Archief van
Jaar: 2016

Gebuisd

Gebuisd

Vrijdag : Grote Muur. Zondag : Buisse Heide. Onder leiding van dorpsgids Maria Gommeren wandelde N-VA/PLE door de Zundertse natuur. Met verhalen over Henriette Roland Holst, die hier haar beste jaren doorbracht. Aan haar is het te danken dat de Internationale in het Nederlands veel mooier klinkt dan in andere talen – en waarmee het de eigen titel een beetje tegenspreekt. Maria vroeg wie het kon zingen, maar dat bleek aan ons gezelschap niet besteed. Ik zou nochtans een heel eind met de tekst zijn weggeraakt, maar de toon houden is nu eenmaal niet mijn ding.

Het regende stevig, maar de wandeling en de Heide bleken erg de moeite waard. Ik was er al wel eens doorgefietst, maar nooit doorheen gewandeld. En zeker nooit met de bijhorende verhalen.

Wie ook eens met Maria wil meewandelen in Essen en omgeving, kan bij haar VVV-wandelingen terecht. De Grote Muur doet ze (nog) niet aan. Maar de Buisse Heide is zeker niet te versmaden…

Het Verre Oosten

Het Verre Oosten

De ironie van mijn stukje over de Eandisbeslissing ? Wel, op het ogenblik dat ik het neerschreef wist ik dat ik de betrokken gemeenteraad ging missen. Omwille van een verblijf… in China. Neen, niet om State Grid te gaan bezoeken. Wel om een sessie op een conferentie in Beijing (Peking, zo u wil) mee voor te zitten en samen te vatten.

Ik was voor het eerst in China – ik reisde voorheen nooit oostelijker dan Cyprus. En naast de conferentie had ik ook nog een beetje tijd voor mezelf. Die ik optimaal heb proberen te gebruiken, zodat ik onder meer de Verboden Stad en het Tienanmenplein heb bezocht, en ook een uitstapje naar Bandaling kon maken om de Grote Muur met eigen ogen te zien (en met eigen voeten te bewandelen). De eerste indruk van Beijing was onvermijdelijk bevreemdend, maar dan toch vooral omwille van de taal en de lettertekens waaruit weinig op te maken valt. Na een tijd werken die trouwens erg rustgevend : mijn ogen, net zoals die van u wellicht, zijn erop getraind om te proberen alle lettertekens die ze tegenkomen te lezen. Ook al blijken de teksten in het Fins of het Swahili, wat geschreven is moet gelezen worden. Dat effect valt in China weg. En al snel blijkt Beijing net genoeg Engels ondertiteld om je weg te vinden. Niet dat gesproken Engels je heel veel brengt, maar gebarentaal en aanwijzen helpt dan weer wel. En als het echt moet vindt je telefoon de weg, of kan die worden gebruikt om over de prijs te onderhandelen. Want die is zeer vaak onderhandelbaar (tip voor wie mij iets wil verkopen : ik houd daar niet van). Een elektronicawinkel zonder prijsaanduiding, waar die dus duidelijk “à la tête du client” wordt vastgelegd, dat vind je hier niet.

Eens de bevreemding voorbij blijkt Beijing een moderne stad met een uitstekende metro, doorkruist met gigantische wegen en voorzien van winkelcentra in een dichtheid die je hier niet vindt. Met daarnaast een historisch patrimonium dat zich maar moeilijk laat vergelijken met een Europese stad. Beijing is de stad die het meest kan pretenderen het centrum van de niet-westerse beschaving te zijn. De Verboden Stad en enkele van de grote tempelcomplexen zijn een aaneenschakeling van gebouwen die elk op zich de titel van monument verdienen. En die je noodzaken om je antwoord op de vraag „wat is kunst ?” opnieuw te ijken.

En dan zijn er de kleine straatjes, de hutong. Van de toeristische buurten waar ongeïdentificeerd eten en drinken wordt verkocht (”bevat zeezout en blauwe bessen” stond er op het drankje, en dan denk ik toch “mwah, neen” – maar die tekst kon ik dan nog lezen…), naast allerlei kunst en/of kitsch, tot de woonstraatjes die er wellicht nog uitzien zoals 50 jaar geleden. De 9 miljoen fietsen uit het liedje van Katie Melua die er rondrijden hebben dan wel geen licht, en zijn vaak op schijnbaar wankele manieren opgebouwd voor vracht- of personenvervoer, of voor nog wat anders. Meer en meer zijn ze ook elektrisch aangedreven, of helemaal vervangen door een scooter (of daarmee gelijkgesteld voertuig). En ook de hutong mogen er dan wat rommeliger uitzien, de mensen die er rondlopen zijn niet opvallend arm. Dat is sowieso iets wat je opmerkt : ik heb geen daklozen gezien, nauwelijks bedelaars, geen mensen die zich slonzig kleedden en weinigen die voor het overige van de norm afweken. In de metro zag de wereld er westerser uit dan in Brussel, Parijs of Londen, in zekere zin. Iedereen hield zich aan de kledingnormen van H&M of SuperDry (naar keuze), en iedereen onder de 60 kijkt continu naar haar of zijn telefoon. Saaier dan onze diversiteit wellicht. Maar anderzijds : onveiligheidsgevoel 0 – met iets meer politie en bewakingspersoneel in het straatbeeld dan hier, maar zonder de zware wapens.

