal immers sowieso op het conto van de sp.a komen, die daarnaast altijd zal kunnen uitleggen dat ze ook niet álles konden veranderen.  Al zal N-VA zes jaar lang moeten opletten dat ze de eigen wil niet te ver doordrijft en dat ze in Brussel niet stukmaakt wat ze in Antwerpen opbouwt – en dat is wellicht óók een goede zaak voor N-VA zelf.  Ik verkies principieel geel-blauw-groene coalities, maar Groen toonde te weinig honger om te besturen en te veel koudwatervrees – het zou volgens mij een Mieke Vogels niet zijn overkomen.  Deze geel-rood-blauwe meerderheid ziet er wat mij betreft alvast redelijk veelbelovend uit.

Een andere gemeente waar de puzzelstukken erg laat in elkaar vielen was Ninove, en ook daar werd met veel belangstelling van buiten de gemeente zelf naartoe gekeken.  Forza Ninove mag dan wel niet de naam van het Vlaams Belang dragen, dat de partij wordt aangevoerd door een Belang-parlementslid maakt dat ze daar niet mee wegkomen.  De patstelling tussen Forza enerzijds, de combinatie Open Vld-Samen anderzijds en de N-VA die na een zwaar verlies en een ongetwijfeld bijzonder moeilijk intern besluitvormingsproces principieel voor de oppositie koos moest op één of andere manier leiden tot een “buigen of barsten”.  Uiteindelijk barstte de partij met de meest precaire strategie, wat niet zou mogen verbazen.  Toch is er zelden een Vlaamse gemeente zo dicht bij een extreem-rechts bestuur gekomen.  Eigenlijk zou in dit soort situaties de “burgemeester van buiten de raad” misschien toch uit de institutionele mottenballen moeten worden gehaald.  Ninove lijkt behoefte te hebben aan iemand die een maatje groter is dan de verkozenen…

Zo schieten er alleen Borsbeek en Linkebeek nog over.  In twee gevallen gaat het alleen nog over de juiste verdeling van de mandaten, want behalve in de grootsteden is ook dat een constante in Vlaanderen : er wordt zo goed als overal eerst en vooral over mandaten onderhandeld, daarna over inhoud.  Zo hebben we in Essen ook nog geen letter van het bestuursakkoord gezien (hoewel het toch zou zijn goedgekeurd door de beide partijen…).  Wat juist het probleem in Linkebeek is, ontgaat me een beetje – normaal is élk probleem daar een taalkwestie, maar dat lijkt nu toch niet het geval.  In Borsbeek ziet iedereen die met de geplogenheden van de lokale politiek vertrouwd is dat er daar een schepenmandaat gedeeld zou moeten worden.  Er zal wel een heel specifieke reden zijn waarom die afspraak vooralsnog niet is gemaakt, maar ik vermoed dat er nog wel een oplossing uit de bus gaat komen.

In elk geval lijkt de kans groot dat de hele procedure in het Gemeentedecreet die tot een bestuur moet leiden in gevallen dat er geen meerderheidscoalitie kan worden gevormd nergens zal worden gebruikt.  Gelukkig maar, want ze rammelt nogal, vooral omdat ze niet toelaat om ook een burgemeester te kiezen.  Wat niet betekent dat ik een fan ben van de “normale” procedure, die tot een ondoorzichtige en vaak overhaaste coalitievorming leidt.  Al is dat evenzeer een gevolg van onze politieke cultuur (of het gebrek daaraan) dan van de procedure zelf.

Hoe dan ook treedt er in de komende dagen een bonte verscheidenheid van gemeenteraadsleden, burgemeester en schepenen aan.  En “voorzitters van het Bijzonder Comité”, voor wie een elegantere titel ook had overwogen kunnen worden.  Hopelijk hebben ze het allemaal goed voor met hun gemeente en houden ze zich niet alleen aan de eed om de “verplichtingen van (hun) ambt trouw na te komen”, maar doen ze dat ook met inzet en doortastendheid !

Toch niet de laatste !

Toch niet de laatste !

Ik kreeg gisteren De Voorbode in mijn brievenbus.  Ik vreesde even dat het de laatste uitgave zou zijn, want dat had het vorige nummer laten uitschijnen.  Dat bleek niet het geval : het sp.a-partijblad wordt een maandelijkse in plaats van een tweewekelijkse uitgave.  Ooit was het een weekblad ! Hoe men dat destijds volhield is vandaag helemaal niet meer te begrijpen.  Naar aanleiding van de “existentiële twijfels” bij de collega’s schreef ik hen een mail, om de waardering voor hun werk uit te drukken.  Al wie de lokale democratie en politiek levend houdt, verdient immers af en toe een schouderklopje – en zeker als het om een titanenwerk als een bijna zestig jaar oud partijblad gaat.  Bij deze mijn mail, en de beste wensen voor een succesvolle “doorstart” zoals dat dan heet !

Beste Voorbode,

Hoe lang zou ik al abonnee zijn ? Meer dan twintig jaar, wellicht. Elke keer als Willy en nu Cois aan de deur komen, betaal ik nog eens voor een jaartje extra. Nu las ik dat jullie nadenken over het voortbestaan van het blad, dat “lezers kent van allerlei gezindten”. Daar hoor ik dus bij, als duidelijk geval van “allerlei”-gezinde… En jullie nodigen die lezers uit om te reageren. Ik weet niet of die uitnodiging echt voor mij bestemd is, maar ik ga het toch doen, dat reageren. Ik kan dat namelijk moeilijk laten.

