Archief van
Maand: oktober 2017

Catalonië en de EU – bis

Catalonië en de EU – bis

Catalonië. Er valt zoveel over te zeggen. En eerlijk, in een verhaal van zwart en wit wil ik niet zomaar kleur bekennen, wegens 50 tinten grijs. Maar ik heb het hier al wel gehad over de band met de EU. Het stoort mij dat die EU zich niet duidelijker wil of kan uitspreken, bijvoorbeeld door actief bemiddeling aan te bieden. Maar dat is minstens voor een deel inherent aan de EU-constructie. Wie wil dat de Unie meer doet, en ook voorbij het concept Lidstaat stapt, moet zich dan ook noodzakelijkerwijs tot een meer federale visie op de EU bekennen. Wie wil dat de EU zich niet bemoeit en daardoor per definitie de Spaanse lijn volgt, moet consequent pleiten voor een intergouvernementele EU, een eenheidsmarkt die daarnaast samenwerkt waar de Lidstaten dat unaniem nodig vinden, maar waar ze de facto elk hun eigen veto houden – en dus als het erop aankomt onaantastbaar zijn.

Het bizarre is dat velen die nu de (terechte) Catalaanse klacht steunen dat de EU niets doet, eigenlijk die laatste visie aanhangen, verenigd in de verschillende gradaties van eurosceptische fracties in het Europees Parlement. Tot en met degenen die de EU in naam van de nationale soevereiniteit het liefst helemaal zouden zien verdwijnen, maar nu wel vinden dat de Unie moet tussenkomen ! En anderzijds staan enkele van de grootste eurofederalisten nu op de strakke positie dat het allemaal een intern-Spaanse aangelegenheid is. Terwijl net een federaal Europa, waarin de Raad meer dan vandaag zou functioneren als een kamer van een federaal parlement (een soort Bundesrat), een nieuwe Catalaanse staat -en andere soortgelijke wijzigingen in de institutionele opbouw van de Unie-relatief eenvoudig zou kunnen opvangen.

Nog opmerkelijk is dat de scheidingslijnen vaak omgekeerd lopen dan wanneer het bijvoorbeeld over de inmenging van de EU in de kwaliteit van de Poolse democratie gaat. Het gaat om een paradox die landsgrenzen overschrijdt, waartegen enkel de Groen/EVA-fractie in het Europees Parlement redelijk bestand blijft, en die ook Vlaanderen verre van onberoerd laat. Sommigen moeten bij het opstaan in de spiegel toch blauwgele sterren met roodgele, geelzwarte of roodgeelzwarte strepen zien, denk ik dan. Ook zonder het nuttigen van vele glazen cava.

Complot

Complot

Ik geloof niet snel in complottheorieën. Twee uitzonderingen : de Bende van Nijvel, uiteraard, en het RUP Meergezinswoningen. Dat laatste is minder bekend, en gelukkig ook minder gevaarlijk. Onschuldig is het nochtans niet : het ontbreken van een RUP om het aantal meergezinswoningen, zeg maar appartementen, te beperken heeft er de voorbije decennia voor gezorgd dat Essen aan een hoog tempo volgebouwd wordt. Dat onze gemeente van een landelijke gemeente een voorstad is geworden.

Dat werd in gang gezet met het een aantal bestemmingsplannen (toen heetten die BPA, nu RUP) die in grote delen van Essen-Centrum appartementsbouw toelieten, en met een wel erg liberaal vergunningenbeleid buiten Essen-Centrum. In het begin van de vorige legislatuur rijpte het besef bij onder meer schepen van ruimtelijke ordening Gino Veraart dat daar iets aan moest gebeuren. De woorden „overdruk-RUP” en „toetsingskader” vielen al snel. Wij zaten al van bij het begin op dezelfde golflengte als de sp.a hierover. CD&V bewees lippendienst, in commissies bijvoorbeeld.