Als ik toch een bedenking heb bij het veiligheidsbeleid, dan gaat die over de verkeersveiligheid. Een rood licht blijkt vooral een wenk aan de automobilisten om -tenzij het niet anders kan- even te wachten om rechtdoor te rijden. Rechts afslaan kan nog wel, en voor fietsers is het licht er vooral om genegeerd te worden. Waardoor je als voetganger vooral op goed geluk moet rekenen, en af en toe op omgekeerd redeneren (een achtbaansweg oversteken is veiliger net vóór je groen licht krijgt) en op de macht van het getal (met velen oversteken roept net iets meer respect op). Desondanks voelt Beijing nergens als té druk aan, overigens. De stad heeft veel groene plekken waar je kan herademen.

Die Chinese middenklasse is een essentiële factor voor de toekomst van de wereldeconomie, en dat is bijna zien- en voelbaar. Een arbeidsmarkt en een sociale zekerheid daarvoor uitbouwen is een gigantische uitdaging, en daar lijkt de Chinese overheid zich van bewust. Een overheid die meer open staat voor diverse inzichten dan ik vooraf zou hebben verwacht. En zo de communistische variant van het staatskapitalisme onderbouwt. Een systeem dat nooit mijn keuze zou kunnen zijn, daarvoor ben ik te veel een principieel democraat. Maar dat de kat van Deng Xiaoping muizen vangt, daar valt weinig tegen in te brengen. De gevleugelde woorden van Rudyard Kipling „East is East, and West is West, and never the twain shall meet” kwamen me regelmatig voor de geest. Maar we kunnen blijven proberen, en ik hoop er in elk geval nog eens terug te keren. Er is nog zoveel te zien, te beleven, te begrijpen – of net niet.

En Eandis ? Ik sta helemaal achter de onthouding van mijn fractie.

Waarom moeten wij daar onze energie insteken ?

Waarom moeten wij daar onze energie insteken ?

Op de volgende gemeenteraad moeten we godbetert beslissen over de instap van China State Grid Company in Eandis*. In de pers is de voorbije dagen heel wat discussie daarover ontstaan : is de kapitaalsverhoging waarbij het Chinese staatsbedrijf 14% van de distributienetbeheerder Eandis verwerft wel een goede zaak ? Daarover zijn de meningen verdeeld. Maar één vraag wordt veel te weinig gesteld : hoe is het in vredesnaam mogelijk dat de beslissing daarover niet in het parlement valt, maar in de gemeenteraden ! Denkt er iemand echt dat de 25 raadsleden in Essen -en met ons onze collega’s in de andere gemeenten- in staat zijn om hierover op een onderbouwde manier te oordelen ?

Eerlijk ? De beslissing gaat mijn petje te boven. En ik weet het, er zijn informatieavonden geweest, georganiseerd door Eandis (en dus pro-instap). Ik kon daar jammer genoeg niet op aanwezig zijn. Ik kan wel de kranten lezen. Doe ik ook, natuurlijk. Ik zal er mijn best voor doen. Maar ik vrees dat ik uiteindelijk niet veel verder kan geraken dan een “educated guess”.

Ik hoop dat mijn collega’s het er beter vanaf brengen. Maar eigenlijk hoop ik dat de nationale politiek eindelijk eens de verantwoordelijheid neemt, en vaststelt dat beslissingen over dit soort zaken niet in een gemeenteraad thuishoren. Beslissingen over de brandweer, die hebben ze ons wél uit handen genomen. Daar zijn goede redenen voor. Maar een brandweer beheren, dat konden we eigenlijk nog wel, als gemeenteraadsleden, schepenen, burgemeesters. Een speler op de internationale energiemarkt beheren ? Wel, dat kunnen we dus niet. Punt. Laat dat aan de regering en het parlement over – en kijk eens na of we het niet beter meteen op Europees niveau zouden regelen.

