Archief van
Jaar: 2012

Trefzeker

Trefzeker

Ik ben naar de Trefdag van VVSG geweest. Op uw kosten, beste Essenaar. Toch wat de inschrijving betreft (60 EUR) mijn treinticket naar Gent heb ik zelf betaald (18 EUR, vanuit Antwerpen).

VVSG is een schitterende organisatie die de lokale besturen in Vlaanderen uitstekend ondersteunt en er bovendien voldoende zelfkritisch tegenover staat. Dat ze zich af en toe leent tot een soms wat te gemakkelijke (financiele) klaagzang over de hogere overheden neem ik er dan graag bij.

De Trefdag is een tweejaarlijks gebeuren, maar in het jaar vóór de verkiezingen heeft hij een extra betekenis als zeer rijke bron van ideeën voor de nieuwe bestuursperiode. Er waren maar weinig Essenaren. Eén burgemeester, één schepen, één OCMW-voorzitter, één OCMW-secretaris en één gemeenteraadslid heb ik geteld. Vreemd eigenlijk, want al wie in gemeentebeleid geïnteresseerd is en zich al dan niet met wat moeite kan vrijmaken moet er volgens mij proberen bij te zijn.

U hebt de rekening betaald, dus mag u ook weten wat ik heb gedaan – naast tussen de standjes van allerlei organisaties lopen en documentatie verzamelen. Ik heb vijf sessies van telkens een uur gevolgd :
1. Vlaams en gemeentelijk winkelbeleid: een sterk duo ?
2. Werken aan dienstverlening: slimmer, sterker en straffer
3. Samenwerking tussen OCMW en gemeente. Bakens in de kunde van het samenwerken
4. Platteland blinkt uit ! Inspirerende projecten die ‘landelijkheid’ in de verf zetten
5. Ten einde raad ?

Ik ben over alle vijf tevreden, en dat is natuurlijk een goede score voor dit soort activiteiten. Ik heb bovendien minstens twee heel inspirerende mensen aan het woord gehoord. Één die ik twaalf jaar geleden bij dezelfde gelegenheid hoorde spreken en die mijn kijk op plattelandsbeleid voor altijd heeft veranderd (Niek De Roo) en één die zo kritisch naar het fenomeen ”gemeenteraad” keek dat ik prompt opnieuw trots ben om raadslid te zijn en daar telkens opnieuw het beste van probeer te maken (Filip De Rynck).

Voor sommigen is de Trefdag vooral een netwerkevenement, maar ik zit nu eenmaal niet echt in dit netwerk. Voor mij is het een gelegenheid om ideeën op te doen. Ik heb er minstens twee aan overgehouden waarvan ik zelf benieuwd ben of ze enige kans maken om in ons verkiezingsprogramma te komen. Dat wordt dus nog interessant…

Uw geld is wat mij betreft dus goed besteed – ik kreeg er ook wat spijs en drank voor, maar u vergeeft het me wellicht dat ik u de details daarvan bespaar (voor zover ik die überhaupt nog zou kennen). De voeding voor de geest stond namelijk voorop. Waarvoor dank.

Onkruid

Onkruid

Gemeenteraden heb je in verschillende soorten, en die van gisteren behoorde tot het verkeerde type : bitse discussies, persoonlijke verwijten en weinig respect voor andermans mening. Dat lag niet aan onze fractie, en overigens ook niet aan de burgemeester, maar het blijft wel jammer. We moeten deze gemeente samen nog 9 maanden besturen.

Dat neemt overigens niet weg dat er verstandige dingen zijn gezegd. De bespreking over RUP Spijker was met name een nuttig signaal aan de betrokken eigenaars : als die ook dit RUP langs gerechtelijke weg terug naar af sturen, dan valt niet uit te sluiten dat het gemeentebestuur geen nieuwe poging meer onderneemt. En dan wordt hun rechtszekerheid alleen kleiner. Frans Schrauwen deed er -voor één keer- goed aan om de geschiedenis van het dossier in herinnering te brengen: dit verhaal had eigenlijk al sinds 1994 van de baan moeten zijn,

De spanning tussen het planmatige en het juridische in dit soort dossiers maakt het ondertussen bijzonder moeilijk voor een overheid om haar werk te doen. Naast een grotere zorgvuldigheid bij de planners vraagt dit wellicht ook een aanpassing van de procedures. Met name die voor de Raad van State, een orgaan dat een onmisbare rol vervult, maar dat best ook eens stevig zou worden geüpdatet.