Toen ik de Essense politiek begon te volgen, was de regel eenvoudig : wie wilde weten hoe de vork van een dossier juist in de steel zat, kon terecht in De Voorbode. Die informatie vanuit en over het gemeentehuis werd dan aangevuld met interviews, en lokaal nieuws uit het socialistische verenigingsleven. Stond er vroeger ook geen kruiswoordraadsel in ? Van bij het begin bewonderde ik het blad, en vroeg me af hoe jullie het in vredesnaam volhielden.

Toegegeven, in de loop der jaren verloor De Voorbode wat van zijn pluimen. Goed over lokale politiek schrijven is niet gemakkelijk als je er niet zelf middenin zit, en mandatarissen hebben vaak ook andere zaken aan hun hoofd. En schrijftalent is ook in politieke partijen niet iedereen gegeven, zeker niet vanuit het perspectief van degenen die dénken dat ze wel kunnen schrijven (ik kan het weten, ik ben er zo één). Soms werd jullie blad gevuld met persberichten van aan de Grasmarkt, die ik elders ook wel kon lezen – het is niet eens een verwijt, ik zou het zelf ook zo gedaan hebben. Maar vaak verschenen er toch stukken die het lezen waard waren – als een Roger in de pen kroop, bijvoorbeeld. Roger Goosen is er jammer genoeg niet meer, Roger Van Ginderen gelukkig nog wel. De laatste tijd zelfs terug actiever. Alleen daarvoor al zou ik de (zeer luttele) tien euro zonder twijfel weer aan Cois hebben gegeven. Maar misschien komt hij ze dus niet halen dit jaar…

Ik begrijp de twijfel. Dat Jeroen er na 15 jaar een punt achter wil zetten, is natuurlijk heel begrijpelijk. Ik zou het ook niet kunnen, een tweewekelijks blad uitgeven. Eerlijk gezegd, N-VA/PLE zou het ook niet kunnen. Wellicht ook niet willen. Toch ben ik zeker dat het een meerwaarde heeft om af en toe iets op papier te zetten. Dat doen we als partijen allemaal en dat zullen jullie ook wel blijven doen. Maar De Voorbode is ook iets anders. Een partijblad dat de partij ook overstijgt. Een beetje zoals Broer destijds, dat ook gekleurd was, maar ook een echt stuk “Essen”. Geen “glossy”, maar gewoon nog echt zwart op wit. Zodat de tekst centraal staat. Mijn vader vindt als hij bij mij thuis komt niet altijd veel interessant leesvoer, het moet gezegd. En dus gaat hij altijd op zoek naar De Voorbode. Veel van wat daar instaat zou hij ook op het internet kunnen vinden. Maar hij gaat het daar niet zoeken. Ik ga het lokale sp.a-nieuws natuurlijk wel op het net zoeken, maar de andere dingen eigenlijk ook niet. Voetbal en biljart, hoe vaak ga ik daar dan nog over lezen ?

Ik weet het, de tijden zijn veranderd. Sterft, gij oude vormen en gedachten, en zo. Ik kan jullie bovendien niet helpen, en ik ga er ook vanuit dat jullie mijn hulp ook beleefd zouden weigeren. Toch hoop ik dat jullie een manier vinden om te blijven schrijven over en voor Essen. In het zwart-wit mag best, want uiteindelijk blijft de kleur toch rood. En hopelijk niet alleen maar digitaal. Want al ben ik dan een fervent digitaal schrijver, een échte tekst, die hoort ook op papier.

Wat er ook van zij, bedankt voor de jaren leesvreugde (ook namens mijn vader, dus) en als er toch nog iets uit de bus (en dus eigenlijk ín de bus) komt, dan hoor ik het graag.

Vriendelijke groeten,
Tom Bevers

Turning the page

Turning the page

De laatste “politieke” vergadering van het jaar ? Voor mij ging die eer alvast naar de Algemene Vergadering van de vzw Turnhal Essen.  Dat “politieke” is heel relatief, want het gemeentebestuur is maar één van de partners in het project waarvoor vooral Gympuls en de Mariabergscholen de handen in elkaar hebben geslagen.  Het project kende een valse start, en om de puzzelstukken in elkaar te laten vallen moest een nog ingewikkelder structuur opgezet dan de andere waarin het Essens gemeentebestuur participeert, en dat wil wat zeggen.  Maar ik heb gisteren vooral kunnen vaststellen dat de puzzel nu inderdaad ook echt klopt – en die structuur is een noodzakelijk kwaad, vrees ik.  Op papier zitten er hier een daar nog wel wat haken en ogen aan, weliswaar, maar met enige juridische voorzichtigheid en mogelijk spitsvondigheid valt daar wel aan te verhelpen.  Ook het gebruik door andere scholen en verenigingen dan de initiatiefnemers moet nog verder worden doordacht – een gemeentebestuur moet nu eenmaal voor een gelijke behandeling staan.  Maar de bouw zelf loopt voorspoedig en gaat ook leiden tot een zeer mooie hal, die uiteindelijk op een economisch verantwoorde manier wordt gerealiseerd.

