Archief van
Maand: oktober 2011

Gelijk

Gelijk

Op de eerste gemeenteraad na de eerder ceremoniële raad waarop de eden werden afgelegd, diende ik samen met Katrien het voorstel in om de individuele sociale steun die de gemeente toekent over te hevelen naar het OCMW. Voor mij was het belangrijk om net dat voorstel als eerste in te dienen : mijn vijf jaar in de OCMW-raad hadden me ervan overtuigd dat die steun veel beter in de OCMW-werking kon worden geïntegreerd. Het schepencollege argumenteerde tegen mijn voorstel : de steunverlening werkte goed, er was genoeg communicatie tussen gemeente en OCMW ennonsens voorstel kwam te vroeg. Er werd gestemd, en mijn eerste voorstel haalde 9 stemmen. Niet slecht, maar er waren ook 13 raadsleden tegen. Bij 3 onthoudingen. “Weggestemd” heet dat dan.

Wie minder vertrouwd is met de wetmatigheden van de (gemeente)politiek zou ervan kunnen uitgaan dat daarmee de kous af is. Maar is schreef hier toen al “…met de afwijzing is uiteraard de eerste stap gezet naar de onafwendbare realisering van het voorstel.“.

Het verhaal volgde zijn weg, via de opmaak van het Lokaal Sociaal Beleidsplan en langs vooral ambtelijke wegen. Af en toe discreet of openlijk een duwtje geven was nodig, maar al bij al ging het vlotjes. En dus kon ik gisteren tevreden reageren op het voorstel van het college om de gemeentelijke individuele steun in te trekken, nadat eerder het OCMW een algemene zorgtoelage had goedgekeurd.

Is dit nu “mijn” verdienste ? Een beetje wel, maar zeker niet van mij alleen. Anderen hebben mee aan de kar getrokken, al dan niet actief. Als Gaston vierkant tegen zou zijn geweest, was het er wellicht niet gekomen, om maar iets te zeggen. En met name de OCMW-ambtenaren hebben hun rol als loyale maar proactieve dienaren van het beleid goed vervuld. Toch heb ik er gisteren in de gemeenteraad bij gezegd dat het voor al wie er -vandaag of in de toekomst- op de oppositiebanken zit een hoopvol teken is dat je via omwegen toch dingen kan bereiken, zelfs nadat je een stemming verliest. Al zal het wellicht niet altijd zo voorspelbaar zijn wat er uiteindelijk gaat lukken. Bovendien is sinds Nostradamus bekend dat voorspellingen vooral worden bovengehaald als ze uitkomen…

Hoe dan ook, ik ben er blij mee. Eventjes, want er valt nog veel te verbeteren. Desalniettemin.

Wie is er Bob ?

Wie is er Bob ?

We schrijven dag op dag 67 jaar na de bevrijding van Essen. Op 22 oktober 1944 namen Canadese troepen onze gemeente in. De Nazi-bezetting was voorbij. De oorlog nog niet, want de V-bommen hingen letterlijk en figuurlijk nog boven het hoofd van de Essenaren.

Yvan Janssens en Marc Van den Broek schreven een boek over de bevrijding van Kalmthout en Essen. Allebei zijn ze al jaren gepassioneerd met het oorlogsverleden in onze streek bezig, en ze zijn dan ook goed geplaatst om de nieuw beschikbare bronnen te verwerken tot een geheel. Het boek is het eerste uit wat een kleine reeks moet worden en werd in het gemeentehuis ingeleid door Frans Schrauwen en Bob Cools. Frans, die op het vlak van de Essene geschiedenis nauwelijks zijn gelijke kent, wist in zijn korte toelichting te verrassen met enkele onuitgegeven dagboekfragmenten uit de bevrijdingsdagen. Maar natuurlijk waren de talrijke aanwezigen vooral voor de Antwerpse ereburgemeester gekomen. Cools bleek nog steeds over de gave van het woord te beschikken, en kende het verhaal van de bevrijding van onze grensgemeenten bovendien erg goed. Hij kende de literatuur erover en sprak met een aantal hoofdpersonages. Bovenal was hij als kind getuige van de bevrijding, aangezien hij vlak bij Kalmthout woonde. Dat maakte er een bijzonder boeiende namiddag van.

