Archief van
Jaar: 2014

Ring, ring !

Ring, ring !

Op de commissie openbare infrastructuur hadden we een gast. Nu, als niet-lid van de commissie was ik zelf natuurlijk ook een beetje gast, maar daar gaat het niet over. Namens de Werkgroep Leefmilieu kwam Wim Van Den Bergh het plan voor Ringland II voorstellen. Een aantrekkelijk plan, ook al ben ik het niet met alle details eens. Maar het plan brengt een aantal gedurfde ideeën samen in een aantrekkelijk geheel.

Het vertrekpunt is de omvorming van de helft van de Ringweg, tot aan de middenberm, tot een groene buffer. Daarmee zou Essen er zowaar écht eens extra open ruimte bijkrijgen. Het kan natuurlijk perfect, want dat werd juist over de grens al bewezen. Het tweede sterke punt is voor mij het afsluiten van de autoverbinding tussen de Watermolenstraat en het Heuvelplein. Daarmee wordt ook de kans geboden om het Heuvelplein opnieuw in te richten, niet als parking maar als levend plein – en Wim was zo vriendelijk om daarbij te herinneren aan wat ik het plan Peeters-Bevers zou durven noemen, al sloten wij destijds de weg niet af. Met de terrasjes die Essen echt wel nodig heeft. Voor mij moeten dat de twee kernpunten zijn. De andere voorstellen vloeien er min of meer logisch uit voort, of zijn extra’s die ook nog zouden kunnen.

Wim toonde heel mooi aan dat de Ringlandvisie perfect past in de visie die op papier al in beleidsplannen werd ontwikkeld. De vraag is natuurlijk of dit college dat wel aandurft, de eigen visie ook echt in de praktijk zetten. Tijdens de commissie zag en hoorde je hen al twijfelen. Beton weghalen, dat kan misschien nog, al moet ik het nog zien. Maar een verbinding afsluiten die diep in de gewoontes van de automobilisten ingesleten zit, hoe onlogisch ze eigenlijk ook is, dat vraagt om echte moed. Een halve maatregel (eenrichtingsverkeer) is er in dit geval géén, want je mist de cruciale extra ruimte om het Heuvelplein aantrekkelijk te maken. En wat je nu beslist, is voor minstens 15 tot 20 jaar zo.

Als ik Wim was, dat zou ik de plannen nog wat verder uitwerken. En verder gaan met het visueel maken van hoe het er allemaal zou kunnen uitzien. Want net daardoor werkte zijn Powerpoint dinsdag overtuigend.

Hemelrijkdom

Hemelrijkdom

Dankzij Guy en Agnes kreeg N-VA/PLE zaterdag de unieke kans om het domein „De Belder” te bezoeken. Dat we daar de warmste 18 oktober uit de geschiedenis voor hadden uitgekozen, was natuurlijk geen toeval. Zodat we een bijna zomerse wandeling konden maken in een domein dat in prachtige herfstkleuren was gehuld.

Ik was er voordien één keer geweest (een elf juliviering uitgezonderd) : toen Frans Schrauwen zijn tienjarig burgemeesterschap vierde. Toen was het winter. Het domein opnieuw bezoeken, in een ander seizoen, was dus meer dan de moeite. Ik dacht er zo niet alleen over, we waren met 48.

Natuurlijk roept dit soort bezoek ook vragen op over de rol en toekomst van het domein. Misschien is het jammer dat het zo beperkt toegankelijk is, maar dat maakt de unieke waarde groter en beschermt het natuurlijk ook tegen allerlei onheil. Vanzelfsprekend moet het in zijn geheel bewaard blijven, ook als het ooit in overheidsbezit zou komen. En ook dan zou ik het verstandig vinden om er uitdrukkelijk géén leuke dingen mee te doen, maar het -meer dan vandaag, maar nog steeds- met mondjesmaat open te stellen voor al wie wil genieten van het mooiste stukje van onze gemeente. Ongeveer zoals we het een aantal jaren geleden in onze Hemelrijkplannen vooropstelden.

