Archief van
Maand: oktober 2014

Bouwwoede

Bouwwoede

De burgemeester op televisie. Over de geneugten die nu eenmaal samenhangen met onze ligging als grensgemeente. Migranten uit Nederland verhuizen een tijdje naar ons land omdat hier gezinshereniging eenvoudiger is. Met hun nieuwe gezin verhuizen ze dan terug naar het noorden. Niet goed voor het sociale weefsel volgens onze burgemeester. Bovendien tasten mensen met een kleurtje de identiteit van onze gemeente aan, zo heb ik hem horen zeggen. Een geluk dat Laurette Onkelinx hem niet kent, want anders had ze al lang zijn ontslag gevraagd en was ze nu zijn hele familiegeschiedenis aan het uitzoeken…

Het is dan ook een vreemde uitspraak : heel wat gekleurde mensen maken gewoon deel uit van onze identiteit. Gelukkig maar. Toch heeft Gaston een (ander) punt : het „dorpsgevoel” is de voorbije jaren zeker niet versterkt. Daar draagt inderdaad ook de inwijking vanuit lagere inkomensgroepen vanuit Nederland toe bij. Ook de stadsvlucht en de inwijking van hogere inkomensgroepen uit Nederland hebben hun impact – of hebben die gehad.

Maar Gaston lijkt me toch net iets te blind voor wat oorzaak is, en wat gevolg. Essen zou nooit een even massale toename van het inwonersaantal hebben gekend als het verdorie niet zo zot zou zijn geweest om de hele gemeente aan een hoog tempo vol te laten bouwen, in de eerste plaats dan nog met woonvormen waar de mensen die er al woonden duidelijk niet massaal om vroegen – appartementen en kant-en-klare koopwoningen. Wat heeft het gemeentebestuur bezield ? Het is nochtans redelijk evidente wiskunde : als je voor 20.000 mensen plaats voorziet, en je hebt 16.500 inwoners (in 2000), dan weet je dat jer er minstens 3.500 nieuwe gaat aantrekken.

Het type huizen bepaalt vervolgens wie je aantrekt, en appartementen richten zich nu eenmaal niet op gezinnen die zich duurzaam in de gemeente willen vestigen. Ook een overaanbod aan sociale woningen is vanuit hetzelfde oogpunt niet verstandig.

In de commissie omgeving hadden we overigens een interessante discussie gisteren, over de rol die sociale woningen moeten spelen : moeten ze vooral een springplank zijn, een doorgroeiwoning, of is het omwille van de sociale mix belangrijk dat mensen er kunnen blijven ? Vooral de inbreng van Veerle de Waal en Cois Veraart, vanuit hun eigen relevante achtergrond, vond ik interessant. Het probleem voor mij is dat het paard achter de kar is gespannen : de sociale woonbouwers hebben grote blokken neergezet, ook in Essen. Als je mensen daaruit laat weggroeien (en ze dus niet meer toelaat als hun inkomen stijgt), dan bestendig je uiteraard het probleem van de onevenwichtige sociale mix dat in het concept ingebakken zit. En zo komen we tot een beleid waarbij sociale woningen door de bewoners gekocht kunnen worden, of jarenlang verhuurd blijven aan wie ze niet nodig heeft – als lapmiddel om een fout uitgangspunt te corrigeren. Zodat de betrokken maatschappijen nieuwe grote blokken moeten neerzetten om aan de behoeften van sociale woningen te voldoen. Een vicieuze cirkel, waarvan alleen de maatschappijen beter worden. Niet de bewoners, het sociale weefsel, de overheidsbegroting, de open ruimte…

Een veel beter alternatief, zeker in een landelijke gemeente als Essen, is om mondjesmaat hier en daar enkele sociale huur- of koopwoningen in te planten, en die dan ook echt alleen voor te behouden aan de mensen die ze nodig hebben en voor wie ze aangepast zijn – een beetje zoals het sociaal verhuurkantoor van het OCMW het doet, al bouwen die niet zelf. Als de bewoners „eruitgroeien” kunnen ze op de private woonmarkt in de buurt terecht, zodat het sociaal weefsel behouden blijft. Bovendien kan je de enkele woningen veel beter aan de werkelijke noden en de diversiteit daarin aanpassen. Zo heb je veel minder woningen nodig om sociaal te zijn. Maar dan is het natuurlijk gedaan met de gigantische bouwprojecten. En met wie dáár net beter van wordt.

