Bij een vertrek
Als ambtenaar een collega uitwuiven is niet zo moeilijk. Je onderlijnt de (hopelijk grote) verdiensten van de vertrekker, de goede samenwerking en de vriendschap. Ik heb het al vaak gedaan, onlangs nog voor de Italiaanse EMCO-afgevaardigde die na vele jaren afscheid nam. Als politicus een mede-bestuurder het beste wensen is ook niet zo complex : je maakt een balans op, waarbij je voor een keer de dagdagelijkse discussies overstijgt, waardeert de (hopelijk grote) inzet…
Als politicus iets zeggen over een ambtenaar die vertrekt is wat minder voor de hand liggend. Het „primaat van de politiek” dicteert immers dat alles wat fout ging toegeschreven moet worden aan de politieke bestuurders. En de interne keuken, wel die is vooral een zaak van de ambtenaren zelf.
Als gemeenteraadslid niets zeggen over een gemeentesecretaris die na 35 jaar vertrekt is nochtans ook geen optie. Gisterenavond kreeg Ronny Frederickx een mooie afscheidviering. Over hoe hij de interne werking van de gemeente vorm gaf, ga ik me niet uitspreken. Ik denk wel dat we, als politiek, hem daar af en toe te veel vrijheid in gaven, maar dat is onze fout, niet die van hem. Over zijn manier van samenwerken met het personeel ga ik ook al niet. En het gemeentebeleid in de afgelopen decennia, wel daarop moet ik Herman, Frans en Gaston aanspreken.
Op het snijpunt van politiek en het bestuursapparaat hebben Ronny en ik af en toe gebotst, met name over het inzagerecht. Maar zelfs op dat vlak ligt de uiteindelijke beslissing bij het schepencollege. En zoals Herman Suykerbuyk het gisteren zei : „Ronny deed niet altijd goed voor iedereen, dat kon ook niet, maar hij deed ook voor niemand altijd verkeerd.” Als raadslid kon ik op medewerking rekenen bij het uitvoeren van mijn taken, op uitleg waar ik erom vroeg – en een enkele keer zonder erom te vragen, wat dan een signaal was om bijzonder goed te luisteren.
Ronny verklaarde zich op zijn afscheidviering een overtuigd „lokalo”, en die overtuiging van het belang van de openbare besturen deel ik met hem. Hij pleitte bovendien voor een beter gebruik van de talenten van de ambtenaren én van de raadsleden. Met die laatste, zeer terechte, oproep verbaasde hij me een beetje.
Er ging bij de viering veel aandacht naar zijn bovenlokale engagement. Misschien was het grote voordeel van gemeentesecretaris zijn in een kleine gemeente als Essen wel vooral dat : er bleef tijd over om over de grenzen te kijken, om actief te zijn in provinciale, nationale, internationale organisaties. Daarop kwam op het politieke niveau wel eens kritiek. Ten onrechte, wat mij betreft. Zoals ik mijn werkgever dankbaar ben om mijn internationale engagementen te ondersteunen, zo vind ik het als gemeentebestuurder terecht dat Essen Ronny heeft ondersteund in die van hem. De rechtstreekse baten wogen misschien niet op tegen de kosten, maar het is een vorm van solidariteit. Omdat de wereld niet eindigt aan de Strontpaal.
Ik wens Ronny een mooi pensioen en nog heel wat mooie jaren in Essen en de wijde wereld.