Five down, one to go
En zo zijn twee maanden na de verkiezingen alle gewest- en gemeenschapsregeringen gevormd. Vijf stuks, drie geleid door een socialist, twee door een regionalist. De Belgische politiek wordt wel eens omschreven als een schaakspel, maar deze keer werd het vooral poker. Op hoog niveau.
In Vlaanderen bereikten N-VA, CD&V en Open Vld elk hun belangrijkste doelstellingen, respectievelijk de regering leiden, een zichtbaar leidende rol spelen op kernbevoegdheidsdomeinen en meebesturen. Of dat allemaal volstaat als cement om echt doortastend te besturen is niet zo duidelijk, maar er zijn ook al regeringen met veel slechtere kaarten vertrokken. Het is wel een beetje bevreemdend dat na jarenlange klachten over de dominante invloed van de PS op de Vlaamse politiek nu de facto de MR over de samenstelling van de Vlaamse regering heeft beslist : het “ja” van Michel voor de federale “Zweedse coalitie” bleek doorslaggevend om Open Vld aan boord te halen.
PS en cdH bereikten aan de overkant van de taalgrens ook hun doelstellingen, “zo links mogelijk besturen” en “relevant blijven”, met als asterisk voor cdH waarvoor het imago van “aanhangsel van de PS” nu toch echt wel zwaar begint te wegen. Maar met het lot van de alweer uitgesloten CSP in de Duitstalige Gemeenschap in gedachten was eieren voor het geld kiezen wellicht toch de beste optie. Wel wetende dat die een federaal avontuur in een centrum-rechtse regering eigenlijk uitsloot, maar daarvoor was het enthousiasme in cdH wellicht op zich nooit erg groot. En de “christen-democratische familie” ? Die is in 2001 door Verhofstadt uit elkaar gespeeld en bestaat alleen nog op (EVP-)papier. Waar Rutten nu zowaar de vruchten van plukt.
Zoals het er nu naar uitziet wordt mijn federale werkgever dus een onuitgegeven N-VA/CD&V/MR/Open Vld-coalitie. Die met ontzettend weinig excuses vertrekt om niet te doen wat er moet gebeuren. En net daarom zou ik het vel van de Zweedse beer nog niet verkopen vooraleer het beest tot köttbullar is verwerkt…