Heer, verlos de gemeenten van hun energiebelangen. Ik heb het hier al meer neergeschreven. Ik blijf het menen. Om het in de religieuze sfeer te houden : laat deze kelk aan ons voorbijgaan.

*Op het moment van de raad zal de ironie van de zin die ik hier neerschrijf overigens duidelijk worden.

Normen en waarden

Normen en waarden

Ik stap uit de politiek. Dat is toch wat iemand mijn moeder vertelde. Die uit de lucht kwam gevallen. Net als ikzelf, overigens. Maar blijkbaar zijn er dus mensen die dit denken. En anderen die het gerucht dus gelanceerd hebben. De wens als vader van de gedachte ? Verwarring tussen de gemeenteraad en… de Ronde van Essen ? Wat er ook van zij, het doet denken aan het bekende citaat van Mark Twain : “The report of my death was an exaggeration”. En dat net nu de burgemeester in de vorige gemeenteraad na een jaar of tien aandringen plots mijn kritiek op de planning van investeringen en de impact daarvan op het budget bleek te onderschrijven…

Overigens is het in onze samenleving zowat onmogelijk om “uit de politiek” te stappen. Er is niemand die niets doet dat een impact heeft op de manier waarop onze samenleving wordt bestuurd. Belastingen betalen. Of niet betalen. Gaan stemmen. Of niet gaan stemmen. Een mening geven. Of dat net níet doen… Het zijn allemaal “politieke daden”. Maar de onverlaat bedoelde wellicht dat ik mijn politiek mandaat zou opgeven of zou stoppen mij te engageren in een politieke partij. Neen hoor.

Dat betekent niet dat ik me geen zorgen maak over “de politiek” zoals die door “politici” wordt beoefend. Het samenspel tussen politici en (ook “sociale” media) heeft ertoe geleid dat de omgangsvormen zeer sterk verhard zijn, en dat electoraal gewin wordt nagestreefd met middelen die ethisch niet te verantwoorden zijn. Een politiek tegenstander een “verrader” noemen, of een “misdadiger” die moet opgesloten worden (zoals Donald Trump over Hillary Clinton beweert)… het is niet nieuw, maar het lijkt mij veel meer dan vroeger aanvaardbaar te zijn. Politici en anderen omwille van hun mening uitschelden en bedreigen (bij voorkeur anoniem)… het mag niet, hoor, maar wie komt er op voor de tegenstander die persoonlijk wordt getackeld ? Het net iets chargeren van een genuanceerde mening behoorde altijd tot de retorische technieken, maar insinueren dat iedereen die het migratiebeleid wat wil verstrengen een “nazi” is, en iedereen die wat meer wil herverdelen Pol Pot achterna gaat, het lijkt me vandaag veel frequenter dan voordien. Zogezegd omdat we op zoek gaan naar de “ware beweegredenen” achter de politicus of zijn/haar partij. Misschien zijn die beweegredenen wel enigszins genuanceerd. Waarom geloven we iemand niet die zich een sociaal-democraat, een centrum-rechts democratisch nationalist, een sociaal-liberaal of christendemocraat noemt ? Of een moslim voor wie de islam een religie is die wél in een seculiere staat moet passen ? En waarom geloven we niet dat iemand ook na verloop van jaren een mening kan bijstellen, of een ongelukkige uitspraak wel degelijk in perspectief kan plaatsen.

Hebben “we” dat zelf mee gezocht ? Ja, natuurlijk. Want chargeren helpt om de boodschap in beeld te brengen. Op korte termijn brengt het soms op om de splinter in andermans oog dusdanig uit te vergroten dat de kiezer naar jou overloopt (om pas later de spreekwoordelijke balk te ontwaren). Het ergste vind ik de omgang met de waarheid waarvan we bijvoorbeeld in het Britse referendum getuige zijn geweest : manifest foutieve beweringen worden soms zo veel eenvoudiger geloofd dan complexe realiteiten. Maar hebben we dan niet de plicht om dat net uit te leggen, eerder dan een karikatuur van de waarheid te maken ? Die “post-waarheid” aanpak leidt vervolgens tot beloften waarvan op voorhand geweten is dat die niet haalbaar zijn. Ook van alle tijden ? Wellicht wel, maar opnieuw bekruipt mij het gevoel dat de ballonnetjes veel minder dan vroeger worden doorprikt. Dat het doel veel meer dan voordien de middelen heiligt. Ook het in vragen stellen van de legitimiteit van verkozen politici door andere politici is problematisch. Je kan tegen een beslissing van de regering, het parlement of de gemeenteraad zijn (en dat laatste overkomt me wel eens) maar als die beslissing op de correcte manier genomen is en de normen respecteert (en dat laat ik bij gelegenheid al eens aftoetsen, dat mag namelijk), dan moeten ze wel uitgevoerd worden. Anders komen we in de anarchie terecht. De burgemeester doet het misschien niet goed, maar zij of hij is wél de burgemeester. Tot we er een andere kiezen.

