Archief van
Jaar: 2012

Citius, Altius, Fortius

Citius, Altius, Fortius

Mijn lange stuk over de Spelen was nog niet af. In mijn hoofd zaten nog twee zaken die ik ook kwijt wilde. Sowieso hoort er een lijstje van de atleten bij die voor mij het meest opvielen en ontroerden. Ook al omdat het lijstje me naadloos bij het tweede onderwerp zal brengen.

Ik heb besloten er zeven uit te pikken. Vier Britten, want Team GB heeft nu eenmaal deze Spelen gemaakt. Drie keer goud, één keer zilver. Laura Trott, die in mijn vorige stukje al aan bod kwam. Jessica Ennis, omdat ik haar live heb gezien, maar vooral omdat ze onder de ongelooflijke druk als topfavoriete (ze stond op de posters van de Spelen vooraleer ze één meter had gelopen) de zevenkamp op haar naam wist te schrijven – toch een nogal pittig atletiekonderdeel. Gemma Gibbons, die ik ook live zilver zag behalen, en wiens levensverhaal daar méér dan goud van maakt. En Mo Farah, die door het thuispubliek naar de overwinning werd geschreeuwd op de 5.000 en de 10.000m, en daar zo ongelooflijk blij mee was (een mens zou voor minder, natuurlijk).

Aan die vier voeg ik Khalil Mahmoud Abeer Abdelrahman toe. Een Egyptische gewichthefster, die ik vijfde zag worden maar die vooral herinnerd zal worden omdat ze onder de halter terechtkwam. Maar haar durf, en het feit dat ze daar als Egyptische gewoon stond, vind ik een vermelding waard. En dan nog twee gymnasten : Gabrielle Douglas, de Amerikaanse die de meerkamp bij de vrouwen won en Epke Zonderland, de Nederlander die aan de rekstok op magistrale wijze goud haalde. In Londen liep er véél oranje rond. Opvallend en luidruchtig, zoals dat blijkbaar hoort. Maar het scheelt natuurlijk als je ook iets hebt om trots op te zijn…

Het lijstje brengt me bij mijn tweede thema. Dat de Spelen zo goed zijn gelukt, ligt naar mijn gevoel voor een belangrijk deel aan het relatieve succes van het Britse integratiemodel. Dat blijkt uit Team GB – Ennis’ vader is van Jamaicaanse afkomst, Farah woonde tot zijn achtste in Somalië maar antwoordde op de vraag of hij niet liever voor dat land zou zijn uitgekomen : “Look mate, this is my country. This is where I grew up, this is where I started life. This is my country and when I put on my Great Britain vest I’m proud.” Maar topatleten “adopteren” is natuurlijk niet zo moeilijk. Het echte succes bleek veel meer uit de supporters en de vrijwilligers. Typisch Brits : op de paars-rode vrijwilligersuniformen werd vaak een hoofddoek gedragen. Ook op zeer zichtbare plaatsen – bij de medailleceremonies in de atletiek, bijvoorbeeld. En je zag ze regelmatig op straat, om je even vrolijk als de anderen een prettige dag toe te wensen of de weg te wijzen naar het dichtsbijzijnde metrostation (of toch het station waar ze je graag naartoe zagen gaan, niet altijd noodzakelijk het meest dichtbije…). Zoals je in Londen politiemannen met een tulband kan zien – en die zijn even veel politieman als de anderen. De hele vrijwilligersploeg leek me een perfecte weergave van de Londense samenleving, de massa die met de Union Jack rondliep al evenzeer.

En net dát zouden we hier niet kunnen. Omdat we verkrampen in het (zeer Franse) idee dat het openbare leven geen diversiteit zou mogen uitstralen. En omdat we aan de andere kant even goed verkrampen als we de problemen bij naam moeten noemen – al wie dat wel doet, wordt in een zeer rechtse hoek weggezet, en je moet al Groen-parlementslid zijn om daar min of meer aan te ontsnappen. Gelukkig doet Luckas Vander Taelen dat dan ook. Omdat we het ons niet kunnen voorstellen dat we ons hele sociale zekerheidsstelsel wat meer voorwaardelijk zouden maken, maar anderzijds de grenzen dicht willen houden om het niet te ondergraven – een PS-discours waarvan de dubbelzinnigheid en het fundamentele ethnocentrisme in Vlaanderen heel vaak gewoon klakkeloos wordt aanvaard. Waardoor we ook weer eerder de probleemgroepen onder de migranten aantrekken, die dan vervolgens onvoldoende rolmodellen à la Farah of Ennis hebben. Waarna we op basis van dezelfde logica hen niet eens aanmoedigen om zich wél op te werken in onze samenleving.