Mensen, van welke kleur, inkomensklasse of herkomst ook, kan je nooit verwijten dat ze voor zichzelf een goede keuze maken door naar Essen te komen. Wie dat wel doet (en voor alle duidelijkheid, ik denk niet dat Gaston daarbij hoort – al zou hij dat wel luidop mogen zeggen) verwart oorzaak en gevolg. Andere effecten van het beleid spelen een rol, zoals de fiscaliteit of hier de immigratiewetgeving, maar hun impact is ten gronde secundair. Maar de door het gemeentebestuur aangemoedigde bouwwoede van de private en de sociale sector en de onwil om die te stoppen, die hééft Essen zo zwaar beschadigd dat ik aarzel om het woord „misdadig” niet in de mond te nemen. Al wil ik me toch ook niet té veel aan Onkelinx spiegelen.

Ring, ring !

Ring, ring !

Op de commissie openbare infrastructuur hadden we een gast. Nu, als niet-lid van de commissie was ik zelf natuurlijk ook een beetje gast, maar daar gaat het niet over. Namens de Werkgroep Leefmilieu kwam Wim Van Den Bergh het plan voor Ringland II voorstellen. Een aantrekkelijk plan, ook al ben ik het niet met alle details eens. Maar het plan brengt een aantal gedurfde ideeën samen in een aantrekkelijk geheel.

Het vertrekpunt is de omvorming van de helft van de Ringweg, tot aan de middenberm, tot een groene buffer. Daarmee zou Essen er zowaar écht eens extra open ruimte bijkrijgen. Het kan natuurlijk perfect, want dat werd juist over de grens al bewezen. Het tweede sterke punt is voor mij het afsluiten van de autoverbinding tussen de Watermolenstraat en het Heuvelplein. Daarmee wordt ook de kans geboden om het Heuvelplein opnieuw in te richten, niet als parking maar als levend plein – en Wim was zo vriendelijk om daarbij te herinneren aan wat ik het plan Peeters-Bevers zou durven noemen, al sloten wij destijds de weg niet af. Met de terrasjes die Essen echt wel nodig heeft. Voor mij moeten dat de twee kernpunten zijn. De andere voorstellen vloeien er min of meer logisch uit voort, of zijn extra’s die ook nog zouden kunnen.

Wim toonde heel mooi aan dat de Ringlandvisie perfect past in de visie die op papier al in beleidsplannen werd ontwikkeld. De vraag is natuurlijk of dit college dat wel aandurft, de eigen visie ook echt in de praktijk zetten. Tijdens de commissie zag en hoorde je hen al twijfelen. Beton weghalen, dat kan misschien nog, al moet ik het nog zien. Maar een verbinding afsluiten die diep in de gewoontes van de automobilisten ingesleten zit, hoe onlogisch ze eigenlijk ook is, dat vraagt om echte moed. Een halve maatregel (eenrichtingsverkeer) is er in dit geval géén, want je mist de cruciale extra ruimte om het Heuvelplein aantrekkelijk te maken. En wat je nu beslist, is voor minstens 15 tot 20 jaar zo.

Als ik Wim was, dat zou ik de plannen nog wat verder uitwerken. En verder gaan met het visueel maken van hoe het er allemaal zou kunnen uitzien. Want net daardoor werkte zijn Powerpoint dinsdag overtuigend.

Hemelrijkdom

Hemelrijkdom

Dankzij Guy en Agnes kreeg N-VA/PLE zaterdag de unieke kans om het domein „De Belder” te bezoeken. Dat we daar de warmste 18 oktober uit de geschiedenis voor hadden uitgekozen, was natuurlijk geen toeval. Zodat we een bijna zomerse wandeling konden maken in een domein dat in prachtige herfstkleuren was gehuld.

Ik was er voordien één keer geweest (een elf juliviering uitgezonderd) : toen Frans Schrauwen zijn tienjarig burgemeesterschap vierde. Toen was het winter. Het domein opnieuw bezoeken, in een ander seizoen, was dus meer dan de moeite. Ik dacht er zo niet alleen over, we waren met 48.