Dat alles ondermijnt het vertrouwen en het geloof in de democratie, en daarmee uiteindelijk de democratie zelf. Misschien moeten we opnieuw met alle democratische politici een “cordon sanitaire” aanleggen. Niet rond een bepaalde partij, maar rond bepaalde praktijken. Iemands beweegredenen ongegrond in vraag stellen. Iemand zomaar op haar/zijn privéleven, uiterlijk, afkomst, rijkdom, verleden, … taxeren in plaats van op zijn menig of beslissingen. De waarheid niet zomaar duiden, maar geweld aandoen. Zaken beloven waarvan we manifest weten dat ze niet te realiseren zijn. Ideeën afschieten omwille van de persoon die ze aanbrengt, in plaats van de inhoud van het voorstel. Oppositievoeren (of de personen die het doen) minachten en aan de macht blijven als enig doel nastreven, de eenvoudige vaststelling dat een democratie niet zonder oppositie kan (een dictatuur wel) veronachtzamend. Tegenstanders iets ergers toewensen dan een (stevige) verkiezingsnederlaag. Om maar een aantal gedragsregels te noemen.

Neen, gemakkelijk wordt het niet. Zowel mijn analyse als mijn lijstje aanbevelingen zijn bovendien ongetwijfeld voor discussie vatbaar (ze klinken als “vroeger was alles beter”). Toch denk ik dat we moeten durven nadenken over wat “aan politiek doen” in een democratie wel en niet betekent. En dat ook aan het publiek uitleggen. Voor het te laat is. En voor “les dégoûtés s’en vont”. Want we weten allemaal wie er dan overblijft.

Ik ook.

Eenvoudige verdwijning

Eenvoudige verdwijning

Dat begin juni mijn laptop werd gestolen, kon u hier al lezen. Ik heb die nog altijd niet terug. Ik heb er wel een nieuwe gekocht, wegens onmisbaar. Opnieuw dezelfde, maar nog lang niet alles werkt ook echt opnieuw zoals voorheen. En ik ben meer kwijtgeraakt (emails vooral) dan ik had voorzien. Het backupsysteem bleek niet goed te hebben gewerkt. Dat is nu alvast beter ingesteld.

Wat ik er toen niet bijschreef, is dat ik mijn laptop had verzekerd tegen diefstal. Althans, dat dacht ik. Ik sloot een “@rtronic”-polis af bij DVV. Op hun website staat “Stel u voor dat uw laptop gestolen wordt…”. En dat bleek ik mij te kunnen voorstellen. Jammer genoeg gebeurde het vervolgens ook echt.

Maar voor DVV is mijn laptop niet gestolen. Het gaat hier niet om diefstal. De verzekering hanteert daarvoor namelijk een eigen definitie. Er moet sprake zijn van geweld of bedreiging. Ik vind het erg vreemd dat je een algemeen gebruikt begrip zomaar zelf kan definiëren. Wie een “paard” definieert als een beest op twee poten dat eieren legt, moet zich toch niet helemaal kiplekker voelen. Ik vind het nog vreemder dat dit kan met een begrip dat in de wet vastligt. Artikel 461 van het Strafwetboek zegt namelijk dit : “Hij die een zaak die hem niet toebehoort, bedrieglijk wegneemt, is schuldig aan diefstal.” En dat lijkt nu net te zijn wat mij overkwam.

Maar mijn laptop is niet het voorwerp geworden van een diefstal. Volgens DVV gaat het om een “eenvoudige verdwijning”. Ik heb al gevraagd hoe dat dan in zijn werk gaat. Wellicht is mijn laptop (met de tas die er omheen zat en alles wat daar nog in terug te vinden was) plots in rook opgegaan. Of is er enige magie aan te pas gekomen. In afwachting van een betere hypothese ga ik er nochtans vanuit dat het toestel door iemand werd meegenomen. Hoe noemen we dat dan ? Ah ja, diefstal.

