Bij het heengaan van een KSA-er
De overleden Wilfried Martens wordt geëerd als groot Vlaming, groot Belg en groot Europeaan. Die unieke drievoudige eer lijkt me voor weinigen weggelegd – ik zie geen voorgangers en ook geen nakomers. De kwalificatie is bovendien terecht : Martens belichaamde een tijdperk voor Vlaanderen, voor België en voor Europa.
De staat waarin we sinds de jaren 1980 leven werd voor een belangrijk deel door hem vormgegeven. Hij kreeg als geen ander greep op de communautaire agenda, en zijn communautaire model houdt tot vandaag min of meer stand. Sociaal-economisch was het wachten op opvolger Dehaene om orde op zaken te stellen. Samen tilden ze België boven het niveau van pakweg Italië uit, om ergens tussen Frankrijk en Nederland uit te komen. Vervolgens kreeg Verhofstadt de kans om het land echt tot het niveau van Nederland en Noord-Europa op te tillen. Dat leek even te gaan lukken, maar al snel begon een langzaam terug afglijden. Waarbij het model Martens-Dehaene zowel communautair en economisch steeds meer sleet begint te vertonen – wat geen afbreuk doet aan het respect dat de architecten ervan verdienden. Net omdat, met een knipoog naar het stopwoord van Martens, in dit land nu eenmaal niets evident is.
In alle commentaren wordt verwezen naar het grote plichtsbewustzijn van Martens. Dat lijkt me bijna een understatement. Maar de manier waarop hij zijn ideaal, de visie die hij van bij het begin voor ogen had, waarmaakte is wat mij betreft nog indrukwekkender – je kan het met die visie eens zijn of net niet, maar de rechte lijn aanhouden doorheen het dagelijkse bochtenwerk van de macht is een prestatie die hoe dan ook bewondering afdwingt. Hij had, samen met de grote dame uit de politiek die zijn derde echtgenote werd, nog gelukkige jaren verdiend.