Het Essense verhaal uit de Tweede Wereldoorlog is natuurlijk een stuk minder uniek dan het wedervaren van onze gemeente in 1914-1918. Maar zien hoe het kleine verhaal van de mensen van hier zo ingrijpend werd hertekend door de wereldbrand van toen doet nog altijd beseffen dat welvaart en democratie niet zomaar een vanzelfsprekend gegeven zijn. Daarom is het goed dat het verteld wordt, doorleefd maar met een objectieve blik. Ik ga het boek met veel interesse lezen.

Waaslandwolven

Waaslandwolven

De 23e Esakquiz, die ik opnieuw mee uitwerkte en ook mocht presenteren, bracht vandaag 33 ploegen naar het Parochiecentrum. Uit Essen, maar ook uit het Waasland (waar het goud naartoe ging), uit de Kempen, Limburg en zelfs Rotterdam. Ze keerden allen tevreden huiswaarts, voor zover we kunnen nagaan. Leuk om te zien dat ons werk gewaardeerd wordt buiten onze gemeentegrenzen, maar het blijft een hele uitdaging om de quiz boeiend te houden voor deze doorwinterde quizzers én voor de Essense gelegenheidsploegen. De evenwichtsoefening sloeg dit jaar misschien iets te veel naar de moeilijke kant uit. Al blijken er toch mensen te zijn die abiogenese en het Immelmanmanoeuvre kunnen situeren. Gelukkig mocht ik die vragen stellen, en moest ik er zelf niet op antwoorden ! Of ook iemand ooit al van Xuxu had gehoord, heb ik niet kunnen nagaan…

Ik stopte twee fouten in de tussenrondes. Bizar dat die er bij de proefquiz niet werden uitgehaald, en ik blijf het vervelend vinden ook al konden we ze nog min of meer rechtzetten. Anderzijds bleken we bij de “gewond” vragen niet onderuit te halen. Commentaren over Nieuw-Zeelandse papegaaien, Afrikaanse specerijen en zakelijke rechten konden we moeiteloos weerleggen. Al moet het wellicht redelijk uniek zijn in het quizmilieu dat we daarvoor in het (virtuele) wetboek moesten duiken !

Jammer eigenlijk dat we niet meer ploegen konden plaatsen, en vooral dat niet iedereen het scherm even goed kan zien in het Parochiecentrum. Eigenlijk is het “godgeklaagd” dat Essen niet over een goede, grote quizzaal beschikt. I have a dream… (van wie dat citaat is, hebben we niet gevraagd – het hoeft ook weer niet te gemakkelijk te zijn !).

Honest Abe

Honest Abe

Op de website van de BBC suggereerde deze zomer een Noord-erse politica een boek. Hoe een mens daar terecht komt, en dan vervolgens ook het boek nog op zijn iPad downloadt, het blijft ook voor mij een vraag. Maar ik heb me de lectuur van “Team of Rivals : The Political Genius of Abraham Lincoln” geen seconde beklaagd. Integendeel, meer “belangrijke” lectuur bleef de voorbije weken af en toe in mijn boekentas zitten.

Ik kende de grote lijnen van het verhaal van de Amerikaanse burgeroorlog, me na mijn bezoek aan Washington in februari wellicht wat meer details dan voordien. Ik kende Lincoln en vond hem altijd al een inspirerend persoon. Maar het boek vertelt tegelijk het verhaal van wat leidde tot de “Civil War” en van die oorlog – die méér slachtoffers eiste dan het totale aantal soldaten dat de VS verloor in alle andere oorlogen die het land ooit vocht samen. Het boek is daarnaast opgebouwd rond het persoonlijke en politieke leven van Lincoln en zijn tegenstanders bij de Republikeinse voorverkiezingen van 1960. Tegenstanders die hij uiteindelijk alle drie in zijn regering benoemde.