Ik blijf vinden dat een verzekering tegen diefstal moet uitbetalen bij diefstal. Ik vind ook de reclame die DVV voert op zijn minst misleidend. Ik ben dus vooralsnog niet van plan om het zomaar hierbij te laten. En ik hoop maar dat niemand die zich verzekert tegen “waterschade” ooit moet ontdekken dat het alleen schade door gedistilleerd water betreft. Of dat een autoverzekering alleen groene auto’s dekt. Of zoiets.

En mocht iemand ooit nog eens mijn laptop willen stelen, dan moet ik de betrokkene verzoeken om mij eerst op mijn gezicht te slaan of daar minstens mee te dreigen. Waarvoor alvast mijn dank !

De laatste Ronde

De laatste Ronde

In de tweede Ronde-Echo van vandaag verscheen dit Ronde-alfabet :

A van Afscheid van de Ronde.
B van Begonnen in 1988.
C van Coördinator geweest, ook al heel lang geleden.
D van Dankbaar omdat ik zo lang mocht blijven meedraaien.
E van Eerste digitale foto uit 1999, en die ziet u hier.
F van Fotograaf, wat ik dus de voorbije 17 rondes ben geweest.
G van Gemeentebestuur, dat hopelijk blijft beseffen hoe uniek, belangrijk en fragiel de Ronde is.
H van Heimwee, dat komt als ik volgend jaar naar de 45e Ronde kom kijken.
I van In mijnen tijd…
J van Jeugdraad.
K van KSA.
L van Lopen, iets wat ik zo goed als nooit heb gedaan in de Ronde.
M van Medewerkers, die komen en (hopelijk niet te snel) gaan, en waar ik heel veel waardering voor heb.
N van Negentwintig keer dat ik heb meegeholpen.
O van Oud, dat je maar bent in de mate dat je het je voelt.
P van Pieter, Boris, Amber, Tine, Annelies, Anne, Matthias, Bart, Jasper, Robin, Rudy, Annemie, Leen, Geert, Werner, Rob, Ria, Danny, Wim, Gert, Roel, Marc, Erik, Johan, Dieter, Kathleen, Dirk, Jos, Cis, Leo, Rudi, …
Q van Queetniehoeveelanderenooknog (endedubbelenamenstaaneralmaaréénkeerin).
R van Ronde-Echo, nog steeds het enige dagblad van Essen.
S van Stuurgroep, die doet dat goed, veel succes.
T van Tijd die me een beetje ontbreekt stilaan.
U van Uitslagenprogamma dat ondertussen ook al 15 jaar meegaat en waarvan het onderhoud gegarandeerd blijft.
V van Vrachtwagenchauffeurs van de gemeente, vaak onderschatte maar cruciale medewerkers voor de Ronde.
W van www.rondevanessen.be.
X van Xou zou nog altijd niet weten wat.
Y van Ysco’s – heb ik ook wel eens verkocht in de Ronde.
Z van Ziens. Tot.
Tom.

Dat ik ermee stop, komt voor mezelf niet meteen als een verrassing. Het zat er eigenlijk al enkele jaren aan te komen. Ook al omdat ik het gevoel heb dat ik de Ronde wel in goede handen achterlaat. Al doet het me wel pijn dat ik afscheid neem na een Ronde met erg weinig deelnemers. Het op één na laagste aantal in mijn carrière – ik heb er enkel minder gezien in… 1988 ! Ik heb niet meteen een verklaring daarvoor. Ik hoopte al enkel jaren op een Ronde met goed weer, om nog eens echt veel deelnemers te zien. Die vlieger bleek dus niet op te gaan. Jammer. Ik wil er gerust nog eens mee over nadenken, en blijf alvast in de Ronde geloven. Ook al zal die volgend jaar op zoek moeten naar een andere fotograaf.

Hoe het komt dat net ik die fotograaf ben geworden – en lang ben gebleven ? Wel, op het eind van de jaren 1990 besefte ik dat ik om mijn Ronde-carrière nog wat te verlengen een vaste taak nodig had, die ik van Ronde tot Ronde kon behouden. Maar Werner was de vaste omroeper, en Geert de vaste startmeester. En die deden dat allebei beter dan ik het ooit zou kunnen. Bovendien moest de taak te combineren zijn met de algemene coördinatie, want die had ik even (opnieuw) op mij genomen. De digitale fotografie was net in opkomst. We hadden al wel eens foto’s in de Ronde-Echo gezet, maar nooit de volgende dag : eerst afmaken, dan inscannen kostte immers wel wat tijd. Ik werd dus de (digitale) fotograaf van de Ronde.

