In quarantaine
De Quarantainestallen zijn dicht. Natuurlijk werden ze al lang niet meer gebruikt om dieren bij de grensovergang een tijdje in verzekerde bewaring te nemen. Maar eind juni stopte ook de huidige uitbating, als horecazaak annex rommelmarkt. Spijtig voor al wie er graag een bezoekje bracht, al was de meerwaarde voor Essen niet zo groot. En ook al werden de gebouwen gebruikt, dat kon enige aftakeling toch niet tegengaan. Maar nu staan ze leeg, en dat is natuurlijk nog erger.
De stallen zijn uniek, en vormen één van de meest sprekende monumentale plekken van onze gemeente. Ze zijn publiek erfgoed, en dus is het logisch dat de overheid -in de eerste plaats de gemeente- zich het lot van de hallen aantrekt. Anderzijds ben ik zeer sceptisch over het aankopen van gebouwen om daar vervolgens een bestemming voor te zoeken. Zo hebben we al een miskoop gedaan, aan de overkant van Hemelrijk.
Meer dan ooit geloof ik daarom in de noodzaak van een totaalproject voor de hele Hemelrijksite, met een visie op termijn. Een visie zoals wij die in 2010 ontwikkelden. Die is ondertussen voor een deel achterhaald door andere beslissingen, maar de noodzaak van een totaalproject voor de hele site blijft absoluut overeind. Waarbij keuzes gemaakt worden, ook als ze pas op lange termijn verwezenlijkt kunnen worden, en niet vaag worden gelaten om uiteindelijk de waan van de dag de knoop te laten doorhakken (of doorrotten). En waarbij de hele puzzel in elkaar moet passen, zowel economisch als ruimtelijk-ecologisch. Wellicht is het nu het moment om dat te doen : het dringt stilaan ook bij CD&V en sp.a door dat het “slow growth” model voor de douaneloods een doodlopend spoor is, de toekomst van het Karrenmuseum ziet er (vooral financieel) onzeker uit en de Quarantainestallen staan leeg.
Wat die stallen betreft, geloof ik in een verblijfsfunctie, zoals in 2010 – maar dan wat verder doorgedreven. Met behoud van de architectuur van de stallen, maar uiteraard volledig gemoderniseerd. Gericht op toeristen, maar ook op residentiële (bedrijfs)seminaries. In het duurdere marktsegment. Waarbij een privé-investeerder het voortouw zal moeten nemen. Dat kan, als we ook iets te bieden hebben : een groene omgeving, de douaneloods die voor grote congressen kan worden gebruikt (en in het weekend voor evenementen op Essense schaal), sportinfrastructuur in de buurt én een Karrenmuseum dat het waard is om ook zonder dat er iets te doen is pakweg 10 EUR voor een bezoek neer te tellen. In een volledig heraangelegde stationsomgeving – wat mij betreft zonder viaduct.
Ik geloof daarin. Of in soortgelijke oplossingen waarbij we meerwaarde creëren, en niet krampachtig proberen om “iets” te doen of wat te schuiven met bestemmingen. Maar het zal alleen werken als we echt alle stukken van de puzzel bij elkaar durven leggen, en stoppen met een afzonderlijk “pappen en nathouden”-beleid tegenover het Karrenmuseum, de VVV, de Heemkundige Kring, de loods, de stallen… De puzzel komt eigenlijk te laat (zwembad Hemelrijk wordt duidelijk gemist), maar het kan nog. Vijf jaar wachten kan daarentegen niet. Voor mij is dit de test of Essen alleen beheerd wordt (dan gaat er aangemodderd worden) of echt bestuurd. Ik ben benieuwd !