De dag dat héél Molenbeek voor Hellebaut supportert, en heel Essen voor de vrouwen van Marokkaanse afkomst in het hockeyteam en in het boksen (?) – wel, die dag moeten we nóg niet beginnen aan de Spelen van Brussel. Maar onze economie, onze samenleving én onze medailleoogst zullen er wel beter bij varen.

(Ik heb in dit stukje even abstractie gemaakt van de complexiteit van het Verenigd Koninkrijk, met name wat Schotland, Wales en Noord-Ierland betreft. Maar zoveel verandert dat niet aan het verhaal : ook een Schot met een hoofddoek is een Schot, en Alex Salmond gaat dat niet tegenspreken.)

The Games of the XXXth Olympiad

The Games of the XXXth Olympiad

De Olympische Spelen hebben me altijd gefascineerd. Ik herinner me dat we in 1984 tijdens de spelen in LA zoals toen elk jaar in “Zon en Zee” zaten, en dat de uitzendingen van de spelen op een groot scherm me zeker zoveel interesseerden als het Noordzeestrand. Verder is nochtans aan mij een groot sporter noch sportkijker verloren gegaan. Maar de Spelen hebben iets magisch, iets dat verder reikt dan een wereldkampioenschap of een Ronde van Vlaanderen. Bovendien waardeer ik het egalitaire karakter, dat maakt dat je sportprestaties voor één keer tegen elkaar kan afwegen : goud is goud, of dat nu op de 100m sprint is, of in pakweg het Grieks-Romeins worstelen. Daarom vind ik het goed dat alle sporten op de spelen gehouden worden, zodat ook pakweg de tenniskampioenen van deze wereld op gelijke voet worden gezet met de schermers.

Toen mijn broer bij de start van de ticketverkoop dus opperde om naar de Spelen te gaan, leek me dat wel een goed idee. Zodat we meteen bij de eerste serie tickets die werd aangeboden onze kans hebben gewaagd, en al direct een mooi pakket te pakken kregen. Dat we dan later nog wat aanvulden, om zo vijf goed gevulde sportdagen te verzamelen.

De spannendste wedstrijd die we gezien hebben ? Het gewichtheffen bij de vrouwen in de categorie -75 ! Waarbij het goud naar Kazakhstan ging – het hoeft gelukkig niet altijd van Vinokourov te komen. In een samenvatting op tv is er niets aan te zien, maar het tactische verloop maakt een volledige wedstrijd heel genietbaar. De saaiste wedstrijd ? Voetbal, vrees ik. Zuid-Korea en Gabon hielden het op 0-0. Maar het Wembleystadion is een bezoekje meer dan waard.

Over Grieks-Romeins worstelen had ik het al : wel, dat het bekijken ook waard. Bovendien ziet het er allesbehalve te onderschatten uit. De Iraniër die het goud haalde in de categorie onder 55 kg zou ik alleszins niet graag ’s nachts tegenkomen (in Londen of Teheran, naar keuze) – ondanks het gewichtsverschil ! Bij het judo kregen we als toeschouwers het gezelschap van David Cameron en Vladimir Poetin; bizar om als “politiektoeschouwer” hoofdrolspelers van dit niveau live rond een sportveld tegen te komen. De Russische judoka deed dan maar wat van hem werd verwacht en haalde goud – het heeft wel iets om het Russisch volkslied te beluisteren in aanwezigheid van de president-dictator van dat land…

Verder stonden boksen, hockey, volleybal, atletiek en schermen op het programma. Ook die laatste sport is een stuk spannender dan ze er op tv uitziet, trouwens.

Wat viel op ? Wel, we hebben alleen maar volle zalen en stadions gezien. Die “lege zitjes” waar de pers het over heeft, zijn er wel, maar het gaat vaak over één vak in een hele zaal. Het enthousiasme van de Britten voor deze Spelen is dus groot. Bovendien werkt de organisatie er bewust aan om de sfeer (en het tempo) in de wedstrijden te houden. Ook dat waardeer ik aan de spelen : dat je in een zaal met tien (?) Kazachen toch met 6.000 mensen een Kazachse naar het goud kan schreeuwen – het vierde Olympisch record van de wedstrijd inbegrepen.