Verder liep de discussie over ”open ruimte” wat als rode draad doorheen de betere stukken van de gemeenteraad. Luc Van Wezel maakte zich zorgen over het verdwijnen van landbouwgebied. Volledig terecht. Alleen zette hij vooral de tegenstelling met bos- en natuurgebied (en fietspad) in de verf. Daar vergist hij zich : het moet in de eerste plaats over open ruimte in zijn geheel gaat. Of bosgrond en landbouwgrond nu laatst of voorlaatst in het lijstje van het prioritaire grondgebruik staan, of omgekeerd, doet er uiteindelijk niet zo veel toe. Ze moeten beide veel hoger op die lijst. Als we onszelf een landelijke gemeente noemen, en toch -ook al terecht- ernstig nadenken over het voorzien van volkstuintjes voor de appartementsbewoners, dan klopt er ten gronde iets niet.

In het debat over die volkstuintjes (een voorstel van Philip Peeters, wat had u gedacht) haalde Frans wél volledig ongepast aan dat Philip desgevraagd zijn tuin mocht komen onderhouden. De oud-burgemeester speelde nog maar eens de man, en niet de bal. Toch zette hij me aan het denken : zo zijn er natuurlijk nog mensen. Tuinuitleen. Zou daar al eens aan gedacht zijn ?

Noord

Noord

De eerste keer dat mijn (toenmalige en ook huidige) werkgever me naar het buitenland stuurde, leidde de weg naar Kopenhagen. Vandaag belandde ik opnieuw in de Deense hoofdstad, waar het weliswaar tien graden frisser is dan bij ons, maar die verder onder hetzelfde stralende zonnetje baadt. Zodat de terrasjes van Nyhavn helemaal vol zitten.

Dat ik van de steden in het Noorden houdt moet de lezers van deze stukjes (wie zijn ze, wat doen ze hier ?) al zijn opgevallen. Kopenhagen is daarop geen uitzondering : mooie gebouwen en nette straten met relaxte, vriendelijke mensen. En water dat de betovering van verre reizen in zich draagt – naar het Vinland van Leif Eriksson, die voor Columbus de overtocht waagde, bijvoorbeeld.

Het Deense EU-voorzitterschap, dat me hier bracht, is er inhoudelijk één van lopende zaken, zonder veel ambitie. Misschien heeft de EU dat ook wel even nodig. Bovendien lopen die zaken dan ook op zijn Scandinavisch netjes op rolletjes. Ik kom er de komende tijd nog terug, in Denemarken. Ik kijk er al naar uit.

Kom op !

Kom op !

De quiz der quizzen. Om in de toch redelijk quizgekke gemeente Essen die titel te mogen dragen, moet je van ver komen. Maar de Kom op Tegen Kankerquiz laat er al een aantal jaren geen twijfel over bestaan : This is the real thing ! Dit jaar brachten Robin en zijn ploeg 68 ploegen bijeen in de sporthal van het College. Voor een leuke quiz, met de sympathieke Jan Bosman achter de micro. En met naar goede gewoonte enkele BV’s om het geheel te kruiden.

De overwinning ging naar het dit jaar bij momenten beresterke Wij aan de Grens. Met N-VA/PLE deden we het behoorlijk, mijn quizmaten van ESAK lag deze quiz naar minder goede gewoonte een stuk minder. Maar eigenlijk is dat minder belangrijk. Essen toonde eens te meer zijn groot hart – en beleefde er ook nog plezier aan. Zo moet dat dus.

Dag Geert

Dag Geert

Geert Lambert maakte bekend dat hij niet opnieuw kandidaat zal zijn voor een zitje in de Oostendse gemeenteraad, en dus vanaf 1 januari geen politiek mandaat meer zal hebben. Geert is er de man niet naar om zich als een Herman De Croo vast te klampen aan een zitje, dus een echte verrassing is zijn afscheid niet.

Sinds eind 2009 hebben Lambert en ik bovendien ook geen partijkaart meer gemeen, zoals dat vanaf 1991 altijd het geval was. Toch stemt het me wat weemoedig. Ik herinner me dat ik ooit in functie van de Essense jeugdraad contact heb genomen met de toenmalige medewerker van de VU-Europarlementsleden. Het enthousiasme voor een sterk Vlaams-Europees progressief verhaal droop er toen al van af, aangevuld met een flinke portie realisme.

Geert was er vanaf dan altijd, al kwam hij maar langzaam op de voorgrond. Omdat hij een man van ideeën, van nuance, van stijl was. Hij werd de eerste invaller van de Vlaams-progressieve partijpolitiek, een stabiliserende factor in woelige wateren. Hij torpedeerde ondanks immense druk het BHV-akkoord van 2005 – je kan over dat van vandaag zeggen wat je wil, maar wat toen voorlag was alleszins veel slechter. Uiteindelijk kwam zijn hoogte- en dieptepunt in 2009, met de onmogelijke opdracht om in enkele maanden een volledig eigen verhaal, dat van de SLP neer te zetten. Ik blijf hem dankbaar dat hij het toen heeft geprobeerd.

