Archief van
Maand: augustus 2016

De laatste Ronde

De laatste Ronde

In de tweede Ronde-Echo van vandaag verscheen dit Ronde-alfabet :

A van Afscheid van de Ronde.
B van Begonnen in 1988.
C van Coördinator geweest, ook al heel lang geleden.
D van Dankbaar omdat ik zo lang mocht blijven meedraaien.
E van Eerste digitale foto uit 1999, en die ziet u hier.
F van Fotograaf, wat ik dus de voorbije 17 rondes ben geweest.
G van Gemeentebestuur, dat hopelijk blijft beseffen hoe uniek, belangrijk en fragiel de Ronde is.
H van Heimwee, dat komt als ik volgend jaar naar de 45e Ronde kom kijken.
I van In mijnen tijd…
J van Jeugdraad.
K van KSA.
L van Lopen, iets wat ik zo goed als nooit heb gedaan in de Ronde.
M van Medewerkers, die komen en (hopelijk niet te snel) gaan, en waar ik heel veel waardering voor heb.
N van Negentwintig keer dat ik heb meegeholpen.
O van Oud, dat je maar bent in de mate dat je het je voelt.
P van Pieter, Boris, Amber, Tine, Annelies, Anne, Matthias, Bart, Jasper, Robin, Rudy, Annemie, Leen, Geert, Werner, Rob, Ria, Danny, Wim, Gert, Roel, Marc, Erik, Johan, Dieter, Kathleen, Dirk, Jos, Cis, Leo, Rudi, …
Q van Queetniehoeveelanderenooknog (endedubbelenamenstaaneralmaaréénkeerin).
R van Ronde-Echo, nog steeds het enige dagblad van Essen.
S van Stuurgroep, die doet dat goed, veel succes.
T van Tijd die me een beetje ontbreekt stilaan.
U van Uitslagenprogamma dat ondertussen ook al 15 jaar meegaat en waarvan het onderhoud gegarandeerd blijft.
V van Vrachtwagenchauffeurs van de gemeente, vaak onderschatte maar cruciale medewerkers voor de Ronde.
W van www.rondevanessen.be.
X van Xou zou nog altijd niet weten wat.
Y van Ysco’s – heb ik ook wel eens verkocht in de Ronde.
Z van Ziens. Tot.
Tom.

Dat ik ermee stop, komt voor mezelf niet meteen als een verrassing. Het zat er eigenlijk al enkele jaren aan te komen. Ook al omdat ik het gevoel heb dat ik de Ronde wel in goede handen achterlaat. Al doet het me wel pijn dat ik afscheid neem na een Ronde met erg weinig deelnemers. Het op één na laagste aantal in mijn carrière – ik heb er enkel minder gezien in… 1988 ! Ik heb niet meteen een verklaring daarvoor. Ik hoopte al enkel jaren op een Ronde met goed weer, om nog eens echt veel deelnemers te zien. Die vlieger bleek dus niet op te gaan. Jammer. Ik wil er gerust nog eens mee over nadenken, en blijf alvast in de Ronde geloven. Ook al zal die volgend jaar op zoek moeten naar een andere fotograaf.

Hoe het komt dat net ik die fotograaf ben geworden – en lang ben gebleven ? Wel, op het eind van de jaren 1990 besefte ik dat ik om mijn Ronde-carrière nog wat te verlengen een vaste taak nodig had, die ik van Ronde tot Ronde kon behouden. Maar Werner was de vaste omroeper, en Geert de vaste startmeester. En die deden dat allebei beter dan ik het ooit zou kunnen. Bovendien moest de taak te combineren zijn met de algemene coördinatie, want die had ik even (opnieuw) op mij genomen. De digitale fotografie was net in opkomst. We hadden al wel eens foto’s in de Ronde-Echo gezet, maar nooit de volgende dag : eerst afmaken, dan inscannen kostte immers wel wat tijd. Ik werd dus de (digitale) fotograaf van de Ronde.

In de beginjaren was het vaak behelpen : foto’s maken van lopers bij valavond was niet meteen de sterkste kant van de eerste digitale fototoestellen. Je moest een paar tellen vóór je onderwerp in beeld ging komen afdrukken. Rekken, hindernissen en zigzags waren daarbij gelukkig een grote hulp ! Tegenwoordig maak ik met één druk op de knop twintig opeenvolgende foto’s, waar ik er dan eentje uitpik. De andere worden hooguit nog gebruikt om een loper die de ellebogen al te enthousiast inzet bij de start enkele strafpunten aan te smeren…

Al dat gefotografeer heeft in de loop der jaren uiteraard erg veel beelden opgeleverd. Ze staan allemaal op de website van de Ronde. Sommige kunnen zelfs geslaagd worden genoemd. Om op een winteravond nog eens (virtueel) doorheen te bladeren…

De XXXIe Olympiade

De XXXIe Olympiade

De Olympische Spelen. Het is alweer vier jaar geleden dat ik zelf in de stadions zat, bewonderend en ontroerd kijkend naar sporten waarvan ik soms zelfs de basisregels ter plaatse moest ontdekken. Een schitterende ervaring.

