Budgetbegeleiding
Ik heb nog niets geschreven over de gemeenteraad van vorige week. De tweede zitting deze maand. Om op die manier aan een totaal van tien zittingen te komen. Voor mij had dat niet gehoeven : dat minimum aantal zittingen is er om de oppositie te beschermen tegen een schepencollege dat geen verantwoording wenst af te leggen voor haar beleid. Twee raden op twee weken dragen daar alvast niet noodzakelijk toe bij.
Niet dat de raad op zich niet belangrijk was. Die ging namelijk over het budget. De burgemeester had beslist om in dat kader Fidel Castro naar de kroon te steken en bijna een uur lang een overzicht te geven van het gevoerde “beleid”. Dat was leerzaam, ook al omdat een waslijst van kleine en grote, genomen en te nemen, maatregelen duidelijk maakte dat er niet meteen een lijn zit in dat “beleid”. Vandaar de aanhalingstekens. En voor mij als raadslid was de opsomming ook wel gewoon interessant omdat we dat nergens meer op papier vinden in deze tijden van “BBC” : een overzicht van wat er wel en niet gebeurt in de gemeente. Wie bedacht had dat die “Beleids- en Beheerscyclus” de transparantie zou vergroten, had duidelijk nooit op de oppositiebanken van een gemeenteraad gezeten.
Mijn kritiek op het budget hebben we grotendeels in een persbericht verwerkt. Niet dat ik echt veel persaandacht verwacht, want om één of andere reden is elke kritiek op het beleid van een regering altijd nieuws, en kritiek op beleid in een gemeente zo goed als nooit. Dat hangt niet samen met wie er waar in een meerderheid zit, overigens. Het is blijkbaar een algemene regel.
Dat het “BBC”-systeem voor de gemeentelijke boekhouding ondertussen enkele jaren bestaat, had toch ook wel een voordeel. Zowel de burgemeester als ikzelf deden de vaststelling dat we nu terug kunnen vergelijken en evoluties zien, en ook kunnen kunnen onderscheiden wat de feiten zijn en wat alleen te wijten is aan een andere manier van voorstellen. Dat maakte dat we bijna voor het eerste in deze legislatuur opnieuw een debat hadden over het niveau van de belastingen in onze gemeente. Dat is namelijk onnodig hoog. Natuurlijk sprak het schepencollege dat tegen, maar echt weerleggen konden ze onze argumenten niet. Tenzij dan met de “schuldafbouw”, een al even theoretisch concept als de vroegere “goudberg”, het reservefonds waar we het in het verleden vaak over hadden. Nochtans is het zonneklaar dat zonder een ander financieel beleid in de volgende legislatuur een échte goudberg gaat ontstaan : de gemeente gaat dan een netto belegger worden van belastinggelden. De opmaak van het financieel meerjarenplan voor de volgende legislatuur wordt een boeiende oefening. Waarbij deze schipper alvast liever niet aan de wal zou staan…