Geweten

Geweten

De 26e Esak-quiz bleek niet de gemakkelijkste editie uit de geschiedenis. Met Carl had ik een afwisselend menu samengesteld, dat -zo bleek uit de reacties- door de regelmatige quizzers goed werd gesmaakt. Voor sommige gelegenheidsploegen, of teams voor wie vooral de gezelligheid hen naar quizzalen lokt, was wat opgediend werd misschien iets te pittig.

Het blijft een moeilijk evenwicht : de Esak-quiz trekt veel ploegen, en is tegelijk zowat de enige quiz waarvoor een aantal teams met iets meer quizambities naar Essen afzakken. Categorie 5 heet dat dan in het Vlaamse quizcircuit. Uit die “5” blijkt meteen dat er nog heel wat erger bestaat, al is het niveau van de deelnemers en niet dat van de vragen zelf daarvoor bepalend.

De quiz verliep bijzonder vlot, met weinig of geen betwistingen over de antwoorden (achteraf gezien vind ik er zélf wel één redelijk betwistbaar, trouwens). Al vond ik zelf dat de projector niet de beste was die we al gehad hebben, en voor een „multimedia”-quiz is dat wel cruciaal. De ronde waarbij met symbolen moest worden geantwoord was leuk om te maken, en in de goklust op de proef stellen door drie keer naar hetzelfde antwoord te vragen (de eer ging naar Pater Damiaan) vind ik een zeker sardonisch genoegen. Ik heb me dus alleszins geamuseerd, en hoop van de aanwezigen hetzelfde. Tot de volgende editie – al zijn Robin en ik het denkproces over de N-VA/PLE quiz al begonnen, want die komt eerst.

Te book

Te book

Essen in Beeld is op Facebook beland. Eigenlijk een beetje per ongeluk. Hoe kan dat ? Wel, het was de bedoeling om een “passief” acccount te creëren, dat vooral zou toelaten om de activiteit op met name “Ge zijt van Essen als…” op te volgen. Maar zodra we ons hadden geregistreerd, doken de vriendschapsverzoeken op. Konden we die mensen dan zomaar teleurstellen ? Dan maar even gezocht naar een manier om Facebook te voeden zonder extra werk. Zodat nu de oude foto’s die worden opgeladen ook op onze pagina verschijnen.

We denken aan nog enkele eenvoudige toepassingen, en er is ongetwijfeld nog wat verfijning nodig. Het belangrijkste blijft voor ons dat alle relevante foto’s op de website blijven belanden : dat is de enige manier om de collectie volledig en kwalitatief te houden (foto’s op Facebook worden automatisch gereduceerd, en je kan ook niet zomaar op trefwoorden zoeken, natuurlijk). Hopelijk begrijpen ook onze nieuwe vrienden dat. Al is het natuurlijk leuk om te zien dat het “Essen in Beeld”-merk ook na meer dan vijf jaar nog steeds stevig overeind staat.

En de site zelf ? Die staat ook voor een ingrijpende verandering. Al is de timing nog onduidelijk. Maar als het zover is, dan hoort u het wel. Ook… op Facebook !

Gehoord

Gehoord

In het Europees Parlement vinden dezer dagen de hoorzittingen plaats waarbij de kandidaat-commissarissen op de rooster worden gelegd. Kandidaten die onvoldoende steun vinden, moeten vervolgens worden vervangen. Daarmee bewijst het Europees Parlement dat het in dit land de assemblee is die het meest de titel „parlement” verdient, en in de pers wordt gesuggereerd dat het voorstel navolging verdient in onze parlementen. Maar daar wil ik het niet over hebben. Ik heb een andere „wat als ?”.

