Archief van
Jaar: 2011

Bie Eetsj Vie

Bie Eetsj Vie

Een internationale studiedag vorige donderdag. Eerste vraag, van een Oostenrijker die bij de Commissie werkt en een Spanjaard van de ILO : “Heeft België nu een regering ?”. Mijn antwoord : “Neen, zover zijn we nog lang niet.” Wedervraag : “Waarover gaat dat akkoord dan ?”. Opdracht : probeer de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde eens uit te leggen in 5 minuten, in het Engels. Zucht…

“B-H-V gesplitst” titelde de krant. Eigenlijk hoorde er een voetnoot bij : we weten nu hoe de splitsing van B-H-V eruit zal zien als de acht partijen die onderhandelen (of 7 en driekwart, maar over het FDF zal ik het verder nog wel hebben) een akkoord over alles bereiken. Dat betekent onvermijdelijk dat dit akkoord in samenhang moet gezien worden met al de rest dat mogelijk nog uit de bus komt. Een belangrijke nuance toch wel.

Het B-H-V-akkoord op zich is volgens Bart De Wever “geen nachtmerrie”. Ik ben het daarmee eens. De prijs voor de zes faciliteitengemeenten is relatief hoog, maar al bij al is dit een redelijk zuivere splitsing. Als ik het akkoord beoordeel op wat erin staat, dan vind ik dat aanvaardbaar. Als ik lid zou zijn van een partij die zich hierover moet uitspreken, dan zou ik dit luik kunnen goedkeuren. Niet met champagne, maar ook niet met de spreekwoordelijke “dood in het hart”.

Maar er is een maar. Het akkoord is moeilijk los te zien van de hele nota-Di Rupo die het onderhandelingskader vormt. Zoals ik hier eerder al schreef was het BHV-luik daarvan niet de reden waarom ik die nota geen goed uitgangspunt voor de vorming van een regering vind. Dat betekent uiteraard ook dat dit akkoord niets aan die analyse verandert. Integendeel, want het zou best kunnen dat de redelijk zuivere splitsing van BHV op andere domeinen van de nota gaat leiden tot een hardere franstalige houding. Zodat de prijs die met name voor en in Brussel betaald moet worden volgens de nota -en die nu al onaanvaardbaar hoog is- nog gaat oplopen.

Dat is het communautaire luik. Sociaal-economisch is de nota helemaal niet wat we nodig hebben. En ook daar zou het gevolg van het B-H-V-akkoord wel eens kunnen zijn dat er maar weinig meer gaat bewegen. Positief daaraan zou zijn dat we redelijk snel een regering gaan hebben. Maar moeten we te midden van een systeemcrisis die de Europese economie en politiek treft wel zo tevreden zijn met een regering waarvan het er nu al op lijkt dat de splitsing van B-H-V wel eens de grootste verdienste zou kunnen worden ? Niet dat die splitsing niet nodig was, natuurlijk. Maar ze mag en kan niet de enige maat der dingen zijn, op het ogenblik dat er een storm over Euroland raast.

Overigens is de partijpolitieke prijs die MR-voorzitter Charles Michel betaalt voor het akkoord op het eerste gezicht zeer hoog. De keuze die zijn partijgenoot Armand De Decker vooropstelde (“Geplaatst voor de keuze tussen dit land en het FDF kies ik voor het land”) bleek een reële, en Michel koos ook voor het land. Waarmee de PS wellicht voor zeer lang verzekerd is van het politieke marktleiderschap in franstalig België. Voorlopig vind ik het moeilijk in te schatten of het om een geval van moed, dwaasheid of koele berekening bij Michel gaat. Interessant is het natuurlijk wel. Het is wel jammer voor de pers : een Maingain die raaskalt aan de zijlijn is uiteraard minder mediageniek dan één wiens zottigheden rechtstreekse impact kunnen hebben.

Wordt vervolgd. En de kans dat ik het ooit behoorlijk in enkele minuten krijg uitgelegd (in het Engels, het Nederlands of desgevallend in het Quechua) wordt er wellicht niet groter op…

P & IC : Lijn 12 wil de twee !