Hoe geraken al die mensen daar ? Onwaarschijnlijk vlotjes. Ik kende de Londense metro als een geoliede machine, maar dit sloeg alles. Gewoon van de wedstrijd naar de metro wandelen, en instappen. Daar kwam het meestal op neer. Ook als je met tienduizenden tegelijk afkwam. En ja, de rest van Londen was minder druk dan anders. De musea en musicals klagen erover. Je merkte het ook wel op plekken waar het anders veel drukker zou zijn. Wie de Spelen vermeed, zou wellicht een zeldzaam ongestoord bezoek aan de stad hebben kunnen brengen !

Al was vermijden natuurlijk geen evidentie. De parkoersen van de wegwedstrijden liepen langs de mooiste locaties van de stad. En je moest al heel ver wegkruipen om ze niet tegen te komen : de Olympische vrijwilligers om je de weg te wijzen. Daar wordt bij alle Spelen telkens lyrisch over gedaan. Wel, terecht, weet ik nu. Zeker voor de Britten. Ongelooflijk behulpzaam, en met hun typische mengeling van vriendelijkheid en de nodige humor. Agenten te paard die de kinderen spontaan uitnodigen om hun rijdier een goeiedag te komen zeggen, ik zie het nog niet zo meteen elders gebeuren. Het is een huizenhoog cliché, maar al die (vrijwillige en professionele) medewerkers zijn ongetwijfeld de echte helden van de Spelen.

Worden die dan misbruikt in een commercieel evenement, zoals je ook wel kan lezen. Eerlijk gezegd, ter plekke voelt het als zowat het minst commerciële evenement ooit aan. In en rond de stadions is geen enkel reclamepaneel te vinden. Op de schermen die overal hangen heb ik in die vijf dagen één bedankje aan de sponsors gehoord. Er is ons geen bon, geen staaltje, geen folder, niets in de handen geduwd. Ja, er staat een McDonaldsrestaurant in het Olympisch Park. En je kan overal alleen met Visa (of cash) betalen. Haal dat weg, en de Spelen zijn voor de toeschouwers ongeveer zo commercieel als de gemiddelde kerkdienst. Voor een stuk is dat uiteraard schijn die bedriegt. Maar toch…

Moet ik het ook nog over de Belgische medailles hebben ? Daar gingen we niet voor, gelukkig maar. Waarom halen we die niet ? Omdat we ze niet willen – als overheid, en als bevolking. Omdat we een toevalstreffer hier of daar al heel wat vinden. Omdat we er niet voor kiezen te mikken op topsport – in de breedte dan nog. Omdat we zelfs onze sterktes niet gebruiken. We zijn een wielerland. Waarom doen we dan niet mee in het baanwielrennen (Jolien D’Hoore niet te na gesproken) – toch niet omdat we er écht van overtuigd zijn dat de 20e plaats in Putte-Kapellen belangrijker is ?

Ik vind deze foto één van de meest ontroerende en veelzeggende van deze Spelen. Bradley Wiggins hangt zijn gouden medaille – in het báánwielrennen – van 2004 om de hals van een klein meisje. Acht jaar later heeft hij die ene medaille van toen al lang niet meer terug nodig. Hij draagt er alweer een nieuwe, bovenop zijn gele trui van de voorbije Tour – de weg naar Parijs loopt blijkbaar ook niet langs Putte-Kapellen. Maar zij heeft hem ook niet meer nodig. Laura Trott won er zelf twee. Gouden. De laatste keer dat een Belg dat deed, was in 1920 – in Antwerpen.

En tenslotte : moeten we de Spelen niet naar hier halen ? Neen, natuurlijk niet. Je hebt een wereldstad met een fijnmazig transportnetwerk, met hotels, met een basisinfrastructuur nodig, of je moet alles in “the middle of nowhere” opbouwen. Die middle of nowhere hebben we niet, en dat is natuurlijk ook de duurste optie. En die wereldstad hebben we ook niet. Als er in Antwerpen of Brussel één ding te doen is op een avond, dan raakt alles al overlast. Wel, tijdens de Spelen zijn er elke dag enkele tientallen grote evenementen. Overal een beetje Spelen organiseren is ook geen optie, de essentie is nu eenmaal dat je alle sporten zoveel mogelijk samenbrengt. Mensen moeten op een uurtje van atletiek naar gewichtheffen kunnen. Niets voor ons dus. Maar hopelijk toch ooit nog eens in de buurt !