Voorzitster Brigitte Quick noemde het samenwerkingsverband dat tot stand is gekomen een “model”, en ik denk dat ze daar gelijk in heeft.  Prioriteit is nu om te zorgen dat er volgend jaar op 1 september geturnd kan worden in de hal.  Ik supporter alvast mee…

(Foto : Gympuls)

Ten einde raad

Ten einde raad

Eergisteren stond de laatste gemeenteraad van de legislatuur op het programma.  Hoewel de sfeer van zo’n raad per definitie een beetje lijkt op die van de laatste schooldag, waar er niet écht meer iets wordt bijgeleerd, kregen we toch nog een beetje een “best off” van de voorbije jaren, met een verwijzing naar het zwembad en vragen over Over d’Aa en de camera in Hoek.  De burgemeester gaf ook zelf een overzicht, en vergat ook de stekelige dossiers niet.  Zelfs de rode beuk zaliger gedachtenis, die gekapt werd op het kerkhof om elders in vrede te rusten (!) haalde zijn lijstje.

Maar de raad bood natuurlijk in de eerste plaats de gelegenheid om afscheid te nemen van een aantal mensen.  Bij ons komen Thomas Dekkers en Agnes Broos niet meer terug.  Elk op hun eigen manier hadden ze genoeg van de gemeenteraad, elk op hun eigen manier waren ze nochtans een meerwaarde voor de raad.  Ik ga ze missen.  Ik ga ook Katrien Somers missen, al komt die misschien als opvolger nog terug in de loop van de legislatuur.  We werden 12 jaar geleden samen voor het eerst verkozen, en het gezond verstand, de soms dwarse kijk en het relativeringsvermogen van Katrien heb ik altijd gewaardeerd.  Ook Bianca De Backer nam afscheid, maar ook zij staat op onze opvolgerslijst, dus hoop ik vooral op een goede samenwerking in de toekomst.

Ook bij de andere partijen nemen een aantal mensen afscheid.  Arno Aerden omschreef zijn partijgenoot Cois Veraart als een stille kracht.  Ik heb met Cois nog samen in de OCWM-raad gezeten, en kan bevestigen dat hij een “valse stille” is.  Hij kan zijn standpunt overbrengen met zijn ogen, en als hij toch iets zegt dan worden de kaarten meteen verlegd.

Frans Schrauwen hangt zijn sjerp aan de haak.  Na 42 jaar gemeenteraad, alsjeblief.  Waarvan 10 als burgemeester en 20 als schepen (als ik me niet vergis…).  Jan Suykerbuyk herinnerde eraan dat ik hem hier met Boris Johnson heb vergeleken.  Laat ik dat toch maar even nuanceren : Frans heeft een veel groter verantwoordelijkheidsgevoel.  Maar hoe ik over Frans denk heb ik hier al verschillende keren uitgeschreven, want hij laat nu eenmaal niemand onberoerd.  Het ga hem goed.

Ook Imelda Schrauwen stopt ermee.  Ze was de voorbije zes jaar mijn buurvrouw in de gemeenteraad, maar eigenlijk was ze er maar als “waarnemer”, want OCMW-voorzitter.  Imelda is vaak onderschat, en ook ik heb daar een paar keer mijn tanden op stuk gebeten.  Eén van haar sterkste kanten is alleszins dat ze zelden iets persoonlijk opvat.  Waarvoor dank – en nog veel gelukkige jaren toegewenst.

Jokke Hennekam stopt als schepen, maar wordt wel fractievoorzitster van de sp.a.  En politieraadslid.  Dat ze over beide nog meer verbaasd is dan ik, maakt dat ik daar maar moeilijk commentaar op kan geven…  Jokke heeft niet zo veel met Frans gemeen, behalve een héél groot hart voor onze gemeente en voor al wie er actief is, en een grote inzet voor haar mandaat.  Jokke kan bovendien ook zichzelf relativeren, en dat is in de politiek niet ieders sterkste kant.  Dat maakte het soms ook niet zo gemakkelijk om met haar te discussiëren : als je toegeeft dat je misschien zelf niet helemaal gelijk hebt, maakt het dat voor je tegenstander niet altijd eenvoudiger.  Volgens mij gaat ze dat wel goed doen, dat raadslid-zonder-schepenambt zijn.  Ik kijk er al naar uit.

Verder zien we Chris Van Hees, Judith Francken en Siegfried Heylen niet meer terug.  Ook aan hen mijn dank voor de samenwerking.

Bij N-VA/PLE namen we ook afscheid van onze fractievoorzitter, al blijft Dirk Smout natuurlijk wel in de raad.  Ik mocht het afscheidswoordje uitspreken (en de wijn voorzien…) en zei dit : “We nemen vandaag afscheid van een aantal mensen die al veel jaren in allerlei verschillende functies hebben meegedraaid, en ik sluit me graag bij de dankwoorden aan, maar er is maar één raadslid dat hier al 24 jaar dezelfde rol vervult.  Dirk is vier legislaturen lang onze fractievoorzitter geweest.  Van een eenmansfractie zijn we in die periode vertienvoudigd, maar zijn inzet, zijn scherpe tong en opmerkingsvermogen zijn altijd dezelfde gebleven.  Dirk was al die jaren onze spits, maar ook onze coach en spelverdeler.  Als spits blijft hij op het terrein staan -jullie zijn nog lang niet van hem af, en wij ook niet trouwens- maar als spelverdeler geeft hij de fakkel door.  Dirk is een man van principes : toen hij aankondigde dat hij stopt als fractievoorzitter gaf hij meteen aan dat hij geen cadeau wil.  Dat hield hij twee seconden vol, om dan aan te geven dat hij wel een fles wijn wil.  We hebben 24 jaar naar hem geluisterd, dus gaan we hem nu ook niet meer tegenspreken.  Dirk, bedankt.”  Het weze bij deze herhaald.