Ik heb Lincoln in het boek leren kennen als een groot leider en een politiek genie. Iemand met een zeer goede neus voor het juiste moment om iets te realiseren, maar anderzijds met een heilig geloof in zijn eigen principes. Bovendien een warm, grootmoedig en onconventioneel mens. Ik ben blij dat ik tijd heb gemaakt om “zijn” monument in Washington rustig te bezoeken.

Het boek is ook boeiend omdat het inzicht geeft in het Amerikaanse politieke systeem zoals dat 150 jaar geleden werkte – en daarmee een licht werpt op dat van vandaag. Dat helpt altijd om de evidenties van het eigen systeem in vraag te stellen. Deze week, in een “blitz”-conferentie in Londen kregen we (na het avondmaal !) een sessie voorgeschoteld over zin en onzin van coalitieregeringen, met een Britse en een Belgische politicoloog. Eén van de nadelen van een coalitie volgens de Britten is dat de kiezer niet vooraf weet waar zij of hij voor kiest. Zo stond in het LibDemprogramma dat het inschrijvingsgeld aan de universiteiten omlaag moest, maar de coalitie die ze met de Conservatieven aangingen verhoogde het. Een Brit vroeg of er in België ook voorbeelden waren van partijen die een belofte hadden gebroken om in een regering te stappen. Ik denk dat alle Belgen in de zaal hun glimlach nauwelijks konden onderdrukken…

Niet dat ik daarmee voor het Britse systeem pleit, overigens. Maar het is altijd goed om eens met wat afstand te kijken. En om te beseffen dat in elk systeem uiteindelijk mensen het verschil moeten maken. Misschien dat we ook bij ons, van formateur tot gemeenteraadslid, af en toe de vraag moeten stellen hoe dit in een ander systeem zou worden aangepakt en wat daarvan de voor- en nadelen zouden zijn. Ik noteer voor mezelf alvast de vraag : What would Lincoln do ?

Plant eens een plan

Plant eens een plan

Essen werkt aan een nieuw milieubeleidsplan voor de periode 2012-2017 – een wat vreemde planningsperiode natuurlijk, met verkiezingen vandaag dag op dag over één jaar plaatsvinden. Het ontwerp voor het plan werd vandaag besproken op een “open milieuraad”. Een goed initiatief en er bleek bovendien toch wel wat belangstelling te bestaan voor het gemeentelijke milieubeleid. Zelf heb ik niet veel gezegd, toen bleek dat we als raadsleden nog een afzonderlijke commissie hierover krijgen. Gelukkig maar, want ik had nogal wat opmerkingen en het was beter om voor één keer niet de mandatarissen aan het woord te laten.

Het plan bouwt sterk verder op het vorige. Dat is niet slecht, maar in het milieubeleidsplan en de opeenvolgende milieujaarprogramma’s heeft de nadruk altijd sterk gelegen op het werk van de gemeentelijke milieudienst. Dat is één van de best werkende diensten in het gemeentehuis, dus staat er ook veel in het plan. Maar het is onvoldoende ingebed in een sterke visie die erop gericht zou moeten zijn om Essen groen en landelijk te houden. Daarvoor zijn de acties te weinig doortastend, wat wordt aangetoond door de talloze keren dat er iets zal worden “onderzocht” of “overwogen”. Bovendien wordt onvoldoende een link gelegd met essentiële andere beleidsdomeinen zoals ruimtelijke ordening en woonbeleid. Bovendien wordt zo sterk vertrokken van het bestaande dat er geen ruimte wordt gegeven aan nieuwe initiatieven.