P & IC : Lijn 12 wil de twee !

Het duo NMBS/Infrabel lapt het weer : vanaf december wordt het treinaanbod op lijn 12 teruggeschroefd. Twee P-treinen worden geschrapt, en in de plaats gaan twee IC-treinen tussen Antwerpen en Essen overal stoppen. Reistijd : 42 minuten. De IC Roosendaal-Oostende deed er in 1998 nog 21 minuten over. Soms zeggen de cijfers genoeg !

Hoe zijn we dat te weten gekomen ? Door de excellente NMBS-communicatie ? Neen, omdat toevallig iemand op RailTime eens keek of de nieuwe dienstregeling er al opstond. Zucht… We laten het hier natuurlijk niet bij. We hebben al een persbericht verstuurd, dat ondertussen online werd opgepikt (in GvA) en dat hopelijk de komende dagen nog wat belangstelling krijgt in de media. De NMBS heeft ook al gereageerd – ’t is hun schuld niet, maar die van Infrabel. Alsof dat voor de reiziger iets uitmaakt. Als ze de maatregel niet intrekken, gaan we het hier niet bij laten.

Halt !

Halt !

Open Monumentendag. Met Essen in Beeld boden we samen met het gemeentebestuur de kans om oude dia’s te laten inscannen. Er was eigenlijk maar weinig belangstelling voor. Gelukkig hadden wel een aantal mensen in de weken voordien de weg naar het gemeentehuis gevonden om hun dia’s te brengen. De scanactie zal daarmee uiteindelijk leuk, waardevol tot zelfs uniek beeldmateriaal hebben opgeleverd.

We hebben ook een aantal namen genoteerd van mensen die we wellicht zelf eens moeten aanspreken om hun dia’s (of foto’s) te mogen inscannen. Al te vaak wordt er vanuit gegaan dat de dia’s toch niet de moeite waard zijn (laat dat oordeel liever aan ons over…), of dat de kwaliteit niet goed genoeg meer is (dat is zelden het geval, de software van tegenwoordig kan veel).

Wie toch nog dia’s heeft die mogelijk enigszins de moeite waard zijn voor Essen, contacteert best de cultuurdienst van het gemeentebestuur. En voor de resultaten van het gescan is er Essen in Beeld, al kan het nog even duren vooraleer ze daar verschijnen.

Omdat ik in de Oude Pastorij achter de scanner zat, is de rest van de Monumentendag wat aan me voorbij gegaan. gelukkig kon ik op zaterdag wel een blik werpen op de tentoonstelling over de Essense douane die (ook) in de Oude Pastorij was opgesteld. Die werd geopend met een receptie, waarop naast de burgemeester twee oud-douaniers het woord namen : Robert Tas en… Frans Schrauwen, die tot mijn verbazing ook onze grens nog mee heeft “bewaakt”, al zal het dan vooral geweest zijn door op de papierwinkel te letten.

Robert en Frans wisten allebei goed de sfeer op te roepen van de grens zoals die vroeger was. Zelf herinner ik me nog vaag de grensovergang met het “rode licht dat niet op groen kon gezet worden”. Maar voor wie twintig jaar jonger is dan ik, dreigt het woord “douanier” zoiets te worden als “kruisvaarder” : een term uit de geschiedenisboeken. Als overtuigd Europeaan kan ik er eigenlijk alleen maar verheugd over zijn. En toch had het wel iets, de gewichtigheid waarmee de grens vroeger gehandhaafd werd. Goed dat we dat niet vergeten, en Open Monumentendag bood daarvoor een uitstekende gelegenheid. Mooi werk van al wie dat mogelijk maakte !

Vergoed of vergoelijkt ?

Vergoed of vergoelijkt ?

Er is de voorbije dagen nogal wat discussie ontstaan over de uittredingsvergoeding waarop Sven Gatz Open Vld) recht heeft nu hij het Vlaams Parlement verlaat. Ik heb het wel voor Gatz, wat ik hier al liet blijken. Desalniettemin begrijp ik de reactie van de burger en de media : 300.000 EUR is erg veel geld voor iemand die meteen een andere baan heeft gevonden. Dat vraagt om een aanpassing van de regels. Ik erger me wel aan de hypocrisie van Gatz’ collega-politici : hij had zelf voorstellen ingediend om het systeem te veranderen, wie hem toen niet steunde moet nu echt zijn mond houden, lijkt me.