Wat als we dit systeem eens in de gemeenten invoeren ? Er is tijd genoeg tussen de verkiezingen en het eerstvolgende jaarbegin, die nu grotendeels verloren gaat. We zouden kunnen vastleggen dat een meerderheid van de verkozenen zoals nu een akte ondertekent, en daarin een burgemeester aanduidt. Die presenteert zich vervolgens met een beleidsplan (bestuursakkoord) aan de nieuwe gemeenteraad. Als die het plan goedkeurt, hebben we een nieuwe (aangewezen) burgemeester. Die stelt vervolgens een aantal schepenen voor, met bevoegdheden. De schepenen worden door de gemeenteraad ondervraagd zoals de commissarissen : zijn ze bekwaam, kennen ze iets van hun bevoegdheden… Als ze het vertrouwen krijgen, worden ze schepen. Anders moet de burgemeester iemand anders voordragen. Ik zou ze vervolgens ook ontslag laten nemen uit de gemeenteraad, en zelfs de deur open zetten voor schepenen van buiten de raad, al zou ik wel opleggen dat ze minstens in de gemeente moeten komen wonen. Maar die innovatie hangt niet noodzakelijk met het nieuwe systeem samen.

Eigenlijk zou iedereen hier versterkt uitkomen. De burgemeester krijgt een eigen legitimiteit en een duidelijker positie tegenover de schepenen. Maar die krijgen ook elk een helder persoonlijk mandaat. De raadsleden van de meerderheid krijgen meer impact en kunnen een schepen weigeren zonder meteen de hele meerderheid te torpederen – de schepenen zouden dan ook elk moeten bewijzen dat ze de hele meerderheid kunnen vertegenwoordigen. De oppositieraadsleden krijgen een echte kans om het nieuwe college op de rooster te leggen vooraleer het aantreedt. En de administratie heeft de garantie dat de collegeleden hun bevoegdheidsdomein een beetje kennen. Waar wacht de Vlaamse regering op ?

Ideaal

Ideaal

„We moeten dat bekijken.” Twee jaar geleden beloofden alle politieke partijen aan de jeugdraad om meteen werk te maken van een repetitieruimte voor beginnende muziekgroepjes. Een dossier dat al twintig jaar aansleept, dus er mocht wel wat vaart achter worden gezet. En nu, na twee jaar zoeken naar een geschikte ruimte voor een repetitieruimte is het meest concrete dat de schepen kon toezeggen „we moeten dat bekijken”. Robin en ik hadden nochtans een concreet voorstel, dat met wat goede wil en de nodige investeringen (waarvoor sowieso een budget is voorzien) snel voor een concrete oplossing kan zorgen. Maar -ik plak even twee citaten aaneen- „er is geen onenigheid in de meerderheid” maar ook „er is geen eensgezindheid over dit voorstel” (in het college). En „de ideale oplossing bestaat niet” maar „dit voorstel is niet ideaal”. Zodat de meerderheid het voorstel eensgezind met 12 stemmen en 1 onthouding wegstemde. Ik denk dat we het binnen een maand of zes nog eens gaan agenderen. Tenzij de ideale oplossing ondertussen gevonden wordt, natuurlijk.

Een mens zou dan denken dat dit het dieptepunt van de gemeenteraad was. Maar neen hoor. Ere wie ere toekomt : dit dossier was van de kant van het college ongetwijfeld één van de best voorbereide. Voor de rest waren de onvolledige stukken, de gemiste deadlines, de niet nagekomen afspraken en dubieuze beslissingen alweer legio. Met als hoogtepunt wellicht het pleidooi van de burgemeester om de subsidiereglementen voortaan niet door de raad maar door het college aan te laten uitvaardigen – omdat ze dan gemakkelijker tijdens de toepassing ervan nog kunnen worden aangepast. Al is de redenering „sommige kandidaten voor de aanwerving waren op tijd, andere te laat en dus hebben we alleen de mensen die in Essen wonen op een gesprek uitgenodigd” ook een pareltje van goed bestuur. En de verwondering dat de tekst van een reglement zich niet spontaan zelf had aangepast aan wat toch echt wel de bedoeling was leek me ook niet gespeeld.

Amusant, dat wel. Maar zijn we alle 25 zeker dat onze kiezers op deze manier zo goed mogelijk gediend worden ?