Een gemiste kans, want de goede “milieupraktijk” in onze gemeente, waarvoor de milieudienst samen met de Werkgroep Leefmilieu, Natuurpunt en anderen tekent, zou zoveel krachtiger zijn als die ook werd ingebed in een echt “milieubeleid”. Misschien moeten we toch maar een kans proberen te creëren om het geheel in 2013 nog bij te sturen…

Aan de Wijsel

Aan de Wijsel

Deze maand staan er wat te veel buitenlandse werktrips op het programma. Zodat ik een beetje opzag tegen drie dagen Warschau. Nochtans heb ik goede herinneringen aan Polen, waar ik een jaar of zeven geleden op vakantie ben geweest. Het Poolse landschap ziet eruit zoals onze Kempen vijftig jaar geleden moeten zijn geweest. En sommige dorpen en wegen zagen er toen alleszins ook nog uit alsof ze uit die periode stamden. Ik heb vooral goede herinneringen aan Krakau : heel mooie stad, en vlak bij Auschwitz-Birkenau dat iedereen ooit zou moeten bezoeken. Maar ook bij de zoutmijnen van Wieliczka, meer dan de moeite waard. Na een bezoekje proef je trouwens nog een hele tijd het zout op je lippen…

In Warschau is vooral de oude stad, gelukkig mooi heropgebouwd na de allesverwoestende Tweede Wereldoorlog, de moeite waard. De rest van de stad zit vast in het stratenschema dat na de oorlog door de communisten werd uitgewerkt, met brede autowegen en veel woonblokken. Al wordt er nu veel plaats geruimd voor mooie hedendaagse architectuur, de mix is voorlopig nog niet echt aantrekkelijk. Maar volgens de Poolse collega die het kan weten hebben we nogal wat mooie plekjes gemist, hoewel het vergaderschema nu niet echt overladen was. Ze zal me daar dus nog eens moeten rondleiden…

We bezochten ook het voormalige koninklijk paleis. Dat werd niet opgebouwd na de oorlog, want de communisten vonden het hele concept van een “koninklijk paleis” niet meteen erg aantrekkelijk. In de jaren 1970 besloten ze toch de toelating te geven voor de wederopbouw. De Poolse burgers, Polen in het buitenland, royalisten en al wie het regime minder goed gezind was brachten geld, schilderijen en meubelstukken bijeen. Waarna toch weer de regering kon uitpakken met het mooie heropgebouwde paleis. Het moet zowat de ultieme politieke truc zijn : je tegenstanders zover krijgen om je eigen prestigeprojecten te financieren…

Bank achteruit

Bank achteruit

Gefeliciteerd Essenaar ! Waarmee ? Met uw aandelen ! Welke ? Weet u het niet meer ? In 2009 hebt u toch aandelen gekocht ? Van Dexia. Eigenlijk van de “Gemeentelijke Holding”, maar die bestaat zo goed als uitsluitend om aandelen van Dexia te beheren, dus dat is hetzelfde. U hebt bovendien niet zomaar aandelen gekocht : deze leveren 13% dividend op. Slim van u, want waar vindt een mens nog een risicoloze belegging met zo’n opbrengst ? Het lijkt wel te mooi om waar te zijn…

Hoezo, u weet nog altijd van niets ? U hebt niets belegd ? Toch wel, maar het mooie is dat u er zelf helemaal niets voor heb moeten doen. De 13 gemeenteraadsleden van CD&V en sp.a hebben in uw plaats de aandelen gekocht. Voor 142.000 EUR, een slordige 10.000 EUR per raadslid dus. Gelukkig dat ze toen niet hebben geluisterd naar allerlei doemdenkers (volgens het verslag van de gemeenteraad was er ene Bevers bij). Die zeiden dat 13% niet realistisch leek, en dat een gemeente niet in banken moet beleggen. Je weet nooit, misschien komt er ooit een bankencrisis. Zeiden ze. Dat de Holding een perfide spelletje aan het spelen was om via een kapitaalverhoging de andere aandelen (die de gemeente al sinds de tijd van Methusalem heeft) minder waard te maken. Dat vonden ze ook. Maar gelukkig is er daar niet naar geluisterd. Anders had u ze nu niet, uw mooie blinkende extra Dexia-aandelen. Met 13% opbrengst !

Gelukkig dat ze in uw plaats denken, dus. De 13 raadsleden. Gelukkig dat zij weten hoe dat moet, Essen financieel gezond houden. Niet zoals de roekelozen van N-VA/PLE die zomaar belastinggeld zouden investeren in veilige wegen (want dat brengt geen 13% op) of het teruggeven aan u (u weet zelf toch niet waar u een veilige belegging van 13% kan vinden). Neen, zij doen dat veel beter.