En toen… gebeurde er niets meer. De drive was er snel uit, zeker na het overlijden van Gino. Het dossier bleef af en toe opduiken. Er werd naar de juiste formule gezocht. Dat kregen we wel tien keer te horen. Zo kabbelde het verder naar de gemeenteraadsverkiezingen. Het engagement ertoe werd herhaald in het nieuwe bestuursakkoord tussen CD&V en sp.a. Om vervolgens weer onderaan de stapel te belanden. In een, jammer genoeg hypothetisch, coalitie-akkoord tussen N-VA/PLE en sp.a zou dit één van de topprioriteiten zijn geweest, zeker weten. Wie stond zo lang op de rem ?

En wie haalde uiteindelijk de voet toch van die rem ? Want gisteren hebben we het RUP wel unaniem goedgekeurd. Zoals ik in de raad zei : van onze kant niet met blijdschap, wel met opluchting. Het RUP gaat zelfs verrassend ver : er worden veel potentiële appartementen in de kiem gesmoord (er blijven er nog, en al wat in aanbouw of vergund is komt er uiteraard sowieso nog). En met de opmerkingen in de commissie die wij maakten en waarvoor we de steun kregen van sp.a en van enkele voorzichtige stemmen binnen CD&V, werd ook echt rekening gehouden. Tot gisteren, want onze twee amendementen om nog een tandje bij te steken werden weggestemd. Zonder debat, zonder uitleg. Voor sp.a haalde Arno Aerden aan dat het plan niet perfect is, maar goed genoeg. Om mijn uitnodiging om het dan beter te maken, ging hij niet in. Dat deed niemand.

Een omerta die me eens te meer deed afvragen wie dit RUP al die jaren tegengewerkt heeft. Robotfoto’s noch DNA-onderzoek zullen het antwoord geven, en meerderheidspolitici blijkbaar ook niet. De karaktermoord op Essen blijft zo wellicht onbestraft (in tegenstelling, laat ons hopen, tot de Grote Doofpot van de Bende Van Nijvel). Of zou Jef Vermassen ook interesse in ruimtelijke ordening hebben ?

Van dienst

Van dienst

Vijf jaar geleden opende het Lokaal Dienstencentrum (LDC) “’t Gasthuis” de deuren. Het werd voorlopig in de oude gebouwen van De Bijster gevestigd. Het LDC werd een vaste waarde in Essen, en een nieuwbouw drong zich dan ook op. De afspraken met de groep rond De Bijster namen wat tijd in beslag : de geplande “Woonzorgzone” vereiste onder meer aanpassingen van de bestemmingsplannen. Eens dat achter de rug, ging het snel. In januari van dit jaar verwierf het OCMW zekerheid over de Vlaamse subsidies. De bouw kon van start gaan.

Gisteren werd die nieuwbouw geopend. Hier en daar is nog wat afwerking nodig, maar het geheel ziet er goed uit – al heb ik zelf wat twijfels over de toog en het geïntegreerde kunstwerk. Dat geheel lijkt mee op de “bodega’s” die we vroeger opbouwden in de scoutslokalen, om tijdens het KSJ-weekend cocktails te serveren aan wie van bier niet snel genoeg dronken werd. Wel met meer licht dan toen, want het LDC is een echt “glazen huis” geworden.

Zoals werd opgemerkt realiseert daarmee het OCMW net voor zijn “inkanteling” in de gemeente de enige nieuwbouw die het Essense bestuur tijdens deze legislatuur zal neerzetten. Dat zou erop kunnen wijzen dat het meer doordachte “patrimoniumbeleid” dat werd aangekondigd ook in de praktijk is gebracht, maar dat zou veel te veel eer zijn voor het huidige college. Met alle goede voornemens daarrond is vooralsnog zo goed als niets gebeurd. Vooral overbodig patrimonium afstaan blijkt een ernstig probleem.

Nu goed, dat is niet de schuld van het OCMW, en al zeker niet van het Lokaal Dienstencentrum. Ik wens de verantwoordelijken, de medewerkers, de vrijwilligers en de bezoekers van ’t Gasthuis veel geluk met hun nieuwe onderdak !

