Gedichtendag 2017

Gedichtendag 2017

Ithaka

Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka
wens dat de weg dan lang mag zijn,
vol avonturen, vol ervaringen.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon behoef je niet te vrezen,
hen zul je niet ontmoeten op je weg
wanneer je denken hoog blijft, en verfijnd
de emotie die je hart en lijf beroert.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon zul je niet treffen
wanneer je ze niet in eigen geest meedraagt,
wanneer je geest hun niet gestalte voor je geeft.
Wens dat de weg dan lang mag zijn.
Dat er veel zomermorgens zullen komen
waarop je, met grote vreugde en genot
zult binnenvaren in onbekende havens,
pleisteren in Phoenicische handelssteden
om daar aantrekkelijke dingen aan te schaffen
van parelmoer, koraal, barnsteen en ebbehout,
ook opwindende geurstoffen van alle soorten,
opwindende geurstoffen zoveel je krijgen kunt;
dat je talrijke steden in Egypte aan zult doen
om veel, heel veel te leren van de wijzen.
Houd Ithaka wel altijd in gedachten.
Daar aan te komen is je doel.
Maar overhaast je reis in geen geval.
’t Is beter dat die vele jaren duurt,
zodat je als oude man pas bij het eiland
het anker uitwerpt, rijk aan wat je onderweg verwierf,
zonder te hopen dat Ithaka je rijkdom schenken zal.
Ithaka gaf je de mooie reis.
Was het er niet, dan was je nooit vertrokken,
verder heeft het je niets te bieden meer.
En vind je het er wat pover, Ithaka bedroog je niet.
Zo wijs geworden, met zoveel ervaring, zul je al
begrepen hebben wat Ithaka’s beduiden.
Κωνσταντίνος Καβάφης
vertaling Hans Warren en Mario Molengraaf
“Gedichten zijn alternatieve feiten…”
En nu de wereld de verkiezingen verloren
heeft, kun je zeggen dat je net nog bent geboren
in die inmiddels onvoorstelbaar lieve tijd
waarin een feit onwelkom zijn kon, maar een feit
geacht werd, mooie woorden mooie woorden waren,
die hooguit leidden tot cosmetische gebaren,
maar niemand durfde om het zich te permitteren
het vals gezicht van mooie woorden af te keren,
en toen het ook al slecht ging met zo ongeveer
de hele boel, maar jij nog dacht dat het een keer
een beetje beter gaan zou, want dat moest toch wel.
Laat alle hoop maar varen, staat er bij de hel.
De woedende gezichten hebben wraak genomen
op onze aarzelend geconstrueerde dromen.
Onwetendheid heeft onze twijfels stuk getrapt.
De mondigheid heeft in zijn eigen staart gehapt
en inspraak is verwaterd tot allolalie.
Terwijl de zegeningen van democratie
naar onze loopgraaf waaien als een giftig gas,
kun jij nog één keer zeggen wat je dierbaar was.
Je wankele principes stop ik in een doos.
Het altruïsme waarvoor jij halfhartig koos,
verberg ik in de kelder bij je strijkkwartetten.
En jouw geloof in luisteren zal ik daar zetten
waar niemand het kan vinden. Kleed je warm, mijn vriend.
De winter komt, al heb je winter niet verdiend.
Wees stil, denk niet te veel of juist heel erg aan toen
en vraag me alsjeblieft niet wat we kunnen doen.
Zoals gefluister schor geschreeuw kan overstemmen,
zoals verheven taal een vrije val kan remmen,
zoals omarmend rijm een oorlog kan voorkomen,
zoals destructie afgewend wordt door te dromen,
zo schrijf ik als verzetsdaad dit gedicht voor jou
en droom ik van een tijd waarin dat helpen zou.
Ilja Leonard Pfeijffer

Reflectie

“En kijk,” zei je, “de zee”,
maar je sprong in het koele meer
tussen de hoge bergen
“En kijk,” zei je, “ik zwem”,
maar je ging langzaam onder
hoewel het water je niet wilde
“En kijk,” zie je, “ik leef”,
en dat was waar
Totdat het water een spiegel werd
Waarin wij alleen onszelf nog zagen
Reageren is niet mogelijk.