In Memoriam Jos Van Loon

In Memoriam Jos Van Loon

Oud-OCMW-voorzitter Jos Van Loon is overleden. Nieuws dat erg onverwacht komt. Jos was nog jong (68) en erg actief in het Wildertse verenigingsleven. Maar voor mij was hij vooral de OCMW-voorzitter met wie ik in de laatste jaren van de legislaturen 2000-2006 mocht samenwerken. Na de verkiezingen van 2006 mocht hij nog enkele jaren verder doen, om dan de fakkel door te geven. Dat vond ik al getuigen van een gebrek aan waardering. En toen zijn opvolger er na één jaar onverwacht de brui aan gaf, nam zijn partij de voor mij (en wellicht ook voor hem) onbegrijpelijke beslissing om hem niet opnieuw de voorzittershamer in handen te geven. Zodat het OCMW helemaal zonder hem, zijn inzicht en energie, verder moest.

Bij zijn afscheid in 2009 schreef ik mijn mening over hem hier neer. Ik blijf achter mijn analyse van toen staan. Ik had hem graag nog heel wat mooie jaren gegund, in zijn Wildert, met zijn harmonie Essentia, met zijn Hilda. Jos had een rotsvast geloof, dus is hij nu hierboven wellicht al aan een eerste vergadering begonnen, met Jan en Roger, om het lokale OCMW in goede banen te leiden. Ik reken op een verslag van de vergadering, dat ik dan met argusogen kan bekijken…

Ondertussen zijn mijn gedachten bij zijn vrienden, zijn familie, zijn OCMW.

Wit blaadje

Wit blaadje

Dirk Smout verklaarde in de gemeenteraad al verschillende keren dat hij een „koele minnaar” is van het samenwerkingsverband dat Essen heeft met de Zuid-Afrikaanse gemeente Witzenberg. Ik zou mijn eigen houding niet beter kunnen verwoorden : de meerwaarde van de behoorlijke sommen federaal en Vlaams belastinggeld die we investeren is voor mij niet altijd duidelijk. Bovendien klopt de mythe dat het voor Essen zelf niets kost natuurlijk niet : onze ambtenaren besteden hieraan heel wat tijd.

Het initiatief om de delegatie uit Witzenberg die momenteel in Essen verblijft de meerwaarde vanuit hun perspectief zelf te laten toelichten aan de geïnteresseerde raadsleden was dus bijzonder welkom. De toelichting trok 4 raadsleden van N-VA/PLE, 2 van CD&V, 1 van Open VLD en 1 van sp.a naar het gemeentehuis, naast enkele leden van de adviesraad voor internationale samenwerking – zo zie je maar welke partijen zich voor de plaats van Essen in de wereld interesseren. Ik kan niet voor de anderen spreken, maar ik bleef alvast niet op mijn honger zitten.

Betekent dit meteen dat ik mijn mening over het Witzenbergproject heb herzien ? Het antwoord is „ja, maar”. Ik heb begrepen dat Essen voor de Zuid-Afrikanen deuren opent in Vlaanderen die zonder onze gemeente dicht zouden blijven, en dat de manier waarop een aantal zaken hier geregeld zijn, zoals het milieubeleid, sterk inspirerend werken. Vlaanderen is op het gebeid van recyclage een koploper, dus dat lijkt me zeer aannemelijk. Anderzijds, op voor Zuid-Afrika cruciale terreinen als werkgelegenheid en sociaal beleid vermoed ik dat we er beter aan zouden doen om anderen, zoals de VDAB maar ook ons eigen OCMW, sterker bij de samenwerking te betrekken.

Maar voor mij was de belangrijkste vraag wat wij kunnen leren van de samenwerking. Ik ben met name Jo-Ann Krieger dankbaar voor de eerlijke antwoorden. Les 1 : betrek de bevolking bij het uittekenen van het beleid. Ik vermoed dat de aanwezige schepenen allebei schaamrood op de wangen hebben gekregen, gezien de manier waarop in 2013 het meerjarenplan werd uitgewerkt in onze gemeente, veilig in de ivoren toren aan het Heuvelplein. Les 2 : zorg dat iedereen de prioriteiten mee uitdraagt. Als je gaat voor een propere gemeente, haal dan af en toe alle ambtenaren (en politici) achter hun bureau weg om de gemeente mee op te kuisen.

Vooral de eerste „les” leidde zowaar ook tot enige Essense zelfkritiek, die er zonder Zuid-Afrikaanse aanzet nooit zou zijn gekomen : op politiek vlak hebben we wellicht te weinig -zeg maar niets- geleerd uit meer dan een decennium samenwerken met onze partnergemeente. Dat zou op zich geen drama zijn, als we niet om de haverklap politici hadden overgevlogen naar Zuid-Afrika. Om wat te doen ?