In een interview pleitte hij de voorbije dagen voor politici die los van berekening een programma aan de kiezer voorleggen. Klinkt het niet, dan botst het wel. Dat is een beetje ongenuanceerd, en dat weet hij zelf ook. Maar hij heeft wel gelijk dat de politiek vandaag te veel in de andere richting is doorgeschoten. Wie durft nog zeggen waar het op staat, ook als de kiezer daar niet meteen vóór is ?

Geert zou de stap naar Groen achteraf gezien beter niet meer hebben gezet, maar dat is gemakkelijk gezegd. Voor mij blijft hij een voorbeeld. En het programma van zijn SLP blijft voor mij een maatstaf en een ideeëngoed waarvoor altijd ruimte zal zijn in het politieke landschap. Al wordt dat een kwestie van geven en nemen, want de kans lijkt me klein dat het ooit nog een eigen partijpolitieke vertaling vindt. Of iemand die het even goed belichaamt als Geert. Het ga hem goed.

Geregistreerd

Geregistreerd

Op 18 maart 1723 werd in de kerk van Nispen en Essen Anthonius Bevers gedoopt. Zijn doopakte is het oudste spoor van een naamgenoot dat zich in de gezamenlijke archieven van Roosendaal, Essen en Kalmthout bevindt. Dat opzoeken heeft me ongeveer een minuut gekost. Op de trein. De drie gemeenten hebben de parochieregisters en de archieven van de burgerlijke stand online geplaatst.

Cultuurschepen Jokke Hennekam mocht het project gisteren voorstellen – daarbij wees ze erop dat omwille van de privacy alleen de gegevens t.e.m. 1911 beschikbaar zijn, wat in dit Facebooktijdperk een wat ironisch gegeven is. Desalniettemin is de online databank een fantastisch instrument, en een Vlaamse primeur waar Essen en Kalmthout trots op kunnen zijn. Waarbij het natuurlijk een voordeel was om in de schaduw te zitten van een grote buur aan de overkant van de grens, die bovendien met een sterk historisch besef begiftigd is.

Niet alle foto’s waarop het Essense college dit jaar met fierheid glimlacht zullen even waarachtig zijn, vrees ik, maar deze is hen wel gegund. Al gaat de verdienste wat Essen betreft toch vooral naar Joris en Stef van de dienst burgerzaken, die in dit project (eens te meer) hun hart hebben gelegd.

Hardop dromend zou het natuurlijk mooi zijn om een digitale kruisverbinding met Essen in Beeld te realiseren, zodat een persoon aan haar of zijn foto wordt gekoppeld of omgekeerd. Dat is niet evident, maar ook niet onmogelijk. Al zie ik niet meteen foto’s van Anthonius Bevers opduiken, tenzij een tijdreiziger de uitvinding van de fotografie alsnog zou gaan vervroegen. Dat lijkt me niet meteen voor morgen. Of voor gisteren, dus…

Nacht en ontij

Nacht en ontij

Ook in Essen begint de jaarlijkse Nacht van de Geschiedenis van het Davidsfonds een traditie te worden. Net zoals vorig jaar waren Rudi en ik gevraagd om op basis van de Essen in Beeld-fotocollectie een bijdrage te leveren. Het thema was ”drank”, en dus belichtte Rudi de brouwerijen en drankdepots. Ik mocht heden en vooral verleden van de Essense cafés toelichten.

Nu zijn die cafés niet meteen mijn natuurlijke biotoop, maar op basis van de informatie op onze website, een artikel van Flor Backx in De Spycker van 1990 en andere informatie uit dat onvolprezen jaarboek van de Heemkundige Kring heb ik toch een min of meer coherent verhaal kunnen brengen. Ook al omdat foto’s vaak voor zichzelf spreken. Het voordeel van een onderwerp dat je minder goed kent is dat je veel bijleert uit het opzoekwerk, natuurlijk. Uit het verhaal komt een Essen uit een ander tijdperk naar voren. Een dorp waar de boeren hun borrel dronken en waar de kermis het hoogtepunt van het jaar was. Maar ook een spoorwegknooppunt met de hotels en gelegenheden van meer bedenkelijk allooi die daar bij horen.