Ik begrijp ook dat hij de vergoeding in eerste instantie gewoon wilde aannemen. Politici willen de samenleving veranderen, maar ze horen wel de geldende regels na te leven. Dat geldt in alle richtingen. Aan de ene kant vind ik dat de gemeentebelastingen moeten verlagen, maar ik betaal ze natuurlijk wel. Aan de andere kant zou ik Bremakker willen afsluiten voor doorgaand verkeer, maar zolang dat niet gebeurd is mag ook ik er doorrijden, als ik zou willen. Dat Gatz nu vrijwillig van de vergoeding afziet, had van mij dus niet gehoeven. Al vind ik het natuurlijk een mooie geste, die bovendien het debat nog meer op scherp stelt.

Een politiek engagement moet aantrekkelijk genoeg zijn om bekwame mensen aan te trekken, ook financieel. De uitspraak van Herman De Croo “if you give peanuts, you get monkeys” is niet helemaal onterecht. Het moet ook weer niet zo goed betaald worden dat mensen voor het geld aan politiek gaan doen. Dat is een moeilijk evenwicht. Bovendien speelt een element van onzekerheid mee : een mandaat kan onverwacht abrupt eindigen. Een zekere uittredingsvergoeding is dus logisch (natuurlijk niet van de orde van wat Gatz kon krijgen), en het terugkeerrecht waar senaatsvoorzitter Danny Pieters (N-VA) voor pleit vind ik ook een verstandig idee. Overigens ben ik geen voorstander van een onderscheid tussen “vrijwillig” en “onvrijwillig” opstappen, want die grens is in de politiek niet te trekken (Zijn De Clerck en Vande Lanotte bij de ontsnapping van Dutroux “vrijwillig” opgestapt als minister ? Is een slechte plaats krijgen op de lijst een “onvrijwillig” ontslag – vanaf welke plaats dan ?) In sommige landen beslist een onafhankelijke commissie over de verloning van politieke mandaten. Misschien een goed idee, maar ook dat levert geen mirakeloplossing op. Tegelijk denk ik dat er andere manieren zijn om politiek aantrekkelijker te maken. In de eerste plaats moet de rol van het individuele parlementslid in het bestel versterkt worden – naar Nederlands en Brits model.

Wat geldt op parlementair niveau, geldt overigens uiteraard ook op lokaal niveau. Uitvoerende mandatarissen zijn onderbetaald, maar er zijn er wellicht wel te veel. En als raadslid zou ik best zonder zitpenning willen werken, als er daartegenover meer faciliteiten zouden staan – en, laten we daar niet flauw over zijn, een systeem van lokale partijfinanciering. Maar om de raad voldoende aantrekkelijk te houden moet er dan ook voor meer inbreng in de besluitvorming gezorgd worden, voor de raadsleden van de oppositie én de meerderheid overigens.

Raadje

Raadje

De gemeenteraad van dinsdag duurde nauwelijks een uur. Dat gebeurt niet zo vaak in Essen, en op verschillende banken werd cynisch opgemerkt dat het “wel Kalmthout leek”. Maar zo onbeleefd mogen we natuurlijk niet zijn tegenover onze zuiderburen. De beperkte agenda is natuurlijk niet zo onlogisch : zowel de diensten als het schepencollege draaien tijdens de zomer niet op volle kracht, en dat is hen ook gegund. Bovendien is het logisch dat de raadsvoorzitter op N-VA/PLE rekent om de agenda aan te vullen : met een gemiddelde van meer dan twee initiatieven per raadszitting mag dat ook wel. Was het ook de vakantie (wij hebben daar ook af en toe recht op) of gewoon het toeval ? In elk geval vulden wij het lijstje met te bespreken punten ook niet aan.