De Zuid-Afrikaanse inbreng, aangevuld door onze eigen Noord-Zuidambtenaar, overtuigde me er grotendeels van dat de samenwerking voor de ambtenaren aan beide kanten een meerwaarde heeft. Voor de samenwerking tussen de scholen was ik al langer overtuigd – je kan kinderen en jongeren trouwens niet vroeg genoeg laten aanvoelen dat de wereld niet eindigt aan de grens met Kalmthout, met Wallonië, Frankrijk of aan de Middellands Zee.

In de marge vertelde Deputy Mayor Karriem Adams me dat we de samenwerking best zoveel mogelijk aan de ambtenaren overlaten. Ik ben het daarmee eens. Hij mag nog terugkomen, trouwens, wat er valt van hem nog wel wat te leren. Maar als onze politici in meer dan tien jaar ginds niets geleerd hebben, moeten we ze misschien maar een tijdje thuis houden. De (obligate) speech van de burgemeester kan je ook op een USB-stick meenemen of via YouTube wereldkundig maken.

Tenzij de betrokken politici in Witzenberg op vakantie willen, want het toerisme wordt -wellicht terecht- als één van de groeipolen voor de regio aanzien. Zo leerde ik dat met name de wintersportmogelijkheden onvoldoende bekend zijn. Dat is niet meteen mijn ding, maar het land trekt me absoluut aan. Maar de rekening moet dan natuurlijk niet betaald worden door de Vlaamse of Zuid-Afrikaanse belastingbetaler…

Tae think again

Tae think again

Schotland -en het hele Verenigd Koninkrijk- maken zich op voor het referendum waarin de keuze voor of tegen de Schotse onafhankelijkheid moet worden gemaakt. Het past om in de eerste plaats te wijzen op de kracht van de Schotse en Britse democratie : beide regeringen sloten netjes een akkoord over de voorwaarden en organisatie van het referendum, en zorgden voor een -gegeven de inzet- erg zuivere en waardige campagne. Prime Minister David Cameron en First Minister Alex Salmond verdienen daarvoor allebei zeer veel krediet, en alles laat ook uitschijnen dat ze zich donderdagavond netjes bij het resultaat zullen neerleggen. Al zal er nadien nog een moeilijke onderhandeling volgen, als Schotland “Yes” kiest.

Twee van de belangrijkste potentiële knelpunten zijn de munt en het EU-lidmaatschap. Hoewel de leidende kracht in de onafhankelijkheidsbeweging, de SNP, lang de euro verdedigde, kiest ze nu voor het behoud van het Britse pond. Waarop de Britse regering (en oppositie) terecht stellen dat dit niet zomaar een automatisme kan zijn. Gezien de omvang van de Schotse financiële sector lijkt het me ook logisch dat ze niet onvoorwaardelijk in zo’n scenario zou meestappen. De Schotse staat zou wellicht een stevig “stabiliteitspact” moeten ondertekenen met de Britse regering. Op middellange termijn lijkt de euro me eigenlijk een betere keuze. Maar misschien wacht Salmond wel gewoon tot hij met de neus op de feiten wordt gedrukt en blijkt het opgeven van het Pond een “pasmunt” om andere verdelingskwesties te regelen.

Zoals het EU-lidmaatschap. Eigenlijk zou het referendum naast de vraag “Moet Schotland onafhankelijk worden” ook de vraag “Moet Schotland onafhankelijk worden als het VK uit de EU stapt” moeten stellen. Dat zou een stevige stok achter de deur creëren, omdat heel veel “nee-stemmers” absoluut de EU niet willen verlaten. Mocht het ja-kamp het wel halen, dan verwacht ik een veel pragmatischer opstelling van de Europese Unie dan tot vandaag het geval is : het lijkt mij in het belang van de EU om de continuïteit te garanderen, en Schotland de hele procedure van een toetredingsverdrag te besparen. Al weet je nooit welk land daar een stokje voor zou kunnen steken.