Zelf kijk ik met gemengde gevoelens terug op de voorbije legislatuur, maar die heb ik hier al vaak kunnen verwoorden.  Ik kijk er vooral naar uit om op 2 januari met frisse moed opnieuw aan de slag te gaan.  Voor een veilig, leefbaar, actief en welvarend Essen, zoals we dat bij de verkiezingen aankondigden.  En als we dat aankondigen, dan gaan we dat natuurlijk ook gewoon doen !

(Foto : Roger Van Ginderen)  

De kerstboom in

De kerstboom in

We waren het voorbije weekend op “huwelijksreis”.  Anderhalve dag naar de kerstmarkt in Straatsburg.  De Caraïben  ? Ach, die zijn overschat.  En gluhwein of mojito, dat is uiteindelijk ook niet zo verschillend.  Bovendien maken we het later nog wel eens goed met een wat langere trip.

Straatsburg is ook gewoon de moeite, en met de TGV ben je er op een paar uur.  Ik was er ooit al eens geweest voor mijn werk, maar ben toen niet lang gebleven en heb niet veel van de stad gezien.  En heel lang geleden was ik er met de familie.  Ik herinner me van toen dat het een mooie stad was, maar de reis zélf is nu eenmaal niet mijn mooiste herinnering.  Tijd voor een update dus.  En de kerstperiode gaf natuurlijk een extra cachet aan de hoofdstad van de Elzas, die zichzelf “La capitale de Noël” noemt.  Wat zich uitte in een typisch Duitse kerstmarkt op Franse bodem.  Met “vin chaud”.  En natuurlijk met choucroute – gelukkig weet ik die specialiteit uit de Elzaskeuken wel te smaken.

De nasmaak… die volgde gisterenavond.  De kerstmarkt werd het toneel van een aanslag.  Op de plaats waar die gebeurde zijn we wellicht een keer of vier voorbijgekomen tijdens het weekend (oriëntatie is niet mijn sterkste kant).  Er liepen militairen en agenten rond, en bij alle ingangen van de binnenstad werden tassen gecontroleerd – misschien iets te vluchtig, maar dat vonden we zaterdag en zondag niet zo erg.

Het had ons kunnen overkomen, dus.  Het kan iedereen overkomen.  Meer veiligheidsmaatregelen mogen wat mij betreft absoluut nog.  Maar laten we ons niet de vreugde van een kerstmarkt (voor wie ervan houdt), het genot van een warme wijn in koude handen, de wandeling door een verlichte en versierde stad laten afnemen.  Want dan winnen de terroristen.

No pasarán.

Mispact

Mispact

Op mijn eigen regel dat ik geen commentaar geef over de federale politiek, maak ik weinig uitzonderingen, maar het ontslag van een regering -al dan niet op het einde van de legislatuur- is er daar wel één van. Juridisch lijkt het er niet op dat de regering ontslagnemend is, of dat is geweest, en het lijkt er ook niet op dat een ontslag in de volgende dagen nog zal volgen. De regering Michel I bestaat dus nog. Maar een regering met een „meerderheid” van één derde van de zetels in het parlement behoort nu toch ook weer niet tot de normale geplogenheden in dit land. Dus toch maar een commentaar…

Wie mij kent en hier al eens leest wat ik opschrijf, zou kunnen weten dat ik inhoudelijk eerder wel achter het ondertussen beruchte Pact van Marrakesh sta. Ik ben een groot voorstander van internationale samenwerking -gedeelde soevereiniteit is méér, niet minder soevereiniteit- en er staat niets in de tekst waar ik het echt niet mee eens ben. Sommige zaken zijn niet helemaal gelukkig geformuleerd, dat wel. Er kan ook wel gegronde kritiek op het Pact gegeven worden, maar die deel ik persoonlijk dan niet.

En ook vanuit wie die kritiek wel belichaamt, vind ik het strategisch moeilijk te begrijpen dat dit een regeringscrisis waard is. De niet-bindende tekst wordt sowieso toch van kracht. Bovendien ben ik professioneel afhankelijk van de besluitvorming in de „DGE” en „Coormulti” vergaderingen die de voorbije weken af en toe het nieuws hadden gehaald. Daar ben ik er altijd vanuit gegaan dat de genomen beslissingen definitief en uitvoerbaar waren. Quod non, dus blijkbaar. En los daarvan : ik begrijp dat een partij die zich centrum-rechts of rechts wil positioneren, de rechterflank wil afdekken. Een streng maar rechtvaardig migratiebeleid verdedigen met meer nadruk op de gestrengheid dan de rechtvaardigheid kan daarbij horen. Maar ook dan horen de principes en het fatsoen overeind te blijven, en moet de grens met uiterst rechts óók streng bewaakt worden. Ik denk niet dat dit de voorbije weken door N-VA zorgvuldig gebeurd is, en niet alleen in de terecht bekritiseerde (en daardoor erg kortstondige) communicatiecampagne. Dat moet tot nadenken stemmen.