Wat er wel op de agenda stond, was nochtans niet onbelangrijk. Het leende zich alleen niet tot veel discussie : over onderwerpen als de verbouwing van het gemeentehuis valt veel te zeggen, maar het is allemaal al eens gezegd. Gelukkig voelen we dan niet (altijd) de behoefte om in herhaling te vallen. Al begrijp ik dat het voor de (al dan niet toevallige) toehoorder een beetje vreemd kan overkomen, en de vraag kan oproepen of we voor dit soort zitting onze 150 EUR bruto wel waard zijn.

Ondanks de korte duur en de beperkte gespreksstof heb ik veel bijgeleerd, onder meer over de nieuwe sporthal en de bijhorende tennisvelden. De burger moet deze raad dan misschien maar als een investering in die van de volgende maanden zien. Ik ga er alvast aan werken om te zorgen dat ze rendeert !

Vrijwillig

Vrijwillig

De Ronde is weer in het land. Neen, niet de Ronde van Vlaanderen of de Ronde van Frankrijk, maar onze eigen Ronde van Essen. Tot nu toe zijn we tussen de buien doorgesparteld, en dat hopen we zo te houden. “We”, want ik draag opnieuw een steentje bij, in de eerste plaats door foto’s te maken. Daarmee ben ik dus deze week een “vrijwilliger”, zoals dat heet. Daarvoor werden de laatste jaren terecht allerlei regelingen en statuten uitgewerkt. Op dit moment wordt er zelfs aan conclusies voor de Europese Raad gewerkt. Maar op het terrein moeten we ons daar gelukkig niet te veel zorgen over maken.

Al weet je maar nooit. Bij het Pukkelplopdrama vorige week dacht ik ook in de eerste plaats aan de vrijwilligers daar – die er al dan niet stonden om voor hun vereniging een centje bij te verdienen. Zij zullen zich ook wel niet te veel zorgen hebben gemaakt over allerlei administratieve beslommeringen. Laat staan over de ondenkbare kans dat een uitzonderlijk onweer net hún wei zou kunnen treffen. Het moet heel erg zijn als je in het kader van je werk dit soort drama meemaakt. Het is nog erger als je zoiets overkomt binnen het bestek van een vrijwillig engagement. Al gaan ieders gedachten terecht in de eerste plaats uit naar de slachtoffers, ik hoop vooral voor de medewerkers dat er volgend jaar opnieuw Pukkelpop is. En voor organisator Chokri Mahassine, die volgens mij de voorbije dagen meer dan ooit heeft bewezen uit het juiste hout te zijn gesneden.

De Ronde is gelukkig iets kleinschaliger, en loopt daardoor ook heel wat minder risico – overigens zijn we ons er goed van bewust dat alles veilig moet blijven én zijn we goed verzekerd. Maar het zou al heel raar moeten lopen als er volgend jaar géén Ronde zou zijn. De 40e. En of we dat gaan vieren !

Kadhafi buiten…

Kadhafi buiten…

De dagen en uren van het regime van kolonel Kadhafi lijken nu echt wel geteld. Hem van de macht verdrijven bleek een werk van lange adem, al ging het deze week plots toch nog sneller dan verwacht. Bovendien heeft de luchtsteun van de NAVO duidelijk een doorslaggevende rol gespeeld. Dat het Belgisch leger daar een steentje toe heeft bijgedragen, is een opmerkelijk gegeven. Je kan je bedenkingen hebben bij de Westerse Midden-Oostenpolitiek, en die heb ik ook – met name bij het beleid tegenover Israël en Palestina, maar deze keer stond de NAVO duidelijk aan de juiste kant, die van het Libische volk. Goed dat ons land erbij was.