De 119 cafés in 1910 en hun vrede verhaal leverde natuurlijk heel wat mooie cafénamen op. Daarbij zitten enkele dubbels – wat het opzoekwerk natuurlijk niet vergemakkelijkte. Voorspelbare, zoals De Grens of Het Spoor. Of Statiezicht. Clichés als In De Kroon of De Welkom. (Faux-)Chique als Hôtel du Commerce. En verrassende als In Transvaal. Wie koos die namen, en waarom ? In veel gevallen zullen we het nooit weten, zoals we (gelukkig) ook niet alles zullen weten over wat zich tussen de vier muren van die staminees afspeelde.

Naast ons verhaal zorgde Leo Suykerbuyk voor een In Memoriam voor de onlangs overleden Leo Doggen van ”De Linden” die als spreker was gevraagd. Daarnaast interviewde hij levend monument Karel (Charel) Van Oevelen; hoewel hij nooit achter de ketels stond voor altijd ”de brouwer” in Essen. Dat de avond met een biertje werd doorgespoeld, was natuurlijk onvermijdelijk.

Er kroop (kostbare) tijd in de voorbereiding, maar voor mij was het die alvast waard. Hopelijk geldt voor de bezoekers hetzelfde. En anders stel ik voor dat ze er eentje drinken om hem door te spoelen…

Wat is er te koop ?

Wat is er te koop ?

Unizo Essen stelde daarstraks het memorandum voor waarmee de lokale ondernemers het beleid van de gemeente in de volgende bestuursperiode willen beïnvloeden. Een heel goed initiatief : het is belangrijk dat de politieke partijen zoveel mogelijk input krijgen, zodat ze op een doordachte manier keuzes kunnen maken bij het opstellen van het verkiezingsprogramma.

Bovendien valt er over het ondernemingsklimaat in onze gemeente wel wat te zeggen. Wat daarbij voor mij vooropstaat is dat we Essen opnieuw winkelvriendelijk moeten maken. Met name in de centrale as Nieuwstraat-Stationsstraat verdwijnen de winkels ende horeca om plaats te maken voor appartementen. Of ze worden vervangen door het soort bedrijven die een geleidelijke teruggang aankondigen. Ik heb niets tegen nachtwinkels, tweedehandszaken, pittabars… Maar als er te veel zijn, dan is dat een teken van achteruitgang. En die valt nog moeilijk te ontkennen in Essen-Centrum.

Daarom moet de inrichting van het gebied van Heuvelplein tot aan het station grondig worden herdacht. Zodat de horeca er volop kan bloeien, ook als de zon schijnt en iedereen liefst op een terras zou zitten. Zodat het er aangenaam wandelen en fietsen is. Zodat er parkeerplaats is, maar ook zodat mensen het de moeite vinden om wat verder weg te parkeren om toch naar hun favoriete winkel te stappen. Omdat dat geen verloren tijd is, maar een prettige ervaring. Waar het leuk winkelen is, zijn mensen bereid daar wat inspanning voor te doen. In Essen niet.

Dit verhaal geldt in de eerste plaats in Essen-Centrum, maar varianten ervan gelden voor andere plekken in onze gemeente.

Unizo brengt veel goede ideeën aan. Wij gaan daarmee aan de slag, zoals we ook andere inbreng verwelkomen. Maar we rekenen er vooral op dat Unizo in de volgende zes jaar een partner wordt om Essen aantrekkelijker en sociaal-economisch gezonder te maken. Want op dat vlak is er nog heel wat werk… aan de winkel.

E=mc²

E=mc²

Het aantal mandaten dat de gemeenten invullen in de energie-intercommunales wordt verminderd, meldden de ministers Van Den Bossche en Bourgeois deze week trots. Een stap vooruit. Of toch niet, want het echte debat wordt uit de weg gegaan.

De energie-intercommunales zijn een erfenis uit het verleden, toen de gemeenten zich verenigden om samen de elektriciteits- en gasvoorziening, waarop ze een monopolie hadden, te verzekeren. Vandaag, in de 21e eeuw, maakt het de gemeenten tot spelers in een geliberaliseerde, cruciale, economische sector. Die netjes is opgesplitst tussen producenten en leveranciers van energie, en netbeheerders. De historische intercommunales zijn ook gesplitst. De gemeenten zitten nog rechtstreeks in de intercommunales die het netbeheer uitoefenen, want dat is een overheidsmonopolie : er is maar één elektriciteitsnet in elke straat, gelukkig maar.

Daarnaast hebben ze via allerlei ondoorzichtige constructies, de financieringsintercommunales, ook nog belangen in de producenten en de leveranciers van elektriciteit. Die op hun beurt verbonden zijn met de netbeheerders. Heel kort samengevat : de Electrabels van deze wereld en de gemeenten zitten met handen en voeten aan elkaar vast.