Denkrichting

Denkrichting

Hoe ik denk dat het beleid er in Essen de komende zes jaar zou moeten uitzien ? Wel, zo.

Tegelijk met het uitsturen van de Flits met onze lijst, hebben we ook het programma wereldkundig gemaakt. Ik ben er trots op dat we met een heel uitgewerkt, helder en concreet beleidsplan naar de Essense kiezer kunnen gaan. Hier zou ik graag mee werk van maken in de komende zes jaar.

Al nemen we natuurlijk wel een risico door onze plannen nu al bekend te maken. De anderen kunnen nu gaan “knippen en plakken”. Hopelijk verkiest de Essenaar uiteindelijk het origineel…

Papier is geduldig

Papier is geduldig

Van: Tom Bevers 
Verzonden: vrijdag juli 2012 11:54
Aan: kafka@essen.be
CC: {cd&v-sp.a}@essen.be
Onderwerp: Uw tewerkstelling bij de gemeente Essen

Geachte heer Kafka,
Beste Franz,

In deze moeilijke economische tijden is het niet eenvoudig om een baan te vinden of ze te behouden. Mag ik u dan ook van harte feliciteren met uw volgehouden tewerkstelling bij de gemeente Essen ?

Ik kan niet nagaan wanneer u in dienst bent getreden, uw personeelsdossier blijkt onvindbaar – maar ik had natuurlijk niet anders verwacht. Toch blijkt uit alles dat u een vaste stek hebt verworven aan het Heuvelplein.

De voorbije weken en dagen werd ik immers uit zeer verschillende hoeken geconfronteerd met verschillende zaken waaruit uw grote invloed blijkt. Zowel cliënten als personeelsleden en oud-personeelsleden spraken me aan over situaties waarin u duidelijk een stevige vinger in de pap had. Dat is namelijk de enig mogelijke verklaring. Want terwijl zo veel mensen op de werkvloer in het gemeentehuis proberen iedereen zo goed mogelijk van dienst te zijn, slaagt u er blijkbaar in om die inspanningen te dwarsbomen.

Vandaag ben ik zelf uw nieuwste slachtoffer geworden. Ik trok naar het gemeeentehuis om stukken in te zien. Dat hoort natuurlijk bij mijn taak als raadslid, al kan u zich wellicht niets bij concepten als “controlerecht” of “transparantie” voorstellen. Een aantal van de gevraagde stukken lagen in de vorm van uitgeprinte scans klaar. Ik ging er tot nu toe vanuit dat die om een organisatorische reden niet gewoon naar mij worden opgestuurd, of via een handig systeem ter beschikking worden gesteld (u kent uiteraard Dropbox niet, maar neem van mij aan dat het voor u de hel en voor mij de hemel is). Maar neen, ik vernam dat het om een bewust besluit gaat. Dat kan uiteraard alleen door u in de oren van de beleidsmakers en het management zijn ingefluisterd.

U weet ongetwijfeld wat ik met die ingescande stukken die aan mij worden voorgelegd doe. Ik kopieer ze, en scan ze vervolgens zelf in. Naast het origineel worden er zo twee papieren versies van het dossier gecreëerd. Als nog enkele raadsleden het opvragen en kopiëren, vermenigvuldigt het papier zich als (witte ?) konijnen. Drievoud, vijfvoud, zevenvoud… Uw stoutste dromen worden zo gerealiseerd.

Nu, blijkbaar had u vandaag een dagje vrij, want ik heb de uitgeprinte scans mogen meenemen. Dat spaart één papieren versie uit. Ik ga ze zo dadelijk plichtsgetrouw inscannen, zodat ik een scan van een print van een scan van een print op mijn pc heb staan. Gewoonlijk is het een scan van een kopie van een print van een scan van een print – zelfs u kan de vooruitgang niet altijd tegenhouden.

Nogmaals gefeliciteerd met uw tewerkstelling, beste Franz. Gelieve er wel rekening mee te houden dat u na 14/10 alsnog de vraag kan krijgen om naar een andere baan uit te zien.

Hoogachtend,
Tom Bevers, raadslid

PS Misschien vermijdt u best de lectuur van het N-VA/PLE-verkiezingsprogramma, met name van het eerste hoofdstuk. De schok zou te groot kunnen zijn.

