Twintig jaar later
Gisteren vergaderde de gemeenteraadscommissie “jeugd”. Ik ben geen lid, maar omdat onze twee vertegenwoordigers niet konden ben ik toch gegaan – en het lukt mij niet goed om dat dan onopgemerkt te doen.
Het enige agendapunt was de nieuwe subsidieregeling voor het jeugdwerk. Ik was goed gebrieft, en ik had het reglement zelf ook goed bekeken. Daarnaast heb ik in ruime mate “handel met voorkennis” gepleegd, waar mijn collega-raadsleden een heel stuk minder van konden worden verdacht. Want zo ongeveer 20 jaar geleden lag ik mee aan de basis van de subsidiereglementen voor het Essense jeugdwerk. Die eigenlijk tot nu toe grotendeels onveranderd zijn gebleven. Nu worden ze wel wat grondiger herzien, al blijft de filosofie op veel punten wel overeind.
Wellicht hebben we het toen, met die eerste stuurgroep voor het jeugdwerkbeleidsplan, toch niet zo slecht gedaan. Dat deed me even terugdenken : waar zit die groep van toen in het Essen van vandaag ? De toenmalige schepen, meestal onze gastheer, is ondertussen oud-burgemeester en opnieuw schepen. Ik zal overigens desgevraagd blijven bevestigen dat hij dat doen goed deed. De eerste jeugdambtenaar van onze gemeente, die met bekwame hand de pen vasthield, doet nu het lokaal dienstencentrum draaien. De OCMW-ontvanger van vandaag, de voorzitter van de raad van elf (en oud-prins carnaval), de secretaresse van Muzarto, de secretaris van de Heemkundige Kring : die waren er ook bij. En een gemeenteraadslid dus.
Ik heb het nieuwe reglement gisteren trachten bij te sturen, soms in de richting van hoe we het toen bedachten, soms net niet. Gelukkig zijn de tijden veranderd. Wat mij wel opviel is dat de jongeren die vandaag meeschreven aan het reglement veel sterker voor de grote verenigingen kozen dan wij vroeger, al zaten er toen vertegenwoordigers van de twee toenmalige grootste bewegingen rond de tafel. Hopelijk beseffen die groten van nu dat het tij kan keren (hadden wij dat voorzien, of was het een andere voorzienigheid ?). En ik wens het de mede-auteurs van vandaag ook toe dat ze binnen 20 jaar kunnen vaststellen dat ze hun engagement voor Essen hebben voortgezet, op even uiteenlopende manieren als wij.