Nogmaals gefeliciteerd dus, Essenaren, met de Dexia-aandelen die u twee jaar geleden hebt gekocht. Vergeet u niet om een dankbriefje te sturen naar de raadsleden van CD&V en sp.a ? Of een kaartje, met een mooie foto van het vernieuwde gemeentehuis, dat misschien wel wat duur is uitgevallen maar dat uiteraard afbetaald zal worden met Dexia-dividenden !

London calling

London calling

Londen. Ik was daar voor een “Peer Review” die donderdag en vrijdag de manier waarop de Britten de evaluatie van het werkgelegenheidsbeleid organiseren onder de loep nam. Bijzonder interessant, en niet onverwacht kunnen we van de evaluatiecultuur over het Kanaal nog heel wat leren. Niet alleen op het gebied van werk, en niet alleen op federaal of regionaal niveau, maakte ik me overigens de bedenking. In het volgende Essense college hoort een schepen van beleidsevaluatie te zitten…

Ik heb besloten om het Londense verblijf nog een beetje te verlengen, op een moment dat ik nog niet wist dat me dat dan een trip Londen-Brussel-Luxemburg zou opleveren. Vertrek in Saint Pancras om 12u, aankomst in Kirschberg om 21u15… Dat leverde wel wat tijd op om mijn iPad tot tekstverwerker te bombarderen, zoals u nu kan vaststellen. En als u de Nieuwflits van deze maand zal lezen, weet dan dat die gedeeltelijk onder zee tot stand is gekomen.

Maar ik ging het over Londen hebben. Waar het prachtige weer natuurlijk uitnodigde om door de parken te wandelen en even op te gaan in de massa in Oxford of Regent Street. Ik hou van de bijna clichématige smeltkroes van culturen die toch uitdrukkelijk één samenleving vormen, ondanks de recente rellen. Ik vind het prachtig dat enkele personeelsleden in het hotel waar ik verbleef (véééél te duur voor wat het was) Engels sprak dat duidelijk erg onvolmaakt was. Ze had wel een baan; in Parijs kom je met evenwaardig Frans volgens mij nooit aan de bak, in Brussel moet je wellicht minstens drie talen spreken om een baan in de horeca te vinden (niet in de gemeentelijke administratie, natuurlijk…). Ik verstond haar wel. Verder zal ze het wel leren, on the job.

Ik bewonder de dynamiek van de Engelse samenleving, die in tegenstelling tot de VS wel een sociaal vangnet heeft en waar de raciale segregatie bestaat maar een stuk minder zichtbaar én veel diverser is dan in (met name) Washington. Maar ook een samenleving die de eigen geschiedenis en tradities koestert, met een politiek systeem dat ik soms beter begrijp dan het onze. En toch voldoende zelfkritisch – ik las onlangs Ghosts of Empire, een verhelderend boek over het Britse kolonialisme van de hand van Kwasi Kwarteng, conservatief parlementslid van niet-Engelse origine, zoals zijn naam suggereert (een equivalent zou een kritisch boek van een FDF-er over de verfransing van Vlaanderen vóór 1963 zijn). Dat boek droeg ook bij tot het voeden van een zekere fascinatie voor (Brits-)Indië – en dus ben ik voor het eerst door Brick Lane gewandeld, het Mekka (neen, dat is niet de geschikte metafoor) van de Indische keuken in Londen. Aangezien die keuken boven op mijn favorietenlijstje staat, heb ik er uiteraard ook van geproefd.

Ietwat absurder was dat de Britse collega’s ons uitnodigden in een restaurant waar de Palm van het vat was. En de “Brugse Zot” (nog nooit van gedronken). Al verbieden de regels van de Britse overheid om op staatskosten alcohol te schenken. Rare jongens, die Britten… Of toch niet, dus. Als ik al in een wereldstad zou kunnen wonen, dan wellicht deze.