Met Kadhafi pakt de Arabische Lente opnieuw een grote scalp. Het blijft erg boeiend om te zien dat een hele reeks landen zich plots van zijn dictators ontdoet en (voorzichtige) stappen naar een democratie zet. Zoals in Oost-Europa na 1990 zal wellicht blijken dat het allemaal niet zo eenvoudig is, en hier of daar zal het ongetwijfeld mislopen. Maar laat dat nu vooral de hoop op betere tijden in de straten van Caïro, Tunis, Tripoli, Sanaa (Jemen), Damascus en wie weet morgen ook Riaad en andere niet in de weg staan. 2011 wordt hoe dan ook een historisch jaar voor de Arabische wereld, en deze keer omdat de Arabische bevolking het zo heeft beslist. Stap voor stap wordt “dictator” een knelpuntberoep in deze wereld, en dat lijkt me voor één keer niets waar de VDAB zich zorgen over moet maken…

Goed sni(c)k

Goed sni(c)k

Wie af en toe op deze site komt weet wellicht dat ik het helemaal eens ben met het interview dat Geert Versnick (Open Vld) deze week gaf over de energie-netbeheerders. Hij gaat nog niet helemaal ver genoeg, maar we moeten inderdaad naar één netbeheerder die door de Vlaamse regering wordt bestuurd.

Het is altijd opmerkelijk als één van de politici van de “traditionele drie” (CD&V, sp.a, Open Vld) dat durft zeggen. Helemaal opmerkelijk wordt het als het om de voorzitter van Eandis zelf gaat – datzelfde Eandis dat zelfs ooit impliciet op soortgelijke kritiek op déze site reageerde, waarmee zo’n mastodont toch blijk geeft van redelijke lange tenen. Misschien beweegt er toch eindelijk echt iets in dit debat…

Aan de kar trekken

Aan de kar trekken

Het Karrenmuseum viert zijn veertigste verjaardag ! In die vier decennia verwierf het een plaats als één van de kenmerkende locaties voor onze gemeente en werd het -in combinatie met de Kiekenhoeve- een belangrijke toeristische trekpleister. Het museum hoort helemaal bij Essen, zoals de inzet van heel wat vrijwilligers aantoont.

Dat verdient dus een feestje, dat vandaag werd ingezet met een officiële receptie. Oud-burgemeester Herman Suykerbuyk vertelde daarbij het verhaal van het ontstaan van het museum, of beter de verhuis van de particuliere karrencollectie van “meester” Tireliren naar de terreinen achter de Kiekenhoeve. Dat de aankoop van het terrein, op last van de provincie, gefinancierd werd door de verkoop van een aantal gemeentebossen die zo weekendzone werden, werpt overigens een ander licht op het lastige dossier van die zones. Als de provincie toen had geweten wat ze nu weet…

Het Karrenmuseum staat er na veertig jaar nog steeds. Het doorliep heel wat evolutie : er werd bijgebouwd, en het beheer kwam los te staan van de Heemkundige Kring. Ondertussen wordt volop gewerkt aan een nieuw inkomgebouw. Ik heb veel bewondering voor het engagement van al wie vrijwillig en professioneel aan het museum meewerkt (en ben blij dat ik daar als ontwerper en mede-beheerder van de website een klein steentje mag aan bijdragen).

Toch vind ik dat zowel de vzw Karrenmuseum als het gemeentebestuur hoger moeten mikken om te proberen het geheel tot een echt modern en goed uitgerust museum uit te bouwen. Dat vraagt om investeringen, maar het vergt ook een zekere “klik” qua mentaliteit : de hele site “Hemelrijk” verdient een totaalvisie (zoals deze) waarin “vervoer” centraal staat en het Karrenmuseum zijn roeping nog beter waar kan maken.

Maar daarmee wil ik de feestvreugde en de tevredenheid om wat er sinds 1971 werd bereikt zeker niet in de schaduw stellen, en wens ik het museum in de eerste plaats nog veel gelukkige jaren toe !

De tael is gansch het volk (II)

De tael is gansch het volk (II)

Ik ben net terug uit Riga, Letland. Op eigen initiatief deze keer. Ik heb me de keuze niet beklaagd : de stad is prachtig, en vlakbij ligt een kust zoals de Vlaamse had moeten zijn : gezellige, niet overdrukke zandstranden, aan een kustlijn die niet volgebouwd is. Al helpt het overigens dat de Baltische Zee een stuk rustiger is dan de Noordzee en dat eb en vloed een heel beperkte impact hebben : geen dijk of golfbreker in de buurt.