Twaalf sterren rond de zon

Twaalf sterren rond de zon

De wondere carrousel van het EU-Voorzitterschap draait op 1 juli een rondje, en zo belandde de voorzittershamer deze keer helemaal in het zuid-oosten. Het verdeelde eiland Cyprus kreeg de eer. Voor het geboorte-eiland van de godin Aphrodite, dat eigenlijk nooit EU-lid had mogen worden zonder eerst de hereniging tussen het Turkse en het Griekse deel te realiseren, is dat niet meteen het cadeau : het mag nu de eurocrisis mee beheren, waar het bovendien middenin zit.

Cyprus nodigde al meteen uit voor een informele ministerraad, onder de 40° warme julizon. Voor de deelnemers uit de noordelijke EU, die gebukt gaan onder het licht tegenvallende weer, gaf het meteen een heel andere kijk op het begrip “zomer”. Volgens een lokale gids is het er jaarlijks 340 dagen goed weer – de plaatselijke Frank Deboosere loopt dan ook veel minder risico dan onze nationale weergod om voor de Vierschaar te worden gesleept. Een diner op een terras aan het strand organiseren – het is weinig EU-Voorzitterschappen gegeven…

Je moet er wel iets voor over hebben. De rechtstreekse vlucht uit Brussel landt stipt om 1u ’s nachts in Larnaca. Daar hebben we een uurtje gewacht tot er voor iedereen een plaatsje gevonden werd. Om 3u waren we in Nicosia. Gelukkig konden de meesten uitslapen. Alleen de Commissie, de toekomstige Voorzitterschappen en enkele comités werden ’s morgens al op het appèl verwacht. Ik niet – tot ik plots waarnemend EMCO-voorzitter bleek. Of hoe ik mijn debuut als spreker op de ministerraad mocht maken, gesterkt door 4 uur slaap en de gelukkig sterke Griekse koffie…

Na afloop van de vergadering maakten we een strandtrip met de attachés, gekoppeld aan een bezoekje aan de prachtige Grieks-orthodoxe kerk waar Lazarus na zijn (tweede !) overlijden begraven werd. Het blijft vreemd, dat stukje EU waar de Syrische kust minder ver is dan Brussel van Luxemburg scheidt. Maar zelfs een vergadering geeft er méér vakantiegevoel dan hier dezer dagen een terras kan bieden !

Opgelijst

Opgelijst

We hebben onze lijst bekendgemaakt, nadat die vorige week samen met ons programma door onze leden unaniem werd goedgekeurd. Bij de bespreking in ons bestuur -die wat moeilijker verliep, wat ook normaal is- heb ik gezegd dat ik slogan “Stem niet op mij !” terug zou bovenhalen. Daar zijn inderdaad goede redenen voor. 24 met name. Ik ga het dus alvast doen, niet op mij stemmen.

Ik stem wel voor Guy, waar ik al veel mee heb samengewerkt -15 jaar geleden schreven we samen een boek– en die ervaring en kennis inbrengt in ons project. Ik stem op Katrien, die qua “gezond verstand” onovertroffen is in onze fractie, en dat wil wat zeggen. Ik stem op Thomas, wiens visie op het sociaal-economisch beleid ik helemaal deel. Ik stem op Suzanne, die op een ontspannen manier het OCMW dat mij na aan het hart ligt mee bestuurt. Ik stem op Piet, wiens enthousiasme voor ons allemaal aanstekelijk werkt.

Ik stem op Josée, die ik twintig jaar geleden als jeugdambtenaar en Kernraadlid al enorm waardeerde, en omdat ik trots ben om vandaag op dezelfde lijst te mogen staan. Ik stem op Jochen, die zonder grote woorden ook in ons team een vaste waarde is geworden. Ik stem uiteraard op Annemie, die de Ronde van Essen mee heeft gemaakt tot wat die vandaag is. Ik stem op Bob, omdat hij de enige is die het AGB nog kritischer volgt dan ik, en dat wil wat zeggen. Ik stem op Ilse, omdat ze opnieuw voor ons mee op de bres wil springen. En ik stem op Joris, omdat hij het vertrouwen en de visie uitstraalt waar N-VA/PLE voor staat.