Natuurlijk roept dit soort bezoek ook vragen op over de rol en toekomst van het domein. Misschien is het jammer dat het zo beperkt toegankelijk is, maar dat maakt de unieke waarde groter en beschermt het natuurlijk ook tegen allerlei onheil. Vanzelfsprekend moet het in zijn geheel bewaard blijven, ook als het ooit in overheidsbezit zou komen. En ook dan zou ik het verstandig vinden om er uitdrukkelijk géén leuke dingen mee te doen, maar het -meer dan vandaag, maar nog steeds- met mondjesmaat open te stellen voor al wie wil genieten van het mooiste stukje van onze gemeente. Ongeveer zoals we het een aantal jaren geleden in onze Hemelrijkplannen vooropstelden.

Geweten

Geweten

De 26e Esak-quiz bleek niet de gemakkelijkste editie uit de geschiedenis. Met Carl had ik een afwisselend menu samengesteld, dat -zo bleek uit de reacties- door de regelmatige quizzers goed werd gesmaakt. Voor sommige gelegenheidsploegen, of teams voor wie vooral de gezelligheid hen naar quizzalen lokt, was wat opgediend werd misschien iets te pittig.

Het blijft een moeilijk evenwicht : de Esak-quiz trekt veel ploegen, en is tegelijk zowat de enige quiz waarvoor een aantal teams met iets meer quizambities naar Essen afzakken. Categorie 5 heet dat dan in het Vlaamse quizcircuit. Uit die “5” blijkt meteen dat er nog heel wat erger bestaat, al is het niveau van de deelnemers en niet dat van de vragen zelf daarvoor bepalend.

De quiz verliep bijzonder vlot, met weinig of geen betwistingen over de antwoorden (achteraf gezien vind ik er zélf wel één redelijk betwistbaar, trouwens). Al vond ik zelf dat de projector niet de beste was die we al gehad hebben, en voor een „multimedia”-quiz is dat wel cruciaal. De ronde waarbij met symbolen moest worden geantwoord was leuk om te maken, en in de goklust op de proef stellen door drie keer naar hetzelfde antwoord te vragen (de eer ging naar Pater Damiaan) vind ik een zeker sardonisch genoegen. Ik heb me dus alleszins geamuseerd, en hoop van de aanwezigen hetzelfde. Tot de volgende editie – al zijn Robin en ik het denkproces over de N-VA/PLE quiz al begonnen, want die komt eerst.

Te book

Te book

Essen in Beeld is op Facebook beland. Eigenlijk een beetje per ongeluk. Hoe kan dat ? Wel, het was de bedoeling om een “passief” acccount te creëren, dat vooral zou toelaten om de activiteit op met name “Ge zijt van Essen als…” op te volgen. Maar zodra we ons hadden geregistreerd, doken de vriendschapsverzoeken op. Konden we die mensen dan zomaar teleurstellen ? Dan maar even gezocht naar een manier om Facebook te voeden zonder extra werk. Zodat nu de oude foto’s die worden opgeladen ook op onze pagina verschijnen.

We denken aan nog enkele eenvoudige toepassingen, en er is ongetwijfeld nog wat verfijning nodig. Het belangrijkste blijft voor ons dat alle relevante foto’s op de website blijven belanden : dat is de enige manier om de collectie volledig en kwalitatief te houden (foto’s op Facebook worden automatisch gereduceerd, en je kan ook niet zomaar op trefwoorden zoeken, natuurlijk). Hopelijk begrijpen ook onze nieuwe vrienden dat. Al is het natuurlijk leuk om te zien dat het “Essen in Beeld”-merk ook na meer dan vijf jaar nog steeds stevig overeind staat.

En de site zelf ? Die staat ook voor een ingrijpende verandering. Al is de timing nog onduidelijk. Maar als het zover is, dan hoort u het wel. Ook… op Facebook !

Gehoord

Gehoord

In het Europees Parlement vinden dezer dagen de hoorzittingen plaats waarbij de kandidaat-commissarissen op de rooster worden gelegd. Kandidaten die onvoldoende steun vinden, moeten vervolgens worden vervangen. Daarmee bewijst het Europees Parlement dat het in dit land de assemblee is die het meest de titel „parlement” verdient, en in de pers wordt gesuggereerd dat het voorstel navolging verdient in onze parlementen. Maar daar wil ik het niet over hebben. Ik heb een andere „wat als ?”.