Ik geloofde om verschillende redenen in de nu half gevallen regering, waarvan het sociaal-economische beleid de belangrijkste was. Ik was al teleurgesteld in het gebrek aan doortastendheid op dit domein, en zeker in het budgettaire resultaat (wie heeft ná wijlen Jean-Luc Dehaene ooit echt nog geprobeerd om de begroting op orde te krijgen ?). Dat die sociaal-economische agenda nu helemaal dreigt onafgewerkt te raken, vind ik onrustwekkend en strategisch onbegrijpelijk. Hopelijk blijkt de bijna-val toch alsnog een niet-val, en blijft wat op stapel werd gezet minstens grotendeels nog overeind.

Tenslotte vind ik het jammer dat het degelijke bestuur van de voorbije jaren op bijvoorbeeld het domein van veiligheid of defensie óók in de schaduw is komen te staan van het migratiedebat.

Brexit means Brexit

Brexit means Brexit

Met al dat getrouw van de voorbije weken is één van de beste politieke soapseries van de voorbije jaren een beetje aan me voorbijgegaan.  Maar zoals dat met soaps gaat, kan je zonder al te veel moeite nadien terug inhaken.  Brexit dus.  De Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk bereikten een akkoord.  Dankzij EU-onderhandelaar Michel Barnier en de wellicht tot grote verbazing van de Britten zeer sterke eensgezindheid bij 27 overblijvende EU-landen ziet dat akkoord er van Europees perspectief helemaal uit zoals het moet : het beperkt de schade langs EU-kant zoveel mogelijk, zonder iets van de eigen principes op te geven en zonder het verlaten van de EU voor welk ander land dan ook tot een aantrekkelijk perspectief te maken.  Het raakte het voorbije weekend dan ook netjes goedgekeurd door de 27 achterblijvers.

Binnen het VK zal de goedkeuring wellicht nog wel wat meer voeten in de aarde hebben.  Premier May kreeg de regering achter zich, maar na de opstapgolf van enige tijd geleden, waarbij ze onder meer Boris Johnson verloor, schoot ze er opnieuw een reeks ministers bij in.  Waaronder de tweede Brexitminister die niet in staat bleek ook enige verantwoordelijkheid te nemen voor de Brexit die hij nochtans bij het referendum gesteund had.  De vraag of ze de deal door het parlement gaat krijgen, wordt in de pers dan ook meestal met “neen” beantwoord.  Ik denk eigenlijk dat het haar wel gaat lukken.  May is een overlever.  Ze heeft gelijk dat er maar drie mogelijkheden overblijven : deze deal, geen deal of geen Brexit.  Geen deal is een recept voor chaos.  Buiten enkele heethoofden wil niemand uitproberen hoevéél chaos juist.  Helemaal uitgesloten is het niet, want als er echt niets gebeurt, dan stapt het VK wel degelijk zonder overeenkomst in maart van volgend jaar uit de EU.  Maar de kans dat er aan de rand van de afgrond dan toch geopperd zou worden voor uitstel is groot.  Dat uitstel kan dan vervolgens alleen maar uitlopen op de twee andere mogelijkheden : de deal wordt alsnog goedgekeurd, of er komt geen Brexit.  Behalve enkele kosmetische wijzigingen lijkt het er niet op dat de EU de tekst nog zal heropenen.

De kans op geen Brexit lijkt me jammer genoeg ook niet zo groot.  Hoewel de meeste parlementsleden wellicht inzien dat het voor het VK veel beter is om in de EU te blijven dan een deal te sluiten waarin het land erg afhankelijk wordt van de besluitvorming in de EU zonder er impact op te hebben, lijkt de bereidheid om het resultaat van het referendum opzij te schuiven klein.  Een nieuw referendum zou een uitweg bieden, maar dat zou de drie mogelijkheden (de deal, geen deal, geen Brexit) moeten inhouden, en dat is niet evident.  Bovendien zou de EU bereid moeten zijn om de Brexitdatum te verschuiven (wat wellicht wel zou gebeuren als de vraag komt), want er is niet genoeg tijd meer om het nog vóór maart te organiseren.  Wellicht komt het er niet zonder regeringswissel.  En dat laatste is de sleutel : de Conservatieve Partij van May is als de dood voor verkiezingen, die wellicht door Labour zouden gewonnen worden.

Ik acht de kans reëel dat net daarom uiteindelijk de deal die de EU gisteren aanvaardde toch door het parlement wordt goedgekeurd.  Als een soort “prisoners’ dilemma”, waarbij het uiteindelijke resultaat voor niemand optimaal is.  Hopelijk loopt het toch nog anders, en blijft het VK in de Unie.  Maar als je vandaag mijn inschatting vraagt, dan denk ik dus dat de deal het gaat halen.  Ook al staat er op dit moment wellicht minder dan één derde van de parlementsleden achter…

Te Wapen ?

Te Wapen ?