Het nee-kamp, marketinggewijs redelijk briljant “Better Together” genoemd, wordt niet geleid door Cameron, maar door de voormalige Labourminister Alistair Darling. Gezien de politieke verhoudingen in Schotland ongetwijfeld een verstandige keuze. Hoewel de eindspurt moeilijk loopt, vind ik het een bijzonder sterke campagne, die er ondanks het zeer onnatuurlijke bondgenootschap tussen de Britse partijen die elkaar dagdagelijks in het parlement in Westminster bestrijden vrij goed in slaagt om de gaten in het Yes-verhaal te exploiteren en om een eigentijdse case voor “Britain” te maken. Dat neemt niet weg dat de dynamiek die van het ja-kamp uitgaat duidelijk sterker is. Salmond vermijdde ook allerlei valkuilen door een inclusieve campagne te voeren en zich niet tegen Engeland op te stellen. Hij heeft ook intrinsiek een Bovendien krijgt hij de steun van mogelijk de bekendste Schot ter wereld. Maar de initiële achterstand en de schrik voor het onbekende zouden hem uiteindelijk de das kunnen omdoen. Ook al omdat “ja” veel definitiever is dan “nee”, dat altijd een “nog niet” kan blijken.

Wat er donderdag ook gebeurt, Schotland, het VK en Europa zullen nooit meer hetzelfde zijn. Boeiend.

Boem

Boem

Wat te zeggen over de gemeenteraad van gisteren ? Die liet een behoorlijk zure smaak in mijn mond na (en dat kwam niet alleen doordat ik nadien op de redactie van de Ronde van Essen nog enkele “zure matten” heb gegeten). De weigering om enkele punten die we anderhalve dag te laat indienden alsnog te behandelen is alleen te verklaren als pure pesterij, of vanuit sterke inhoudelijke verdeeldheid over de inhoud ervan binnen de meerderheid. Het eerste vind ik in principe onwaarschijnlijk : normaal probeert iedereen in Essen in de eerste plaats op een inhoudelijke manier aan politiek te doen, en procedures staan enkel ten dienste daarvan. Zelf hebben we er in de gemeente- en OCMW-raad nooit een probleem van gemaakt om in dit soort gevallen de hoogdringendheid in te roepen. Ook al is er een behoorlijk verschil tussen professionele politici en een ambtenarenapparaat die de termijnen niet respecteren, en mensen die in hun vrije tijd een mandaat opnemen.

Dus blijft enkel de tweede verklaring over, die van de verdeeldheid. Wat ons voorstel over de repetitieruimte betreft, kan ik dat aannemen. Het hele dossier lijkt erop te wijzen dat het schepencollege het hier intern totaal over oneens is. Maar die uitleg past dan weer niet zo goed bij het andere punt, dat enkel een agendering op een commissie van een idee van de Werkgroep Leefmilieu beoogde. Blijft dan echt alleen een gebrek aan collegialiteit over ? Ik moet ervoor vrezen.

Vandaar dus die zure smaak. Inhoudelijk onthoud ik vooral de korte discussie over het “Algemeen Nood- en Interventieplan”. Ik heb het uiteraard even gehad over de mogelijke stroomonderbrekingen – al blijf ik het verbijsterend vinden dat een land als het onze daartoe zou moeten overgaan. En over vuurwerk. Eigenlijk is dat mijn grootste schrik op veiligheidsgebied, dat er ooit eens een stevige voorraad vuurwerk ontploft in onze gemeente. Ik ben het met de burgemeester eens dat we dat in de eerste plaats preventief, via een juiste inrichting van de opslagplaatsen, moeten aanpakken. Maar in de eindejaarsperiode is er volgens mij altijd meer vuurwerk in onze grensgemeente aanwezig geweest dan er veilig kan opgeslagen worden. En ik vrees dat die situatie niet helemaal onder controle is. In het nieuwe plan staat er niet veel over, en ik hoop dat die leemte alsnog wordt ingevuld.

Dat is namelijk potentieel van levensbelang. En dat weegt gelukkig ook in mijn hoofd veel zwaarder dan een verloren stemming over procedures.