In Europa

In Europa

Tot voor enkele jaren wist ik eenvoudig niet dat Heide, het zuidelijke deel van onze buurgemeente Kalmthout, een joods verleden had. Ondertussen las ik erover in de krant. De synagoge had ik nog nooit gezien. Ik wist ondertussen wel dat ze bestond, en zal worden gerestaureerd. Gisteren organiseerde N-VA/PLE een door Jan Ingelbrecht gegidste wandeling door de voormalige joodse wijk in Heide, ook langs de synagoge. Zo leerde ik dat in het begin van de 20e eeuw Heide voor 2/3 joods was. Er was niet alleen een synagoge, maar ook een talmoedschool (jeshiva – de eerste die in België werd opgericht), waar studenten uit heel Europa naartoe kwamen. We kregen de villa’s en huizen te zien, en hoorden de verhalen van de bewoners en van hun buren. Ook het antisemitisme van de jaren 1930 en de vervolging in de Tweede Wereldoorlog kwamen aan bod.

De synagoge staat er wat onwezenlijk, in een rustige wijk in de Antwerpse Kempen. Het is de enige synagoge in het Vlaamse “platteland”, in de mate dat Heide aan die beschrijving voldoet. Een stille getuige van de geschiedenis. Ik hoop dat de restauratie snel volgt, en dat het gebouw (ook) een museumfunctie kan krijgen. En een herdenkingsplaats kan worden –zoals eigenlijk elke herinnering aan het joodse verleden in Europa ook een “in memoriam” is, een verwijzing naar de meest onwezenlijke episode uit de geschiedenis van ons werelddeel, de holocaust.

Deze zomer was ik in Rhodos. We bezochten daar ook de synagoge – een stuk groter dan die in Kalmthout, veel ouder ook (12e eeuw, herbouwd in de 15e eeuw). En af en toe nog in gebruik. Er woonden nogal wat joden in Griekenland. In Rhodos zelfs al in de 2e eeuw voor Christus, dus vóór de vernietiging van de tempel door de Romeinen en het begin van de grote diaspora. Ze overleefden er eeuwenlang, met name omdat het Ottomaanse Rijk hen altijd had verwelkomd. Maar vanzelfsprekend leidde de Duitse bezetting ook daar tot een massale deportatie, al vond die pas laat tijdens de oorlog plaats (juli 1944), wat een aantal slachtoffers het leven heeft gered. De torahrollen bleven bewaard. De rabbijn gaf ze aan de plaatselijke imam, correct redenerend dat de Duitsers de rollen overal zouden gaan zoeken, behalve in de moskee !

’s Anderendaags gingen we terug naar de synagoge, en spraken met een man die als 13-jarige naar Auschwitz was afgevoerd, en dat als één van de weinigen kan navertellen. Dat deed hij dan ook. Hij sprak zijn vierde taal (al eindigde zijn schoolloopbaan bij zijn deportatie), ik luisterde in mijn vijfde – en stelde enkele vragen in het Frans. Ik kende het verhaal wel – een tiental jaren geleden bezocht ik Auschwitz-Birkenau. Toch blijft het een voorrecht om het uit eerste hand te horen. Aan ons daarmee om het verhaal levend te houden, ook wanneer er niemand meer zal zijn om het zelf te vertellen.

Het blijft onwezenlijk als je door Europa reist om te zien hoe gigantisch veel joodse cultuur tijdens de oorlog (en soms ook al voordien) gewoon vernietigt, uitgewist is. Het is goed dat er actief aan wordt gewerkt om wat er nog is te bewaren. Maar soms voelt het als een druppel op een hete plaat. En alleen de stenen redden blijft zeer onvolmaakt. Zoveel mensen, zoveel verhalen, zoveel leven dat werd afgenomen.

Zodat niemand weet hoe mooi ze toen was
Κανείς δεν ήξερε πως είναι τόσο ωραία