Ik stem ook op Carina, omdat zij zo goed aanvoelt wat er in haar straat, buurt, wijk… leeft. Ik stem op Jurgen, omdat ik het bijzonder waardeer dat hij in zijn drukke bestaan tijd én enthousiasme voor ons vrijmaakt. Ik stem op Christina, omdat ze weet wat ze wil(dert) en daar heel hard voor wil gaan. Ik stem op Jasper; als ik eerlijk ben, dan volstaat het feit dat hij op zaterdag met een rood sjaaltje rondloopt daarvoor, maar bovendien is zijn ongecompliceerde jonge stem in de Essense politiek meer dan welkom. Ik stem op Majanka, die ik nog maar een paar weken ken en nu al waardeer voor inzicht en (als het nodig is) scherpe tong.

Natuurlijk stem ik op Anne. Omdat ik van Hoek houd, en omdat het een bijzonder gevoel geeft om de lijst te delen met iemand waar ik als Jeugdraadbestuurslid nog op babybezoek ben geweest toen papa Cis voorzitter was. Ik stem op Kevin, omdat ik heel simpel vind dat hij een onmisbare stem in onze fractie en de gemeenteraad is. Ik stem op Robin, om véél redenen, maar vooral omdat ik nog altijd bijzonder blij ben dat hij in ons team zit. Ik stem op Cathy, die ik ook nog maar pas ken en die ik onder meer waardeer omdat ze (me) tegenspreekt !

Vanzelfsprekend stem ik op Veerle, een toffe dame die al bij ons thuishoorde lang voor ze de stap zelf zette. Dan sla ik er eentje over op de lijst, maar vervolgens stem ik met ongelooflijk veel overtuiging op Geert, van wie het sociaal engagement, doorzettingsvermogen én relativeringskracht moeilijk te evenaren zijn. Ik stem op Agnes, omdat ik heel blij ben dat ze terug op onze lijst staat en omdat ze ik er al naar uitkijk om met haar samen te werken in de raad. En tenslotte stem ik uiteraard op Dirk. Omdat hij qua ervaring, visie, uitstraling… voor niemand in de Essense politiek moet onderdoen – en omdat er weinig mensen zijn met wie ik liever samenwerk.

Misschien moet u maar hetzelfde doen. Al zal ik u natuurlijk niet écht kwalijk nemen dat u ook nummer vier op de lijst een stem waard zou vinden. En toch : ik ben ongelooflijk blij dat we een ploeg of het veld brengen die de vergelijking met eender wie kan doorstaan. Dat geeft me zin om er de komende maanden nog meer tegenaan te gaan – dat is veel belangrijker dan welke persoonlijke ambitie dan ook.

Julidagen

Julidagen

Met een namiddag in het Karrenmuseum werd vandaag mijn elf juliweekend afgerond. De ATV-vertelling van morgen gaat er wellicht bij inschieten. Desalniettemin is het mooi geweest. Nicole en Hugo die daarstraks op het podium stonden zijn niet echt “mijn ding”, maar ze wisten wel sfeer te brengen en pasten mooi tussen de Essense vaste waarden.

De academische zitting deze morgen trok een select publiek, dat met interesse naar Cees van Liere luisterde, maar het een beetje jammer vond dat hij niet verder inging op de concrete werking van het Grenspark Zoom-Kalmthoutse Heide.

Gisterenavond brachten Stijn Meuris en Rick De Leeuw, begeleid door vakmensen als Axl Peleman en Jan Hautekiet, een zeer enthousiast optreden, dat de stortregen moeiteloos overtrof. En dat wilde wat zeggen ! Al heb ik me niet helemaal doornat laten regenen (ik ben Veerle de Waal niet…), het was toch een speciaal gevoel om te midden van de zondvloed op te gaan in vooral de songs van Stijn Meuris, die ik bijzonder waardeer. Dat ’s anderendaags Nicole en Hugo hetzelfde nummer zouden brengen (“Ik hou van U”) wist ik toen nog niet, maar dat zowel Meuris als het zingende (stilaan “gouden”) echtpaar hetzelfde nummer overeind kunnen houden pleit voor de kracht ervan…

Op Peter’s Park Volley ben ik tenslotte het N-VA/PLE-team even gaan aanmoedigen. Ik ga ervan uit dat het geholpen heeft, gezien de eerste plaats die ze behaalden.