De Vlaamse regering pakt nu uit met een vermindering van het aantal mandaten bij de netbeheerders. Logisch : in de praktijk zijn er twee conglomeraten die de energienetten beheren : Infrax en Eandis. In Essen zijn beide actief : Infrax doet de elektriciteit, Eandis zorgt voor gas. Toch bestaan die twee groepen uit allerlei deelintercommunales, met raden van bestuur met leden die door de gemeenteraad worden aangeduid. Meestal gaat het om schepenen. Die verdienen daar een centje mee bij. Maar de meesten hebben niet de bagage om mee de strategie van een energiebedrijf te bepalen. Sommige wel, natuurlijk, maar ik vermoed dat het over een kleine minderheid gaat.

Bovendien zitten ze in een gelaagde structuur waar ze sowieso maar weinig vat op hebben. In de tweede fase loopt het nog sterker mis : de gemeenteraadsleden die zouden moeten controleren wat hun vertegenwoordigers namens hun kiezers uitsteken in die intercommunales hebben daar noch de tijd, noch de middelen voor.

Dat zorgt voor een gigantisch democratisch deficit. De hele constructie blijft draaien dankzij de vergoedingen voor de mandatarissen, maar ook en vooral dankzij de dividenden die de gemeenten ontvangen. Het wordt zelden hardop gezegd, maar die zijn er mee verantwoordelijk voor dat de elektriciteitsprijzen in dit land te hoog zijn. Eigenlijk gaat het om een gemeentelijke belasting op elektriciteitsverbruik. Maar dan één die voor de kiezer onzichtbaar is, en dus niet aan de bestuurders wordt aangerekend. Iedereen tevreden, ook al gaat het om een zeer asociale belasting : mensen met een laag inkomen verbruiken in verhouding meer energie, en betalen dus extra veel aan deze belasting.

Natuurlijk heeft de overheid een rol te spelen in de energievoorziening. Netbeheer is een monopolietaak. Maar uiteraard zou het veel logischer zijn dat de Vlaamse overheid dit op zich neemt. En de gemeenten er helemaal uit weghaalt – en zo mij alvast verlost van de fictie dat ik het beleid moet controleren van Infrax en Eandis, van Luminus en uiteindelijk van Electrabel, dat de Essense vertegenwoordigers in IVEG, IVEKA, FINEG, IKA, … namens mijn kiezers goedkeuren. Want nogmaals, ik kan dat nauwelijks of niet. En ik maak me sterk dat de meeste mede-raadsleden zich zelfs nog nooit de vraag hebben gesteld of ze dit kunnen.

De elektriciteitsprijzen kunnen dan omlaag, de belastingen moeten wellicht omhoog. Dat moet dan maar. En het inkomensverlies voor de mandatarissen wordt wat mij betreft best gecompenseerd door de wedden van burgemeesters en schepenenen realistisch te linken aan de tijd die nodig is om die mandaten op een degelijke manier in te vullen – uiteraard op voorwaarde dat ze dat ook doen.

Goed bezig, Freya en Geert. Waarvoor dank. Maar bijt alstublieft dóór en verlos ons van onze energiebelangen.

Au fond

Au fond

Honderd jaar geleden werd in onze gemeente de Gilde Vlaams Katholiek Leven opgericht. Later fusioneerde die met het Davidsfonds. De rijke geschiedenis ga ik niet beschrijven, wie interesse heeft kan terecht… Maar zondag zette het Essense Davidsfonds zijn eeuwfeest in met “DF Talent”, een mooi programma met korte optredens van Essense amateurpodiumkunstenaars.

Het geheel, uitstekend aan elkaar gepraat door onze eigen Bart Van Esbroeck, bood kwaliteit maar was toch luchtig genoeg om te blijven boeien op een zondagnamiddag. Heel leuk was het “dubbeloptreden” van dochter Katrijn Smout en Marieke Van Den Bergh op klarinet – en hun moeders die een stukje toneel brachten. De jonge à capella zangers van Accent vond ik bijzonder te smaken, maar iedereen die op het podium stond bracht een meerwaarde. Zelfs de burgemeester, die niet slecht is in het soort gelegenheidswoordjes dat bij deze gelegenheden van hem wordt verwacht. Al begin ik enkele van zijn techniekjes door te krijgen, maar dat is natuurlijk onvermijdelijk.

Vanuit het nationale Davidsfonds kwam de boodschap dat de vereniging zich voortdurend moet vernieuwen. Terecht, maar ik leerde vandaag alvast (opnieuw) dat Davidsfonds Essen een basis heeft waar het nog mooie dingen op kan bouwen.