Deze keer heb ik de Spelen van veel meer afstand beleefd. Letterlijk, want Rio is niet bij de deur. En ook figuurlijk, wegens voor het grootste deel van de Spelen met vakantie. Maar natuurlijk zijn de prestaties van Michael Phelps, Simone Biles, Katie Ledecky en Usain Bolt me niet ontgaan.

Hoewel dat de helden van de “grote” Olympische sporten zijn, blijft het overigens verfrissend hoe het goud de grote gelijkmaker is : al wie de beste is in haar of zijn sporttak, krijgt dezelfde medaille. Ik gun het van harte aan de winnaars in de dressuur, het Grieks-Romeins worstelen, het pistoolschieten of het schermen. Als het landgenoten waren, we zouden ze terecht vieren. En wie denkt dat het in sommige sporten “gemakkelijker” is om goud te halen dan sneller te willen lopen dan Bolt of harder te zwemmen dan Phelps : ongetwijfeld is dat zo. Niets houdt u tegen om te beginnen trainen.

Over landgenoten gesproken : het bleken zowaar onverwacht goede Spelen. België haalde 6 medailles tot nu toe (Nederland 16, Denemarken 13 – niet vergeten). In het taekwondo ging het mis, en het eremetaal in de triatlon lijkt op weg naar het Loenhout van Marten Van Riel, maar nu nog niet. Voor Evi Van Acker zat het allemaal wat tegen. Maar Van Avermaet won knap de wegrit, Timmers bewees dat hij niet alleen een grote mond heeft, Van Tichelt rekte het gouden judoverleden nog een beetje langer. De hockeyploeg won zilver (maar verloor nog veel meer het goud) en D’Hoore toonde aan wat dit wielerland zou kunnen als het in plaats van Putte-Kapellen of de Azencross op te hemelen gewoon zoals de rest van de wereld ook op een baan zou rondfietsen.

En Nafi Thiam versloeg Jessica Ennis. Die noemde ik vier jaar geleden bij de grootste figuren van de Londense Spelen. Een grote atlete. Geklopt. Door een Luikse van 22. In de atletiek, niets geen zogenaamd “kleine” sport. Een zeer grote prestatie.

Στην Κρήτη

Στην Κρήτη

Ah, vakantie. Net zoals de vorige twee jaar trok ik naar de Mediterrane zon. Naar Kreta deze keer. Waar zowaar de meest zuidelijke stad van Europa terug te vinden is (Ierapetra). Ik moest even op de kaart kijken om het te geloven, maar het klopt. Dat ik er geen druppel regen heb gezien, zou dus niet moeten verbazen.

Wel veel zon, soms een beetje te veel zelfs. Caraïbische stranden. Zeer lekker en betaalbaar eten (wel opletten om niet van de ene toeristenval in de andere te duiken). Erg gastvrije mensen. Met Chania een zeer charmante stad aan de zee. En Knossos, een plek die als geen ander de titel “bakermat van de Europese beschaving” verdient, de zichtbare brug tussen het Egypte van de farao’s en de Grieks-Romeinse eeuwen. Wat ook maakt dat het archeologisch museum van Heraklion een unieke collectie heeft, die bovendien uitstekend wordt gepresenteerd. Wereldklasse.

Ook in kleine dorpjes vind je er bovendien een archeologisch museum met wat overschotjes. Wat Minoïsche potten, wat invoer uit het oude Egypte of de Cycladen, wat Hellenistisch beeldhouwwerk, enkele Romeinse beelden, iets uit de tijd van de vroege Arabische veroveringen, een Byzantijnse muurschildering, wat Venetiaanse versierselen en nog wat Ottomaanse overblijfselen. Ik vrees dat de Werkgroep Archeologie van de Essense Heemkundige Kring er alleen maar van kan dromen…

Overigens zijn zowel de Venetiaanse als de Ottomaanse erfenis nog erg aanwezig in het straatbeeld. Dat leidt bijvoorbeeld tot het unieke fenomeen van een orthodoxe kerk met één (erg Italiaanse) klokkentoren en één minaret. Een bijzonder goede keuze om dat ook zo te houden.