In de beginjaren was het vaak behelpen : foto’s maken van lopers bij valavond was niet meteen de sterkste kant van de eerste digitale fototoestellen. Je moest een paar tellen vóór je onderwerp in beeld ging komen afdrukken. Rekken, hindernissen en zigzags waren daarbij gelukkig een grote hulp ! Tegenwoordig maak ik met één druk op de knop twintig opeenvolgende foto’s, waar ik er dan eentje uitpik. De andere worden hooguit nog gebruikt om een loper die de ellebogen al te enthousiast inzet bij de start enkele strafpunten aan te smeren…

Al dat gefotografeer heeft in de loop der jaren uiteraard erg veel beelden opgeleverd. Ze staan allemaal op de website van de Ronde. Sommige kunnen zelfs geslaagd worden genoemd. Om op een winteravond nog eens (virtueel) doorheen te bladeren…

De XXXIe Olympiade

De XXXIe Olympiade

De Olympische Spelen. Het is alweer vier jaar geleden dat ik zelf in de stadions zat, bewonderend en ontroerd kijkend naar sporten waarvan ik soms zelfs de basisregels ter plaatse moest ontdekken. Een schitterende ervaring.

Deze keer heb ik de Spelen van veel meer afstand beleefd. Letterlijk, want Rio is niet bij de deur. En ook figuurlijk, wegens voor het grootste deel van de Spelen met vakantie. Maar natuurlijk zijn de prestaties van Michael Phelps, Simone Biles, Katie Ledecky en Usain Bolt me niet ontgaan.

Hoewel dat de helden van de “grote” Olympische sporten zijn, blijft het overigens verfrissend hoe het goud de grote gelijkmaker is : al wie de beste is in haar of zijn sporttak, krijgt dezelfde medaille. Ik gun het van harte aan de winnaars in de dressuur, het Grieks-Romeins worstelen, het pistoolschieten of het schermen. Als het landgenoten waren, we zouden ze terecht vieren. En wie denkt dat het in sommige sporten “gemakkelijker” is om goud te halen dan sneller te willen lopen dan Bolt of harder te zwemmen dan Phelps : ongetwijfeld is dat zo. Niets houdt u tegen om te beginnen trainen.

Over landgenoten gesproken : het bleken zowaar onverwacht goede Spelen. België haalde 6 medailles tot nu toe (Nederland 16, Denemarken 13 – niet vergeten). In het taekwondo ging het mis, en het eremetaal in de triatlon lijkt op weg naar het Loenhout van Marten Van Riel, maar nu nog niet. Voor Evi Van Acker zat het allemaal wat tegen. Maar Van Avermaet won knap de wegrit, Timmers bewees dat hij niet alleen een grote mond heeft, Van Tichelt rekte het gouden judoverleden nog een beetje langer. De hockeyploeg won zilver (maar verloor nog veel meer het goud) en D’Hoore toonde aan wat dit wielerland zou kunnen als het in plaats van Putte-Kapellen of de Azencross op te hemelen gewoon zoals de rest van de wereld ook op een baan zou rondfietsen.

En Nafi Thiam versloeg Jessica Ennis. Die noemde ik vier jaar geleden bij de grootste figuren van de Londense Spelen. Een grote atlete. Geklopt. Door een Luikse van 22. In de atletiek, niets geen zogenaamd “kleine” sport. Een zeer grote prestatie.

Στην Κρήτη

Στην Κρήτη

Ah, vakantie. Net zoals de vorige twee jaar trok ik naar de Mediterrane zon. Naar Kreta deze keer. Waar zowaar de meest zuidelijke stad van Europa terug te vinden is (Ierapetra). Ik moest even op de kaart kijken om het te geloven, maar het klopt. Dat ik er geen druppel regen heb gezien, zou dus niet moeten verbazen.

Wel veel zon, soms een beetje te veel zelfs. Caraïbische stranden. Zeer lekker en betaalbaar eten (wel opletten om niet van de ene toeristenval in de andere te duiken). Erg gastvrije mensen. Met Chania een zeer charmante stad aan de zee. En Knossos, een plek die als geen ander de titel “bakermat van de Europese beschaving” verdient, de zichtbare brug tussen het Egypte van de farao’s en de Grieks-Romeinse eeuwen. Wat ook maakt dat het archeologisch museum van Heraklion een unieke collectie heeft, die bovendien uitstekend wordt gepresenteerd. Wereldklasse.

