Dirk Smout verklaarde in de gemeenteraad al verschillende keren dat hij een „koele minnaar” is van het samenwerkingsverband dat Essen heeft met de Zuid-Afrikaanse gemeente Witzenberg. Ik zou mijn eigen houding niet beter kunnen verwoorden : de meerwaarde van de behoorlijke sommen federaal en Vlaams belastinggeld die we investeren is voor mij niet altijd duidelijk. Bovendien klopt de mythe dat het voor Essen zelf niets kost natuurlijk niet : onze ambtenaren besteden hieraan heel wat tijd.
Het initiatief om de delegatie uit Witzenberg die momenteel in Essen verblijft de meerwaarde vanuit hun perspectief zelf te laten toelichten aan de geïnteresseerde raadsleden was dus bijzonder welkom. De toelichting trok 4 raadsleden van N-VA/PLE, 2 van CD&V, 1 van Open VLD en 1 van sp.a naar het gemeentehuis, naast enkele leden van de adviesraad voor internationale samenwerking – zo zie je maar welke partijen zich voor de plaats van Essen in de wereld interesseren. Ik kan niet voor de anderen spreken, maar ik bleef alvast niet op mijn honger zitten.
Betekent dit meteen dat ik mijn mening over het Witzenbergproject heb herzien ? Het antwoord is „ja, maar”. Ik heb begrepen dat Essen voor de Zuid-Afrikanen deuren opent in Vlaanderen die zonder onze gemeente dicht zouden blijven, en dat de manier waarop een aantal zaken hier geregeld zijn, zoals het milieubeleid, sterk inspirerend werken. Vlaanderen is op het gebeid van recyclage een koploper, dus dat lijkt me zeer aannemelijk. Anderzijds, op voor Zuid-Afrika cruciale terreinen als werkgelegenheid en sociaal beleid vermoed ik dat we er beter aan zouden doen om anderen, zoals de VDAB maar ook ons eigen OCMW, sterker bij de samenwerking te betrekken.
Maar voor mij was de belangrijkste vraag wat wij kunnen leren van de samenwerking. Ik ben met name Jo-Ann Krieger dankbaar voor de eerlijke antwoorden. Les 1 : betrek de bevolking bij het uittekenen van het beleid. Ik vermoed dat de aanwezige schepenen allebei schaamrood op de wangen hebben gekregen, gezien de manier waarop in 2013 het meerjarenplan werd uitgewerkt in onze gemeente, veilig in de ivoren toren aan het Heuvelplein. Les 2 : zorg dat iedereen de prioriteiten mee uitdraagt. Als je gaat voor een propere gemeente, haal dan af en toe alle ambtenaren (en politici) achter hun bureau weg om de gemeente mee op te kuisen.
Vooral de eerste „les” leidde zowaar ook tot enige Essense zelfkritiek, die er zonder Zuid-Afrikaanse aanzet nooit zou zijn gekomen : op politiek vlak hebben we wellicht te weinig -zeg maar niets- geleerd uit meer dan een decennium samenwerken met onze partnergemeente. Dat zou op zich geen drama zijn, als we niet om de haverklap politici hadden overgevlogen naar Zuid-Afrika. Om wat te doen ?
De Zuid-Afrikaanse inbreng, aangevuld door onze eigen Noord-Zuidambtenaar, overtuigde me er grotendeels van dat de samenwerking voor de ambtenaren aan beide kanten een meerwaarde heeft. Voor de samenwerking tussen de scholen was ik al langer overtuigd – je kan kinderen en jongeren trouwens niet vroeg genoeg laten aanvoelen dat de wereld niet eindigt aan de grens met Kalmthout, met Wallonië, Frankrijk of aan de Middellands Zee.
In de marge vertelde Deputy Mayor Karriem Adams me dat we de samenwerking best zoveel mogelijk aan de ambtenaren overlaten. Ik ben het daarmee eens. Hij mag nog terugkomen, trouwens, wat er valt van hem nog wel wat te leren. Maar als onze politici in meer dan tien jaar ginds niets geleerd hebben, moeten we ze misschien maar een tijdje thuis houden. De (obligate) speech van de burgemeester kan je ook op een USB-stick meenemen of via YouTube wereldkundig maken.
Tenzij de betrokken politici in Witzenberg op vakantie willen, want het toerisme wordt -wellicht terecht- als één van de groeipolen voor de regio aanzien. Zo leerde ik dat met name de wintersportmogelijkheden onvoldoende bekend zijn. Dat is niet meteen mijn ding, maar het land trekt me absoluut aan. Maar de rekening moet dan natuurlijk niet betaald worden door de Vlaamse of Zuid-Afrikaanse belastingbetaler…