Dat drukke weekend sloot een week af die zonder meer één van de mooiste uit mijn politieke engagement is geworden, met onder meer onze gezinsbarbecue en een geslaagde ledenvergadering. Waar een mens dan tussendoor ook nog de tijd vindt om naar Luxemburg te reizen, had u al eerder gelezen…

Tisiertochtstadni ?

Tisiertochtstadni ?

Beste collega’s van sp.a Essen,

Soms begrijp ik jullie niet zo goed. Vaak wel, hoor. Ik snap bijvoorbeeld heel goed dat jullie in 2006 de kans niet hebben laten liggen om in de meerderheid te stappen, al was dat dan met dezelfde CD&V die jullie gedurende decennia bestreden hebben. Ook al omdat een vierpartijencombinatie met 13 zetels op 25 eigenlijk niet echt een alternatief was, en jullie mooi de kans kregen om van de toenmalige fricties tussen CD&V en mijn partij te profiteren. Ik begrijp ook dat jullie ervan uitgingen dat jullie met een sterke kopman als Gino Veraart niet zomaar door de christen-democraten “opgegeten” gingen worden. En ik kan er goed inkomen dat het vooral na het overlijden van Gino niet altijd zo gemakkelijk was om een stempel te drukken op het gezamenlijke beleid van de meerderheid.

Dat jullie blij zijn dat je Helmut hebt kunnen overtuigen om terug naar het noorden te komen, vind ik ook logisch – ik deel de vreugde zelfs, want een goede gemeenteraad heeft op alle banken sterke krachten nodig. Ik begrijp verder heel goed dat jullie af en toe eens naar Antwerpen kijken, en ik kan er inkomen dat een stadslijst met CD&V in Antwerpen ook vanuit Essen dan een logische stap lijkt.

Maar de laatste weken kan ik toch niet meer zo goed volgen. Ik stel vast dat jullie ook in Essen opnieuw in de armen van CD&V willen vallen – alles wijst daar namelijk op. Ook al weten jullie heel goed dat zeker achter de schermen CD&V Essen vandaag net dezelfde partij is als degene die jullie decennia lang terecht hebben bekritiseerd. Ook al zien jullie ongetwijfeld net zoals ik dat die CD&V jullie hoogstens de kruimels gunt van de lintjesknipcommunicatie die het gemeentebestuur voert. Ook al kunnen jullie tenslotte bij de eindafrekening alleen maar met mij vaststellen dat de “kroonjuwelen” die jullie in het coalitieakkoord lieten opnemen, zoals de Grondbank, er niet zijn gekomen.

Bovendien is Essen echt Antwerpen niet. Hoe je Janssens gaat helpen door CD&V in Essen in het zadel te houden, dat ontgaat me toch wel een beetje. Tenslotte : jullie weten toch ook wel dat hele stukken van jullie programma eigenlijk in een bestuur met CD&V hoogstens op lippendienst kunnen rekenen ?

Vaak begrijp ik jullie heel goed. En uiteindelijk kiezen jullie je eigen weg, natuurlijk. Daar heb ik me niet mee te moeien. Maar ik vond jullie keuzes altijd zo logisch, helder, rechtlijnig ook. Dat kan natuurlijk ook aan mij liggen. Maar ik probeer het gewoon te begrijpen. Of vergis ik me toch ? Leggen jullie het me bij gelegenheid eens uit ?

Midnight Express

Midnight Express

Middernacht. Nous arrivons à Marbehan. Zonet leek het nog of alleen de maan meereisde. Vol van zichzelf, en desondanks een bescheiden licht in de Ardeense nacht. Toch stappen er nu mensen uit de trein. Wat zoekt iemand op een zondagnacht in Marbehan ?

We vertrekken terug. Le prochain arrêt est Arlon. Daarstraks, ondertussen vijf uur geleden, ben ik in Wildert op de fiets gestapt. De barbecue verlaten, waar het letterlijke vuur nog maar net plaats aan het maken was voor het figuurlijke. Op weg naar Luxemburg.

Het leek een realistisch plan. Of was het toch wat minder doordacht toen ik mezelf liet uitnodigen voor die vergadering ? Volstaan morgen de slides die ik op een kwartier bijeenschreef om zonder verder voorbereide tekst tien minuten vol te praten in de taal van Shakespeare ? Of toch in het Eurenglish idioom dat daarvoor doorgaat, maar dat de bard uit Stratford-Upon-Avon wellicht maar vreemd in de oren zou hebben geklonken. Na een nachtrust die noodgedwongen relatief beperkt zal zijn ?