Ook in kleine dorpjes vind je er bovendien een archeologisch museum met wat overschotjes. Wat Minoïsche potten, wat invoer uit het oude Egypte of de Cycladen, wat Hellenistisch beeldhouwwerk, enkele Romeinse beelden, iets uit de tijd van de vroege Arabische veroveringen, een Byzantijnse muurschildering, wat Venetiaanse versierselen en nog wat Ottomaanse overblijfselen. Ik vrees dat de Werkgroep Archeologie van de Essense Heemkundige Kring er alleen maar van kan dromen…

Overigens zijn zowel de Venetiaanse als de Ottomaanse erfenis nog erg aanwezig in het straatbeeld. Dat leidt bijvoorbeeld tot het unieke fenomeen van een orthodoxe kerk met één (erg Italiaanse) klokkentoren en één minaret. Een bijzonder goede keuze om dat ook zo te houden.

And so it begins… USA

And so it begins… USA

Gisteren eindigde de Republikeinse conventie in Cleveland. Waar Donald Trump zowaar genomineerd werd als presidentskandidaat. Hoe diep kon de partij van Lincoln, Eisenhower en zelfs die van Reagan en (twee keer) Bush eigenlijk vallen ? De kroning levert vreselijke toneelstukken op, van mensen die totaal andere ideeën dan Trump hebben, er een andere visie op nahouden en gruwen van zijn stijl, en die vervolgens toch hun “endorsement” voor de man uitspreken. Zoals Paul Krugman het opmerkte is het ver gekomen als alleen Ted Cruz, de aartsconservatief die zoveel vijanden gemaakt heeft dat hij door de ex-fractievoorzitter van zijn eigen partij “Lucifer” werd genoemd, als enige met zijn eer intact de conventie kon verlaten. Hij gaf een speech waarin hij niet opriep voor Trump te stemmen.

Ik hoop dat zijn landgenoten dat ook effectief niet doen. Dat ze leren uit het Brexitreferendum dat slechte keuzes maken in een democratie ook echte consequenties heeft. Verkiezingen doen ertoe, het is geen spel of show, geen grap of een kans om eens goed af te geven op “het systeem”. De leiders die verkozen worden zouden wel eens echt hun ideeën kunnen uitvoeren – en dat systeem kan je wellicht beter proberen bij te sturen dan omver te schoppen, als je niet zelf onder het puin wil belanden.

Overigens roept de episode ook in het algemeen vragen op over de rechtstreekse verkiezing van partijleiders of presidentskandidaten. Dat klinkt wel democratisch, maar kan er ook toe leiden dat partijen plots een andere koers gaan varen. Dat ze plots voor iets anders staan dan waar hun mandatarissen jaren voor hebben gepleit. Wat dan weer vragen oproept bij al die mensen die eerder voor de partij kozen. Je zal maar een Republikein zijn, die zoals het Republikeinen past, voor vrijhandel en een actieve rol van de VS in de wereld pleit. Of een Labourvertegenwoordiger die plots vaststelt dat zijn partij door Corbyn naar het model van Podemos of Syriza (zeg maar onze PVDA) wordt geleid, terwijl je zelfs als sociaal-democraat werd verkozen. Ik ben voor interne partijdemocratie, maar toch wel liefst met enige garanties dat partijen ook zichzelf blijven. Want wie zich in het kernverhaal van een partij niet terugvindt, moet niet proberen die te gaan leiden. Die moet een andere partij oprichten…

Terug naar de VS. Ik heb altijd gevonden dat Hillary Clinton een uitstekende presidentskandidate zou zijn, maar nu rust er wel een heel zwaar gewicht op haar schouders. Hopelijk houdt ze er rekening mee dat ze niet alleen de president van links en centrum-links* Amerika zal moeten worden – en daarna zijn. Ze heeft nu de zware taak om al wie de VS en bij uitbreiding de wereld een goed hart toedraagt te verenigen en achter zich te scharen. May God bless her. And may God bless the United States of America. Ze zullen het nodig hebben…

*Wat in de VS centrum-links is, is bij ons overigens centrum-rechts, aangezien het midden van het politieke landschap elders ligt. Altijd nuttig om te onthouden, ook bij andere vergelijkingen tussen de politieke partijen in verschillende landen.

