Krijgen en hebben…
Als oppositiepoliticus kan je alleen de ruimte invullen die het bestuur je geeft. Soms geeft het die goedschiks, uit bekommernis om open te besturen of om een draagvlak te creëren. Soms gaat het om ruimte die wordt afgedwongen : tegenstand in de samenleving of ongenoegen dat een uitlaapklep nodig heeft, verdeeldheid binnen de bestuursmeerderheid, een beleid dat zodanig rammelt dat er gaten vallen (praktische of juridisch)… Maar wat het bestuur niet wil, kan je vanuit de oppositie niet realiseren. Dat is niet eens eigen aan het democratische proces : ook de oppositie in pakweg China of Rusland kan soms meer of minder doen, afhankelijk van de ruimte die door de machthebbers wordt gegeven.
De calimeromentaliteit van sommige Essense bestuurders, die beleidsprojecten die ze niet gerealiseerd krijgen soms op de rekening van de oppositie willen schrijven, zou dan ook vooral lachwekkend zijn, als ze niet af en toe tot “fake news” zou leiden. Maar daar wil ik het eigenlijk niet over hebben. Want wat wél eigen is aan de democratie is dat de oppositie enkele rechten heeft waar niet op kan afgedongen worden. Dat zijn geen rechten om het beleid mee te bepalen. Zelfs het recht om de agenda te zetten berust grotendeels bij de meerderheid. Maar het recht op informatie én het spreekrecht kan ons niet zomaar afgenomen worden. Pogingen om die rechten in te perken zijn dan ook echte “aanslagen op de democratie”.
In de gemeenteraad kregen we van Brigitte Van Aert (CD&V) het verwijt dat we onze vragen en opmerkingen over de turnhal niet in de commissie maar op de raad hadden gemaakt. De meerderheidspartijen roepen de commissies samen en bepalen de agenda (onze commissievoorzitterschappen uit de vorige legislatuur hebben ze afgenomen om daar zeker van te zijn). Ze roepen ook zelf de gemeenteraad samen. Zij bepalen tegen wanneer welk dossier wordt voorbereid, en hoe en wanneer het wordt voorgesteld. Wij kunnen enkel reageren. Als er dan ook nog geprobeerd wordt om te bepalen hoe en wanneer wij dat spreekrecht zouden moeten uitoefenen, dan is dat voor mij meer dan een brug te ver.
De meerderheid mag gerust bepalen op welk moment en waarover ze gelijk wil krijgen. Maar laat het toch maar aan ons over om te kiezen wanneer we willen aantonen dat we gelijk hebben…