Letland ligt op de grens tussen Rusland en Duitsland. Wie denkt dat die landen niet grenzen, moet de geschiedenis van Oost-Europa bestuderen. Riga is een Hanzestad, in de kerken zijn de oude opschriften Duits. Behalve dan in de orthodoxe kathedraal, daar zijn ze uiteraard Russisch.

Taalpolitiek is gevoelig in Letland. 40% van de bevolking van Riga is Russischtalig. Ik heb bovendien de indruk dat je in dure winkels meer Lets hoort, en op de markt meer Russisch. En die lijn kan je wel enigszins doortrekken.

Het Lets had gemakkelijk geplet kunnen zijn tussen het Duits en het Russisch, dus moesten de Letten er wel heel bewust werk van maken. Zoals overigens Letland ook in de 20e eeuw herhaaldelijk bijna of helemaal geplet werd tussen de twee grootmachten achter die talen. Voor wie vindt dat de collaboratie bij ons een ingewikkeld verhaal is : kan je fout zijn (als je met de Russen meevocht) als de anderen (die met de Duitsers meededen) dat ook waren ? En omgekeerd… Niet vechten ? Klinkt goed, maar dan is er vandaag wellicht geen Letland.

Terug naar de taal : Letland had vanuit de geschiedenis zowel een historische Duitse als een Russische minderheid. De Duitsers zijn weg (Stalin en Von Ribbentrop hebben dat netjes geregeld) maar in de Sovjettijd zijn er bewust honderdduizenden Russen naar Letland verhuisd. Dat is een probleem : ze zijn er door de “bezetter” ingevoerd, maar ze wonen er ondertussen natuurlijk al een hele tijd. Rusland wil ze niet terug, maar speelt er wel perfide spelletjes mee. Een aantal onder hen wil niet echt Lets leren, want in hun kringen is dat niet nodig. Maar zo raken ze ook niet uit dat kringetje…

Letland voert een heel strenge taalpolitiek. Voormalige USSR-burgers moeten Lets kennen om Let te worden. De officiële taal is enkel Lets. Ook affiches bijvoorbeeld kondigen in grote Letse letters optredens aan van artiesten die duidelijk op een Russisch publiek mikken, met hun naam in kleinere Cyrillische letters eronder (dit weekend treedt Verka Serduchka op – quizzers weten dat ik ooit de nationaliteit van deze zanger van het onvergetelijke én zeer meertalige “Essen” heb gevraagd, maar ooit vraag ik voor 3 punten nog eens zijn naam !). Lager onderwijs kan tweetalig, vanaf het middelbaar krijgt Lets voorrang – al waren er al in de 18e eeuw Russische scholen.

Wat hiervan te denken, ook in het licht van het vorige stukje ? Ergens las ik dat er in verhouding méér Russischtaligen zijn in Letland dan Franstaligen in België. Een vergelijking die niet helemaal opgaat (er is geen sprake van duidelijke territoria), maar toch veelzeggend (n’est-ce pas, monsieur Maingain ?).

Ik vind het absoluut terecht dat Letland de eigen taal verdedigt. Ik vind het ook terecht dat de overheid van iedereen een duidelijke loyauteit aan de Letse staat eist, en vraagt om finaal te verzaken aan een eventueel heimwee naar Moedertje Rusland. Maar ik denk dat Letland er toch goed aan zou doen om vroeg of laat een meer officiële plaats te geven aan het Russisch. Vanuit een ondubbelzinnige verankering in Europa – als daar permanent beschikbare NAVO-vliegtuigen voor nodig zijn, dan is dat maar zo. Maar ook vanuit het besef dat het land nu eenmaal goed geplaatst is om de brug te slaan tussen Europa en het onmetelijke rijk dat van aan de Letse oostgrens tot tegen Japan en Alaska reikt.

Al neem ik het hen niet kwalijk dat ze voorlopig nog even moeten “ontrussen”, ook al kan de Rus met pet in de straten van Riga weinig kwalijk worden genomen (in elke winkel zal zijn geld overigens toch altijd “spasiba” worden aanvaard, denk ik – wat niet even vanzelfsprekend is voor “dankuwel” in Brussel…).