Goede raad van lange duur
We hebben gisteren 50 jaar Jeugdraad gevierd. De viering was leuk opgebouwd, met een herdenkingsboom en een fietstocht langs enkele “historische” plaatsen voor het Essense jeugdwerk. Om vervolgens voor een receptie in het gemeentehuis te belanden, waar de schepen en gedeputeerde van jeugd ons toespraken.
De opkomst van zowel voormalige als huidige Jeugdraders viel eerlijk gezegd wat tegen, maar dat mocht geen domper op de feestvreugde zijn. Het was gezellig om met een divers gezelschap ook diverse herinneringen op te halen. De geschiedenis blijkt al eens zaken in perspectief te plaatsen. Zo hadden we het geluk dat we toevallig in het voormalige Sjoc terecht konden, om daar wat te mijmeren bij wat had kunnen zijn.
50 jaar Jeugdraad is ontzettend lang. We keken het ooit na, en de raad van Oostende zou nog ouder zijn. Misschien zijn er nog. En het initiatief startte vooral als overlegorgaan tussen de jeugdbewegingen, in de nasleep van de succesvolle jeugddagen van 1963, maar de functie “adviesorgaan” was nooit zo ver weg. Zoals Frans Schrauwen terecht opmerkte had burgemeester Suykerbuyk wel een neus voor “beleidsparticipatie”. Binnen bepaalde limieten wellicht, maar toch. Hoewel we in Essen nooit het warm water uitvonden, is de gemeente op het vlak van jeugdbeleid alvast ook nooit een achterblijver geweest, en dat is de verdienste van de jarige Jeugdraad en het gemeentebestuur samen.
Op verschillende plekken kwam er een korte toelichting bij de betekenis ervan. Ik mocht even het woord nemen bij de Nollekenstraat 31 – ik had die plaats overigens zelf gesuggereerd, want de betekenis ervan ligt niet meteen zomaar voor de hand. Ik heb zonder papier gesproken, maar had het vooraf wel uitgeschreven. Ik heb de laatste paar zinnen ter plaatse verzacht, maar houd het hier toch maar bij de originele versie.
Een stukje geschiedenis. Zo was het vroeger : wie met de jeugdbeweging op kamp ging, moest subsidies aanvragen bij het Bestuur Jeugdwerk van de Vlaams overheid. Josée kent nog heroïsche verhalen over de inspectie die daar dan bij hoorde. En zo kon je nog andere subsidies krijgen, voor optredens bijvoorbeeld. Allemaal via Brussel. In 1989 diende Herman Lauwers een voorstel van decreet in bij het Vlaams Parlement : kunnen we dat geld niet beter aan de gemeenten geven ? Uiteindelijk leidde dat tot het decreet van 9 juni 1993 “houdende subsidiëring van gemeentebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het voeren van een jeugdbeleid”. Vanaf nu moest elke gemeente om de drie jaar een Jeugdwerkbeleidsplan opstellen. En in 1994, om te proberen, moest er één voor één jaar worden gemaakt. Als dat JWBP zou worden aanvaard, dan kreeg de gemeente geld. Als ik het me goed herinner ging het voor Essen dat eerste jaar om 1,1 miljoen. Frank weliswaar, maar toch de moeite om er werk van te maken. Dus moest er een plan geschreven worden. Dat kon niet zomaar alleen door vrijwilligers gebeuren, en samen met de vraag om ook in Essen een Roefel te krijgen maakte dit dat het gemeentebestuur er niet meer onderuit kon : Essen had een jeugdambtenaar nodig. Niet toevallig start Roefel in Essen óók in 1994. Josée wist meteen wat te doen.
Maar een plan schrijf je natuurlijk niet op een zolderkamer in het gemeentehuis, want daar zat de Jeugddienst in het begin. Er moest inspraak komen, van al het jeugdwerk. Wat doen met zoveel geld ? Er moesten bevoorrechte getuigen worden gehoord, van de pastoor tot de cafébazin. En er kwam een Stuurgroep, met jeugdwerkers en oud-jeugdwerkers, om de plannen zelf uit te werken. En die Stuurgroep, die vergaderde hier, bij Frans thuis. We werkten een hele reeks subsidiereglementen uit : kampsubsidies, werkingssubsidies, infrastructuursubsidies… Eigenlijk kent iedereen ze die de voorbije 20 jaar aan jeugdwerk heeft gedaan, want er is al bij al opmerkelijk weinig veranderd aan wat we hier toen samen uitgewerkt hebben.
Eén van de dingen die we toen bedachten en waar ik nog altijd blij mee ben is de uitleendienst van audio-visueel materiaal. Niet evident om de gemeente te overtuigen, want in het begin mocht dat materiaal alléén voor het jeugdwerk gebruikt worden. Leg dat maar eens uit aan de andere diensten in het gemeentehuis. We hebben toch doorgebeten, en het werd een succes.
Ik ben overigens Frans nog altijd dankbaar voor de gastvrijheid van toen, maar ook omdat hij niet alleen meedacht en meewerkte aan de plannen, maar vooral omdat hij ze ook nog door het schepencollege loodste. Het plan kwam tot stand vanuit het jeugdwerk, van onderuit zoals onze burgemeester dat graag verwoordt. Er zouden nog jeugdwerkbeleidsplannen en later jeugdbeleidsplannen volgen. Essen kreeg een mooie traditie van echte participatie van het jeugdwerk en de jongeren aan het beleid. Totdat die vorig jaar onder het mom van de beleids- en beheerscyclus vakkundig de nek werd omgewrongen. Maar laat dat vandáág geen domper op de feestvreugde zijn. Straks drinken we er eentje op dat eerste jeugdwerkbeleidsplan.
Ik heb met bijzonder veel plezier een aantal jaren lang aan de Jeugdraad meegewerkt. Ik heb er veel geleerd, tot en met hoe je een klacht indient bij de gouverneur. Maar ik heb er me vooral veel leuke herinneringen aan overgehouden. Ik wens dus de jarige Jeugdraad nog heel veel energie en kritische zin toe. Waarbij voor mij een belangrijke les is dat je soms ook iets kan bereiken door er gewoon… zelf mee te beginnen. Het gemeentebestuur kan dan vaak toch niet anders dan -enthousiast of schoorvoetend- op de kar springen.
Gelukkige verjaardag, Jeugdraad !