Gisteren stond de voorlaatste gemeenteraad in de huidige samenstelling op het programma.  Die verliep in een goede sfeer.  Mogelijk hadden de felicitaties voor ons huwelijk aan het begin van de raad daarmee te maken – waarvoor veel dank aan mijn collega’s.  Het belangrijkste formele agendapunt was ongetwijfeld de meerkost voor de werken aan Over d’Aa.  Ik heb het zelf altijd lastig met dat soort meerkosten die achteraf opduiken, en vraag me dan vaak af waarom ze niet konden voorzien op het ogenblik dat aan de gemeenteraad gevraagd wordt om een budget uit te trekken.  Voor een aantal kosten is daar dan vaak toch een goede uitleg voor.  Zo is het fietspad op Over d’Aa op vraag van de raad anders uitgevoerd dan eerst was voorzien.  Maar soms loopt het de spuigaten uit, en dat was voor ons hier duidelijk het geval : Over d’Aa bleek een lijdensweg, en dat die nu ook nog méér kost dan voorzien is er wat ons betreft ver over.  Hopelijk wordt de meerkost zo veel mogelijk teruggevorderd van het studiebureau dat aan de basis ligt van een groot deel ervan.

Niet op de agenda, maar toch interessant was de discussie over de herbestemming van het voormalige Wapen van Essen (op zich al de reïncarnatie van een café dat zich elders in Essen bevond).  Het was mij uiteraard ook al opgevallen dat daar verbouwingswerken aan de gang zijn, en de voorbije weken verscheen in de pers het vermoeden dat er een moskee zou worden ingericht.  Voldoende stof om een vraag over te stellen.  Zoals hij ook al  in de pers had gedaan, antwoordde de burgemeester dat een vzw van islamitische Essenaren (de vzw Esselem) er een ontmoetingshuis wil creëren.  Geen moskee – al laat de website van de organisatie daar toch wel wat twijfel over bestaan.

Eerlijk is eerlijk : zoals hij eerder in dit soort discussies al deed vond Gaston ook nu de juiste toon, al gaf hij ook de indruk dat zijn gesprek met de betrokkenen hem met meer vragen dan antwoorden had achtergelaten.  Maar de krijtlijnen moeten duidelijk zijn : een horecazaak verbouwen tot een andere horecazaak mag zonder vergunning en er is ook in Essen vrijheid van godsdienst en van vereniging.  Hij betreurde bovendien terecht dat de zaak op sociale media door sommigen werd aangegrepen om gratuit uit te halen naar islamitische medemensen.  Anderzijds vond hij het jammer dat de betrokkenen blijkbaar te weinig de weg vinden naar het bestaande Essense socio-culturele aanbod.

Thomas Dekkers versterkte terecht dat laatste punt : het zou bijzonder te betreuren zijn als er een tweede “lokaal dienstencentrum” zou ontstaan, maar dan enkel voor één geloofsgemeenschap.  Thomas’ afgewogen tussenkomst onderlijnde overigens ook nog eens hoe jammer het is dat hij op 14 oktober niet meer op de verkiezingslijsten stond.  Guy brak een lans voor een gestructureerder integratiebeleid, ook een nuttige aanvulling.  Ik heb zelf nog gevraagd of we weten hoe de vereniging gefinancierd wordt, maar dat bleek niet het geval.

Een moskee maken van de ruimte is een functiewijziging, en daar is een vergunning voor nodig, dat bleek één van de besluiten.  Dan zou het dossier dus in principe in handen van het schepencollege komen.  Dat lijkt me stedenbouwkundig heel strikt geredeneerd, maar daarom niet noodzakelijk verkeerd.  Alleen ben ik er nadien inhoudelijk over gaan nadenken.  Ik deel heel sterk de zorg dat er geen parallel socio-economisch circuit voor één bevolkingsgroep mag ontstaan, zeker niet op etnische basis (want laten we een kat een kat noemen, de islamitische Essenaren hebben nu eenmaal vaak een andere afkomst dan de niet-gelovige of katholieke Essenaren).  Een theehuis, ontmoetingscentrum, … zou dus te betreuren zijn.  Maar wat de islamitische Essenaar onvermijdelijk van de anderen onderscheidt is natuurlijk de godsdienstbeleving zelf.  Je kan een islamiet nu eenmaal moeilijk verwijten dat hij zich niet naar een kerk of synagoge begeeft om te bidden.  De vraag naar een gebedsruimte is dan misschien op zich nog de meest onschuldige.  In de hoop dat ze na dat gebed dan een koffietje of een muntthee gaan drinken in Onder Den Toren of in het Volkshuis.  Anderzijds weten we natuurlijk ook dat niet elke vorm van islam (of de politieke vertaling die eraan gegeven wordt) zich zo maar gemakkelijk verhoudt met de waarden die we in onze samenleving vooropstellen, en zijn we daar terecht beducht voor.  En blijkt elders dat de hoop die ik net uitsprak niet zo eenvoudig gerealiseerd wordt.  Niet gemakkelijk.

Ik heb op de raad gisteren begrepen dat we het (uiteraard op extreem-rechts na) in grote lijnen eens zijn over de doelstelling die we nastreven.  We moeten wel nog eens goed nadenken hoe we die willen bereiken.  En onszelf en elkaar ook de ruimte geven om ons wat ongemakkelijk te voelen in deze discussie, die hoe dan ook nieuw is voor Essen.

’t Is gebeurd (2)

’t Is gebeurd (2)

Vorige zaterdag zijn we voor de tweede keer getrouwd. Voor de kerk, zoals dat dan heet. In ons geval de Orthodoxe kerk van Agios Dimitrios in Salamina. Wie goed naar onze uitnodiging gekeken heeft, weet dat we eigenlijk naar de Panagia Eleftherotriakerk wilden, maar ‘s morgens (!) beslisten we om te veranderen. Omwille van de uitzonderlijke klimatologische omstandigheden (het regende lichtjes, en het ging misschien ook wat waaien – in Griekenland klinkt dat als „sneeuwstorm” bij ons). Een goede beslissing, want de Agios Dimitrios is een prachtige kerk, met een historische betekenis – vrijheidsstrijder Karaiskakis ligt er begraven.

