De Grondwet
Op de gemeenteraad gisteren agendeerden Anne en Dirk een voorstel dat ervoor moet zorgen dat KLJ Hoek een eigen lokaal krijgt. Hoewel het voorstel mijn handtekening niet droeg, heb ik er wel aan meegewerkt. Omdat ik overtuigd ben dat een jeugdbeweging zoals KLJ recht heeft op een degelijk lokaal. Bij de bespreking werden vanuit het college enkele vreemde argumenten aangehaald : in tegenstelling tot andere jeugdbewegingen die de voorbije jaren een lokaal bouwden, heeft KLJ geen vzw die de werken kan dragen. Nogal evident : het heeft weinig zin om een “bouw-vzw” op te richten zolang er geen zicht is op bouwgrond.
Die grond is meteen ook de knoop in het verhaal : geen enkele Essense jeugdbeweging heeft ooit op eigen grond gebouwd. Het is namelijk volstrekt niet realistisch om naast het gebouw ook de grond te financieren. Er werd altijd gebouwd op grond van “de overheid”. Vaak van de parochiale overheid, maar was een theoretisch onderscheid, zoals ik hier al wel eens heb proberen uit te leggen. De parochie had de grond bovendien vaak gekregen, of geërfd.
Vandaag liggen de kaarten anders : de beschikbare grond is zeldzamer geworden. Ze wordt dus niet meer zowaar weggeschonken, of bijna gratis ter beschikking gesteld. En parochies gedragen zich van langsom minder als “overheid”. Ook voor het gemeentebestuur werd grond duurder. Maar de gemeente is wel quasi de enige haalbare oplossing geworden om het verenigingsleven aan een stuk grond te helpen. Dat is het verhaal van SV Wildert. Het is ook het verhaal van KLJ Hoek, al zou de parochie daar nog een (laatste ?) keer zijn klassieke rol kunnen opnemen. Ook dan kunnen we er niet omheen dat we naar een situatie evolueren waarbij op termijn alle infrastructuur voor het socio-culturele leven op gemeentegrond zal staan. Vaak zal de infrastructuur zélf trouwens ook gemeentelijke eigendom zijn, al lijkt dat minder een absolute noodzaak.
Dat gemeentelijk grondbezit is op zich ook een goede zaak : zo wordt de grond zeker ingezet voor doelstellingen van algemeen belang. Maar het gemeentebestuur moet nog wennen aan deze nieuwe en “dure” grondwet. Hoewel er eigenlijk geen kosten aan verbonden zijn : het gaat om een pure verschuiving van roerend naar onroerend patrimonium. Grond voor het KLJ-lokaal aankopen -en voor SV Wildert- is ten gronde (!) geen andere verrichting dan beleggen in Publi-T, waartoe we gisteren vlotjes in de gemeenteraad besloten. Het is misschien nog de meest verstandige manier om de financiële reserves van de gemeente te gebruiken.
Luc Van Wezel legde gisteren wellicht de vinger op de wonde : “Als we grond aankopen voor KLJ, dan staat iedereen hier morgen.” Inderdaad, dat is zo. Het is logisch, en zelfs goed. Uit “iedereen”, alle verenigingen die vinden dat ze ruimte verdienen om zich te ontplooien, moet het gemeentebestuur dan keuzes maken. Zo veel gaan het er niet eens zijn, trouwens.
“There is no alternative” zoals Margaret Thatcher stelde, in een andere context. Dat gaat volgens mij ook hier op. Aan deze “grondwet” valt niet te ontkomen.