Wat als we dit systeem eens in de gemeenten invoeren ? Er is tijd genoeg tussen de verkiezingen en het eerstvolgende jaarbegin, die nu grotendeels verloren gaat. We zouden kunnen vastleggen dat een meerderheid van de verkozenen zoals nu een akte ondertekent, en daarin een burgemeester aanduidt. Die presenteert zich vervolgens met een beleidsplan (bestuursakkoord) aan de nieuwe gemeenteraad. Als die het plan goedkeurt, hebben we een nieuwe (aangewezen) burgemeester. Die stelt vervolgens een aantal schepenen voor, met bevoegdheden. De schepenen worden door de gemeenteraad ondervraagd zoals de commissarissen : zijn ze bekwaam, kennen ze iets van hun bevoegdheden… Als ze het vertrouwen krijgen, worden ze schepen. Anders moet de burgemeester iemand anders voordragen. Ik zou ze vervolgens ook ontslag laten nemen uit de gemeenteraad, en zelfs de deur open zetten voor schepenen van buiten de raad, al zou ik wel opleggen dat ze minstens in de gemeente moeten komen wonen. Maar die innovatie hangt niet noodzakelijk met het nieuwe systeem samen.

Eigenlijk zou iedereen hier versterkt uitkomen. De burgemeester krijgt een eigen legitimiteit en een duidelijker positie tegenover de schepenen. Maar die krijgen ook elk een helder persoonlijk mandaat. De raadsleden van de meerderheid krijgen meer impact en kunnen een schepen weigeren zonder meteen de hele meerderheid te torpederen – de schepenen zouden dan ook elk moeten bewijzen dat ze de hele meerderheid kunnen vertegenwoordigen. De oppositieraadsleden krijgen een echte kans om het nieuwe college op de rooster te leggen vooraleer het aantreedt. En de administratie heeft de garantie dat de collegeleden hun bevoegdheidsdomein een beetje kennen. Waar wacht de Vlaamse regering op ?

Ideaal

Ideaal

„We moeten dat bekijken.” Twee jaar geleden beloofden alle politieke partijen aan de jeugdraad om meteen werk te maken van een repetitieruimte voor beginnende muziekgroepjes. Een dossier dat al twintig jaar aansleept, dus er mocht wel wat vaart achter worden gezet. En nu, na twee jaar zoeken naar een geschikte ruimte voor een repetitieruimte is het meest concrete dat de schepen kon toezeggen „we moeten dat bekijken”. Robin en ik hadden nochtans een concreet voorstel, dat met wat goede wil en de nodige investeringen (waarvoor sowieso een budget is voorzien) snel voor een concrete oplossing kan zorgen. Maar -ik plak even twee citaten aaneen- „er is geen onenigheid in de meerderheid” maar ook „er is geen eensgezindheid over dit voorstel” (in het college). En „de ideale oplossing bestaat niet” maar „dit voorstel is niet ideaal”. Zodat de meerderheid het voorstel eensgezind met 12 stemmen en 1 onthouding wegstemde. Ik denk dat we het binnen een maand of zes nog eens gaan agenderen. Tenzij de ideale oplossing ondertussen gevonden wordt, natuurlijk.

Een mens zou dan denken dat dit het dieptepunt van de gemeenteraad was. Maar neen hoor. Ere wie ere toekomt : dit dossier was van de kant van het college ongetwijfeld één van de best voorbereide. Voor de rest waren de onvolledige stukken, de gemiste deadlines, de niet nagekomen afspraken en dubieuze beslissingen alweer legio. Met als hoogtepunt wellicht het pleidooi van de burgemeester om de subsidiereglementen voortaan niet door de raad maar door het college aan te laten uitvaardigen – omdat ze dan gemakkelijker tijdens de toepassing ervan nog kunnen worden aangepast. Al is de redenering „sommige kandidaten voor de aanwerving waren op tijd, andere te laat en dus hebben we alleen de mensen die in Essen wonen op een gesprek uitgenodigd” ook een pareltje van goed bestuur. En de verwondering dat de tekst van een reglement zich niet spontaan zelf had aangepast aan wat toch echt wel de bedoeling was leek me ook niet gespeeld.

Amusant, dat wel. Maar zijn we alle 25 zeker dat onze kiezers op deze manier zo goed mogelijk gediend worden ?