Pater Anargiros leidde de dienst, en deed dat even goed als Jokke in Essen – lichte uiterlijke en vestimentaire verschillen maakten dat we toch wel zagen dat zij het niet was. Hoewel hij ooit levens redde door te lang te preken (echt – er hangt een icoon in de kerk dat daaraan herinnert) liep het niet uit, maar hij haspelde de dienst ook niet op een drafje af en vond mooie slotwoorden.

Het was het eerste orthodoxe huwelijk dat ik bijwoonde, maar ik vond het een erg mooie en indrukwekkende liturgie, en niet alleen omdat ik in het midden stond. Aan wie een kerkelijk huwelijk alleen maar omwille van de mooie ceremonie en de foto’s wil zou ik zeggen : word orthodox…

Voor ons was dat uiteraard niet zomaar een keuze, dat orthodoxe huwelijk. De dubbele viering kwam ons goed uit, om beide families te betrekken, maar ook zonder die factor zouden we wellicht ook voor een kerkelijk huwelijk hebben gekozen. Dat het de orthodoxe kerk zou worden, stond ook bijna vast. We zijn allebei gehecht aan het lidmaatschap van onze respectievelijke kerken (ook al kan je moeilijk stellen dat ik „geloof” – hoe ik daar juist tegenaan kijk, kan je elders op deze site lezen, maar let op : het is niet in het meest toegankelijke stuk gevat).  De katholieke kerk geeft wel toestemming aan haar leden om orthodox te huwen, andersom niet. Dus heb ik netjes een toelating gevraagd aan het bisdom Antwerpen, en die ook gekregen.

We hadden de tekst van de liturgie ook in het Nederlands gevonden (die staat namelijk hier) en wie die leest ziet natuurlijk snel gelijkenissen met de katholieke liturgie. Hoewel de scheiding tussen beide kerken van 1059 dateert, zijn de theoretische verschillen dan ook erg beperkt. Het grootste dispuut is puur „politiek” en gaat over de positie van de bisschop van Rome, de paus : is die de eerste onder de gelijken of de primaat van de hele Kerk ? Het belangrijkste theologische dispuut ging veel jaren over de „filioque” clausule in de geloofsbelijdenis. Voor wie het zich nog herinnert : in onze geloofsbelijdenis staat „Ik geloof in de Heilige Geest, die Heer is en het leven geeft, die voortkomt uit de Vader en de Zoon, die met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt.” Wel, die eerste „en de Zoon” ontbreekt in de voor het overige identieke orthodoxe geloofsbelijdenis. De Heilige Geest komt dan alleen nog uit de Vader voort. Het lijkt geen halszaak, en beide kerken kwamen ondertussen bovendien overeen dat elkaars versie ook aanvaardbaar is (strikt genomen wordt de katholiek die de geloofsbelijdenis in het Grieks reciteert tegenwoordig geacht de “en de Zoon” weg te laten, in het Latijn moet het stukje tekst blijven staan !).

Maar het uitzicht van de huwelijksliturgie verschilt wel vrij grondig, met een kroning en een rondgang, bijvoorbeeld. Gelukkig stuurde de voorganger me waar nodig even bij…  Nadien trokken we naar een feestzaal, op 10 meter van de Middellandse Zee, want dat hoort op een eiland natuurlijk. De lokale traiteur, begonnen als kleine bakker in de straat waar de ouders van Ioanna woonden maar ondertussen met naam en faam tot in Athene, zorgde voor lekker eten, de DJ voor Griekse, Engelse en ook een streepje Nederlandse muziek. Dat laatste met als ultieme consequentie dat men in Salamina nu ook weet dat er bij buurvrouw Jansen een paard in de gang staat. Gelukkig heeft niemand me gevraagd τι κάνει αυτό το άλογο στο διάδρομο της γειτόνισσας. De vrienden die mee de oversteek gemaakt hadden hebben zich dus ook goed geamuseerd, tot mijn vreugde.

’s Anderendaags hebben we dan bij het ontbijt verder kennis gemaakt met de Cypriotische studievriendinnen van Ioanna en met haar peter die (samen met Ioanna’s zus) onze „κουμπάρος” was – getuige, maar meer „best man” zoals dat in het Engels gezegd wordt.  Vervolgens hebben we ons in de familie over cadeaus en de nogal gigantische overschot van het eten ontfermd, en nog wat bezoek ontvangen (dat was al de avond vóór onze trouw begonnen). Het voelt best goed aan om plots ook echt bij de Griekse kant van de familie te horen – en de taal wat beheersen helpt daar uiteraard bij.

Mijn ouders werden ondertussen verder in Salamina rondgeleid door… de Essense dorpsgids, bijgestaan door haar dochter, en door een Griekse taxichauffeur. Ik had ma en pa de dagen voor onze trouw al meegenomen naar enkele eilanden en naar de Peloponnesos, waar we hectares van sinaasappelbomen vol vruchten zagen. Als de Sint in Spanje zijn gading niet vindt, is er alleszins een alternatief.