Oost is Oost, en West is West – maar de twee zijn voor altijd op elkaar aangewezen

Oost is Oost, en West is West – maar de twee zijn voor altijd op elkaar aangewezen

Brussel deelt de titel van EU-hoofdstad voor zes maanden met Bratislava. Slovakije zit immers de Raad van de EU voor. Dus bracht ik enkele dagen door in die kleine maar charmante stad, waar de informele EPSCO-ministerraad doorging. Ik was nog nooit in Slovakije geweest, en het bezoek brengt mijn score qua “bezochte EU-landen” op 27/28. Jammer genoeg brengt de “Brexit” mij alvast niet dichter bij de perfecte score, daarvoor ben ik al iets te vaak over het Kanaal (eigenlijk vooral onder het Kanaal) gereisd. Maar de Schotten kunnen anderzijds het probleem ook niet verergeren, want Edinburgh en zelfs het meer van Loch Ness zijn al lang afgevinkt op de “bucket list”…

Die Brexit hing uiteraard als een schaduw over de raad, de eerste in ons domein na het referendum. De eerste ook na de “omnishambles” in het Verenigd Koninkrijk, waaruit Theresa May sneller dan verwacht naar voren trad om het premierschap op zich te nemen, en vervolgens de Brexiteers te straffen door ze de verantwoordelijkheid te geven om hun beloften waar te maken. Zodat er nu een minister van buitenlandse zaken is die door zijn Franse collega een “leugenaar” werd genoemd (terecht, overigens) en een minister van buitenlandse handel die zelfs ná zijn benoeming verklaarde dat zijn land de EU-markt zal inruilen voor een markt die tien keer zo groot is – dat is 2,5 keer de totale wereldmarkt dan. De Britse vertegenwoordiger haalde aan zelf niet voor de Brexit te hebben gestemd, maar een Brits standpunt over wat de Commissie wel of niet zou moeten doen klinkt nu toch wel erg bizar.

Wisten we veel dat een nog zwaardere schaduw boven het hoofd hing… Op donderdagavond werd de wereld opgeschrikt door de aanslag in Nice. Hopelijk wordt zoiets nooit “gewoon”, maar het valt moeilijk te ontkennen dat er een soort vast reactiepatroon ontstaat. Dag twee van de vergadering begon met een minuut stilte. Ik ben ook mijn tussenkomst nadien begonnen met enkele zinnen over de aanslag. Al besef ik dat zoiets onvermijdelijk hol moet klinken, zelfs wat wereldvreemd. Het is ook niet echt evident om verder te gaan dan wat standaardformuleringen. En uiteindelijk past alleen dezelfde vastberadenheid dan bij de vorige gelegenheid. Liberté, Egalité, Fraternité is wat Europa definieert, en dat zullen ze niet temmen – om te refereren naar de twee nationale feestdagen die in dezelfde week gevierd werden. Maar het blijft verdomd moeilijk. Ik begrijp erg goed de mensen die naast bloemen voor de slachtoffers in Nice ook stenen of afval voor de dader neerlegden.

’s Anderendaags, na de vergadering, brak een tweede nacht van “Breaking News” aan. Het Turkse leger probeerde een staatsgreep te plegen. Ofwel was die echt niet goed genoeg voorbereid, ofwel is Turkije door het oog van de naald gekropen. Ofwel is het allemaal in scène gezet geweest. Dat leek even een logische verklaring, maar bij nader inzien voldoet het niet. President Erdogan heeft vervolgens van de situatie gebruik gemaakt om de eigen macht te versterken. Daarmee heeft hij Turkije zonder enige discussie echt weggeleid van het pad van de liberale democratie, waar leiders verkozen worden en vrijheden gerespecteerd – ook vrijheden die de verkozen leiders niet aanstaan.

Op Twitter en in de pers ontstond was discussie over de vraag of een militaire staatsgreep die erop gericht is om die liberale democratie te herstellen niet legitiem kan zijn. In theorie misschien wel, maar in de praktijk lijkt het me te veel een vrijbrief voor militaire machthebbers die ook geen democraten blijken. De Turkse oppositie, de VS en de EU deden er dan ook goed aan om de staatsgreep te veroordelen. Maar een even strakke veroordeling van de maatregelen die Erdogan nadien heeft genomen dringt zich op. Wie op een week tijd duizenden militairen, rechters, ambtenaren… kan identificeren als staatsvijandig had die lijst natuurlijk al lang klaarliggen. En als die inderdaad allemaal hadden meegewerkt, dan had de staatsgreep moeten lukken. Een bewijs uit het ongerijmde heeft zoiets…

En zo moet ik nu formeel mijn mening herzien. Ik heb altijd gevonden dat Turkije in de EU thuishoort. Dat geldt niet meer zolang de AKP aan de macht is en de democratie niet volledig is hersteld. In de NAVO houd ik hen dan weer liefst wel aan boord.

Zo werd de trip naar Bratislava vooral bewogen door wat er elders gebeurde. Kom je er ooit toch eens, vergeet dan niet om de “blauwe kerk” te bezoeken. Als de smurfen te kerke gaan, dan is het ongetwijfeld daar !