Wait and see, zorgen voor straks. Ondertussen rijden we verder doorheen de nacht. De maan en ik. En de treinbegeleidster.

Mesdames et messieurs, ce train est limité à Arlon. Typisch het soort mededeling dat je van de NMBS liever niet hoort. Toch verrast het de reiziger in mij nog het meest dat ze er ook meteen de oplossing aan toevoegen : gewoon een andere trein. Zodat de kans reëel lijkt dat we zonder vertraging in de Groothertogelijke hoofdstad gaan arriveren.

Bij het overstappen valt het op hoeveel mensen blijkbaar net als ik de laatste trein naar Luxemburg hebben genomen. De couponnetjestrein heet dit ook wel, maar de banken zijn zelfs in het financieel paradijs rond de Place d’Armes al lang dicht. Wat doen wij hier dan ? De maan trekt het zich niet aan. Gelukkig maar, want wie zou hem verklaren dat de arbeidsmarktmaatregelendatabank een mens tot een treinrit van vijf uur kan verleiden ?

Of heeft hij het toch begrepen ? Op vijf uur kan je een hele maan(d) schrijven. Het laatste stukje zelfs live.

00:40. Nous arrivons en gare de Luxembourg, terminus de ce train.

Recht

Recht

Kent u SCOTUS ? Mogelijk niet.  Het gaat immers om een typisch Amerikaanse afkorting voor een al even typisch Amerikaanse instelling : the Supreme Court of the Unites States – het Hooggerechtshof dus.  Een Hof dat de voorbije dagen het wereldnieuws haalde door te beslissen om de “Affordable Care Act”, de gezondheidszorgwet die president Obama als zijn grootste verwezenlijking ziet, niet te vernietigen.  Daar leek het immers wel op te zullen uitdraaien : vijf van de negen rechters in het Hof zijn door Republikeinse presidenten benoemd.  En de Republikeinen lijken er alles voor over te hebben om “Obamacare” ten gronde te richten.

Maar John Roberts, Chief Justice -voorzitter- van het Hof stemde met de linkervleugel mee. Mogelijk vooral om de geloofwaardigheid van zijn instelling te redden, maar dat valt natuurlijk niet te achterhalen.  Bovendien met een adder onder het gras : het Hof keurde de verplichte ziekteverzekering goed als een “toegelaten belasting”, een label dat Obama en de Democraten liever niet op hun wet geplakt zien.  Het zou natuurlijk vreemd zijn overgekomen als de hoogste rechters van de VS klaarblijkelijk puur op partijpolitieke gronden zouden hebben geoordeeld.  Wat dus niet is gebeurd.

Obama haalt zo een belangrijke slag thuis.  Tegelijk wordt het Amerikaanse volk herinnerd aan het belang van het Hof.  En van de bevoegdheid van de president om de rechters voor het leven te benoemen.  Nu vier van de negen zittende rechters de tachtig naderen, uiteraard geen onbelangrijke taak.  Op zich eigenlijk al reden genoeg om Obama te herverkiezen : één “liberal” die vervangen wordt door het soort reactionair waar Romney voor zou kiezen zou het Hof vooral ethisch erg naar rechts doen doorslaan.  En aangezien het Hof met name over kwesties als abortus, de doodstraf, … een cruciale rol speelt in de VS, en die VS op haar beurt in de rest van de wereld, is de toekomst van het Hooggerechtshof voor iedereen relevant.

Ik volg daarom het wel en wee van SCOTUS.  Maar ook omdat ik het gewoon een boeiend gegeven vindt : een sterke grondwet die bewaakt wordt door een Hof dat zich alleen uitspreekt wanneer het een zaak wil behandelen – uiteraard een relatief probaat middel tegen gerechtelijke achterstand.  De beste vergelijking is wellicht die met het Europees Hof voor Justitie of met het Duitse Bundesverfassungsgericht – allebei hoven voor wie principes op de eerste plaats komen, en pas daarna de politieke realiteit van het moment.  Ik vrees dat het in onze contreien minder voor de hand ligt, ook al omdat er hier geen stevig basisdocument is dat toelaat om principiële knopen door te hakken.  Zodat ik het voorlopig moet stellen met de “belevenissen” van Roberts, Kennedy, Alito, Kagan, Sotomayor, Ginsburg, Thomas, Breyer en Scalia…