Gisteren kwamen we dan terug naar hier, na een tiental hectische maar voor Ioanna en mij fantastische dagen, waar we nog heel veel aan gaan terugdenken. Met heel veel dankbaarheid voor iedereen die eraan heeft bijgedragen.

’t Is gebeurd

’t Is gebeurd

Een trouwkleed en een trouwkostuum.  Daar zijn Ioanna en ik zaterdag ingestapt.  In de raadszaal van het gemeentehuis, waar ik soms ook “neen” zeg, hebben we “ja” tegen elkaar gezegd.  Tegenover een internationaal gezelschap.  Natuurlijk waren mijn vrienden en familie erbij, wat ik heel leuk vond.  Ioanna’s zus en Eleni waren uit Griekenland gekomen, waar we heel blij mee waren.  Maar dat er niet alleen iemand uit Nederland, maar ook iemand uit Litouwen afreisde om ons huwelijk in het gemeentehuis bij te wonen was toch vrij uniek.  Ook vanuit verschillende Permanente Vertegenwoordigingen bij de EU vonden enkele mensen de weg naar het Hoge Noorden.  Natuurlijk waren enkele van Ioanna’s Griekse collega’s erbij, waaronder de Coreper I ambassadeur.  Zelfs de Europese Commissie was op hoog niveau vertegenwoordigd in onze raadszaal.  Als nog eens iemand zegt dat ik daar het niveau naar beneden haal, dan moet ik die vanaf nu toch tegenspreken.

Jokke Hennekam leidde de plechtigheid.  Ze deed dat uitstekend, en daar zijn we haar erg dankbaar voor.  Enkele buitenlandse gasten merkten op dat het voor een burgerlijk huwelijk best een mooi geheel was.  Hoewel ik haar wel moest zeggen dat ze ons eerst een hand moest geven (toch wel de omgekeerde wereld !), kan ik Jokke aan al wie wil trouwen dan ook zeker aanraden.  Hier in Essen zal je snel moeten zijn, want op 31 december loopt haar schepenambt af.  Maar daarna kan ze misschien als ambtenaar van de burgerlijke stand nog een internationale carrière uitbouwen ! Haar rijmende toespraak heb ik hier bewaard – ik ben zelfs zo genadig geweest om de minimale foutjes eruit te halen.

In de namiddag nodigden we dan onze gasten uit in Antwerpen.  In de Zaal AthenA van het Atheneum.  Die had ik uiteraard al gezien, maar ik was bij het binnenkomen toch nog verbluft hoe mooi die zaal er uitziet als ze ook feestelijk wordt ingericht en verlicht.  En het heeft wel iets, zo onder het toeziend oog van een schilderij van Luc Tuymans een feestje vieren.  Met Grieks eten (met dank aan Strofilia) en Griekse muziek (met dank aan Demis en Enrikos), want zo wilden we het.  En dus na een tijdje ook met Griekse dans.  Daar moest ik zelf niet voor zorgen, en ook dat was voor mijzelf een reden voor feestvreugde.  We lieten de organisatie over aan Liesje van Event’L. Dat was zo ongeveer de eerste beslissing die we namen toen we onze trouwplannen vorm begonnen geven, en het heeft gemaakt dat ons alvast organisatorisch héél veel zorgen bespaard zijn gebleven.

Ioanna en ik hebben enorm genoten van het feest.  Het was bijzonder fijn om omringd te zijn door familie, vrienden, collega’s uit letterlijk heel Europa.  De filmpjes die mijn broer en zijn vrienden hadden gemaakt, de presentatie met onwaarschijnlijke statistieken van de FOD-collega’s, de Social Questions Working Party en de Europese Commissie die een mooi cadeau hadden voorbereid, wij vonden het heel leuk.  En de foto’s die Todor maakte (ik plaats hier nog wel eens een selectie) en die van de Photobooth (daar zal de selectie mogelijk strenger moeten gebeuren) zullen ons ongetwijfeld ook heel mooie herinneringen bezorgen.  Net zoals de kaarten en cadeautjes, waarvoor onze grote dank.  Dat we ook enkele kaarten kregen van mensen die we niet hadden uitgenodigd heb ik ook bijzonder gewaardeerd.  Het is heel fijn dat mensen in je vreugde delen.

Dat we op ons feest even de microfoon zouden nemen, hadden een aantal mensen ongetwijfeld voorzien.  Sommigen wisten wellicht ook gedeeltelijk wat we waarover misschien zouden zeggen.  Maar er waren veel eindjes om aan elkaar te knopen, en de kans dat iemand de hele speech verstaan -laat staan voorspeld- had lijkt me redelijk klein.  Ik heb mijn tekst alvast hier geplaatst, die van Ioanna is wellicht ondertussen in Griekenland.

Want daar volgt deel 2 volgende week, als we in Salamina we voor de (Grieks-Orthodoxe) Kerk ten tweeden male in het huwelijksbootje stappen – op een eiland toch een wat gepastere uitdrukking dan aan het Heuvelplein, overigens.  Ik kijk er al naar uit om met de familie en de vrienden van Ioanna, en ook met een select gezelschap van enkele Essenaren, opnieuw feest te vieren.  Sommigen vroegen of we dan friet met stoofvlees gingen serveren, maar laten we zeggen dat een Belgische traiteur in Salamina vinden niet zo evident is.  En de kans om nog eens de Griekse keuken te proeven zomaar laten liggen is ook al geen evidentie.  Ik ben er zeker van dat we er even veel van gaan genieten.